Tekst: Peter Franken
Met een lange vertraging is er door Naxos in 2021 een opname van Mathis der Maler in Wenen op BluRay uitgebracht en de productie van Keith Warner uit 2012 is het wachten meer dan waard geweest. Warner omschrijft zichzelf als een ‘dyed in the wool’ atheist en beziet de religieuze component van de opera vooral door een antropologische bril. Als zaken zoals devotie rond de gekruisigde christus en heiligenverering voor zoveel mensen een belangrijke rol in hun leven spelen, dan is het zaak daar serieus naar te kijken. Ik kan het daar alleen maar van harte mee eens zijn, past volledig in mijn eigen beleving van dat merkwaardige verschijnsel religie.
Matthias Grünewald zelfportret
Het personage Mathis uit de titel is losjes gebaseerd op de schilder Matthias Grünewald, die vooral bekend is geworden van zijn altaarstuk voor het klooster van Isenheim. Dit drieluik toont de ‘verzoeking van de heilige Antonius’. Vermoedelijk heeft Grünewald hieraan gewerkt in de ongeveer vijf jaar die direct aan het begin van de door Luther geïnitieerde Reformatie (1517) voorafgingen. Grünewald was in dienst van de aartsbisschop van Mainz en werd naar verluidt door hem ontslagen wegens reformatorische sympathieën.
This Artwork is published by bgs artMedia, a leading marketplace for fine art reproductions and unique wall art.
Tegen de achtergrond van de worsteling van de lutheranen om hun nog wankele beweging te versterken ten koste van de Rooms-Katholieke Kerk en de boerenopstanden die zich als een olievlek over de Duitse vorstendommen verspreidden, speelt zich de artistieke crisis af waarmee de titelfiguur te kampen heeft. Kan Mathis als kunstenaar simpelweg volstaan met zijn roeping volgen, in zijn geval schilderen, of heeft hij hogere verplichtingen aan de maatschappij? Hierin spiegelt zich Hindemiths eigen dilemma: wat kan ik als componist anno 1938 doen in het aanschijn van een wereld vol geweld en onrecht?
Het Isenheim altaar is een fenomeen in de kerkelijke kunstgeschiedenis, thans te bewonderen in Colmar na net zo vaak van land te zijn gewisseld als de stad zelf. Wat permanent getoond wordt is het primaire beeld, een afbeelding van christus aan het kruis geflankeerd door de heiligen Sebastiaan en Antonius. Door achtereenvolgens tweemaal panelen open te klappen worden het secundaire en tertiaire beeld zichtbaar. Die christus aan het kruis is door Warner als het ware uit het tafereel gehaald en als pars pro toto in de vorm van een gigantisch beeld op het toneel geplaatst. Het doet denken aan die enorme reclining Buddha’s die je in Myanmar aantreft.
Het beeld beheerst het volledige toneel maar doordat dit kan draaien kijken we soms tegen de achterkant aan waardoor het gedeeltelijk uit het zicht verdwijnt. Ook selectieve belichting bewijst in dit opzicht goede diensten in sommige scènes.
Mathis’ atelier oogt als een puinhoop waarin zich in de schaduw van het grote beeld de eerste scène afspeelt: Mathis biedt de opstandelingenleider Schwalb hulp om te ontsnappen aan zijn achtervolgers. Het hof van kardinaal Albrecht zit aan de ander kant van het draaitoneel en oogt heel wat beter. Mooie scène tussen Roomsen en Lutheranen met als apotheose de boekverbranding waarvan de Lutheranen zeggen dat het slechts papier is dat wordt vernietigd, de ideeën leven voort.
Mathis sluit zich aan bij de opstandige boeren maar is daar zoals verwacht niet op zijn plaats. Het blinde geweld vervult hem met afschuw. In een andere verhaallijn proberen de Lutheranen Albrecht aan Ursula te koppelen, de dochter van de rijke Lutherse burger Riedinger. Dat lukt niet, hij blijft trouw aan ‘zijn’ kerk maar trekt zich terug in een leven als kluizenaar.
Mathis vraagt zich af wat er geworden is van de schilder die het altaarstuk van Isenheim heeft gemaakt. In een visioen ondergaat hij verschillende verzoekingen, alsof hij de plaats heeft ingenomen van de heilige Antonius uit zijn eigen altaarstuk. Nadat hij op die wijze is geconfronteerd met weelde, roem, kennis en sensuele genoegens, verschijnt Albrecht, die hem zegt: ‘Ga heen en schilder.’ Eenmaal ontwaakt staat Albrecht in werkelijkheid bij hem en biedt Mathis verblijf in zijn woning aan. Deze weigert dit. Hij voorvoelt zijn naderende einde, neemt symbolisch afscheid van alle wereldlijke geneugten en vertrekt om zijn laatste dagen in eenzaamheid door te kunnen brengen.
Ursula gaat na de afwijzing door Albrecht op zoek naar haar oude liefde Mathis en komt in zijn visioen terug als bedelaar, hoer en martelaar. Dat maakt Ursula tot een belangrijke rol en de door mij zeer bewonderde Manuela Uhl stelt niet teleur met een ronduit schitterende vertolking van dit beproefde personage. Uhl heeft een prachtige heldere stem met een mooi herkenbaar timbre, zoiets als Cheryl Studer vroeger. Alleen al haar aanwezigheid is voldoende reden deze opname te bekijken.
Wolfgang Koch is een uitstekende Mathis maar ik vind zijn voorkomen te weinig artistiek, nauwelijks te onderscheiden van de leider van de opstandige boeren Schwalb, gezongen door de tenor Raymond Very.
Tenor Kurt Streit neemt kardinaal Albrecht voor zijn rekening. Hij heeft niet echt de uitstraling van een kerkvorst en het lamenteren over geldgebrek, vooral nu die lastige Luther het verkopen van aflaten aan de kaak heeft gesteld, bevestigt dit beeld. Streit zingt op zich goed maar mist allure, klinkt teveel als een straatvechter.
In historisch opzicht is kardinaal Albrecht von Brandenburg het meest interessante personage. Op jeugdige leeftijd wist hij voor veel geld en dankzij enorme politiek patronage het ambt van aartsbisschop van Mainz te verwerven. Om hem tegemoet te komen kreeg hij van de paus wel ruime rechten tot het verkopen van aflaten maar niettemin zat hij van meet af aan diep in de schulden. De gedachte hem voor het Lutheranisme te strikken, een geloofsrichting waar hij zeker niet afwijzend tegenover stond, door hem te laten trouwen met een rijke burger komt dus niet uit de lucht vallen. Het zou maar zo kunnen dat men dit inderdaad heeft geprobeerd.
Het is een prachtige voorstelling, deze Mathis uit Wenen, echt een aanwinst. Over de gehele linie vocaal van hoog niveau, solisten, het Slovaaks Philharmonisch koor en de Wiener Symphoniker. En prachtig om te zien.
De muzikale leiding is in handen van Bertrand de Billy.
Foto’s: © Werner Kmetitsch