Luigi_Alva

Falstaff van Verdi in zes opnamen

Falstaff

“Tutto nel mondo è burla… tutti gabbati!” Oftewel: “Alles in de wereld is een grap… we zijn allemaal bedrogen.” Het is een beetje een tegelspreuk, maar de oude Verdi en zijn librettist Boito wisten heel goed wat ze deden.

In Falstaff laten ze een wereld zien waarin iedereen iedereen bedriegt. Maar zo is het nu eenmaal; we hebben het maar te accepteren. Laten we er daarom maar om lachen… Zo eindigt één van de beste opera’s ooit: met een glimlach en een vette knipoog.

HERBERT VON KARAJAN

Falstaff Karajan

De opnamen van Falstaff zijn legio, zowel op cd als op dvd.

Waar u absoluut niet zonder kunt is de lezing van Herbert von Karajan uit 1956 (Warner 0190295935092). De onder de supervisie van Walter Legge gemaakte opname was meteen al een legende en legende is het gebleven. Karajan had de beschikking niet alleen over de allerbeste zangers die er toen waren, maar ook over een fantastische studio en een opnameleider zoals ze niet meer gemaakt worden. Titto Gobbi werd geboren om Falstaff te zingen en een mooiere Fenton dan Luigi Alva bestaat gewoon niet. Ik vind de maniertjes van Elisabeth Schwarzkopf niet altijd leuk, maar zij is een overtuigende Alice en als Ford is Rolando Panerai helemaal op zijn plaats. En dan nog Fedora Barbieri als Quickly…. Heerlijk.


 

COLIN DAVIS

falstaff-panerau-colin-davis

De opname die Colin Davis in 1991 voor RCA heeft gemaakt (tegenwoordig Sony 8869745801-2) kwam best dichtbij, al heeft hij de Karajan niet kunnen evenaren. Het ligt deels aan het orkest van Bayerischen Rundfunks, maar ook aan de opnamekwaliteit.

Davis’ zangersensemble is bijzonder sterk, zeker naar de huidige maatstaven, maar op Marylin Horne na, die zich zonder meer met Barbieri kan meten, is de cast toch een maatje kleiner. Rolando Panerai, bij Karajan een Ford uit duizenden, doet het als de ‘gezellige dikkerd’ minder goed, zeker als je hem vergelijkt met Gobbi

Fantastisch daarentegen zijn de bijrollen: met Piero de Palma (dr.Cajus) haalde Davis één van de beste comprimari ooit in huis. In de kleine rol van Pistola horen we niemand minder dan Francesco Ellero d’Artegna.


JAMES LEVINE

Falstaff Levine

Frank Lopardo, Marylin Horne en Piero de Palma zijn niet alleen van de partij bij Colin Davis, maar ook in de Zeffirelli-productie die in 1992 werd opgenomen bij de Metropolitan Opera in New York (DG 0734532). Een spetterend voorstelling!

Jonge Levine stuurt de muziek alle kanten uit, het is alsof er niet één, maar vier dirigenten voor het orkest staan. Zoveel energie doet je naar adem happen.

Paul Plishka is een kostelijke Falstaff en de rest van de bezetting doet je gewoon kraaien van plezier: Mirella Freni is Alice, als Meg horen wij de piepjonge Susan Graham en Marylin Horne is een Quickly uit duizenden. Tel daar de werkelijk heerlijk zingende jonge geliefden (Barbara Bonney en Frank Lopardo) bij op en vergeet de twee comprimari niet: de onnavolgbare Di Palma (Dr. Cajus) wordt hier bijgestaan door een andere grootheid, Anthony Laciurra (Bardolfo). En wat je ook van Zefirelli vindt: het is altijd een feest om naar zijn producties te kijken!

Hieronder finale van de opera:

TULIO SERAFIN

Falstaff Taddei vai

Eén blik op de bezetting is al voldoende om een opera liefhebber te doen watertanden. De cast is vrijwel identiek aan die van von Karajan, maar nu, met beeld erbij is het gewoon niet te versmaden.

Falstaff was Giuseppe Taddei’s glansrol, waarmee hij overal ter wereld de grootste successen boekte. Zijn krachtige, donkere bariton, zijn enorme inlevingsvermogen, een buitengewoon acteertalent en een geweldig gevoel voor humor maakten van hem een fantastische Falstaff, nog steeds onnavolgbaar en inmiddels legendarisch.

In de RAI productie uit 1956 (VAI 4333) werd hij omringd door de allerbeste collega’s uit het Italiaanse operavak. Rosanna Carteri was een mooie, warmbloedige Alice, Scipio Colombo een viriele Ford en Fedora Barbieri een imponerende Mrs. Quickly. Anna Moffo en Luigi Alva zorgden voor de mooiste lyrische momenten, en dat alles werd gedirigeerd door niemand minder dan Tulio Serafin.

Anna Moffo zingt ‘Sul fil d’un soffio etesio’:

BERNARD HAITINK

Falstaff Terfel

De productie van Graham Vick (Opus Arte OA 0812 D) luidde in 1999 de vernieuwde Covent Garden in en er werd noch geld noch moeite gespaard om het zo leuk mogelijk te maken. De kostuums zijn werkelijk oogverblindend, het decor geestig, en al lijkt het geheel een beetje op het theater van de lach (zo “draagt” Falstaff een geelgroen gestreepte penis onder zijn buik),  je vergeet de hele wereld om je heen.

Barbara Frittoli schittert in de rol van Alice Ford en ook de rest van de cast is zonder meer goed. De hoofdrol wordt gezongen door de toen 34-jarige (!) Bryn Terfel, die werkelijk alles doet om ons te overtuigen dat hij de perfecte Falstaff kan neer zetten. Is het hem gelukt? Ja en nee. Terfel is (en was toen al) zonder meer één van de beste zangers en acteurs van onze tijd. Zijn mimiek, zijn bewegingen, alles is tot in het uiterste geperfectioneerd. En met de hulp van de grime- en kostuumafdeling lukt het hem aardig om op een oude, dikke bok te lijken. Maar zijn jeugdige overmoed en oogopslag verraden zijn leeftijd en dat is jammer

Haitink is misschien niet mijn eerste keuze, voor mij dirigeert hij iets te statig, maar het klinkt allemaal toch echt fantastisch.

VLADIMIR JUROWSKI

Falstaff Glyndebourne

Oude adel versus nouveau riche, daar gaat Falstaff ook een beetje over. Nog voordat de eerste maten van de in Glyndebourne in  2009  opgenomen ‘Falstaff’ (Opus Arte OA 1021 D) hebben geklonken, weet je al welke richting de regisseur je gaat sturen. Er hangt een gigantisch wandtapijt, waar de nodige kruissteken nog op geborduurd moeten worden.

Richard Jones plaatst de handeling in de jaren veertig, direct na de oorlog. Er lopen nog soldaten rond (Fenton is een Amerikaanse GI), er zijn scouts en zich vervelende huisvrouwen. De Fords en hun buren zijn de nieuwe rijken. Hun huizen zijn keurig en in hun tuintjes groeien reusachtige groenten – netjes op een rij.

Falstaff wordt fantastisch gezongen door Christopher Purves. Hij imponeert niet alleen met zijn stem, zijn hele optreden is meer dan geweldig. Ook Marie-Nicole Lemieux (Mistress Quickly) is een feest. In haar gedaante als een plompe scoutleidster krijgt ze de lachers op haar hand.

De rest van de cast is wissellend. Adriana Kučerova is een mooie Nannetta en Bülent Bezdüz een lieve Fenton, maar Tassis Christoyannis is niet macho genoeg voor Ford. Als u van de Engelse humor (denk aan de series zoals ‘ Dad’s Army’  of ‘Keeping up the appearance’) houdt, dan is deze Falstaff zeker iets voor u.

Hieronder Christopher Purves en Marie-Nicole Lemieux:

En als uitsmijter ‘Quando ero paggio’  gezongen door zeven verschillende baritons: