
2005
In Enschede regent het pijpenstelen. Ik kom te laat, want hoe kon ik het weten, dat de Schouwburg meer dan één artiesteningang heeft? Tania Kross staat al op mij te wachten, en het eerste wat me opvalt is hoe mooi ze is. In haar witte rok en korenblauwe T-shirt is ze net een zonnestraal in die grijze omgeving.
Als je maar geen kou vat!- zeg ik, schuldbewust.
“Ik word nooit ziek, ik mag niet ziek worden” lacht ze, en lachen kan ze als geen ander: ongegeneerd hard en aanstekelijk. We gaan een rustige broodjeszaak in, het is er tenminste droog en behaaglijk. Tien jaar is ze pas in Nederland, en er is al zoveel in haar leven veranderd.
Zeventien was ze, en ze wilde zingen. Dacht ze aan een carrière van een operazangeres?
“Ik denk dat iedereen het wel hoopt van zichzelf. Maar het belangrijkste voor mij os om alles wat ik doe, zo goed mogelijk doen. Ik wil goed zingen, maar ik blijf gewoon lekker mijzelf. Het eerste jaar in Nederland was een opeenhoping van zoveel indrukken. Naar zangles gaan was toen even belangrijk als het uitzoeken waar de supermarkt is, want je weet niets, alles is even nieuw.”
“Mijn zanglerares vroeg me, of ik wist wat ik eigenlijk wilde. Zij was de eerste persoon die mij dat vroeg, en toen realiseerde ik me dat als ik iets heel erg graag wil, dat ik er dan hard voor werken. En vanaf die dag ben ik als een gek gaan werken”
In Nederland had ze veel kansen gekregen: Zaterdag Matinee, de Reisopera, binnenkort Lola in Cavaleria Rusticana bij DNO. Zelf blijft ze er kalm bij, want “Nederland is zo klein en dan val je toch snel op als je goed zingt”.
Haar ambities pasten altijd in een driejarenplan. Van: “over drie jaar wil ik het Deutekom concours doen. En toen ik het gedaan had, dacht ik: nu wil ik over drie jaar Cardiff doen.”
Cardiff … daar heeft ze altijd van gedroomd, vanaf het eerste jaar dat ze het op de TV zag. Heeft het meedoen aan het concours haar veranderd?
“Zeker. Daar sta je op het toneel voor mensen, die jou nog nooit hebben gezien, ze weten niet wie je bent, en dan moet je in één aria indruk maken. En dan word je je er bewuster van dat het niet uitmaakt of je een concours goed zingt, want je moet altijd en overal goed zingen”.
Een echt voorbeeld had ze niet. Als ze iets in het Frans moet zingen grijpt ze naar opnamen van Janet Baker, voor de grote Händel rollen kijkt ze eerst hoe Anne Sophie van Otter het doet, en voor Rossini luistert ze eerst naar Cecilia Bartoli. Allemaal hedendaagse zangeressen, want ja, ze werken met hedendaagse dirigenten en je kijkt niet om. Ze bewondert Giulietta Simionato, vindt het waanzinnig mooi wat ze deed, maar tegenwoordig moet het toch anders
Tania zwijgt even en dan zegt ze dat er toch nog één speciaal iemand is: Cathy Berberian.
“Zij was iemand, die van alles heeft geprobeerd met haar stem. Ontzettend veelzijdig, ze zong van alles, van Purcell tot The Beatles. Ik vind dat jonge zangers een scala moeten hebben aan mogelijkheden, je moet zoveel mogelijk eruit zien te halen. Een spinto sopraan ben ik niet, maar ik wil evenzogoed barok, als romantiek en moderne muziek zingen”
Haar eerste operaproductie was Cherubino in Le Nozze di Figaro. De eigenzinnige regisseur heeft een suïcidaal knaapje van hem gemaakt die door iedereen op de bühne wordt betast en zelfs verkracht werd door Figaro. Hoe ging ze er mee om?
“Je vindt een weg. Op een bepaald moment denk je: we doen het even, en …kom maar! Je doet gewoon je best”
Met veel plezier kijkt ze terug naar de rol van Sesto (Giulio Cesare) in de regie van Herbert Wernicke. “Dat was één en al feest!.
Zij is een mooie, zeer feminiene vrouw maar als een mezzo zingt ze veel ‘hosenrollen’. Moeilijk?
“Wel nee! Dan krijg ik een ‘boezempresser’ en word ik platgedrukt! In een mannenrol heb ik gewoon een mannelijke uitstraling. Als ik een broek aan heb en een andere pruik, dan ga ik zelfs anders lopen. En dan vind ik de vrouwen prachtig en kijk ik in hun decolleté. Ik weet natuurlijk wat mannen doen en ik doe ze na”.
Haar droomrol, die ze volgens haar driejarenplan wilt zingen?
“Rosina (Il barbiere di Sevilla), maar die heb ik al gedaan!” lacht ze.
En de volgende? Even is het stil.
“Ik wil het Frans romantisch repertoire doen. Dus de Carmen en de Charlotte (Werther). Ik heb al een paar Carmens gedaan, maar dit waren natuurlijk probeersels, ik wilde gewoon uitzoeken of Carmen iets voor mij was. En o ja, die is het wel!”.
Tania Kross (as Carmen) and Brandon Jovanovich ( as Don Jose) in Georges Bizet opera “Carmen” directed by David McVicar at Glyndebourne. (Photo by robbie jack/Corbis via Getty Images)
Onlangs heeft Tania Kross een exclusief contract met Universal Music getekend. Op haar debuut-cd staan liederen van Zuid-Amerikaanse en Spaanse componisten. Wiens idee was het?

“Peter van der Heyden (Universal) heeft mijn agent benaderd, we hebben elkaar ontmoet, en toen kwam ik met een hele lijst van dingen, die ik mooi vind. Montsalvatge had ik al op mijn repertoire staan, en omdat ik van dat gebied kom besloten we dit als een rode draad te nemen.
“Het concept is dan: ik kom uit Curaçao en ik functioneer in de westerse klassieke muziek Prudencia, Clemencia en Oswin “Chin” Behilia zijn Antilliaanse componisten. ‘Suni’ is een heel erg bekend lied, het is een lied van mijn generatie”.
De cd eindigt met de liederen van Lecuona, waarom eigenlijk?
“Curaçao heeft altijd een speciale band met Cuba gehad. Heel veel Curaçaoënaars gingen, toen op het eiland geen werk was, naar Cuba om suikerriet te snijden en op plantages te werken. Daar is zoveel overeenkomst in de muziek, in de taal en manier van leven. Ik kon dus niet een cd met dit thema te maken zonder Cuba daarop te hebben, want het hoort daar gewoon bij”
2006
Sinds ons eerst interview ruim een jaar geleden is er veel gebeurd. Zo debuteerde zij bij DNO als Lola in Mascagni’s Cavalleria Rusticana en organiseerde haar eerste Festival, Krossin’ Gouda. Haar eerste cd leverde haar de Edison Klassiek Publieksprijs en vóór zij voor een week naar Curaçao vloog om een beetje uit te rusten dook zij de studio in om haar tweede cd,‘Arie Antiche’, op te nemen. Tijd dus voor een nieuw gesprek.
Zij logeert bij goede vrienden in hun monumentale grachtenpand, het is haar pied-à-terre geworden voor de keren dat zij in Nederland verblijft. Ik bel aan en daar staat ze dan, mooier dan ooit, in een prachtige jurk en op hooggehakte slippers. Zwierig en elegant leidt zij mij een pracht van een kamer binnen. Met een kan thee (zij is een beetje uitgedroogd, want de vlucht was lang en zij mocht niet eens een flesje water meenemen naar de cabine) nestelt zij zich op de bank.
:format(jpeg):mode_rgb():quality(40)/discogs-images/R-2733065-1298570625.jpeg.jpg)
“Waarom Arie Antiche? Mijn eerste cd was een soort introductie: dit is Tania, met een heel apart repertoire. Op mijn tweede cd wou ik heel duidelijk laten zien wat ik kan, wat is mijn stemgebruik, wat hebben al die jaren harde studie opgeleverd. Mijn vak is coloratuur-mezzo, maar de meeste mensen horen het niet genoeg. Eerst dachten wij aan de Spaanse barok, maar algauw verwisselden we het idee voor de Arie Antiche”.
De aria’s uit de verzameling Arie Antiche stammen uit de zeventiendeen achttiende eeuw, maar pas in de negentiende eeuw werden ze door Alessandro Parisotii samengebundeld. Een romantische kijk op de barok, is dat wat haar aantrekkelijk leek?
“Ja, want dit laat duidelijk de schoonheid van de stem horen. Door zijn arrangementen laat Parisotti zien wat zijn visie op die muziek was, dat pak ik op en daarop voortbordurend leg ik er mijn eigen visie op.”
Op haar nieuwe cd wordt Tania op de piano begeleid door Marietta Petkova. Zij kenden elkaar eerder niet, hoe is die samenwerking verlopen?
“Marietta is een concertpianiste, het was een gok: het kon totaal floppen, maar goddank klikte het geweldig. Ik genoot zeer van hoe zij met de muziek bezig was, ik vond haar aanpak zo verfrissend. Zelf ben ik vrij dominant bij wat ik muzikaal wil doen: als Tania rechts wil dan gaan wij met zijn allen …. Maar met haar had ik meteen het gevoel van: kijk wat wij samen kunnen doen, het was een ‘samendans’. Zij is heel perfectionistisch in wat zij wil, en dat stimuleert en het is fijn om samen te werken met mensen die beter zijn want die trekken je naar boven”.
Gaat zij nu wat meer oude muziek zingen?
“Nee. Ik vind het prachtig, en het is ook gezond voor de stem, maar ik wil zoveel mogelijk mezelf blijven, en me nergens op vastpinnen”