Immo Karaman regisseert Britten in Düsseldorf. Deel 1: Peter Grimes

petergrimesdusseldorf

Roberto Saccà als Peter Grimes in Düsseldorf. Foto: Hans Jörg Michel

Het seizoen 2009/2010 van de Deutsche Oper am Rhein werd zeer sterk geopend met een fantastische Peter Grimes. Zelden zie je nog een productie waarin alles klopt, tot in de kleinste details: de regie, het bühnebeeld, de decors en de kostuums. Met een orkest die je aan je stoel nagelt. En met zangers, die je kippenvel bezorgen met hun vermogen om mensen van vlees en bloed neer te zetten, met wie je medelijden moet hebben. Of aan wie je een zeer sterke afkeer hebt.  Dat doen zij met hun stemmen, maar ook met hun lichaam, bewegingen of met het  stilstaan. Bravo.

De jonge Duitse regisseur van Turkse afkomst, Immo Karaman, heeft een voorstelling gecreëerd die geheel naar de wens van de componist is. Peter Grimes is niet de bruut zoals hij meestal wordt verbeeld, maar het slachtoffer van een bekrompen en corrupte maatschapij. Hij is een einzelgänger, een outlaw, een niet geïntegreerde en geaccepteerde ‘vreemdeling’.

Al gedraagt hij zich er niet naar, toch heeft ook hij zijn dromen van een vredig, veilig en voornamelijk warm huis, ver van de meute. Om dat te realiseren zet hij alle regels opzij en vertikt het om zich te conformeren. Iets wat hij ook helemaal niet kan. En als het hem allemaal te veel wordt dan gaat hij meppen: hij weet immers niet hoe  hij anders zijn  gevoelens kan uiten.

Vanaf het begin is het je duidelijk dat hij geen enkele kans heeft om te overleven. En de enige ziel die hem bijstaat, de enige die hem wil helpen – Ellen Orford – maakt het allemaal nog ingewikkelder.

Alleen Balstrode, misschien omdat hij toch deel uitmaakt van de dorpsgemeenschap en Grimes niet per definitie afwijst, kan een uitweg voor zijn lijdensweg vinden: met een lek bootje de zee op.

Zowel het libretto van Montagu Slater als de muziek van Britten zijn zeer filmisch. Ook dat heeft Immo Karaman goed begrepen en liet ons beelden zien die ook in de bioscoopzaal niet zouden misstaan. Niet, dat ze zo realistisch waren – Karaman liet meer dan genoeg aan je verbeelding over – maar hij stuurde je zeer vernuftig in de richting waar hij je wil hebben.

De kleuren van zowel de decors als de kostuums waren overwegend grijs/grauw en zwart. Zwaar en troostmoedig, je werd er claustrofobisch van. Alleen in Auntie’s bar gingen de zwartgrauwe ‘pantsers’ uit, want in de beslotenheid van de kroeg konden ze allemaal hun ware aard laten zien. Hoerenlopers zijn het. Alcoholisten en drugsverslaafden. Roddelaars en idioten.

De laatste scène greep je naar de keel. Grimes, helemaal alleen op een lege bühne (op één kist na), zo desperaat als een mens kan zijn, zong (of eigenlijk fluisterde) zijn laatste noten.

Roberto Saccà zong Peter Grimes zoals je het niet meer hoort. Geen heldentenor, wat tegenwoordig de gewoonte is, maar een mooie, lyrische stem, geheel in de traditie van Peter Pears. Niet dat zijn stem klein is. Integendeel, zonder moeite vulde hij het toch 1342 plaatsen tellende operahuis. Zelfs zijn fluistertonen waren overal goed hoorbaar. Met zijn fantastische acteerkwaliteiten en knappe uiterlijk maakt hij dat je je ging afvragen of hij wellicht de enige normale in de gemeenschap is.

Gun-Brit Barkmin was een zeer ontroerende Ellen Orford. Een hoopje ellende met goede bedoelingen, dat maar niet kan accepteren dat mensen niet meer zijn dan ze zijn, en dat de ideaalbeelden niet het beste uitgangspunt vormen voor een normaal leven. Zij wil beschermend zijn, maar eigenlijk heeft zij de bescherming zelf hard nodig.

In haar ‘Embroidery’-aria klonk ze af en toe een beetje schel, maar het zij haar vergeven. Zij geeft immers alles (zo niet meer) wat ze heeft om haar personage gestalte te geven

De jonge Poolse bas/bariton Tomasz Konieczny was een beetje problematisch als Balstrode. Hij beschikt over een werkelijk fenomenaal geluid, maar ik miste een beetje lyriek, voor mij klonk het een beetje te Wagneriaans. Peanuts.

Jane Henschel was een voortreffelijke Auntie en Sami Luttinen maakte indruk in zijn rol van Swallow.

Geen Peter Grimes zonder koor. Nou, dat is onder leiding van Gerhard Michalski zonder meer van het allerhoogste niveau. Een voorstelling om nooit meer te vergeten.

Hieronder trailer van de productie:

Benjamin Britten
Peter Grimes
Roberto Saccà, Gun-Brit Barkmin, Tomasz Konieczny, Jane Henschel, James Bobby, Sami Luttinen, Rebecca de Pont Davies, e.a.
Düsseldorfer Symphoniker en Chor der Deutschen Oper am Rhein olv Axel Kober.
Regie: Immo Karaman

Bezocht op 27 september 2009

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s