Die_Fledermaus

Kosky’s Fledermaus: Donner und Glitz

Tekst: Peter Franken

Met een overdonderende première van ‘Die Fledermaus’ in de regie van Barrie Kosky werd het eindejaar seizoen bij DNO afgetrapt, nota bene op Sinterklaasavond. Kosky, bekend om zijn voorkeur voor gender fluïditeit in zijn operette-ensceneringen, heeft zichzelf nog eens weten te overtreffen. Dit tot groot enthousiasme van het publiek.

Johann Strauss jr. (1825-1899) schreef vooral korte orkeststukken en operettes waarvan er eentje zo vaak op het programma van reguliere operahuizen is komen te staan dat het de status van opera heeft gekregen: ‘Die Fledermaus’ uit 1874. Het is een Spieloper met een eenvoudig verhaaltje dat zozeer is opgerekt met losse nummers dat het avondvullend is geworden. Met name de conference van gevangenenbewaarder Frosch in de derde akte neemt vaak veel tijd. En tijdens het feest ten huize van Prinz Orlovski worden soms gastsolisten op het toneel gebracht, alsof ze daar een gig hebben die avond.

‘Mein Herr Marquis’ gezongen door het kamermeisje Adèle is een van de topnummers, samen met de Czardas ’Klänge der Heimat’van Rosalinde die later haar niets vermoedende echtgenoot zijn horloge afhandig weet te maken om hem daar later mee te confronteren, uiteraard dan zonder vermomming: ‘Dieser Anstand, so manierlich’.

Alles goed en wel, moet Kosky gedacht hebben, maar daar is toch wel wat meer van te maken. En met behulp van de inventieve decors van Rebecca Ringst en de uitzinnige kostuums van Klaus Bruns is dat wonderwel gelukt. Wie wel eens eerder een operette in de regie van Kosky heeft gezien zal met me eens zijn dat sommige scènes de subtiliteit van een sloopkogel hebben. Tegelijkertijd wordt de toeschouwer meegenomen in een handeling waarin zoveel vaart wordt gebracht dat dit in het geheel niet stoort maar vooral bijdraagt aan het amusementsgehalte.

Zijn ‘Orphée aux enfers’ is hiervan het sprekende voorbeeld en in ‘Die Fledermaus’ probeert hij die productie nog te overtreffen. Dat dit in mijn beleving niet helemaal is gelukt komt vooral voor rekening van het werk zelf: met ‘Orphée’ is meer te beginnen dan met ‘Fledermaus’. Met name de derde akte is problematisch door het ‘verplichte’ optreden van een cabaretier in de persoon van de cipier Frosch. Gelukkig heeft Kosky daar een oplossing voor bedacht die goed in de smaak bleek te vallen.

In de eerste akte speelt de handeling zich af op een stadsplein dat zowel de binnen- als buitenruimte voorstelt. Verrijdbare gevels in Biedermeierstijl suggereren een keurige geordende maatschappij waarin iedereen vooral de schone schijn probeert op te houden. Hoeveel moeite dat kost wordt getoond door de gevels te draaien. Dan wordt de stalen constructie zichtbaar die de hele zaak overeind houdt. En aan het einde valt de papieren gevelbekleding zelfs helemaal naar omlaag: alles is van bordpapier, niets is echt.

Tijdens de ouverture ligt Eisenstein in bed en lijkt een nachtmerrie over vleermuizen te hebben, aanschouwelijk gemaakt door een vleermuizenballet. Kennelijk leeft in zijn onderbewustzijn de vrees dat Falke hem vroeg of laat op zijn beurt voor gek zal zetten na zijn grap van jaren eerder die zijn vroegere vriend de bijnaam Dr. Fledermaus heeft bezorgd.

Waar het spel in de eerste akte vooral drijft op een ‘theater van de lach’ benadering trekt Kosky in de tweede alle registers open. Het koor is uitzinnig uitgedost, Orlovsky komt op als drag queen, vergezeld door een paar paladijnen in vergelijkbare kostuums. De decorstukken zijn nu allemaal omgedraaid: in Orlovsky’s landhuis is geen sprake van schone Weense schijn, hier gaan alle maskers af. De ironie wil dat juist nu iedereen zich probeert te verschuilen achter een andere identiteit, niemand is die hij of zij voorgeeft te zijn. Massale scènes met veel beweging worden afgewisseld met momenten dat er maar twee of drie mensen op het toneel staan. Zo worden de spilmomenten van de handeling extra benadrukt.

Geen intermezzo voor bezoekende artiesten in deze productie maar vlak voor de pauze een wervelend ballet op de polka ‘Unter Donner und Blitz’. So far so good..

Mijn verwachting dat Kosly erin zou slagen ook in de moeizame derde akte het tempo hoog te houden werd niet bewaarheid. Cipier Frosch was ditmaal een zeer geoefend tapdanser die in combinatie met ‘lichaamspercussie’ een uitstekende act wist op te voeren. Maar het duurde mij te lang en toen hij het publiek probeerde mee te krijgen in het maken van geluiden en andere vormen van participatie haakte ik tijdelijk af. Ook de rest van de akte leunde naar mijn smaak onnodig sterk op slapstick en herhaling van flauwe grapjes

Na de tapdansende Frosch bleek er nog een sprekende variant te zijn die vooral als aangever voor gevangenisdirecteur Frank diende. In zijn gevolg nog vier andere ‘Froschjes’ die heen en weer renden en uitroepen mochten slaken. Als ik mezelf niet zo enorm had geamuseerd voor de pauze had ik er minder moeite mee gehad. Nu was het verschil me te groot. Een lichtpunt was vooral Adèles ‘Spiel ich die Unschuld vom Lande’.

Om een voorstelling op de planken te brengen waarin zoveel mensen zich vrijwel voortdurend in hoog tempo bewegen moet je van goede huize komen. En natuurlijk de beschikking hebben over een ervaren choreograaf: Otto Pichler. Ook de belichting van Joachim Klein had een duidelijke inbreng.

De ster van de show was voor mij bariton Björn Bürger als Eisenstein. Ik herinnerde mij hem als de wat timide Wolfram in Loy’s ‘Tannhäuser’ uit 2019 waarin hij met zijn zang veel aandacht trok. Hier bleek hij ook uitstekend te kunnen acteren, dansen en acrobatische toeren uit te kunnen halen. Een compleet pakket zogezegd, geweldig optreden.

Zijn belangrijkste tegenspeelster Rosalinde was een kolfje naar de hand van sopraan Hulkar Sabirova, ook een zeer compleet artiest. Haar entrée in huize Orlovsky met de Czardas werd met veel bravoure gebracht.

Sydney Mancasola als Adèle vond ik wat schel klinken zo nu en dan maar haar complete act maakte dat meer dan goed. Ze opent in feite de handeling met een paar coloraturen en staat indien enigszins mogelijk de aandacht van het publiek daarna niet meer af. Haar vertolking van ‘Mein Herr Marquis’ is op afstand de leukste die ik tot op heden heb meegemaakt.

Dr. Falke was in goede handen bij Thomas Oliemans, zeer degelijk en tevens bij vlagen hilarisch. Eindelijk trekt zijn personage aan het langste eind maar hij ziet er vanaf Eisenstein het metaforische genadeschot te geven.

Miles Mykkanen acteerde als een zanger die aan de cocaïne was, over the top maar ja, Kosky. Zingen kon hij ook trouwens, deze Alfred.

Frederik Bergman kon zich helemaal uitleven als gevangenisdirecteur Frank en mezzo Marina Viotti hing het feestbeest Orlovski uit. Over haar acteren was ik meer te spreken dan over de zang overigens.

In de kleinere rollen Mark Omvlee als Dr. Blind en Tabea Tatan als Ida. De tapdanser verdient een speciale vermelding: Max Pollak.

Het NedPho stak deze avond in grootse vorm, mede door toedoen van maestro Lorenzo Viotti die er alles uit wist te halen. Schmalz, weemoed, verlangen, uitbundigheid, het kwam allemaal voorbij. Het koor van DNO ingestudeerd door Edward Ananian-Cooper was nadrukkelijk aanwezig in de tweede akte, compleet met een grote groep dansers. Het ‘gevoelige’ ’Brüderlein und Schwesterlein’ gezongen door Oliemans en later overgenomen door alle aanwezigen vormde een mooie bijdrage van het koor.

Er volgen nog negen voorstellingen, de laatste op 29 december.

Foto’s: De Nationale Opera | Bart Grietens

Over Vleermuizen van hier tot daar en terug: een piepkleine selectie

Seizoen 2024/25 van De Nationale Opera. Wat staat ons te wachten?

Een jaar geleden, toen het seizoen van De Nationale Opera bekend werd gemaakt, schreef ik:

“Het nieuwe seizoen is bekend gemaakt. Ik heb er een paar weken over gedaan om er iets van te vinden, want eigenlijk vond ik er niets van. Een oneliner? Ja, zeker, vandaar dat ik het een en ander ga toelichten. Want: moeten we juichen? Nee. Mogen we teleurgesteld zijn? Ja. Zijn er veel herhalingen en te veel van hetzelfde? Ja. Zijn er dan helemaal geen verrassingen en leuke dingen? Ja, die zijn er, maar heus?”

Helaas kan ik geen betere introductie tot het seizoen 2024/25 bedenken.



RIGOLETTO

We beginnen met de herneming van de – voor mij – afschuwelijke Rigoletto in de regie van Damiano Michieletto. De productie is zeven jaar oud:

https://basiaconfuoco.com/2017/05/10/rigoletto-van-damiano-michieletto-amsterdam-2017/

Alleen: zeven jaar geleden hadden we een werkelijk fantastische cast gehad en van de nieuwe zangers weet ik niet zo veel. Ik ken alleen Roman Burdenko, de vertolker van de hoofdrol. Ook de dirigent, Antonino Fogliani  is voor mij niet echt een bekende naam, wat natuurlijk niets zegt. Wellicht worden er nieuwe sterren ontdekt? Je weet maar nooit!

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/rigoletto

PETER GRIMES

In oktober worden we getrakteerd op de nieuwe productie (regie: Barbora Foráková) van Peter Grimes van Britten. Daar ben ik blij mee want deze fantastische opera wordt bij ons veel te weinig uitgevoerd! Viotti dirigeert en de namen van zangers klinken veel belovend, dus; wie weet?

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/peter-grimes

In november volgen twee nieuwe titels: een kinderopera Lennox

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/lennox

en Le Lacrime di Eros met muziek van o.a. Caccini, Peri en Monteverdi.
Concept, regie, decors en kostuums zijn van Romeo Castelucci en het muzikaal concept muzikale concept is van de dirigent Raphaël Pichon

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/le-lacrime-di-eros

DIE FLEDERMAUS

en dan is er december. Feesten! Kerst, Nieuwjaar en, uiteraard Sylvesterparty, waar traditioneel Die Fledermaus bij hoort. Na de vele herhalingen van de ooit leuke maar inmiddels zeer verouderde (35 jaar oud en eindeloos herhaald, voor het laatst in 2008) productie van Johannes Schaaf  krijgt de prachtige operette een nieuwe boost.


Barrie Kosky keert terug om zijn liefde voor de operette ook aan Nederlanders te verklaren en Viotti laat ons, hoop ik, swingen. Pardon, walsen.


In de cast ontdek ik tot mijn grote plezier drie Nederlanders: Thomas Oliemans (Dr.Falke), Mark Omvlee (Dr. Blind) en Frederik Bergman (Frank).

De grootste verrassing is echter de bezetting van Orlofsky: hij wordt gezongen door niemand minder dan Marina Viotti, de zus van onze dirigent

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/die-fledermaus

EEN LIED VOOR DE MAAN

Ook aan de kinderen wordt in december gedacht:  Mathilde Wantenaars Een lied voor de maan komt terug.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/een-lied-voor-de-maan

Neil van der Linden bezocht de voorstelling in oktober 2021.
Zijn recensie:

DIE ERSTEN MENSCHEN




In de maan januari wordt Die Ersten Menschen van Rudi Stephan herhaald. Het is een productie van Calixto Bieito die oorspronkelijk gedirigeerd werd door Xavier Roth.
Roth komt niet meer terug en het is nog onbekend wie hem gaat vervangen. Gelukkig kregen we dezelfde, fantastische cast als in juni 2021.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/die-ersten-menschen



recensie van Neil van der Linden:

https://basiaconfuoco.com/2021/06/08/mystery-and-eroticism-after-paradise-rudi-stephans-die-ersten-meschen/

IDOMENEO

Zo te zien is Idomeneo opeens hot, very hot. Althans de opera van Mozart. Lange tijd zelden gespeeld,  is de opera nu bezig met zijn grote inhaal manoeuvre. Niet erg, het werk is het meer dan waard. Mits, en hier beginnen mijn twijfels. Niet over de zangers, want met Idomeneo van Daniel Behle en Elettra van Jacquelyn Wagner zitten we snor. Net als met Anna El-Khashem (Ilia) en Cecilia Molinari (Idamante).

Wat kunnen we verwachten? Veel ballet, dat zeker. Zeker als je weet dat de regie in handen ligt van Sidi Larbi Cherkaoui.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/idomeneo-re-di-creta

OPERA FORWARD FESTIVAL


Maart is al jaren gereserveerd voor het Opera Forward Festival, met veel (voornamelijk) nieuwe en avantgardistische werken. Het is altijd afwachten, maar spannend is het wel.


Zelf kijk ik uit naar OUM, muziektheatervoorstelling over Oum Kalthoum, zonder meer de grootste en belangrijkste Egyptische zangeres.

Volgens de makers Kenza Kouchoukali en Bushra El-Turk gaat de voorstelling over “het terugvinden van je wortels waarin Oum Kathoum invloedrijke muzikale universum gecombineerd wordt met het boek Visage retrouvé van schrijver en regisseur Wajdi Mouawad”.

Kenza Koutchoukali: “Waar ik naar zoek is radicale empathie”

https://www.operaballet.nl/artikelen/regisseur-kenza-koutchoukali-over-haar-makerschap

Meer over het Festival kunt u lezen op:

https://www.operaballet.nl/nieuw-seizoen-24-25/de-nationale-opera

DIE FRAU OHNE SCHATTEN

In april krijgen we een nieuwe productie van Die Frau ohne Schatten, (FROSCH in de wandelgangen) van Richard Strauss. Voor veel Straussiannen het summum van het summum. Regie is van de hand van Katie Mitchell, Marc Albrecht dirigeert.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/die-frau-ohne-schatten

De bezetting is veelbelovend met (o.a.) Aušrinė Stundytė als de Färberin en Sara Jakubiak als de Keiserin.

DIDO AND AENEAS (concertante)

Het is alleen maar concertante, maar er is wel een regisseur: Rosemary Joshua.
Het is een coproductie met Nederlandse Reisopera en Opera Zuid en  het wordt uitgevoerd door leden van De Nationale Operastudio

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/dido-and-aeneas-concertant

ANANSI

In mei krijgen we Anansi terug, ‘een spetterend totaalkunstwerk’ en ‘wervelend en fantasievol muziektheater’. Althans zo werd de nieuwe dansopera Hoe Anansi the stories of the world bevrijdde bij de wereldpremière in 2021 ontvangen. Het is een “kleurrijke familievoorstelling” over spin Anansi.

Muziek is van Neo Muyanga , choreografie van Shailesh Bahoran. Lochlan Brown dirigeert en Kenza Koutchoukali regisseert. In de cast ontdekken we o.a. Katia Ledoux, Frederik Bergman en Claron McFadden


Recensie van Neil van der Linden:

https://basiaconfuoco.com/2021/11/15/hoe-de-nationala-opera-de-nederland-caraibische-cultuur-in-huis-haalde/

BORIS GODOENOV



Met Boris Godoenov is het altijd afwachten voor welke versie er wordt gekozen. Er zijn er zo veel, waarvan maar liefst twee van Moessorgski zelf. De nieuwe productie in Amsterdam die gespeeld wordt in het kader van Holland Festival wordt geregisseerd door Kirill Serebrennikov en dat belooft hedendaagse machtsspel in een Rusland van Poetin.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/boris-godoenov

Het Koninklijk Concertgebouworkest staat onder leiding van Vassily Petrenko en de hoofdrol wordt gezongen door de Poolse bas-bariton Tomasz Konieczny is Godoenov.
De, bijzonder in Amsterdam geliefde Raehann Bryce-Davis keert terug naar DNO als Marina Mnisjek


Mocht iemand zich al willen inlezen:

https://basiaconfuoco.com/2018/09/06/boris-godoenov/

Gustav Klimt domineert Die Fledermaus uit Glyndebourne

Fledermaus Glyndebourne Allen

Het is allemaal de schuld van de champagne, zeggen ze. Zou best kunnen, want het bruist, bubbelt, schittert en spettert dat het een lieve lust is. De bubbels zijn ook letterlijk ‘omnipresent’ in deze schitterende productie van Die Fledermaus, die in augustus 2003 in Glyndebourne werd opgenomen (Opus Arte OA 0889D).

Het geheel is zeer Art Deco en Jugendstil, met decors die lijken te zijn ontworpen door Otto Wagner en geschilderd door Gustav Klimt. Die laatste is eveneens alomtegenwoordig, ook in de kleding: van de jurk van Rosalinde tot de ‘schlafrok’ van von Eisenstein, waarin de arme Alfred de gevangenis ingaat.

Voor deze productie zijn nieuwe dialogen geschreven (de regisseur, Stephen Lawless, ziet het stuk als een toneelstuk met muziek), makkelijk te volgen dankzij de Nederlandse ondertitels.

Thomas Allen zet een kruidige Von Eisenstein neer, die duidelijk aan een midlifecrisis lijdt in een ietwat ingeslapen huwelijk. Pamela Armstrong is een pittige Rosalinde.

Malena Erdmann is een fantastische Orlofsky en Lybov Petrova en kittige Adele. Eigenlijk zijn ze allemaal fantastisch, inclusief de dirigent – de sprankelende Vladimir Jurowski – die ook actief deelneemt aan de actie.

Zet de champagne maar vast koud, geniet en drink. Niet noodzakelijk met mate.

Sir Thomas Allen over Eisenstein:

 

DRIE ‘FLEDERMAUSEN’ DIE NIEMAND MAG MISSEN

Let Beauty Awake: SIR THOMAS ALLEN

DRIE ‘FLEDERMAUSEN’ DIE NIEMAND MAG MISSEN

 fledermaus

Het is een geliefd werk om het oude jaar mee te besluiten of het nieuwe jaar mee aan te vangen: Die Fledermaus. De officiële catalogus telt meer dan 28 opnamen, waarvan 10 op dvd.

DVD: THEODOR GUSCHLBAUER, WENEN 1980

fledermaus-wenen

Voor mij is de opname die op oudejaarsavond in 1980 in de Wiener Staatsoper werd opgenomen (Arthouse 107153) verreweg de beste. De productie was één jaar oud en de regie lag in handen van Otto Schenk, een beroemde Weense acteur, die zelf 29 keer de rol van Frosch had gespeeld.

In een rijk en gedetailleerd decor ontvouwt zich een intrige vol leugens, dat tegelijk spannend, komisch en droevig is.

De bezetting kan gewoon niet beter: Bernd Weikl zet de losbandige en oerdomme Eisenstein neer met de nodige knipoog en humor, Lucia Popp is kostelijk als de verveelde huisvrouw Rosalinde, en  Brigitte Fassbaender onweerstaanbaar als prins Orlovsky.

Maar de allerbeste is de jonge Edita Gruberova (Adele): ze koketteert, doet ons lachen om haar bespottelijk accent, en ontroert in haar naïviteit. En dat alles met perfect gezongen coloraturen, brava!

Theodor Guschlbauer laat al in ouverture horen dat het een avond met de meesterlijk uitgevoerde mooiste melodieën gaat worden. Heerlijk.

Hieronder Edita Gruberova zingt ‘Mein Herr Marquis’

DVD: VLADIMIR JUROWSKI, GLYNDEBOURNE 2003

fledermaus-jurowski

 

Het is allemaal de schuld van de champagne, zeggen ze. Zou best kunnen, want het bruist, bubbelt, schittert en spettert dat het een lieve lust is. De bubbels zijn ook letterlijk omnipresent in deze schitterende productie van Die Fledermaus, die in augustus 2003 in Glyndebourne werd opgenomen (Opus Arte OA 0889D).

Het geheel is zeer Art Deco en Jugendstil, met decors die lijken te zijn ontworpen door Otto Wagner en geschilderd door Gustav Klimt. Die laatste is alomtegenwoordig, ook in de kleding. Van de jurk van Rosalinde tot de ‘schlafrok’ van Von Eisenstein, waarin de arme Alfred de gevangenis ingaat.

Voor deze productie zijn nieuwe dialogen geschreven (de regisseur, Stephen Lawless, ziet het stuk als een toneelstuk met muziek), makkelijk te volgen dankzij de Nederlandse ondertitels.

Thomas Allen zet een kruidige von Eisenstein neer die duidelijk aan een midlifecrisis lijdt in een ietwat ingeslapen huwelijk, en Pamela Armstrong is een pittige Rosalinde.

Malena Erdmann is een fantastische Orlofsky en Lybov Petrova en kittige Adele. Eigenlijk zijn ze allemaal fantastisch, inclusief de dirigent – de sprankelende Vladimir Jurowski – die ook actief deelneemt aan de actie.

Zet de champagne maar vast koud, geniet en drink. Niet noodzakelijk met mate.

Een fragment uit de productie:

Interview met Sir Thomas Allen:

CD: HERBERT VON KARAJAN 1960

Fledermaus Karajan

De opname van Herbert von Karajan uit 1960 (Decca 4758319), met o.a.  Waldemar Kmennt, Hilde Gueden, Erika Köth en Eberhard Wächter is een absolute must. Alleen al vanwege de weergaloze ‘einlagen’, waarin de grootste operasterren uit die tijd (uiteraard uit de Decca-staal) een zeer verrassende acte de presence geven.