Het is een enerverende tijd voor de verzadigde operaliefhebber. Ondanks dat het medium van de CD in populariteit aan het inboeten is, zijn er een aantal labels die zich hebben toegelegd op het uitbrengen van opera’s die minder bekend zijn bij het grote publiek. Naast de bekende voorbeelden van Opera Rara, Bon Giovanni, Dynamic en zelfs Naxos, specialiseert het label Palazzetto Bru Zane zich in de Franse opera. En dat doen ze met een enorme gedrevenheid. De eerste editie, toen reeds vormgegeven als boekje met hardcover, Amadis de Gaule (van JC Bach nota bene) is van 2012 en voor mij ligt alweer de 25ste titel in deze prachtige serie: Le timbre d’Argent van Camille Saint-Saëns.
De ontstaansgeschiedenis van Le Timbre d’Argent is turbulent te noemen. Het libretto – geschreven door het duo Jules Barbier en Michel Carré – ontsproot uit een toneelstuk dat ze reeds in 1852 hadden geschreven, volgend op hun Faust en Les Contes d’Hoffmann. Het libretto belandde na wat omzwervingen via o.a. Litolff en Halévy bij Camille Saint-Saëns, die zich als jonge succesvolle componist op het werk stortte in 1864.
De componist had echter geen geluk: door faillissementen, oorlogen en andersoortige belemmeringen werd het werk (dat inmiddels ook al een aantal keer gereviseerd was) pas in 1877 voor het eerst op de planken gebracht in het Théâtre de la Gaîté (hetzelfde jaar waarin zijn Samson et Dalila in première is gegaan). Saint-Saëns zou nog een aantal keer zijn tanden in het werk zetten voor latere uitvoeringen, waarvan de laatste in Brussel was in 1914. Daarna is het werk in de archieven terecht gekomen om in 2017 afgestoft en wel weer op de planken te staan in de Opéra Comique. De CD opname is volgend op deze uitvoeringen in de studio opgenomen.
Le Timbre d’Argent (de zilveren bel) verschaft de schilder Conrad een stortvloed aan goud door het laten klinken van de bel, in ruil waarvoor er iemand in zijn nabijheid abrupt sterven zal. Omdat hij arm is en desondanks indruk wil maken op een onbereikbare vrouw (Circé ook wel Fiammetta, een dansrol) kiest hij op instigatie van Spiridion (Mefisto-achtig personage) ervoor om de bel te laten klinken, zodat hij met het goud/geld indruk kan maken op haar. Het eerste slachtoffer blijkt de vader van zijn verloofde Hélène te zijn.
Uiteraard raakt het geld op, dus een nieuwe slag op de bel is onvermijdelijk. Het tweede slachtoffer blijkt Conrad’s beste vriend te zijn, Bénédict, net getrouwd met Rosa, de zus van Hélène. Bij een derde keer weet hij zich te vermannen en besluit hij alles op te biechten aan zijn aanstaande. Prompt wordt hij wakker. Alles bleek een droom te zijn. Hij vraagt Hélène ten huwelijk en berust zich in zijn lot met weinig geldelijke middelen.
Het overdadige libretto kent wat zijpaden. Vooral het karakter van Spiridion, die ook wedijverde met Conrad om de gunsten van de danseres, komt continu ten tonele. Deels als Mefisto, deels als rivaal van Conrad. In de proloog en de epiloog is dokter die de zorg heeft over Conrad.
Het libretto doet sterk denken aan het meesterwerk van Offenbach: Het hoofdpersonage is een kunstenaar die een onbereikbare vrouw najaagt en daarvoor bereid is alle mogelijke offers te doen. Het feit dat deze rol (Fiammetta) een dansrol is, draagt bij aan dat onbereikbare, wat ik het wel een vondst vind van de componist, maar voor de cd is dat uiteraard wat merkwaardig. Ook het personage van Spiridion is heel duidelijk sterk verwant met de schurken uit ‘Hoffmann’.
Dat ‘Hoffmann’ repertoire heeft gehouden en de opera van Saint-Saëns niet komt mijns inziens door het zwakkere libretto, maar ook de ervarenheid van Offenbach speelt een rol: Hoffmann was Offenbachs zwanenzang, terwijl Le Timbre D’Argent Saint-Saëns´ eerste opera was, geschreven in zijn dertigste levensjaar.
Dat het zijn opera-compositiedebuut was kun je ook wel horen. In lijn met het libretto is de muziek nog wat onsamenhangend. Maar de opera kent prachtige momenten. De lange ouverture, die luistert als een onbekend werk van Berlioz, biedt al een keur aan melodieën, is sprankelend en opverend. Verder kent het werk prachtige lyrische aria’s, buffo aria’s, mooie duetten, zelfs een ‘duet’ tussen Conrad en de danseres en prachtige koren. Van de ene mooie passage belanden we in de volgende.
Gelijk aan eerdere producties maakt Bru Zane gebruik van een aantal zangers die we vaker tegenkomen in hun serie. De hoofdrol wordt gezongen door de tenor Edgaras Montvidas. Zijn dramatische rondborstige stem is wat grofmazig, maar hij is beter op dreef dan op eerdere edities. De sopraan Hélène Guilmette (die de rol met haar eigen naam vertolkt) klinkt niet heel erg egaal en heeft wat moeite in de hoogte, maar zet uiteindelijk wel een prima vertolking neer.
De bariton Tassis Christoyannis (Spiridion) is uitstekend op dreef. Hij geeft meer kleur dan de andere twee hoofdrol protagonisten. Met soepel stemgebruik hoor je overduidelijk dat hij zeer veel plezier heeft in het zingen van deze veelzijdige rol.
In de bijrol van Bénédict soleert de tenor Yu Shao met verve. Met een soepele en stralende hoogte brengt hij zijn openingsaria die naar meer verlangt. Jodie Devos zingt de rol van zijn gemalin, Rosa. Ze heeft een prachtige lyrische sopraan, maar helaas is de rol van Rosa wel heel erg klein, zodat we daar niet veel van kunnen genieten.
Het geheel wordt uitstekend, met hart en ziel, begeleid door François-Xavier Roth. Zijn orkest, Les Siècles, speelt prachtig.
2019 loopt ten einde en daar ben ik maar al te blij om. Het was geen goed jaar, althans niet voor mij: door omstandigheden heb ik veel moeten missen en kwam ik niet aan alle cd’s en dvd’s toe die ik wilde beluisteren/bekijken/er over schrijven. Over een paar dagen begint een nieuw decennium, en, wie weet? Vol goede moed zit ik op alles wat komen gaat te wachten en met veel plezier kijk ik terug op al die prachtige opnamen die mij gelukkig hebben gemaakt.
Mijn lijstje is -uiteraard – zeer subjectief maar zeer zeker gemeend. Ik heb het opgesteld in de alfabetische volgorde naar de componist, uitvoerende of de titel.
1. AFTER THE DARKNESS (HAAGS STRIJKTRIO)
De titel van deze cd is ontleend aan het gelijknamige boek van Auschwitz- overlevende Elie Wiesel, ‘After the Darkness: Reflections on the Holocaust’. […] In het tekstboekje vertellen de uitvoerenden dat After The Darkness een project is dat ze na aan het hart ligt en dat is toren.
2. LUDWIG VAN BEETHOVEN: ALLE PIANOSONATAS DOOR IGOR LEVIT
Levits interpretaties van Beethoven zijn zeer eigenzinnig, dat wel, maar o zo spannend! Levit is dan ook zeer uitgesproken over wat de rol van de vertolker is: “ik voel me niet als een dienaar, maar ook niet als een meester van wie dan ook”.
Wat de opname werkelijk onweerstaanbaar maakt is de enscenering. Die is werkelijk briljant […] maar het is niet alleen de enscenering, ook de zangers zijn zonder meer goed.
4. REYNALDO HAHN: ALLE LIEDEREN DOOR TASSIS CHRISTOYANNIS
Aanvankelijk was ik bang dat het eentonig kon worden, vier cd’s en maar één stem, maar ik werd prettig verrast. De Griekse bariton Tassis Christoyannis heeft precies het timbre om de liederen recht te doen: licht, elegant en sensueel […] Mijn God wat is het mooi!
Het spettert de boxen uit, maar wat nog belangrijker is: Giltburg neemt ruimschoots de tijd om de poëtische, salon-achtige zo je wilt, kant van Liszt naar boven te brengen.
Voor zo ver ik weet is deze cd de allereerste opname van pianowerken van Rathaus. […] Het zijn fascinerende werken met zeer geprononceerde ritmes. Harmonisch, maar wel met nodige dissonanten. Oneerbiedig gezegd: Bartók meets Szymanowski.
Op haar eerste cd-opname speelt Isata Kanneh-Mason werken die zowat het hele leven van Clara beheersen […] Kanneh-Mason speelt het zeer virtuoos en haalt er alles van wat er uit te halen is: niet veel eigenlijk. Wat niet erg is, want zo gespeeld wordt het concerto naar hogere regionen opgetild en dat mag.
Merel Vercammens stokvoering is zacht en liefdevol en haar toon zoet. Toverachtig, eigenlijk. […] Daarin wordt ze fenomenaal bijgestaan door Dina Ivanova, één van de prijswinnaars op het laatste Liszt-Concours. Over symbiose gesproken!
Over de uitvoering kan ik kort zijn. Briljant. Mirga Gražinytė-Tyla bevestigt haar naam als één van de beste jonge dirigenten van tegenwoordig. Onder haar leiding klinkt het City of Birmingham Symphony Orchestra zoals ik ze al jaren niet meer heb gehoord
Het Jerusalem Strijkkwartet stelt nooit teleur. […] Maar met deze album zijn ze ver boven zichzelf en hun eigen norm gestegen. […] Met hun keuze hebben ze ook een statement gemaakt. Iets wat we eigenlijk allemaal weten maar nog steeds niet hardop willen toegeven want daar voelen we ons ongemakkelijk over? Over de invloed van Joden en hun aandeel in onze Westerse cultuur?
For many, he’s just another famous representative of the Belle Époque, but there are few people that really know much about him, let alone about his music. He went down in history as the lover of Marcel Proust, but Reynaldo Hahn (1874-1947) was much more than that. And here is a 4 CD set of his melodies that allows you to rediscover the man and his music afresh
Born in Caracas, Venezuela, Hahn was the son of a German-Jewish father and a Venezuelan mother of Spanish-Basque origin. Apart from being a pianist and composer, Hahn was a highly esteemed conductor; know among other things for his Mozart interpretations. He was also a critic, writing for the newspaper Le Figaro; he wrote books on music, and in 1945 he was appointed director of the Paris Opéra.
When he arrived in Paris – on his own – he was but four years old. He was sent there because his father was threatened by the politics of president Antonio Guzmán Blanco. At the age of 11 Hahn began to study music at the Paris conservatory and became a student of Jules Massenet.
Hahn’s career florished mostly in Paris and in aristocratic circles, he was a welcomed guest in the world of salons, most notably that of the eccentric Princess Mathilde (Napoleon’s niece),accompanying himself on the piano as he sang arias by Jacques Offenbach. At the age of eight, Hahn composed his first songs. And of course he sang it, too. As he did his many other songs that followed over the years.
Jean Cocteau added: “He sang with a cigarette positioned in the corner of his mouth, delivering his delightful voice from the other part, the eyes painting towards the sky.”
Hahn composed more than 100 songs that are rarely performed today. Why?
Don’t ask me, because I find them wonderful. All of them. And that is something everyone can now experience thanks to Palazzetto Bru Zane who have issued them in a box set, many of them in world premiere recordings.
Just listen to the song cycle Chansons grises based on poems by Paul Verlaine. What a discovery it is to hear these for the first time!
In the beginning I was worried that the songs might become a little monotonous with just one singer all the way through. But I was surprised and easily convinced of the opposite. Greek baritone Tassis Christoyannis has precicely the right timbre to do justice to these songs: light, elegant, and very sensual in a way that made me think of Gerard Souzay, again and again.
Christoyannis’ interpretation is polished and perfect, and for every song he finds a different shading, a new tone. And my God – it is beautiful. For me, this is the CD of the year.
A caricature of Reynaldo Hahn as Beau Brummell by Rip (Georges Gabriel Thenon), 1931.
I recently read somewhere that we may expect more Hahn on disc soon. His operas L’Ile du Reve and La Carmelite are on the to-do list of Palazzetto Bru Zane, the be recorded live. All I can say about that is: please don’t forget to include his operettas Ciboulette (1923) or Brummell (1931) about the infamous British dandy Beau Brummel (1778-1840).
Not to mention Hahn’s other musical comedies, such as Mozart (1925) or O mon bel inconnu (1933), Une Revue (1925) and Malvina (1935). Some of them are available in historic French recordings, but a fresh and new interpretation would be very welcome.
Hij wordt dan wel als dé vertegenwoordiger van La Belle Epoque beschouwd, maar er zijn maar bar weinig mensen die zijn naam, laat staan zijn werken kennen. Hij is de geschiedenis ingegaan als de minnaar van Marcel Proust, maar Reynaldo Hahn – want over hem hebben we het – was zo veel meer!
De in Caracas (Venezuela) geboren Hahn, zoon van een Duits-Joodse vader en een Venezolaanse van Spaans-Baskische afkomst, was behalve pianist en componist ook een zeer gewaardeerde dirigent, vermaard voornamelijk vanwege zijn Mozart vertolkingen. Hij was ook muziekrecensent voor Le Figaro, schreef boeken over muziek en in 1945 werd hij directeur van de Parijse Opéra.
Hij was maar vier jaar oud toen hij – alleen! – in Parijs arriveerde. Dat, omdat zijn vader die toen de van president Antonio Guzmán Blanco politiek bedreigd werd. Op zijn elfde begon hij met zijn studie aan het Parijse conservatorium waar hij de leerling werd van Jules Massenet.
Reynaldo Hahn
Hahns carrière speelde zich voornamelijk in de Parijse aristocratische salons waar hij vermaard – en aanbeden – werd niet alleen als de componist, maar ook als uitvoerder van zijn eigen liederen.
Marcel Proust over Hahn: “his head a little thrown back, his mouth mournful and slightly indignant, from where flowed, rhythmically, the most beautiful, the saddesr and warmest voice that never existed.”
Jean Cocteau: “he sang with a cigarette positioned in the corner of his mouth, delivering his delightful voice from the other part, the eyes painting towards the sky”.
Hahn componeerde meer dan 100 liederen die nog maar zelden worden uitgevoerd. Waarom? Vraag het niet aan mij want ik vind ze allemaal prachtig. Allemaal. Wat wij nu, dankzij het label Palazzetto Bru Zane kunnen ervaren: het merendeel van de opgenomen liederen zijn wereldpremières. Luister alleen maar naar de cyclus Chansons grises gecomponeerd naar de gedichten van Paul Verlaine! Wat een aanwinst!
Tassis Christoyannis
Aanvankelijk was ik bang dat het eentonig kon worden, vier cd’s en maar één stem, maar ik werd prettig verrast. De Griekse bariton Tassis Christoyannis heeft precies het timbre om de liederen recht te doen: licht, elegant en sensueel wat mij af en toe aan Gerard Souzay liet denken. Zijn interpretatie is gewoon weergaloos en in ieder lied weet hij een andere, juiste toon aan te slaan. Mijn God wat is het mooi! Voor mij nu al cd van het jaar!
Elders las ik dat we binnenkort veel meer Hahn kunnen verwachten. Zij opera’s L’Ile du Reve en La Carmelite staan op de lijst van Palazzetto Bru Zane om live opgenomen te worden. Voor het zo ver is: vergeet u zijn Ciboulette niet?