Charles_Gounod

Opera Zuid maakt goede sier met Roméo et Juliette

Tekst Peter Franken

Deze productie stond al ruimschoots aangekondigd voor de corona pandemie toesloeg en de nodige contracten zullen dan ook wel getekend zijn geweest. Niet onverwacht dus dat dit grote romantische werk van Gounod de eerste opera is waar het gezelschap zich aan heeft gewaagd. Bijna liep het nog mis maar op de dag van de première werd duidelijk dat de voorstellingenreeks groen licht kreeg. Zodoende viel er dinsdagavond een voorstelling in de Rotterdamse Schouwburg te beleven. Mijn laatste operavoorstelling dateerde van 21 maanden geleden en ik had dus alle reden hier naar uit te kijken. Muzikaal werd ik geheel en al op mijn wenken bediend, de enscenering bleef echter achter bij mijn verwachtingen.

Gounod laat de avond beginnen met het koor dat vooraf een korte toelichting geeft op hetgeen ons te wachten staat: ‘Vérone vit jadis deux familles rivales’. Feitelijk is dit een gezongen ouverture. Die is echter verplaatst naar de vierde akte en fungeert daar al tussentijdse evaluatie. Zodoende vallen we met de deur in huis, het feest ter gelegenheid van Juliettes verjaardag. Roméo is daar met een paar vrienden aanwezig als partycrashers. Hij voelt zich ongemakkelijk, heeft een slecht voorgevoel, maar Mercutio steekt daar de draak mee: ‘Mab, reine des mensonges’. En uiteraard komen die twee elkaar dan tegen en gaat de opera verder als Roméo et Juliette.

‘Ah! Quelle est belle’ zingt het koor, een zeer beweeglijke zangers groep die uitstekend wordt geregisseerd, als Juliette haar opwachting maakt. De jeugdig ogende sopraan Anna Emelianova neemt de draad over en introduceert zichzelf. Haar volgende solostuk is ‘Je veux vivre dans ce rêve’ waarin ze aangeeft nog niet aan een huwelijk toe te zijn, ook al is ze nu al vijftien. Emelianova laat hiermee direct blijken wat we van haar mogen verwachten: schitterende zang met kristalheldere stem gebracht. Toch een puntje van kritiek: ze heeft een grote stem en zou er goed aan doen hier en daar het volume iets te verminderen. In het vervolg is daar overigens niets meer van te merken, vooral ook doordat de rest van de avond bijna een doorlopend liefdesduet is waarin de intimiteit als vanzelf de toon zet.

Tenor Peter Gijsbertsen kon als Roméo goed meekomen met zijn Juliette. Zijn zang was uitstekend verzorgd al genereert een lichte resonans in zijn stem zo nu en dan een wat larmoyante bijklank. Zijn vriend Mercutio werd vertolkt door bariton Edwin Fardini, vooral mooi op dreef in zijn lied over koningin Mab die je in je dromen zo in de war kan brengen.

Een opvallende rol was weggelegd voor Stéphano, de page van Roméo, een leuk geacteerd optreden van Maria Warenberg die plotseling ook heel mooi blijkt te kunnen zingen. Met haar lied ‘Que fais tu, blanche trourterelle?’ waarin het hof van de Capulets heel pesterig wordt vergeleken met een gierennest waarin een tortelduifje gevangen zit, zorgt ze onbedoeld voor de fatale wending in het verloop. Even later zijn er twee doden te betreuren en hebben beide families weer een nieuw streepje op de vergeldingsbalk kunnen zetten.

Niemand weet natuurlijk hoe het zo gekomen is tussen die Capulets en Montaigues. En in de productie van Julien Chavaz blijft dat ook zeer ongewis. We zien gewoon een stel jongelui op het toneel die toevallig mot met elkaar lijken te hebben. Gewoon een nogal mak stelletje zonder een spoor van macho uitstraling.

Dat wordt overigens versterkt door de kostumering die geheel in lijn is met de decors. Een reeks afhangende stoffen bogen suggereert een toneel met diepte, zoiets als je bijvoorbeeld in Vincenza kunt zien om even dichtbij Verona te blijven. Die zijn uitgevoerd in pasteltinten, oplopend van rose via lila naar lichtpaars, weke kleuren derhalve.

De kostumering is weinig flatteus en ook nog eens in kleuren die een hybride vormen van jaren zeventig en DDR fletsheid. Dat koor komt er wel mee weg maar met name Roméo staat er op het punt van charismatische uitstraling helemaal alleen voor. Ook Juliette wordt niet echt geholpen door haar kostuum, die had ik toch wel een leuk jurkje gegund. Als contrast met Gounods muziek was een wat minder week makend toneelbeeld beslist welkom geweest.

Gelukkig ziet het er in de laatste akte wat grimmiger uit met een tweetal vitrines die rechtop staande doodskisten voorstellen. Juliette staat in de ene als Roméo verschijnt. Nadat hij zichzelf heeft vergiftigd en zij zichzelf heeft neergestoken, zien we het gedoemde koppel naast elkaar staan. Het is een sterk beeld dat goed in lijn is met de onderliggende bijdrage van het orkest. Dat is overigens de philharmonie zuidnederland dat een uitstekende avond beleefde. Veel lof voor dit orkest en zijn dirigent Philipp Pointner.

Muzikaal een zeer geslaagde avond met bij wijlen sterke personenregie, met name van het koor.

Fotomateriaal: Joost Milde

Onweerstaanbare Mireille van Gounod

mireille

Het heeft lang geduurd, maar in 2010 werd er eindelijk dvd met Gounods Mireille uitgebracht.

Echt succesvol is de opera nooit geweest – waar een behoorlijk gerommel met verschillende versies debet aan zal zijn geweest. In 2009 zette Nicolas Joel, die dat jaar baas van de Opéra National de Paris werd, de opera echter op het toneel van het Palais Garnier, als opening van het seizoen.

Gounod’s muziek is zeer theatraal, wat door de regie en de betoverende belichting alleen maar werd onderstreept. Hier geen concepten (wat een verademing!), wel een voortreffelijke personenregie en geweldige mise-en-scène.

Het bühnebeeld doet mij aan het begin een beetje denken aan Sound of Music. Maar het pastorale, bijna serene begin verandert gaandeweg in een horror story met een Manon Lescaut-achtig einde. Ik was in tranen!

Inva Mula (Mireille) vind ik een ware ontdekking. Zowel qua stem als qua uiterlijk en gebaren doet zij mij aan drie van de grootste zangeressen van de laatste 50 jaar denken: Scotto, Freni en Cotrubas.

Charles Castronovo zingt een lichte maar in alle opzichten prettige Vincent en Alain Vernhes imponeert als Mireilles vader.

De dirigent, regisseur en dramaturg vinden Mireille een meesterwerk en daar kan ik het, na het bekijken van dvd, alleen maar mee eens zijn.

Charles Gounod
Mireille
Inva Mula, Charles Castronovo, Alain Vernhes, Franck Ferrari, Sylvie Brunet, Anne-Catherine Gillet
Orchestre et Choir de l’Opéra National de Paris olv Marc Minkowski
Regie Nicolas Joel
FRA (002)

La Nonne Sanglante oftewel griezelen met Gounod

non

Met de voortschrijdende leeftijd en dito ervaring kun je blasé worden en met een ongepast soort cynisme denken alles te hebben gezien en gehoord. Niet doen, want je kan altijd voor verassingen komen te staan. Zo werd ik geconfronteerd met La Nonne Sanglante, een mij totaal onbekende opera van Charles Gounod.

De opera is nooit een succes geweest en na de première (Parijs, 1854) nooit ergens anders opgevoerd. Tot het operahuis van Osnabrück zich liefdevol over de score ontfermde en het in 2008 op de planken bracht, waarvan het schitterende resultaat nu op twee cd’s is uitgekomen.

Gounod en een thriller, daar denk je in eerste instantie niet aan en toch is ‘De bloederige Non’ een echt griezelverhaal, waarin het spook van de non de plaats inneemt van de bruid. Het komt allemaal goed, maar eerst mogen we lekker huiveren, want Gounod schreef een zeer spannende muziek, vol stormen, donders en rukwinden; maar ook met elegante dansjes.

Natalia Atmanchuk (Agnes) beschikt over een volle, ronde sopraan met een mooie hoogte. Yoonki Baek (Rodolphe) begint aanvankelijk een beetje onvast, maar gaandeweg de opera herstelt hij zich en laat ons een mooie tenor horen. En hoe hoger de noten hoe mooier zijn stem opbloeit.


Charles Gounod
La Nonne Sanglante
Marco Vassalli, Genadius Bergorulka, Yoonki Baek, Natalia Atmanchuk; Osnabrücker Symphonieorchester olv Hermann Bäumer
CPO 777 388-2

Voor meer “griezelopera’s” zie ook:

ROBERT LE DIABLE

SATANELLA

FAUST-en van Gounod. En van Busoni

Marguerite: A Favorite Melody from Counod's Faust

Wie droomt er niet van om eeuwig jong en mooi te zijn? Het wonderlijke verhaal van Faust, over een wetenschapper die zijn ziel aan de duivel verkoopt, heeft talrijke schrijvers, dichters en componisten geïnspireerd. De versie van Charles Gounod uit 1859 is gewoonweg heerlijk

DVD

Wilt u het werk in beeld zien, dan is de keuze zeer beperkt. Zelf was ik ooit helemaal kapot van de productie van Frank Van Laecke bij Opera Zuid, maar die is niet opgenomen. Jammer.

ROBERTO ALAGNA

gounod-alagna

David McVicar, één van mijn geliefde regisseurs heeft de opera in het Londense Royal Opera House geënsceneerd. Ik heb het daar gezien, eerst met Roberto Alagna en daarna met Piotr Beczala. En eerlijk is eerlijk: ik was er niet kapot van.

Er werd heel erg goed gezongen, dat wel, maar de regie stelde mij een beetje teleur. De eerste voorstellingen, met in de hoofdrollen Roberto Alagna, Angela Gheorghiu, Bryn Terfel, Sophie Koch en Simon Keenlyside, werden in 2004 voor Warner (5099963161199) opgenomen.

Hieronder Angela Gheorghiu als Marguerite, met een toelichting van haar zelf:

FRANCISCO ARAIZA

gounod-araiza

En dan hebben we nog de “enfant terrible” van de jaren tachtig, Ken Russell …. Eerlijk beken ik dat ik niet echt ver ben gekomen met het bekijken van deze dvd (DG 0734108). De regie vind ik buitengewoon irritant met allerlei “vondsten” en “symbolen”, waarvan het nut mij totaal ontgaat.

Francisco Araiza behoorde ooit tot mijn favorieten, en in 1983 zong hij nog een pracht van Ferrando in ‘Cosi fan Tutte’ maar in deze Weense productie uit 1985 is zijn stem een fractie van wat het geweest was. ZONDE!

 

ALFREDO KRAUS

gound-scotto

In 1973 werd Faust in Tokyo opgevoerd en live opgenomen (VAI 4417). Renata Scotto, Alfredo Kraus, Nicolai Ghiaurov… wat een bezetting! Om te likkebaarden, toch? Ja en nee.

Kraus is zonder meer ‘elegant’, maar moet Faust elegant zijn? Is hij niet eerder een ordinaire schurk die gewoon het mooie meisje wil schaken? En geld wil hebben? En wil genieten? Of heb ik het niet begrepen?

Er zit ook geen passie in zijn zingen en zijn hoge noten zijn wat ‘geperst’. Maar Scotto is een zeer ontroerende Marguerite en Ghiaurov een meer dan imposante Méphistophélès.

Scène uit de productie:

CD

NICOLAI GEDDA

Layout 1

Op cd  is de keuze immens. Wat dacht u van Victoria de los Angeles en Nicolai Gedda? Met Boris Christoff als de duivel himself? Gedirigeerd door André Cluytens (Brilliant Classics 93964)? Daar gaat mijn hart van smelten. Gedda kan je wellicht een beetje met Kraus vergelijken, een beetje dan, want zijn stem is groot en zijn zeggingskracht onuitputtelijk. En dan heb ik het niet over zijn taalgevoel. Geef mij maar Gedda!

Gedda zingt “Salut! Demeure chaste et pure”:

PLÁCIDO DOMINGO

gounod-plac

Domingo is niet echt de eerste waar je aan denkt als je het over Faust hebt, maar gelukkig voor de liefhebber bestaat er van hem een goede studio opname. Gelukkig, want in dit geval kan je rustig van één van de beste opnames van het werk spreken (ooit EMI ). Het orkest van de Parijse Opera staat onder leiding van Georges Pretre, één van de beste dirigenten voor het Franse repertoire.

De cast is om je vingers bij af te likken: Mirella Freni is een broze en sensuele Marguerite en Nicolai Ghiaurov een zeer imponerende Méphistophéles.

In de kleine rol van Valentin horen we niemand minder dan Thomas Allen. Zijn ‘Avant de quitter ces lieux” heb ik nooit eerder (of later) mooier gezongen gehoord.


 

FERRUCIO BUSONI

gounod-busoni

Een andere, niet te vergeten Faust is Doktor Faustus van Ferruccio Busoni. Hij spendeerde maar liefst twintig jaar om het verhaal tot een opera te smeden, ook nog eens zonder het te voltooien. Het slot werd door zijn leerling, Philip Jarnach, gecomponeerd.

Anders dan bij Goethe (Busoni gebruikte een in die tijd bekend poppenspel voor het door hemzelf vervaardigde libretto) wenst Busoni’s Faust zich geen eeuwige jeugd, maar een volkomen vrijheid, die, zoals hij later ontdekt, niet bestaat. Maar hij heeft zijn ziel nog, en die schenkt hij aan een (zijn?) dood kind, waardoor hij als het ware reïncarneert.

De opera werd in 2006 in Zürich opgevoerd en gefilmd (Arthaus Musik 101283). Die productie is in alle opzichten fenomenaal. Thomas Hampson speelt zowat de rol van zijn leven. Zijn Faust is, zowel scenisch als muzikaal, van het allerhoogste niveau. In Gregory Kunde (Mépfistophélès) heeft hij echter een geduchte tegenstander – wat hij alleen al aan gezichtsuitdrukkingen in huis heeft, grenst aan het onmogelijke.

 

Samuel Ramey

gounod-ramey
En nu wij het over duivels hebben: kunnen wij om Samuel Ramey heen? Hij lijkt van duivelsrollen zijn beroep te hebben gemaakt. Het is een zeer dankbare karakterrol om te verbeelden, zeker voor een zangeracteur van zijn kaliber. Je kunt al je registers opentrekken en zelfs schmieren is toegestaan.

In 2000 nam Ramey voor Naxos een hele cd met allerlei duivelsrollen op, afkomstig uit Mefistofele van Boito, Faust van Gounod, Robert le Diable van Meyerbeer, La damnation de Faust van Berlioz en The Rake’s Progress van Stravinsky (Naxos 8555355).


 

 Voor meer “Fausten” zie:

IGOR STRAVINSKY: THE RAKE’S PROGRESS. Discografie

DE VROUWELIJKE FAUST: Rapsodia satanica

Faust van ARRIGO BOITO: MEFISTOFELE

PASCAL DUSAPIN: Faustus, The Last Night. ZaterdagMatinee 2010

SCENEN AUS GOETHES FAUST

De Duif van Gounod is een heerlijk niemendalletje

La Colombe

Wist u dat The Hallè het oudste Britse professionele symfonieorkest is? Het werd in 1857 opgericht, in Manchester, de stad die sindsdien hun thuisbasis is. Het was ook in Manchester dat zij, onder leiding van hun chefdirigent Sir Mark Elder in juni 2015 La Colombe van Charles Gounod hebben opgenomen.

La Colombe Halle.jpg

Halle Orchestra @ Bridgewater Hall  © Robert Beale

Dat Mark Elder affiniteit heeft met de Franse opera weet iedereen die zijn spectaculaire visie op Benvenuto Cellini van Berlioz meemaakte in Amsterdam. Zelf heb ik de partituur nooit eerder met zo veel oog voor detail, zo veel kleuren en zo veel nuance uitgevoerd gehoord. Het Rotterdams Philharmonisch was onder zijn leiding zo perfect in balans dat je ze soms hoorde fluisteren.

Voor zijn opname van Les Martyrs van Donizetti voor Opera Rara werd Elder onder lofuitingen en prijzen bedolven. Dat ook La Colombe in de prijzen gaat vallen is nogal wiedes: onder Elder’s leiding sprankelt het orkest dat het een lieve lust. Je kunt enkel betreuren dat je ze niet werkelijk aan het werk ziet.

De opéra-comique La Colombe is een heerlijk niemendalletje. Het libretto van Jules Barbier en Michel Carré, lichtelijk gebaseerd op een fabel van La Fontaine heeft niets om het lijf. De duif uit de titel is het dierbaarste bezit van de verder straatarme Horace: zijn hele fortuin heeft hij namelijk uitgegeven aan de rijke gravin Sylvie op wie hij hevig verliefd is. Om haar toch op een maaltijd te kunnen trakteren besluit hij zijn geliefde vogel op te offeren: iets anders te eten kan hij haar niet bieden. Na het diner bleek de duif springlevend: de kok verwisselde hem met de papegaai van een concurrent. Eind goed al goed en ze leefden nog lang en gelukkig.

La Colombe beleefde in 1860 in Baden-Baden zijn wereldpremière, waarna het werk (in een bewerkte versie) de Parijse Opéra-Comique aandeed. Brussel en andere steden volgden en in 1923 werd de opera in Monte Carlo door niemand minder dan Sergej Diaghilev gepresenteerd. Een leuk weetje: de gesproken dialogen werden bij de gelegenheid vervangen door recitatieven, gecomponeerd door de jonge Poulenc.

Het is niet zo, dat La Colombe daarna totaal is vergeten. In 1995 werd het werkje tijdens het Festival in Compiegne scenisch uitgevoerd. Ook het festival in Buxton mocht er kennis mee maken en er waren ook voorstellingen in Siena en Parijs. En dan mogen wij ons eigen land niet vergeten: al in 2002 werd De Duif door Opera Trionfo in de regie van Jan Bouws op de planken gebracht en in 2007 werd de productie (met Jean-Léon Klosterman als Horace) herhaald:

 

De nieuwste uitvoering van The Hallé is simpelweg verrukkelijk. Naast het sprankelende orkest (luister alleen naar de begeleiding van het arietta van Maître Jean!) wist Opera Rara een viertal voortreffelijke zangers te engageren die de opera naar het allerhoogste niveau weten te tillen.

Een klein video’tje gemaakt tijdens de opnamesessie:
<p><a href=”https://vimeo.com/145575988″>OPERA RARA Gounod: La Colombe</a> from <a href=”https://vimeo.com/user35722057″>Chaz Jenkins</a> on <a href=”https://vimeo.com”>Vimeo</a&gt;.</p>

Javier Camarena’s tenor is zeer wendbaar en verraadt een nieuwe ster aan het belcanto firmament. Erin Morley fonkelt (ook in de dialogen!) als de lichtgetimbreerde Sylvie. Laurent Naouri hoef ik aan niemand voor te stellen; zijn “Le grand art de la cuisine” is een echte showstopper. Maar het mooist vind ik de jonge mezzo Michèle Losier als Mazet. Al in haar openingsromance “Sylvie! Venez-là ma mignonne” weet zij mijn hart te stelen.


 

Charles Gounod
La Colombe
Erin Morley, Javier Camarena, Michèle Losier, Laurent Naouri
The Hallè onder leiding van Sir Mark Elder
Opera Rara ORC 53

Meer Gounod:
CHARLES GOUNOD: Cantates et musique sacrée
ROMEO EN JULIA van Gounod, Bellini en Zandonai
LA NONNE SANGLANTE
FAUSTen van GOUNOD. En van BUSONI
GOUNOD: Mireille
Cantates et musique sacrée van Charles Gounod