Falstaff

Falstaff als herinnering aan Graham Vick

Tekst: Peter Franken

In december 1999 ging in de Royal Opera na een verbouwingsperiode van 30 maanden een nieuwe productie van Falstaff. De regie was toevertrouwd aan Graham Vick, de man wiens onverwachte overlijden twee weken geleden plotseling in het nieuws kwam. Als eerbetoon aan hem een terugblik op deze succesvolle productie.

Graham Vick

Falstaff is de laatste opera die Giuseppe Verdi componeerde, op een Italiaans libretto van Arrigo Boito, naar de toneelstukken The Merry Wives of Windsor en King Henry IV van William Shakespeare. De première vond plaats op 9 februari 1893 in het Teatro alla Scala, 8 maanden voor Verdi’s 80e verjaardag.

Falstaff was pas Verdi’s tweede komische opera na Un giorno di regno uit 1840. Nicolai’s Die lustigen Weiber von Windsor was in 1849 in première gegaan en genoot al tientallen jaren een enorme populariteit, vooral in de Duitse theaters, toen Verdi met zijn eigen versie van Shakespeare’s toneelstuk op de proppen kwam. Niettemin wist Verdi’s Falstaff zijn voorganger vrijwel volledig van het toneel te verdringen. Dat kan ten dele worden verklaard door de veranderende smaak van het internationale operapubliek waarbij de klassieke Spieloper met zijn gesproken dialogen op de achtergrond raakte.

Falstaff is een aan lager wal geraakte edelman die twee vrouwen tegelijkertijd probeert te versieren door ze een gelijkluidende brief te schrijven. Het gaat hem daarbij niet slechts om een affaire van seksuele aard maar vooral ook om een vriendin met een rijke man aan de haak te slaan. Je moet toch wat als edelman zonder inkomen. En een ridder werkt niet, dat zou een schande zijn. Arbeid adelt maar de adel arbeidt niet, zeker niet in de 14e eeuw.

De dames zijn echter bevriend en merken al gauw dat ze dezelfde aanbidder hebben. Alice Ford en Meg Page besluiten hem een lesje te leren waarbij Alice zogenaamd op Falstaffs avances ingaat door hem bij haar thuis uit te nodigen. Meg zal hen beiden dan betrappen en Falstaff zodoende ontmaskeren. Ford komt erachter en wil zich op Falstaff wreken maar wordt zelf het slachtoffer van een list waarbij hij ongewild zijn zegen geeft aan het huwelijk van zijn dochter Nanetta met de jongeman Fenton. De opera eindigt met alle figuren die een verzoeningsfuga ten gehore brengen: ‘Tutto nel mondo è burla’, alles in de wereld is een grap.

Graham Vick

Vick is er in geslaagd van Falstaff een hilarische komedie te maken zonder ook maar ergens te overdrijven. Gewoon een kwestie van de aanwezige humor in het libretto perfect uitlichten. Hij krijgt hulp van Paul Brown die verantwoordelijk was voor de decors en de kostumering. Brown toont alles in felle overwegend primaire kleuren waardoor het geheel bij wijlen het innemende effect heeft van een kindertekening. Na de verbouwing had het theater de beschikking over zeer geavanceerde techniek en die wordt in de productie volop ingezet. Luiken in de vloer en hangende stellages zijn niet van de lucht.

Bij aanvang zien we Falstaff in een overmaats bed met op het voeteneinde de tekst ‘Honni soit qui mal y pense’. Dat zullen we dan ook maar niet doen. De kostumering is met name bij de vrouwen clichématig middeleeuws met ingewikkelde hoofdeksels en lange jurken. Alleen Nanetta, een jong meisje, loopt er onopvallende bij.

Tijdens het pandemonium in de tweede akte als Ford met een groepje mannen de echtelijke slaapkamer binnenstormt wordt een groep figurerende acrobaten ingezet om de chaos nog eens prettig te vergroten. De titelheld ziet er als enige opmerkelijk smoezelig uit maar als hij op stap gaat om Alice te veroveren gaat hij keurig gekleed, al is zijn kostuum wel een krankzinnige technicolor nightmare.

De voorstelling is absoluut top, een feestje van begin tot eind. Er wordt uitstekend geacteerd en gemusiceerd en de door Brown gecreëerde omgeving tilt alles naar een hoger komisch plan. De kleinere rollen zijn prima bezet waarbij met name Désiree Rancatore vocaal de show weet te stelen met een fraaie vertolking van ‘Sul fil d’un soffio etesio’ in de derde akte.

Barbara Frittoli is zeer goed op dreef als Alice Ford. Ze ligt al met Falstaff op het grote bed als Meg en Mistress Quickly alarm komen slaan. Wat haar betreft had het spel nog wel even kunnen voortduren. Is het een grap? Nee het echt, je man komt eraan. Jammer, maar dan moet die dikzak nu maar gelijk in de wasmand.

Roberto Frontali geeft een prima vertolking van Ford, de nouveau riche die zijn dochter graag goed ondergebracht wil zien in een huwelijk met iemand van stand, een steunpilaar van de gemeenschap. Ondanks zijn geld voelt hij zich behoorlijk bedreigd door de adellijke status van Sir John.

Die wordt tot leven gebracht door Bryn Terfel die er werkelijk een perfecte show van weet te maken. Vocaal tot in de puntjes verzorgd, acterend zo overtuigend dat je de man achter het personage volledig vergeet. Dankzij hem staat Vick’s Falstaff als een huis.

Bernard Haitink heeft de muzikale leiding.

FALSTAFF in Amsterdam, juni 2014

Falstaff2mb_2637

© BAUS

“Het was de derde keer dat we een nieuwe productie van Falstaff in Amsterdam hebben gehad, maar vandaag hebben we de echte première van de opera beleefd.” Beter dan Pierre Audi het in zijn bedankspeech verwoordde, had ik de première van Verdi’s Falstaff bij De Nationale Opera niet kunnen omschrijven.

Robert Carsens productie van Falstaff ging in 2012 bij het Royal Opera House in Londen in première (met matige recensies – kunt u het zich voorstellen?) en trok daarna langs New York en Milaan. Op zaterdag 7 juni kon ook Amsterdam kennismaken met de enscenering en na afloop van de zeer succesvolle première leek iedereen het erover eens: eindelijk!

Eindelijk hebben wij een productie mee mogen maken die niet alleen eerlijk was tegenover de componist, de librettist en het publiek, maar ook het nieuwe niet schuwde en niet was blijven steken in conventionele beelden en overdadige decors.
Vernieuwend, verrassend en toch zeer vertrouwd.

Zelden maak je nog mee dat alles, maar dan ook alles klopt, tot in de kleinste details. En het publiek beloonde het decor met een open doekje, wanneer hebt u het voor het laatst meegemaakt?

Wie de productie al eerder heeft gezien tijdens de bioscoopvertoning van de Metropolitan Opera, kan in Amsterdam prettig verrast worden. Het maakt toch echt uit of het geluid je via speakers bereikt of rechtstreeks je oren in komt, zonder versterking, microfoons en andere vernuftige uitvindingen. En er gaat niets boven de levendigheid op de bühne, met echte mensen in plaats van projecties op een scherm, de close-ups ten spijt.

 

2mb_2844

© BAUS

Wat je ook mist als je niet in de zaal zit, is de onbeschrijflijk mooie belichting (van Carsen en Peter van Praet). De schaduwen die op de muren opdoemen en de Van Goghiaanse sterrenhemel: het is ‘larger than life’ en driedimensionaal!

Carsen situeert het verhaal in de prille jaren vijftig. De oorlog is voorbij en de grote opbouw, inclusief sociale verschuivingen, is in volle gang. De oude adel is in verval geraakt en de nieuwe rijken hebben het voor het zeggen. Geld, daar draait het om, althans voor de nieuwe ‘upperclass’. Daar is Ford het beste voorbeeld van: geld opent toch immers alle deuren?

Maar: de oude Sir John Falstaff is nog niet dood en al is hij aan lager wal geraakt, zijn gevoel voor humor en zijn intelligentie is hij nog steeds niet kwijtgeraakt. Zelfspot, daar kan Ford veel van leren!

dsc_2295

Ambrogio Maestri © BAUS

Als u het mij vraagt, dan is Ambrogio Maestri geboren om Falstaff te zingen. De Italiaanse bariton is nog maar 43 jaar, maar de rol zingt hij al vanaf zijn 29e. Het is niet alleen zijn stem die hem zo geschikt maakt. Wat een uitstraling! Hij is groot en imposant, met een milde glimlach om zijn mond; zelfs in zijn eentje kan hij een voorstelling dragen.

In zijn ‘vroegere leven’ werkte Maestri als kok en ober in het familierestaurant in Pavia. Zijn ontdekking heeft hij aan Plácido Domingo en Riccardo Muti te danken, maar koken is nog steeds zijn hobby gebleven (op zijn YouTube-pagina heeft hij zelfs nog een kookrubriek).

Falstaff2mb_2619

Massimo Cavaletti & Ambrogio Maestri © BAUS

Massimo Cavaletti is een fantastische Ford. Zijn volumineuze bariton kent immens veel kleuren, absoluut onontbeerlijk om hem zowel als Ford als in zijn Fontana vermomming geloofwaardig te laten klinken.

Fiorenza Cedolins (Alice) heeft mij prettig verrast. Na al de zware rollen die zij eigenlijk al vanaf het begin van haar carrière zingt, verwachtte ik een dramatische sopraan die haar stem klein moest houden, maar nee! Zij zong voluit en onverwacht lyrisch.

Falstaffdsc_2408

Maite Beaumont, Fiorenza Cedolins & Lisa Oropesa © BAUS

Maite Beaumont kan er niets aan doen dat de rol van Meg zo weinig inhoudt, maar zij deed precies wat er van een “grijze muis” verwacht werd: mooi zingen en de meerdere in Mistress Alice erkennen!

Falstaffdsc_1962

Daniela Barcellona & Ambrogio Maestri © BAUS

Daniela Barcellona (Mrs.Quickly) is niet een echte diepe alt, type Fiorenza Cossotto, maar haar ‘Reverenza’ miste niets van de guitigheid van haar grote voorgangster. En met haar bühne persoonlijkheid heeft zij heel wat publieksharten veroverd.

 

Falstaff2mb_2272

© BAUS

Het jonge koppel (Lisette Oropesa en Paolo Fanale) deed precies, wat van ze verwacht werd: verliefd zijn, en de kleine rollen van Cajus, Bardolfo en Pistola werden meer dan luxueus bezet door resp. Carlo Bosi, Patrizzio Saudelli en Giovanni Battista Parodi.

2mb_2512

© BAUS

Het was de eerste – en ik hoop niet de laatste!  – keer dat wij Daniele Gatti bij de Nationale opera mee mochten maken. Dat hij een bijzondere affiniteit met het Koninklijk Concertgebouworkest heeft is niets nieuws, maar dat zij samen ook een opera tot onverwachte hoogten konden tillen was zeer verrassend en meer dan blijmakend. Bravissimi a TUTTI!

Trailer van de productie:

Giuseppe Verdi
Falstaff
Ambrogio Maestri, Massimo Cavaletti, Fiorenza Cedolins, Daniela Barcellona, Maite Beaumont, Lisette Oropesa, Paolo Fanale, Carlo Bosi, Giovanni Battista Parodi, Patrizio Saudelli
Koor van de Nationale Opera (instudering: Bruno Casoni en Thomas Eitlesr), het Koninklijk Concertgebouw Orkest onder leiding van Daniele Gatti;
Regie: Robert Carsen

Bezocht op 7 juni 2014

Falstaff van Verdi in zes opnamen: twee op cd en vier op dvd

 

Falstaff van Verdi in zes opnamen

Falstaff

“Tutto nel mondo è burla… tutti gabbati!” Oftewel: “Alles in de wereld is een grap… we zijn allemaal bedrogen.” Het is een beetje een tegelspreuk, maar de oude Verdi en zijn librettist Boito wisten heel goed wat ze deden.

In Falstaff laten ze een wereld zien waarin iedereen iedereen bedriegt. Maar zo is het nu eenmaal; we hebben het maar te accepteren. Laten we er daarom maar om lachen… Zo eindigt één van de beste opera’s ooit: met een glimlach en een vette knipoog.

HERBERT VON KARAJAN

Falstaff Karajan

De opnamen van Falstaff zijn legio, zowel op cd als op dvd.

Waar u absoluut niet zonder kunt is de lezing van Herbert von Karajan uit 1956 (Warner 0190295935092). De onder de supervisie van Walter Legge gemaakte opname was meteen al een legende en legende is het gebleven. Karajan had de beschikking niet alleen over de allerbeste zangers die er toen waren, maar ook over een fantastische studio en een opnameleider zoals ze niet meer gemaakt worden. Titto Gobbi werd geboren om Falstaff te zingen en een mooiere Fenton dan Luigi Alva bestaat gewoon niet. Ik vind de maniertjes van Elisabeth Schwarzkopf niet altijd leuk, maar zij is een overtuigende Alice en als Ford is Rolando Panerai helemaal op zijn plaats. En dan nog Fedora Barbieri als Quickly…. Heerlijk.


 

COLIN DAVIS

falstaff-panerau-colin-davis

De opname die Colin Davis in 1991 voor RCA heeft gemaakt (tegenwoordig Sony 8869745801-2) kwam best dichtbij, al heeft hij de Karajan niet kunnen evenaren. Het ligt deels aan het orkest van Bayerischen Rundfunks, maar ook aan de opnamekwaliteit.

Davis’ zangersensemble is bijzonder sterk, zeker naar de huidige maatstaven, maar op Marylin Horne na, die zich zonder meer met Barbieri kan meten, is de cast toch een maatje kleiner. Rolando Panerai, bij Karajan een Ford uit duizenden, doet het als de ‘gezellige dikkerd’ minder goed, zeker als je hem vergelijkt met Gobbi

Fantastisch daarentegen zijn de bijrollen: met Piero de Palma (dr.Cajus) haalde Davis één van de beste comprimari ooit in huis. In de kleine rol van Pistola horen we niemand minder dan Francesco Ellero d’Artegna.


JAMES LEVINE

Falstaff Levine

Frank Lopardo, Marylin Horne en Piero de Palma zijn niet alleen van de partij bij Colin Davis, maar ook in de Zeffirelli-productie die in 1992 werd opgenomen bij de Metropolitan Opera in New York (DG 0734532). Een spetterend voorstelling!

Jonge Levine stuurt de muziek alle kanten uit, het is alsof er niet één, maar vier dirigenten voor het orkest staan. Zoveel energie doet je naar adem happen.

Paul Plishka is een kostelijke Falstaff en de rest van de bezetting doet je gewoon kraaien van plezier: Mirella Freni is Alice, als Meg horen wij de piepjonge Susan Graham en Marylin Horne is een Quickly uit duizenden. Tel daar de werkelijk heerlijk zingende jonge geliefden (Barbara Bonney en Frank Lopardo) bij op en vergeet de twee comprimari niet: de onnavolgbare Di Palma (Dr. Cajus) wordt hier bijgestaan door een andere grootheid, Anthony Laciurra (Bardolfo). En wat je ook van Zefirelli vindt: het is altijd een feest om naar zijn producties te kijken!

Hieronder finale van de opera:

TULIO SERAFIN

Falstaff Taddei vai

Eén blik op de bezetting is al voldoende om een opera liefhebber te doen watertanden. De cast is vrijwel identiek aan die van von Karajan, maar nu, met beeld erbij is het gewoon niet te versmaden.

Falstaff was Giuseppe Taddei’s glansrol, waarmee hij overal ter wereld de grootste successen boekte. Zijn krachtige, donkere bariton, zijn enorme inlevingsvermogen, een buitengewoon acteertalent en een geweldig gevoel voor humor maakten van hem een fantastische Falstaff, nog steeds onnavolgbaar en inmiddels legendarisch.

In de RAI productie uit 1956 (VAI 4333) werd hij omringd door de allerbeste collega’s uit het Italiaanse operavak. Rosanna Carteri was een mooie, warmbloedige Alice, Scipio Colombo een viriele Ford en Fedora Barbieri een imponerende Mrs. Quickly. Anna Moffo en Luigi Alva zorgden voor de mooiste lyrische momenten, en dat alles werd gedirigeerd door niemand minder dan Tulio Serafin.

Anna Moffo zingt ‘Sul fil d’un soffio etesio’:

BERNARD HAITINK

Falstaff Terfel

De productie van Graham Vick (Opus Arte OA 0812 D) luidde in 1999 de vernieuwde Covent Garden in en er werd noch geld noch moeite gespaard om het zo leuk mogelijk te maken. De kostuums zijn werkelijk oogverblindend, het decor geestig, en al lijkt het geheel een beetje op het theater van de lach (zo “draagt” Falstaff een geelgroen gestreepte penis onder zijn buik),  je vergeet de hele wereld om je heen.

Barbara Frittoli schittert in de rol van Alice Ford en ook de rest van de cast is zonder meer goed. De hoofdrol wordt gezongen door de toen 34-jarige (!) Bryn Terfel, die werkelijk alles doet om ons te overtuigen dat hij de perfecte Falstaff kan neer zetten. Is het hem gelukt? Ja en nee. Terfel is (en was toen al) zonder meer één van de beste zangers en acteurs van onze tijd. Zijn mimiek, zijn bewegingen, alles is tot in het uiterste geperfectioneerd. En met de hulp van de grime- en kostuumafdeling lukt het hem aardig om op een oude, dikke bok te lijken. Maar zijn jeugdige overmoed en oogopslag verraden zijn leeftijd en dat is jammer

Haitink is misschien niet mijn eerste keuze, voor mij dirigeert hij iets te statig, maar het klinkt allemaal toch echt fantastisch.

VLADIMIR JUROWSKI

Falstaff Glyndebourne

Oude adel versus nouveau riche, daar gaat Falstaff ook een beetje over. Nog voordat de eerste maten van de in Glyndebourne in  2009  opgenomen ‘Falstaff’ (Opus Arte OA 1021 D) hebben geklonken, weet je al welke richting de regisseur je gaat sturen. Er hangt een gigantisch wandtapijt, waar de nodige kruissteken nog op geborduurd moeten worden.

Richard Jones plaatst de handeling in de jaren veertig, direct na de oorlog. Er lopen nog soldaten rond (Fenton is een Amerikaanse GI), er zijn scouts en zich vervelende huisvrouwen. De Fords en hun buren zijn de nieuwe rijken. Hun huizen zijn keurig en in hun tuintjes groeien reusachtige groenten – netjes op een rij.

Falstaff wordt fantastisch gezongen door Christopher Purves. Hij imponeert niet alleen met zijn stem, zijn hele optreden is meer dan geweldig. Ook Marie-Nicole Lemieux (Mistress Quickly) is een feest. In haar gedaante als een plompe scoutleidster krijgt ze de lachers op haar hand.

De rest van de cast is wissellend. Adriana Kučerova is een mooie Nannetta en Bülent Bezdüz een lieve Fenton, maar Tassis Christoyannis is niet macho genoeg voor Ford. Als u van de Engelse humor (denk aan de series zoals ‘ Dad’s Army’  of ‘Keeping up the appearance’) houdt, dan is deze Falstaff zeker iets voor u.

Hieronder Christopher Purves en Marie-Nicole Lemieux:

En als uitsmijter ‘Quando ero paggio’  gezongen door zeven verschillende baritons: