Benjamin_Bruns

Vroege Wagners: Der fliegende Holländer

Tekst: Peter Franken

Schlußszene aus “Der fliegende Holländer” von Richard Wagner. Bühnenbild der Uraufführung 1843 in Dresden. Reproduktionsholzschnitt
SLUB/Deutsche Fotothek; Deutsche Fotothek

In 1834 verschijnt een roman van Heinrich Heine getiteld Aus den Memoiren des Herrn von Schnabelewopski. Deze Poolse heer brengt een bezoek aan Nederland en woont in de schouwburg in Amsterdam een voorstelling bij van een toneelstuk: De vliegende Hollander.

Als Wagner in juli 1839 met zijn vrouw Minna aan boord van het kleine zeilschip Thetys uit Königsberg vertrekt met bestemming Londen, na overhaast per rijtuig te zijn gevlucht voor zijn schuldeisers in Riga, heeft hij van Heines verhaal reeds kennis genomen. Onderweg komt het schip in een storm terecht en moet toevlucht zoeken in het Noorse fjord Sandwike waarvan de naam letterlijk voorkomt in de Holländer die later zal ontstaan. Naar verluidt valt hier ook de herkomst van de naam Senta te traceren die doet denken aan de aanduiding voor dienstmeisje in het plaatselijk dialect: tjenta.

Het werk aan de Holländer vond hoofdzakelijk plaats in Parijs, waar Wagner zich na een kort verblijf in Londen had gevestigd in een poging daar naam te maken. Na de voltooiing van zijn grand opéra Rienzi die hij niet aan de Parijse Opéra opgevoerd kreeg, nam Wagner afscheid van dit genre en sloeg een geheel nieuwe weg in die uiteindelijk zou leiden tot doorgecomponeerde werken zonder showstoppers.

Bij Heine heette de vrouwelijke hoofdpersoon Katharina en het verhaal speelde zich af in Schotland. Wagner heeft hierop voortgeborduurd en gebruikte de namen Donald en Georg voor respectievelijk de latere Daland en Erik. Katharina is bij hem ook al in de Schotse versie Senta geworden. Deze vroege versie van de Holländer bereikte de bühne in Parijs al evenmin waarna Wagner de moed opgaf en terugkeerde naar Duitsland. Het werk beleefde zijn première op 2 januari 1843 in Dresden, slechts een paar maanden na Rienzi.

Het geloof in geesten en spoken is sterk afgenomen in de westerse wereld sinds het christendom daar vaste voet aan de grond kreeg. Een legende waarin ze voorkomen wordt in het algemeen slechts gezien als een verhaal dat men beslist niet letterlijk dient op te vatten. Op dat punt wringt het een beetje met het verhaal van de Holländer. Wagner blijft in dit werk dicht bij de werkelijke bestaande wereld: Noorse zeelieden, jagers, spinnende vrouwen. Je krijgt het idee dat je dat dorp gewoon in Baedeker kunt vinden. Maar toch gaat alles en iedereen mee in de bovennatuurlijke zaken die om de figuur van de Holländer hangen. De vraag is of dat wel zo vanzelfsprekend zou moeten zijn.

Het fenomeen ‘onbereikbare geliefde’ is algemeen bekend. Die onbereikbaarheid kan het gevolg zijn van een verschil in leeftijd, sociale status en zo meer. Maar ook van het feit dat de geliefde in kwestie niet meer is dan een fantasie, een hersenschim. Vergelijkenderwijs kan ook Senta’s preoccupatie met de Holländer worden opgevat als een haar normale leven overheersende aandacht voor een onbereikbaar persoon. Niet in de zin dat ze verliefd op hem is (het Eros aspect) maar eerder een combinatie van mededogen en opofferingsgezindheid (het Agape aspect). Ze heeft zich als het ware het probleem van die legendarische figuur eigen gemaakt en wil hem verlossen, al kost het haar het leven. Hoe armzaliger het leven dat iemand leidt, althans in de eigen perceptie, des te aantrekkelijker zal de gedachte van zulk een groots gebaar kunnen worden. Bij Senta is het vrijwel het enige dat nog telt. Tegelijkertijd houdt de dood ook een instant verlossing in uit haar eigen bestaan.

Harmonia Mundi heeft een liveopname van Der fliegende Holländer uit het Teatro Real in Madrid uitgebracht. De enscenering is van Àlex Ollé, Pablo Heras-Casado dirigeert. Het resultaat is verdienstelijk. Àlex Ollé, lid van het theatercollectief La Fura dels Baus, heeft zich in deze productie geheel geconcentreerd op het creëren van mooie, spectaculaire beelden en een goedverzorgde personenregie. Er is geen sprake van enig concept dat over de handeling is gelegd. Weliswaar komt er geen ruimte met spinnende vrouwen aan te pas, maar we zien overduidelijk een opera over zeelieden en vrouwen aan wal.

Links op het toneel staat een gebouw dat lijkt op een metalen scheepsromp. Langs een lange ladder dalen de Steuermann en zijn baas Daland af tot op het strand, met echt zand. Het schip van de Holländer is in de wat donkere filmbeelden niet te zien. Later wordt echter de indruk gewekt dat het dan opengewerkte deel van de scheepsromp dubbelt als verblijf voor beide scheepscrews. Tijdens het koor van de Noorse matrozen zijn hier fascinerende lichtbeelden te zien, met stroboscopische effecten. De Holländer is krijtwit, evenals zijn kleren. Ook de andere mannen lopen er een beetje mat gekleed bij. De vrouwen daarentegen zorgen voor kleur in het geheel.

Tijdens het koor ‘Summ und brumm’ zitten de dames op het strand wat onbestemde spulletjes te poetsen. Onduidelijk is wat hier wordt bedoeld. Zijn ze aan het strandjutten geweest? Tot en met de laatste scène zal de gehele handeling zich op het strand en een paar achterliggende ‘duinen’ afspelen. Schitterende lichteffecten maken van de laatste scène, waarin de Holländer achtervolgd door Senta de zee inloopt, tot een indrukwekkend beeld.

De rol van Daland wordt vertolkt door Kwangchul Youn. Daland krijgt van de Holländer een paar armbanden en een ketting (ja, echt waar) en mag vervolgens direct een hele tas vol kostbaarheden meenemen aan boord. Senta is verkocht met betaling vooraf. Uitstekend gezongen deze Daland en ook mooi geacteerd in ‘Mögst du mein Kind?’

 Opvallend goed gezongen is de Erik van Nikolai Schukoff. Hij is prima bij stem en hoeft nergens te forceren; hij zingt zijn personage als een ‘Lohengrin light’. Als jager komt hij op in passende kledij en draagt een geweer. Leuke details. Ook zijn collega-tenor Benjamin Bruns komt goed uit de verf. Hij weet zijn gefrustreerde Steuermann – thuiskomst gemist en dan ook nog eens opgezadeld worden met de nachtwacht – overtuigend gestalte te geven en zijn zang is dik in orde.

De twee hoofdrollen zijn in handen van Samuel Youn en Ingela Brimberg. De Senta van Brimberg is door Ollé tot in de kleinste details geregisseerd, met bijzonder mooi resultaat. Hoewel Brimberg in de lastige hoogste passages wel een klein beetje moet forceren (wie eigenlijk niet?) is haar uitvoering beslist top. Haar tegenspeler Youn zet een wat creepy Holländer neer en geeft haar in alle opzichten goed partij. Op de casting van de hoofdpersonen valt niets aan te merken.

Pablo Heras-Casado laat het orkest spelen alsof hij vooral wil vermijden dat iemand in de gaten krijgt dat dit een opera van Wagner is. Wellicht heeft hij iets gefantaseerd in de trant van ‘hoe zou de tweede opera die Beethoven nooit schreef geklonken hebben?’ Alles klinkt rustig en zacht, en in een zeer ingehouden tempo als iemand een lang verhaal aan het vertellen is.

Dat komt de verstaanbaarheid tijdens de lange monologen van Daland, Holländer, Steuermann en Erik zeer ten goede, maar maakt wel dat de opname wat uitloopt. Heras-Casado neemt bijna een kwartier extra ten opzichte van sommige van zijn collega’s. In ‘Mögst du mein Kind’ klinkt het orkest onbeschaamd romantisch, hoezo Wagner?

Pas tijdens de grote koorscène ‘Steuermann! Laß die Wacht’ en in de slotscène klinkt het orkest op wagneriaanse sterkte en wordt ook het tempo wat opgeschroefd. Dat gaat helaas ten koste van de kwaliteit van de bijdrage van het koor. Sowieso vormt het koor muzikaal het zwakke punt in de productie. De leden hebben moeite met de tekst en raffelen die af om het orkest bij te houden, struikelend over hun eigen woorden, zo lijkt het. Aan Ollé ligt het niet, het koor acteert uitstekend, en aan Heras-Casado eigenlijk ook niet. Koordirigent Andrés Máspero had er gewoon meer tijd voor moeten nemen (of krijgen).

Foto’s: ©J avier del Real / Teatro Real

Der Fliegende Holländer op twee cd’s en twee dvd’s

Fliegende Hollander Dresden

Schlußszene aus “Der fliegende Holländer” von Richard Wagner. Bühnenbild der Uraufführung 1843 in Dresden. Reproduktionsholzschnitt
SLUB/Deutsche Fotothek; Deutsche Fotothek

CD’S

GIUSEPPE SINOPOLI 1998

Fliegende Hollander Sinopoli

Deze cd-opname uit 1998 (DG 4377782) is mij bijzonder dierbaar. Allereerst vanwege Cheryl Studer, toen wellicht de mooiste Senta die men zich kon voorstellen. Haar heerlijk lyrische sopraan met makkelijke en sensuele hoogte leek geschapen voor die rol.

De Holländer wordt hier gezongen door Bernd Weikl. Niet echt de jongste meer en dat hoor je, maar voor die rol zeer passend. Peter Seiffert is een pracht van Der Steuerman, en in de rol van Erik hoor je niemand minder dan Plácido Domingo, een luxe!

Maar het allermooist is het orkest: onder de werkelijk bezielde leiding van Giuseppe Sinopoli speelt het Orchester der Deutsche Oper Berlin sterren van de hemel.


ANDRIS NELSONS 2013

Fliegende Hollandedr Nelsons KCO

Na de semiconcertante uitvoeringen van Der Fliegende Holländer in het Amsterdamse Concertgebouw (24 en 26 mei 2013) waren de meningen van zowel de recensenten als het publiek dermate verdeeld dat het tot felle discussies op de operaforums heeft geleid. Het leek net oorlog.

De opera-uitvoering werd door het eigen label van het Concertgebouworkest vastgelegd en is inmiddels op de markt gebracht. Iedereen kan nu dus zijn eigen oordeel vormen. Nu is een opname, zelfs als het live is gerealiseerd niet te vergelijken met wat je in de zaal hoort, maar het resultaat is voor mij meer dan bevredigend.

Echt moeite heb ik alleen met Anja Kampe (Senta). Het ligt aan haar manier van zingen, met te weinig legato en te veel uithalen. Haar klank kan bij luidere passages onaangenaam scherp worden, iets wat haar ballade bij vlagen ontsiert. Als Senta hoor ik toch liever een stem die lichter en lyrischer is, minder scherp.

Christopher Ventris vind ik een mooie Erik. Hij benadert zijn rol vanuit het belcanto, vanzelfsprekend eigenlijk, zeker voor de vroege Wagner.

Kwangchul Youn is een beetje onstabiel als Daland, maar zijn interpretatie staat als een huis, daarvoor wil ik een min of meer wankele noot voor lief nemen. Hetzelfde geldt ook de oudgediende Terje Stensvold als de Hollander

Over het orkest kan ik kort zijn: adembenemend. Nelsons schuwt het overweldigende geluid niet (de ouverture!), maar weet het, waar nodig tot de mooiste pianissimi te dimmen. (RCO 14004 )


DVD

WOLFGANG SAWALLISCH 1975

Fliegende Hollander Sawallisch dvd

Eind jaren zeventig en tachtig, toen de opera nog (een beetje) een main stream was, werden veel opera’s ook voor de bioscoop of de tv opgenomen, als film dan.

Ook de door de Tsjechische regisseur Václav Kašlík in 1975 gemaakte verfilming is eigenlijk een speelfilm met muziek. Niets op tegen, zeker als het resultaat zo verbluffend is. Er valt veel te genieten van de opzienbarende stormscènes en de goed opgebouwde spanning. De regisseur volgt de aanwijzingen van Wagner nauwkeurig op, waardoor het zonder meer _ook_ ‘een goede kennismaking met …’ kan zijn.

De Zweedse Catarina Ligendza was in de jaren zeventig één van de grootste Wagner-zangeressen. Behalve de meer lyrische rollen zoals Senta, zong zij ook Isolde en dat deed zij zeer overtuigend. Ook Donald McIntyre was gepokt en gemazeld in het ‘Wagner-fach’, en alleen al voor die twee hoofdrolvertolkers is de dvd meer dan moeite van het aanschaffen waard.

Wolfgang Sawallisch was meer dan 20 jaar de vaste dirigent van het Bayerischer Staatsorchester, en dat hoor je: ze zijn als het ware met elkaar vergroeid.

De complete opname staat op You Tube:

CHRISTIAN TIELEMANN 2013

Fliegende Hollander Glogger Bayreuth

Allemaal weten wij waar Der Fliegende Holländer over gaat. Toch? De legende over de door de woeste zeeën dolende ziel op zoek naar verlossing is alom bekend. Er zijn boeken over geschreven, schilderijen over gemaakt, muziek over gecomponeerd… Ook de psychiaters hebben zich er mee bemoeid, want alles moet verklaarbaar zijn, dus ook de drang naar zelfopoffering.

Mis. Allemaal hadden en hebben wij het verkeerd begrepen. De woeste zeeën staan symbool voor “business as usual”, dus speelt de door  Jan Philipp Gloger productie van de Hollander (Bayreuth, 2013) zich in een soort door stratosferische lichten verlichte Wall Street met heren in driedelig grijs, met een boekhouder aan het ‘stuur’.

Tegenwoordig mag alles, zeker in Bayreuth, dus echt verbaasd ben ik niet. Ik zet alleen het beeld uit en luister verder naar wat een meer dan een fatsoenlijke uitvoering is van de eerste ‘volwassene’ opera van Wagner.

Ricarda Merbeth is een formidabele Senta, met een kanon van een stem en een vleugje metaal in haar topnoten, wat ik als zeer plezierig ervaar. Samuel Youn is een prima, al een beetje lichtgewicht Holländer, Tomislav Mužek een zeer betrokken Erik en Franz-Josef Selig een imponerende Daland.

Maar het meest werd ik getroffen door de jonge Benjamin Bruns (Steuermann), van hem gaan wij nog zeer zeker horen! (Opus Arte OA 1140D)

Een kort fragment:

Saaie Salome uit Frankfurt

Salome Pentatone

Aan goede Salome’s geen gebrek. Denk alleen aan Solti, Karajan of Sinopoli.
Andrés Orozco-Estrada haalt dat niveau nergens, zijn lezing is niet meer dan middelmatig.

Zijn directie mist veel, maar het ergste is een totaal gebrek aan spanning. Zet de ‘Salomes Tanz’ even op: hier wordt je toch echt niet opgewonden van! Het ligt beslist niet aan de musici van het Frankfurt Radio Symphony – orkest, want wat die – overigens schitterende! – opname laat horen is een orkestspel van een zeer hoog niveau.

Maar ook van de zangers word ik niet echt warm. Salome moet het voornamelijk van haar Lolita-achtige klank hebben en dat lukt Emily Magee nergens, voor die rol klinkt zij gewoon te volwassen. Haar stem is ook niet bijster groot en af en toe valt zij gewoon weg. Goed: de opname is live gemaakt, maar zelfs dan…

Wolfgang Kochs – prachtige, dat wel –  stem vind ik niet erotisch genoeg voor zijn rol als Jochanaan. Hij klinkt voor mij te bassig, te ouwelijk ook, ik kan mij echt niet voorstellen dat daar een aantrekkelijk jong meisje voor zal vallen.

Maar Peter Bronder is een fantastische Herodes, hij zingt zeer visueel, iets wat een enorme pré is als je geen beeld tot je beschikking hebt.

Michaela Schuster is een goede Herodias en Benjamin Bruns een werkelijk schitterende Narraboth: jong, onschuldig en tot over zijn oren verliefd.


RICHARD STRAUSS
Salome
Emily Magee, Wolfgang Koch, Peter Bronder, Michaela Schuster, Benjamin Bruns
Frankfurt Radio Symphony olv Andrés Orozco-Estrada
Pentatone PTC 5186 602

Zie ook:
SALOME: de gevaarlijke verleidster of …..? Discografie.

SALOME IN AMSTERDAM

Castellucci’s Salome op dvd en Bluray uitgebracht