Jonas Kaufmann

Du bist die Welt für mich: Jonas Kaufmann zingt operette.

 kaufmann

Operette mag weer. Sterker: het lijkt er op dat het inmiddels ook moet. De ene na de andere operazanger gaat “aan de operette”, daarbij even vergetend dat operette zingen een kunst op zich is die je niet bereikt door je stem tot “poesje-mauw” niveau te reduceren en hem rijkelijk te overgieten met een kunstmatig sausje pseudo-erotiek.

Op zijn nieuwste album Du bist die Welt für mich heeft ook Jonas Kaufmann zich aan het genre gewaagd en dat niet met onverdeeld succes. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat hij zich en zijn stem forceert, maar dan in de omgekeerde richting. Hij probeert zijn stem zo klein mogelijk te houden en nonchalant te croonen, maar dat gaat hem niet altijd goed af. Zijn instrument is eigenlijk te rijk voor, niet zoetig genoeg. Zet de operette-cd van zijn collega-tenor Piotr Beczała op (om van Tauber of Wunderlich te zwijgen), dan weet u wat ik bedoel.

Op zijn best vind ik hem in “Grüss mir mein Wien’ uit Gräfin Maritza. Hierin laat hij zijn stem mooi opbloeien, wat hem de kans geeft om al de kleuren die zijn stem rijk is mooi te etaleren.

Kaufmann zegt altijd van operette te hebben gehouden en ik geloof hem. Operette is meer dan alleen maar de weelderige melodieën die verrijkt zijn met gezonde dosis sentiment. Het genre beantwoordt ook aan de primaire behoeften van een mens die behalve brood ook liefde nodig heeft.

Hieronder trailer van de opname:

Ondanks mijn (kleine) bezwaren een heerlijke cd, niet in de laatste plaats dankzij het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, dat onder leiding van Jochen Rieder het geluid van de orkesten van weleer zeer dicht benadert en het album een echt nostalgisch aura geeft.



Du bist die Welt für mich
Jonas Kaufmann (tenor), met medewerking van Julia Kleiter (sopraan).
Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin olv Jochen Rieder.
Sony 88883757422

 

DON CARLO van Peter Stein. Een mijlpaal

don-carlo-salzburg

We leven in een merkwaardige tijd, ook wat opera betreft. De zwaarste opera’s van Wagner worden wereldwijd uitgevoerd, waarbij men blijkbaar geen moeite heeft met het vinden van geschikte Siegfrieds en Brünnhildes.

Ook de ene na de andere vergeten barokopera wordt afgestoft en perfect bezet met (onder andere) virtuoze countertenoren, een stemsoort waar men vijftig jaar geleden nog amper weet van had. En Rossini? Doen we even. Want tenoren die over de meest perfecte coloraturen en voluit gezongen hemelshoge noten beschikken, lijken tegenwoordig aan de bomen te groeien

Moeilijker wordt het opeens als je een opera van Verdi écht goed wilt bezetten. Wat is er gebeurd met de ‘voce Verdiane’? Wanneer heeft u voor het laatst een echte Verdi-bariton gehoord? Soms denk ik dat het met de tijdgeest te maken heeft. Of de mode…

Met dit gegeven in je achterhoofd valt de “all stars” uitvoering van Don Carlo (Salzburg august 2013) dan nog wel mee, al kunnen de fraaie kostuums en de werkelijk fenomenale regie niet verhullen dat er hier iets wezenlijks ontbreekt. De op zich schitterende stemmen klinken mooi, maar niet echt idiomatisch waardoor hun karakters niet helemaal uit de verf komen.

Carlo is een killer van een rol. Het is een typische rol voor een echte lyrico spinto. Met de nadruk op lyrico, maar dan wel met een power van een heldentenor. Ettelijke tenoren hebben zich er aan vertild, wat hen uiteindelijk hun stem kostte. Denk aan José Carreras of Rolando Villazón. Geen wonder dat zo weinig tenoren zich eraan wagen!

Ik ben niet kapot van de Carlo van Jonas Kaufmann. Hij speelt hem voortreffelijk, dat wel, maar hij kan mij Luis Lima (kent iemand hem nog?) in de rol niet doen vergeten. Zijn stem vind ik te aanwezig, bij vlagen zelfs te hard. Bij Kaufmann groeit Carlo tot heroïsche dimensies, maar Carlo is geen echte held, hij is een mietje, zonder eigen smoel en zonder ruggengraat.

Anja Harteros is voor mij geen Elisabetta. Zij zingt prachtig, dat wel, maar zij weet mij nergens te ontroeren. Ik vind het soms echt “gemaakt”, kunstmatig bijna…

Met Thomas Hampson als Posa ben ik gauw klaar: laagte heeft hij niet en zijn hoogte is geknepen. Zijn zingen heeft bij vlagen iets van een sprechgesang. Het is triest, maar waar: zijn hoogtijdagen zijn voorbij. Zelfs in zijn acteren kan hij mij maar matig overtuigen; voor de rol van Rodrigo is hij te ijdel.

Ook van de Eboli van Ekaterina Sementchuk kan ik niet echt warm worden. En alweer: de stem is er, zij zingt zonder meer goed, maar nergens lukt het haar om een diep in haar ziel gekwetste prinses te worden. Nergens kan ik de ‘gewonde tijger’ ontwaren. Het kolkt niet.

De oudgediende Matti Salminen daarentegen weet nog steeds iets van zijn Filippo te maken. Zijn stem is inmiddels versleten, maar is nog steeds roldekkend en zo is zijn portrettering. Zijn “Ella giammai m’amo!” is zeer ontroerend en zijn confrontatie met Il Grande Inquisitore (goede Eric Halfvarson) behoorlijk aangrijpend.

Maar de productie! De productie is in één woord PRACHTIG! Hiermee heeft Peter Stein een mijlpaal in de opera annalen bereikt. In mijn ogen heeft hij nu al een legende geschapen (mag je iets legendarisch noemen wat nog warm van de bakker is?).

Het decor is spaarzaam, waardoor de nadruk voornamelijk op de personages komt te liggen. De zangers krijgen alle ruimte om hun emoties te tonen.

De kostuums zijn oogverblindend mooi. We zijn daadwerkelijk aan het hof in het Spanje van de zestiende eeuw, maar voor het zo ver komt dwalen wij eerst een half uur door de bossen van Fontainebleau.

De tuinscène in de derde akte heeft iets magisch. Met de maan hoog op de hemel, de gemaskerde feestvierders en de fascinerende kleuren die het toneel domineren waan je je in een sprookjeswereld. De daarop volgende auto-da-fé is precies wat het zijn moet: gruwelijk, verwarrend, bang makend.

Voor een ieder die Don Carlo niet eerder heeft gezien en niet weet waar de opera over gaat, maar ook voor iedereen die het regietheater moe is of gewoon van mooi en goed theater houdt: grijp je kans. Na de legendarische Visconti is dit voor mij de mooiste Don Carlo ooit, zeker wat de productie betreft.

Hieronder een clip waarin Jonas Kaufmann de Salzburger productie van Don Carlo en de rol van de opera’s van Verdi in zijn leven bespreekt:

Giuseppe Verdi
Don Carlo
Jonas Kaufmann, Anja Harteros, Thomas Hampson, Ekaterina Semenchuk, Matti Salminen, Eric Halfvarson
Konzertvereinigung Wiener Staatsopernchor, Wiener Philharmoniker olv  Antonio Pappano
Regie: Peter Stein
Sony 88843005769