Thomas_Schippers

Carlo Bergonzi: from belcanto to verismo in just a few recordings

©https://cloud10.todocoleccion.online/autografos-antiguos-cantantes-musicos/tc/2021/08/05/19/279594008.jpg

L’ELISIR D’AMORE


To the younger generation I would especially recommend the DVD with Renata Scotto, Carlo Bergonzi and Giuseppe Taddei (Hardy Classic Video HCD 4014). It is not only the beautiful voices of the past that impress (Scotto, Bergonzi, Taddei – who can still sing like them?), the eye is also given a lot to enjoy.

Do not think that they just enter the stage, sing an aria facing the audience and then take a bow. It is theatre pur sang and a better acting singer than Scotto has yet to be born.

The picture is black and white (the recording was made during Maggio Musicale Fiorentino in 1967) and the scenery is cardboard, but who cares?

LUCIA DI LAMMERMOOR

Renata Scotto 1967


This production of Lucia di Lammermoor was recorded in Tokyo in 1967 and is available on DVD (VAI 4418). It circulated for years on pirate video, but since the sound and picture quality was particularly poor, the commercial release has made many opera lovers very happy. The sound is a little sharp, making Scotto’s high notes sound even more metallic than usual, but who cares?

Her interpretation is both vocally and scenically of an unprecedented high level. With a childishly surprised expression (my brother does this to me?) on her face, she agrees, albeit not without grumbling, to the forced marriage with Arturo (an Angelo Marchiandi who is hideous in every way).

After her mad scene, you tend to pull the plug, because everything that comes after it can only feel like a cold shower. But you are wrong about that. Edgardo’s two arias, sung by Carlo Bergonzi, will take you straight to (singer’s) heaven.


Afterwards, you can’t help but be a little sad, because where have they gone, yesterday’s singers? Small, tall, fat, skinny, with or without acting talent… None of them was a ballet dancer, but could they sing! And it was through their voices alone that they were able to convey all of the feelings that now require a whole ‘artistic team’. In spite of the cuts that were common at the time, this is an absolute must.

Below, Bergonzi sings ‘Fra poco a me ricovero’

Beverly Sills 1970



Sills’ Lucia (Westminster 4712502) for me remains one of the best interpretations ever, especially talking about studio recordings. Her portrayal unites the best of Callas and Suitherland: the virtuosity, vocal beauty and pure intonation of la Stupenda and the great acting of la Divina. Not really a great tragédienne (but then, neither is Lucia), she is more of a passive child-girl who just lets it all happen. Carlo
Sills’ Lucia (Westminster 4712502) for me remains one of the best interpretations ever, especially talking about studio recordings. Her portrayal unites the best of Callas and Suitherland: the virtuosity, vocal beauty and pure intonation of la Stupenda and the great acting of la Divina. Not really a great tragédienne (but then, neither is Lucia), she is more of a passive child-girl who just lets it all happen. Carlo Bergonzi sings an elegant and outraged Edgardo and Piero Cappuccilli a brutal and cruel Edgardo and Thomas Schippers conducts very firmly.

But what makes this recording really special is the use of a glass harmonica in the madscene, exactly as Donizetti had originally prescribed it



LA BOHEME

Renata Tebaldi 1958



Actually, I also find Tebaldi’s voice a bit too heavy for Mimi, a tad too dramatic too, but there is no denying that her interpretation is very exciting. You have to keep listening to it.

Carlo Bergonzi is an insanely beautiful Rodolfo; secretly, I think he is the real star of the recording. Ettore Bastianini is a very charming Marcello, but Gianna d’Angelo is not a beautiful Musetta. Her singing has nothing sensual and is vulgar at times.

Tulio Serafin conducts more than superbly and the orchestral sound is brilliant. Remarkable actually how wonderful that recording still sounds! (Decca 4487252)

Licia Albanese 1958

A warning is in order: the sound is not great. It is sharp and dull and occasionally the radio waves are humming rebelliously, but it also has something quite endearing. As if a time machine takes you back to the afternoons of yore, when the whole family settled down in front of the radio to listen to the latest invention, the live broadcast.

The performance, too, is old-fashionedly delicious. Not that the voices are all that exceptional, apart from Carlo Bergonzi who is at his finest, the other roles could have been better cast.

Licia Albanese (almost fifty by then, which is not at all audible) was a real crowd pleaser, especially in New York. Thomas Schippers conducts very vividly (Sony 8697804632)

MADAMA BUTTERFLY

For me an absolute ‘numero uno’ is the 1966 recording by EMI (now Warner 0190295735913) under Sir John Barbirolli. One might imagine a more lyrical or alternatively a more dramatic Cio Cio San; one with less metal in her voice or maybe one with a more childlike voice. But no other singer was able to grasp the complex nature of the girl so well and to characterise her change from a naive child into an adult woman, broken by immense grief, so impressively

Carlo Bergonzi is a beautiful, lyrical Pinkerton, singing with glorious, golden ton and Rolando Panerai a very warm Sharpless.

Die Meistersinger von Nürnberg. Discografie

Meistersinger scenefoto

Die Meistersinger von Nürnberg – Stolzings Probesingen. Gemälde von Michael Echter

Te midden van de tientallen cd’s en dvd’s van Die Meistersinger von Nürnberg ben ik de kluts een beetje kwijtgeraakt, dus de kans dat uw geliefde opname er niet tussen zit, is meer dan mogelijk. Ik heb het op naam van de dirigent gerangschikt, de zangers komen vanzelf aan de beurt. En: zullen we maar eens met de Nederlanders beginnen?

Jaap van Zweden

meistersinger van Zweden

7 februari 2009 was één van die middagen die nu al als legendarisch gelden, en dat niet vanwege de ongewone begintijd (11.00 uur ‘s morgens) en de lange duur (tot 17.00 uur in de namiddag). Jaap van Zweden tilde in het Concertgebouw in Amsterdam Die Meistersinger op tot een werkelijk ongekend hoog niveau. En dan te bedenken dat het pas zijn tweede Wagner-opera was!

Niet minder imposant was de bezetting. Allereerst was er Robert Holl (Hans Sachs), die de rol al jaren achtereen tijdens de Bayreuther Festspiele zong en er helemaal mee was vergroeid. Met zijn soepel gevoerde sonore bas riep hij allerlei gevoelens op – het meest die van een diepe bewondering. Wat een vertolking!

Eike Wilm Schulte (Beckmesser) kroop helemaal in zijn rol van een oude intrigant, Burkhard Fritz was zeer geloofwaardig in zijn prachtig gezongen ‘prijslied’ en Rainer Trost was een mooie David. Barbara Havemann liet een gemengde indruk op mij achter. Ik had een groter en ronder geluid verwacht, maar misschien lag het aan de rol?

Om de sfeer te vergroten werd de foyer van het Concertgebouw destijds ingericht als een heuse ‘bierstube’: men kon plaats nemen achter lange houten tafels en zich tegoed doen aan zuurkool met worst.

De uitvoering werd gelukkig op cd uitgebracht, op QuattroLive (2009014s). De opname is via de vakhandel en de webwinkel van het Koninklijk Concertgebouworkest te koop, maar voor zuurkool met worst en het biertje moet u zelf zorgen.

Bernard Haitink

Meistersinger Haitink

Er zijn ten minste drie redenen om Haitinks Meistersinger (ROHS 008) aan te schaffen: de zoetgevooisde Walther van de te vroeg overleden Gösta Winbergh, de fenomenale Beckmesser van Thomas Allen en de dirigent zelf.

Haitink is minder uitgesproken dan Van Zweden. Zijn lezing is, zoals wij van hem gewend zijn, zeer degelijk. De opera werd tijdens de inmiddels legendarische ‘laatste avond’ (het Royal Opera House zou verbouwd worden en ging twee jaar lang dicht) op 12 juli 1997 opgenomen.


Wolfgang Sawallisch

5099973901822_wag_bl_cdq301e CD Booklet - Printers Pairs

Ben Heppner was in 1994 nog een volop lyrisch-dramatische Walther, met de nadruk op lyrisch. Zijn hoogte was stralend en hij zong met veel gevoel. Een Walther die ook Plácido Domingo gezongen zou kunnen hebben (iets wat hij overigens ook deed – hij kweet zich voortreffelijk van zijn rol, maar voor de rest is de opname niet echt aan te bevelen).

Cheryl Studer is voor mij één van de beste Eva’s ooit, en zal dat voorlopig ook wel blijven. Hetzelfde geldt voor Bernd Weikls Hans Sachs.

De stem van Deon van der Walt (David) heeft veel weg van jonge Klaus Florian Vogt. Wie weet was ook hij richting Walther gegaan als zijn vader hem niet had doodgeschoten?

Het Bayerischer Statsorchest klinkt ‘himmlisch’ (Warner 5099973901822)         ).


Herbert von Karajan

untitled

Het beste voorbeeld van een David die ooit volwassen ging worden is bij Karajan geleverd. Tegenover de Walther van René Kollo (niet mijn kopje thee, maar ik moet toegeven dat zijn ‘prijslied’ prachtig klinkt) staat de David van niemand minder dan Peter Schreier.

Geraint Evans is hier een ietwat karikaturale Beckmesser, maar Helen Donath is een heerlijke, meisjesachtige Eva. En het orkestspel staat als een huis (Warner 5099964078823)      



Thomas Schippers

Meistersinger Schi[pers

Nu de Metropolitan Opera haar archieven heeft geopend, worden wij met veel schatten uit het tot nu toe verborgen Sesam verblijd. Deze Meistersinger werd op 15 januari 1972 opgenomen en ik moet nogmaals constateren dat er niets boven live gaat.

Schippers dirigeert adembenemend lichtvoetig en de ouverture vliegt bij hem voorbij, al doet hij er maar een halve minuut sneller over dan Karajan of Sawallisch.

James King is een triomferende Walther. Zeer macho ook – zo worden ze echt niet meer gemaakt! Pilar Lorengar is een lichte Eva, een echt jong meisje (Sony 85304)

 

Christian Thielemann en Otto Schenk

Mestersinger Euroarts

Wilt u er ook beeld bij, dan heb ik voor u twee echte aanbevelingen. In 2008 werd in Wenen de oude productie van Otto Schenk hernomen (Euroarts 0880242724885). HEERLIJK! Je maakt het werkelijk bijna nooit meer mee dat je alles in zijn verband kan zien: de decors, de kostuums, het verhaal…

U gelooft het misschien niet, maar zelfs Johan Botha (Walther) doet aan acteren in deze productie! Alleen al daarvoor is de dvd een must…

Maar er is meer. Wat dacht u van Falk Struckmann als Sachs (oké, die man kan bij mij niets fout doen)? En de heerlijk vileine Adrian Eröd (Beckmesser)? En als u weet dat de dirigent Christian Thielemann heet … Tja!

Hieronder trailer van de productie:

 

Vladimir Jurowski en David McVicar

Meistersinger-Glyndebourne

Ik ben er zeker van dat David McVicar goed naar Otto Schenk heeft gekeken. Het is meer dan duidelijk dat hij zijn pappenheimers kent! De door hem in 2012 in Glyndebourne geregisseerde voorstelling (Opus Arte OA BD7108) is in alles een tribuut aan de oude meester. Hulde!

Ik vind de voorstelling verder mooier dan mooi. Lyrisch, ingehouden… Zou dat ook de bedoeling zijn geweest van Bayreuth? Ooit? Ik weet het niet, ik ben er nog nooit geweest.

Alle zangers zijn ronduit fantastisch, al moet ik toegeven dat Gerald Finley (Sachs) en Johannes Martin Kränzle (Beckmesser) optisch iets te jong ogen. Mijn held echter heet Vladimir Jurowski. Door zijn sierlijke gebaren alleen al maakt hij dat ik mijn ogen niet van hem kan afslaan!

The making of:

 

Sebastian Weigle en Katharina Wagner

Meistersinger-Bayreuth

En dan komen we bij Bayreuth anno nu, bij Katharina Wagner (Opus Arte OA 1041 D). Haar idee op zich is niet eens zo slecht. Walther is niet alleen een vernieuwer, maar ook een breker. Hij maakt zowel de traditie als vakmensen kapot, terwijl hij niet meer dan een prutsende amateur is. Aan het eind conformeert hij zich aan de regels en dan wordt Beckmesser de nieuwe ‘rebel’. Intussen is Hans Sachs een soort ‘führer’ geworden, want we bevinden ons in het Bayreuth van eind jaren dertig…

Helaas, concepten werken niet als ze niets, maar dan ook niets met de opera in kwestie hebben en dat is hier het geval. Klaus Florian Vogt is een (toen nog) fatsoenlijke Walther, de erepalm gaat echter naar de  Beckmesser van Michael Volle.

En nu iets leuks: Romanticism vs. Modernism at the Royal Opera House

Deze clip komt uit de in de jaren negentig opgenomen Britse documentaire over het ROH. Ergens halverwege zien we een klein fragment uit de ook hier besproken (helaas alleen audio) prachtige, traditionele productie van ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ ‘, onder leiding van Bernard Haitink.