Peter_Grimes

Peter Grimes in Aldeburgh

Tekst: Peter Franken

Britten en zijn partner Peter Pears woonden lange tijd in het vissersplaatsje Aldeburgh, aan de Noordzee. Voordien bracht de componist in die omgeving zijn kinderjaren door. De inspiratie die Britten kreeg uit het gedicht The Borough van George Krabbe en dan specifiek het verhaal daarin over de visser Peter Grimes, kan niet los worden gezien van zijn eigen herinneringen aan een vergelijkbare gesloten gemeenschap

Peter Grimes had première in 1945, direct na afloop van de oorlog. Het is de meest gespeelde Britse opera uit de 20e eeuw en in mijn beleving een werk dat Britten daarna niet meer heeft kunnen overtreffen. Zijn meesterwerk was echter nog nooit opgevoerd tijdens het door Britten en Pears geïnitieerde Aldeburgh Festival en de viering van het 100e geboortejaar van de componist bleek een niet te missen aanleiding om deze omissie te herstellen.

Er werden in mei en juni 2013 een paar concertante uitvoeringen van het werk gegeven, gewoon in een zaal. Hiervan werden geluidsopnamen gemaakt waarop specifiek orkest en koor te horen zijn. Daarna werden nog drie voorstellingen op het strand van Aldeburgh gegeven, waarbij live werd gezongen met begeleiding van die geluidsband.

Op de film die hiervan is gemaakt valt dat in het geheel niet op. Je ziet natuurlijk geen orkest maar alleen uit het ontbreken van microfoontjes bij de koorleden kan worden opgemaakt dat ze niet live te horen zijn. De geluidskwaliteit van de zang door de solisten is verrassend goed, geen bijgeluiden ondanks de zo nu en dan flinke wind. De rokken van de ‘nichtjes’ waaien regelmatig op.

Het decor is spectaculair, een 40 meter brede half ingestorte houten promenade met de suggestie van een aanlegsteiger. Verder ligt er een afgedankte boot op zijn kant en nog een paar kleinere bootjes op het strand. Het geheel biedt plaats aan alle solisten en koorleden tegelijkertijd, ze moeten wel goed uitkijken waar ze lopen. Het centrale deel van de stellage doet tevens dienst als binnenruimte, met name de pub van Auntie en haar twee nichtjes.

Voortdurend is de zee op de achtergrond waarneembaar, er wordt gespeeld vlak bij de vloedlijn. Tijdens de tussenspelen zijn eerder gemaakte opnamen te zien waarin mooie beelden van een ruige zee en voortsnellende wolken voorkomen. Zeker gelet op het onvoorspelbare weer daar aan de kust was dit project een waagstuk, maar alles is op zijn pootjes terecht gekomen.

De tijd van handeling komt in deze productie overeen met die van de première, heel goed te zien aan de kleding. Om onduidelijke redenen begint de film met beelden van een Spitfire die overvliegt en een stuntje uitvoert. Ja, de oorlog is voorbij en ja, Britten was een pacifist die zijn land was ontvlucht. Verder nog iets?

Alan Oke geeft een zeer fraaie en overtuigende vertolking van de misantrope buitenstaander Grimes, een visser met een opvliegend karakter. Zijn karakter laat niet toe dat hij wordt geholpen, hoezeer Ellen Orford en Captain Balstrode dat ook proberen zonder zich aan hem op te dringen.

Dat het met Grimes slecht gaat aflopen weet je al direct aan het begin. Zijn leerling is op zee overleden aan dorst en uitputting, gevolg van een totaal gebrek aan inzicht en empathie van de kant van Grimes. Je kunt een jongen van twaalf niet behandelen als een volwassene, zeker niet onder zware omstandigheden.

Alan Oke as Grimes (centre) and Giselle Allen as Ellen Orford. Photograph: Tristram Kenton for the Guardian

Giselle Allen als schooljuffrouw Orford moet wat forceren aan het begin van de scène die komt na ‘nothing to tell me?’ maar is verder zeer goed tegen de partij opgewassen. Ze klinkt goed en oogt wat hulpeloos, ook als ze een beetje van zich afbijt. Ook zij is feitelijk een outsider omdat ze het voor Grimes opneemt. En als ze met de wagenmenner Hobson meegaat om een nieuwe leerling voor Grimes uit het weeshuis te halen, maakt ze zichzelf medeplichtig aan wat komen gaat. En wat eigenlijk ook te voorzien was. Goede vertolking door Allen, ik ben tevreden over haar optreden.

Dat geldt ook de gepensioneerde Captain Balstrode, de man van de grote vaart die er moeite mee heeft Grimes onnodig te zien lijden. Hij doet het zichzelf aan allemaal, maar toch wil Balstrode hem helpen. ‘She will have you now’ zegt hij tegen Grimes, als deze aangeeft extra hard te moeten werken voor een status die nodig is om met Ellen te kunnen trouwen. Grimes wil geen huwelijk uit medelijden, dan maar liever blijven lijden.

David Kempster zet een zeer sympathieke Balstrode neer, zijn advies op het einde om de zee op te gaan en dan de boot te laten zinken is als een soort genadeschot waarmee Grimes uit zijn lijden wordt verlost.

De overige rollen zijn adequaat bezet met onder meer Charles Rice als een prettig gluiperige Ned Keene, de pillendraaier en pseudoarts, Gaynor Keeble als Auntie en Henry Waddington als Swallow. Het Britten-Pears Orchestra levert een fantastische prestatie, evenals het koor van Opera North. Stuart Bedford heeft de muzikale leiding.

Een uniek document deze Grimes on the beach. Het was al 20 jaar geleden dat ik dit werk in het theater zag en deze opname was een ideale manier om de kennismaking te hernieuwen.

Trailer:

en meer:

Peter Grimes in Gent: herinneringen aan een prachtige productie

GrimesGent3

Stel je één van de mooiste steden ter wereld voor, badend in de namiddagzon na een flinke onweersbui. Eerst overheerlijke frietjes, weggespoeld met een verrukkelijk ‘bolleke’ op een terrasje. En dan mag je naar de opera.

Het operahuis zelf is net een bonbonnière. Het lijkt een beetje op die van Antwerpen, maar dan kleiner en nog mooier, met wellicht de fraaiste foyer die je je kan bedenken.

Raar maar waar: het was mijn eerste bezoekje aan het operahuis in Gent. Een bezoekje dat niet anders dan een enorm succes kan worden genoemd. Niet alleen vanwege die oogverblindende entourage, die uiteraard slechts buitenkant was, maar vooral vanwege de opera zelf. Daar kan ik kort over zijn: meesterlijk.

Peter Grimes van Benjamin Britten is geen gemakkelijke opera. Niet omdat de muziek zo moeilijk is. Britten spreekt een zeer begrijpelijke taal, die het midden houdt tussen Berg (Wozzeck), Kurt Weill en Cole Porter (ja, echt waar!). Een taal die bovendien sterk in de Verdiaanse traditie is verankerd.

Nee, het is het verhaal, het thema dat ons ongemakkelijk op onze stoelen laat schuiven. Want laten we wel zijn: hebben we ons er allemaal niet minstens een keer aan bezondigd? Aan het veroordelen zonder de feiten te kennen? En hebben we allemaal niet wel eens moeite met een vreemdeling (gehad)? Iemand die zich niet wil/kan aanpassen? Die bovendien zelf een gespleten persoonlijkheid heeft? Aan de ene kant hunkert hij naar liefde en geborgenheid, aan de andere wilt hij niets anders dan onafhankelijk en zichzelf blijven zonder zich te hoeven conformeren. Tel daarbij een gezonde portie zelfhaat…

GrimesGent2

De productie van David Alden, oorspronkelijk voor de English National Opera gemaakt, werd vorig jaar bekroond met de prestigieuze South Bank Show Award. Hoe terecht! Zelden zie je een regie waarin traditie, vooruitstrevendheid en begrip voor de menselijke psyche zo hand in hand samengaan.

Alden oordeelt niet, dat laat hij aan ons over. Hij laat ons kennismaken met de moeilijke hoofdfiguur, die wellicht schuldig is, maar misschien ook niet. En hij laat ons kennismaken met de maatschappij die hem uitspuugt. Onder de dunne schil van het pseudo-fatsoen gaat hun eigen onfatsoen schuil: zuipen, spuiten, slikken, seksueel misbruik, bemoeienissen met andermans levens, roddels, geruchten. En waar een opgewonden menigte is, is een lynch nooit ver weg.

Mrs. Sedley (een bijzonder sterke, hoewel misschien iets te jong ogende Carol Wilson) is verslaafd aan kalmeringsmiddelen en is beslist niet vies van mannen. Haar obsessie met de misdaad doet het Nederlandse publiek niet alleen aan de in wezen lieve Miss Marple of Jessica Fletcher denken, maar ook (of misschien wel voornamelijk) aan onze eigen misdaadopspoorder, Peter R. de V.

Grimes Gent 549884d279266

Auntie (een fantastisch ogende en dito zingende Rebecca de Pont Davies) is hier geen goedmoedige kroeg- en bordeeluitbaatster. Het meeste lijkt zij op Otto Dix en zijn schilderijen. En een beetje op Marlene Dietrich. Noch man, noch vrouw. Haar expressionistische, decadente verschijning roept herinneringen op aan het Berlijn en haar vluchtelingen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Eén van de (lichte) verwijzingen naar de tijd van de handeling. Maar ook een nadenkertje.

Grimes Gennt nichtjes

De beide ‘nichten’ (Liesbeth Devos en Tineke Van Ingelgem) lijken net een Siamese tweeling. Ze zijn eeuwig aan elkaar verbonden en lijken in hun autisme zowat de zusters van John, de nieuwe leerjongen van Grimes. Over psychodrama gesproken!

De grotesk aandoende, cokesnuivende Ned Keene had geen betere vertolker dan de jonge Leigh Melrose kunnen krijgen en Philip Sheffield was een werkelijk fenomenale Reverend Horace Adams.

Grimes Gent 549884d4189ed

In de visie van Alden is kapitein Balstrode fysiek gehandicapt. Hij heeft maar één arm en loopt met een stok. Gek genoeg heb ik het al eerder gezien, in de Düsseldorfse productie geregisseerd door Imre Karaman. Toeval?

Peter Sidhom was in de rol van Balstrode een meer dan ideale bezetting. Hij heeft een sterke, bronzen geluid, wat hem een zeker overwicht geeft. Je snapt dan ook meteen waarom iedereen naar hem luistert en waarom Grimes zonder morren zijn raad opvolgt. Maar hij kan ook fluisteren. En acteren.

Ellen Orford (bij vlagen een beetje scherpe Judith Howard) is bij Alden iets anders dan wij haar kennen. Het gaat te ver om haar onverschillig te noemen, maar op de een of andere manier wilt ze toch van het eventuele misbruik van het kind door Grimes niets weten. In de hoop dat haar droom niet verstoord wordt?

Grimes Gent 549884d367276

Peter Grimes (een fabuleuze Jorma Silvasti) zet een mens van vlees en bloed neer. Normaal, of juist niet. Geen brullende ‘Wagner-tenor’, maar een bij vlagen lyrische dromer. Standvastig in zijn beslissingen, maar ook bang voor zichzelf. En voor wat komen gaat.

De meesterlijk opgebouwde scène waarin hij – opgeschrikt door de naderende menigte – het touw laat vallen waardoor John dodelijk verongelukt, is werkelijk huiveringwekkend. Maar dan, aan het eind, als hij het lichaam van het dode kind zachtjes in zijn armen wiegt, dan laat hij voor het eerst zijn echte gevoelens zien. Hartroerend.

Het was de eerste keer dat Leif Segerstam Peter Grimes dirigeerde en hij deed het voortreffelijk. De zee uit de partituur was onder zijn handen woest tijdens de storm en fluisterzacht aan het eind. Petje af!

Ook het koor van de Vlaamse Opera (koordirigent Yannis Pouspourikas) kweet zich voortreffelijk van zijn moeilijke rol.

Niet onvermeld mogen blijven de magische en zeer fascinerende belichting van Adam Silvermann en een werkelijk slimme, ter zake doende en mooie choreografie van Maxine Braham.

Ik kan eigenlijk helemaal geen minpunten bedenken, of het moet het zeer moeilijk verstaanbare Engels van Judith Howard zijn. Of de niet helemaal vlekkeloze cellosolo. Maar dan ben je echt op zoek naar futiliteiten.

Bezocht op 3 juli 2010 in Vlaamse Opera Gent

Alle foto’s © Annemie Augustijns.

Immo Karaman regisseert Britten in Düsseldorf. Deel 1: Peter Grimes

petergrimesdusseldorf

Roberto Saccà als Peter Grimes in Düsseldorf. Foto: Hans Jörg Michel

Het seizoen 2009/2010 van de Deutsche Oper am Rhein werd zeer sterk geopend met een fantastische Peter Grimes. Zelden zie je nog een productie waarin alles klopt, tot in de kleinste details: de regie, het bühnebeeld, de decors en de kostuums. Met een orkest die je aan je stoel nagelt. En met zangers, die je kippenvel bezorgen met hun vermogen om mensen van vlees en bloed neer te zetten, met wie je medelijden moet hebben. Of aan wie je een zeer sterke afkeer hebt.  Dat doen zij met hun stemmen, maar ook met hun lichaam, bewegingen of met het  stilstaan. Bravo.

De jonge Duitse regisseur van Turkse afkomst, Immo Karaman, heeft een voorstelling gecreëerd die geheel naar de wens van de componist is. Peter Grimes is niet de bruut zoals hij meestal wordt verbeeld, maar het slachtoffer van een bekrompen en corrupte maatschapij. Hij is een einzelgänger, een outlaw, een niet geïntegreerde en geaccepteerde ‘vreemdeling’.

Al gedraagt hij zich er niet naar, toch heeft ook hij zijn dromen van een vredig, veilig en voornamelijk warm huis, ver van de meute. Om dat te realiseren zet hij alle regels opzij en vertikt het om zich te conformeren. Iets wat hij ook helemaal niet kan. En als het hem allemaal te veel wordt dan gaat hij meppen: hij weet immers niet hoe  hij anders zijn  gevoelens kan uiten.

Vanaf het begin is het je duidelijk dat hij geen enkele kans heeft om te overleven. En de enige ziel die hem bijstaat, de enige die hem wil helpen – Ellen Orford – maakt het allemaal nog ingewikkelder.

Alleen Balstrode, misschien omdat hij toch deel uitmaakt van de dorpsgemeenschap en Grimes niet per definitie afwijst, kan een uitweg voor zijn lijdensweg vinden: met een lek bootje de zee op.

Zowel het libretto van Montagu Slater als de muziek van Britten zijn zeer filmisch. Ook dat heeft Immo Karaman goed begrepen en liet ons beelden zien die ook in de bioscoopzaal niet zouden misstaan. Niet, dat ze zo realistisch waren – Karaman liet meer dan genoeg aan je verbeelding over – maar hij stuurde je zeer vernuftig in de richting waar hij je wil hebben.

(meer…)