Tekst: Neil van der Linden

Al geruime tijd doet een meme de ronde over Orwells 1984 en AnimalFarm, namelijk dat er steeds meer op lijkt dat sommigen die boeken niet als waarschuwing zien maar als handleiding. Bij Mussorgski’s Boris Godunov, zeker in deze enscenering van Kirill Serebrennikov, bekruipt je het gevoel dat die net als Pushkins toneelstuk waarop de opera is gebaseerd, niet alleen een beeld geven van historische gebeurtenissen in Rusland maar dat de intriges die erin worden verbeeld ook het Russische handboek voor nu zijn.

Boris nog aan het begin, rechts midden de politieke activist.
Van Serebrennikov waren in Nederland drie niet van politiek gespeende films te zien. Leto, over jongeren in het toenmalige Leningrad die voorafgaande aan de Glasnost vrijheden verkennen in de popcultuur. Daarna Petrov’s Flu, over een inmiddels al gedesillusioneerdere iets oudere generatie in de deprimerende omgeving van Jekaterinenburg. Een film bovendien die bovendien vol kritiek zat op de Russische verovering van de Krim in 2014 en op racisme jegens Moslims en Joden in het huidige Rusland. Drie jaar geleden Tchaikovski’s Wife, dat ik toen besprak voor deze blog.
En in Cannes ging vorige maand zijn nieuwe The Disappearance of Josef Mengele in première, naar de historische roman van Olivier Guez.
Serebrennikov maakte van Boris Godunov een soort ‘documentaire-opera’. Het merendeel van de tijd zien we een opengewerkt drie verdiepingen hoog flatgebouw, opgetrokken in sombere jaren vijftig volksbouwarchitectuur die in Jekaterinenburg maar ook in Amsterdam-Noord zou kunnen staan. Maar de voorwand ontbreekt, en daardoor heeft het gebouw ook wel iets van een gebombardeerd gebouw, in bijvoorbeeld Oekraïne.
In elk vertrek zien we een eigen tranche de vie die geïnspireerd is door de beeldschone fotografie van Dmitry Markov, foto’s die de troost zoeken in de beelden van troosteloosheid die ze tonen, waarvan een deel wordt geprojecteerd op een scherm in het decor.
De fotografie van Dmitry Markov:
https://www.flickr.com/photos/dcimru/with/25119671853
In de verschillende vertrekken zien we beelden die corresponderen met die foto’s, uitgebeeld door leden van het koor en figuranten: gezinnen bij een kerstboom uitbeelden, vrienden die bij elkaar op bezoek gaan, laveloze dronkaards, eenzame bejaarden tot en met prostituees die klanten ontvangen, soldaten die doelloos bij elkaar rondhangen, en ook een politieke activist. In elke vertrek van de flat, behalve in dat van de activist, staan televisies aan, allemaal op hetzelfde kanaal; er is in het land blijkbaar maar één televisiekanaal. Daarop zijn zo te oordelen alleen maar kleurige, maar inhoudsloze spelprogramma’s, levenloze talkshows en fabrieken waar glanzend-witte auto’s worden gefabriceerd, waarvan de bewoners het vervallende flatgebouw vermoedelijk alleen maar kunnen dromen.

De politie komt op bezoek
De politieke activist wordt gespeeld door Odin Lund Biron, die in zijn eerder DNO-productie Der Freischütz de rol speelde van het door Serebrennikov toegevoegde personage The Red One en vervolgens Tchaikovski speelde in Tchaikovsky’s Wife. Hij hangt politieke posters op, die geregeld worden verwijderd door politieagenten terwijl op een ander moment mannen in donkergrijze regenjassen zijn appartement overhoop halen. Tussen de muzikale passages van de opera door debiteert hij teksten die Serebrennikov samenstelde uit ‘laatste woorden’ van aangeklaagden in hedendaags Rusland – activisten, kunstenaars, tieners, teksten over waarheid, geweten, macht die zich moet richten naar het volk.

Boris, de ‘simpele’ man Joerodivy en Sjoesjki
Tot grote verrassing blijkt dit personage in de vierde akte Yuródivïy te zijn; een Russisch woord voor iets tussen een dorpsidioot en een‘Heilige Asceet’, iemand die zich door zijn half door de kerk gesanctioneerde positie kon permitteren vrijuit de waarheid kon zeggen. Ook weleen Reine Tor zoals Parsifal? Tijdens zijn scènes verschijnt er een paar keer een zwaan op het toneel, gemaakt van witgeverfde stukken autoband. In elk geval: ook als zanger was Lund Biron fantastisch

Maar er waren er meer. Allereerst Boris zelf, ofwel Tomasz Konieczny. Voor het eerst in Nederland, maar mensen als sinds kort wijlen Fred Coeleman bewonderden hem al langer. Hij lijkt wel een beetje of Boris Jeltsin, of in elk geval is hij zo aangekleed. Ik zag trouwens zo’n twintig jaar geleden in het Holland Festival het oorspronkelijke toneelstuk van Pushkin, door een ensemble uit Sint-Petersburg, waarin de acteur die Boris speelde sterk leek op de jonge Putin. Zou dat nu nog kunnen in Rusland?
Mussorgski gaf Boris een paar weergaloze monologen en duetscenes mee. Die met vorst Sjoejsjki aan het eind van de tweede acte pakte fenomenaal uit, met een vocaal overweldigende Ya-Chung Huang als Boris’ opponent. Prachtig was hier ook het contrast tussen Konieczny’s rijzige gestalte en dat van de tengere Ya-Chung Huangs, als een roofdier dat zijn prooi vangt door het uit te putten.

Pimen werd gezongen door Vitalij Kowaljo, een machtige bas. Omgeven door stapels stoffige boeken, in een raamloos vertrek op de onderste verdieping van een flatgebouw, typt Pimen zijn kronieken op een oude, misschien Russische, laptop. Daar wordt hij bezocht door de jonge Grigori, Dumitru Mîțu, in de gedaante van een pizzabezorger. Van Pimen hoort Grigorie het verhaal van het vermoedelijk in opdracht van Boris vermoorde zoontje van diens voorganger, Iwan de Verschrikkelijke, die zijn vader had moeten opvolgen, Dimitri.

Vervolgens krijgen we in de derde, de Poolse akte, even een andere wereld te zien. Grigori doet zich dan inmiddels voor als Dimitri, en de trotse en ambitieuze edelvrouw Marina ontfermt zich over hem. Dat is een rol van Raehann Bryce-Davis, die bij DNO eerder Ježibaba in Rusalka en Giorgetta en La zia Principessa in Il trittico zong. Ook nu weer geheel overtuigend in haar rol, en met een prachtige vocale présence, is haar personage degene die de metamorfose van Grigori tot Dimitri katalyseert.
Dat gebeurt in haar boudoir, volgens het libretto in een stad in Zuidoost Polen, maar hier gesitueerd in een soort Witte Huis-Oval Office, compleet met Amerikaanse vlaggen, in een wereld, op Marina’s felrode deux-pièce en Gregory/Dimitri’s pizzabezorgerskleding na, vol mannen en vrouwen in grijze pakken en mantelpakken, die gedisciplineerd van achter een lange tafel de wereld bestieren.

6 Marina en haar staf, en de nep-Dimitri rechts, op de filmset
Iedereen in deze Oval Office weet dat deze Dimitri fake is, maar de ‘Polen’/‘Amerikanen’ grijpen het verhaal aan om toch Rusland binnen te kunnen vallen. Overigens is tijdens verschillende episodes van de Russische angst voor buitenlandse inmenging terecht gebleken. We zien voortdurend cameraploegen rondlopen – misschien Fox TV die helpt de spin van het Witte Huis te verbreiden.
Maar op sommige moment blijkt de scene ook een filmset te zijn, met een regisseur die tussen de muzikale gedeeltes ‘cut’ roept en greenscreens, groene schermen die gebruikt worden bij een film- en videoproducties, waarmee je later een andere achtergrond en andere personages kunt toevoegen. Dus misschien bevinden we ons op een Russische filmset, waar een nepfilm over Amerikaanse voorbereidingen voor een inval in Rusland wordt geproduceerd.
Zien we hier Serebrennikov misschien ook verwijzen naar zijn andere ik, de filmmaker, en hoe een regisseur in films de werkelijkheid verdieping kan geven maar de werkelijkheid ook kan manipuleren?
Het regisseurspersonage dat op het toneel ‘cut’ roept doet dat ook na het grote liefdesduet van Marina en Dimitri. Alsof men een Love Story-film aan het schieten is. Is het ook een verwijzing naar het feit dat de hele Poolse akte inclusief het liefdesduet tussen Marina en Dimitri pas in tweede instantie door Mussorgski is toegevoegd, omdat hij de opera zonder liefdesduet niet kon slijten? Volgens sommige puristen hoort die episode er dus niet bij.
Gelukkig voeren Serebrennikov en Petrenko deze akte wel uit. Petrenko vindt dat de opera daardoor beter in balans is. En zoals hij ook zegt: dan heb je niet alleen voor een kort optreden in de tweede akte een tenor voor een veeleisende rol ingehuurd. En daar was Mîțu volledig tegen opgewassen.

Slotbeeld, de 'simpele man' c.q. de politieke activist, het volk en Boris in zijn doodskist, op een foto van Dmitry Marko
Ook Boris’ sterfscène was indrukwekkend. Hij verkeert alleen nog in het gezelschap van een paar getrouwen, zijn dochter Ksenia (Inna Demenkova) en zijn zoon Feodor (de Nederlandse countertenor David van Laar). Ik herinner me van de eerdere enscenering door Harry Kupfer bij DNO countertenor Jochen Kowalski in deze rol. Ook daar werd Feodor uitgebeeld als iemand die te lievig of zeg maar te slap leek om zijn vader op te volgen, zoals Boris wenste. Ook David van Laar speelde Feodor als naïef kind.
Van de overige ook uitstekende cast verdient de Nederlandse mezzosopraan Eva Kroon als Herbergierster aparte vermelding. Die was ook al zo goed als Annina in Der Rosenkavalier.
Helaas: orkest en koor, en/of dirigent, leken nog wat aan elkaar te moeten wennen. Met name in de eerste akte liepen ze uit de pas, ook al leek Petrenko duidelijk te dirigeren. Misschien ligt dat ook aan het feit dat als het koor vanuit al die verschillende vertrekken van het flatgebouw zingt, het moeilijk is te coordineren. Maar de leden zien toch de monitors achter in de zaal? Hopelijk trekt het wel bij.
Libretto Gebaseerd op Poesjkin met wijzigingen door Moessorgski
Muzikale leiding Vasily Petrenko
Regie, decor en kostuums Kirill Serebrennikov
Boris Godoenov Tomasz Konieczny
Feodor David van Laar
Ksenia Inna Demenkova
De voedster Polly Leech
Vorst Vasili Ivanotvitsj Sjoejski Ya-Chung Huang
Andrej Sjtsjelkalov Jasurbek Khaydarov
Pimen Vitalij Kowaljow
Grigori Otrepjev Dumitru Mîțu
Marina Mniszek Raehann Bryce-Davis
Rangoni Gevorg Hakobyan
Varlaam /Mitjoecha ShenYang
Missail /Bojaar Steven van der Linden
Herbergierster Eva Kroon
Joerodivy Odin Lund Biron
Nikititsj Roger Smeets Koor van De Nationale Opera
Instudering Koor Edward Ananian-Cooper
Nieuw Amsterdams Kinderkoor (onderdeel van Nieuw Vocaal Amsterdam)
Instudering Pia Pleijsier
Koninklijk Concertgebouworkest
Tevens onderdeel van het Holland Festival 2025.
Foto’s : © Marco Borggreve
Trailer:
Discografie:
Tchaikovsky’s Wife:
Constant Meijer in gesprek met Kirill Serebrennikov.
Met enige weerzin deel ik opnamen van Valery Gergiev maar dit is wel een goede opname van de 1872 versie inclusief een fraai gepassioneerde uitvoering van de Poolse akte. Indertijd werd deze uitgebracht in combinatie met de 1869 versie.



















