Ruggiero_Raimondi

Rigoletto op locatie in Mantua was één van de grootste operasensaties in 2010

In september 2010 werd de opera Rigoletto live vanuit Mantua uitgezonden op televisie, met Plácido Domingo in de hoofdrol. De Italiaanse media spraken over het evenement van de laatste tijd.

Achter de coulissen:

Het was wis en zeker een formidabele gebeurtenis en daar waren maar liefst een paar miljoen mensen getuige van. De opera (in “real time” en op locatie opgenomen) werd in maar liefst 148 landen live uitgezonden. Daar wordt een mens bijzonder blij van, tenzij dat mens in Nederland woont en geen beschikking heeft over kabel of een digitaal kastje, want onder die 148 landen was Nederland er niet bij. Waarom? Dat zou ik zelf ook willen weten!

Opera op locatie kan je natuurlijk niet vergelijken met een voorstelling in een operahuis. Er kan van alles misgaan. Zo zien het orkest en de dirigent de zangers alleen maar op de monitors, en vice versa. Daarnaast kunnen de omstandigheden belabberd zijn. Het kan regenen (dat werd ons en de zangers gelukkig bespaard), maar het kan ook snikheet zijn. En dat was het ook in Mantua, want het zweet vloeide overvloedig en maakte de gezichten van de arme zangers helemaal nat.

Je kan helemaal niets smokkelen, geen enkele wankele noot. En je moet opletten waar en hoe je loopt, waar en hoe je kijkt, want de camera’s zijn meedogenloos.

Daar komt nog bij dat je als zanger niets kan smokkelen. Je kunt geen enkele wankele noot zingen. En je moet opletten waar en hoe je loopt, waar en hoe je kijkt, want de camera’s zijn meedogenloos.

De vraag rijst: voegt zo’n opvoering iets toe aan de geijkte, traditionele voorstellingen? Mijn antwoord is volmondig ja! Je beleeft de opera als een soort film, meer eigenlijk dan een film, want je wordt – of je het wilt of niet – een radertje in het geheel, je neemt als het ware actief deel aan de gebeurtenissen.

En dan heb ik het niet eens over de prachtige ‘couleur locale’: de beste decorbouwers (en belichters!) van de hele wereld kunnen de pracht en praal van Italiaanse steden en kastelen niet nabouwen. Om over de schilderijen en muurtekeningen nog maar te zwijgen. Of over de lichtval. Of de vallende schemering boven de rivier.

Plácido Domingo is natuurlijk geen bariton. Hij was en is nog steeds een tenor en dat hoor je. Zijn lage noten zijn niet altijd optimaal, je merkt dat daar ergens een grens voor hem ligt. Maar wat hij met de rol (en die noten) doet, nou… daar kunnen heel wat van zijn collega’s nog een puntje aan zuigen. Hij kruipt met huid en haar in zijn rol en laat je vergeten dat het ‘maar’ een opera is.

Julia Novikova was een perfect gecaste Gilda. Niet alleen zag zij eruit als de reïncarnatie van een onschuldige engel, ook haar heerlijk lichte en soepele sopraan met perfecte coloraturen paste de rol als een handschoen.

Vittorio Grigolo moest er even in komen. Hij had zichtbaar last van zenuwen, wat hem, zeker in het begin, parten speelde. Maar hij herstelde zich en al was hij niet altijd even vlekkeloos en was er af en toe iets op zijn noten (soms had hij de neiging tot pushen) op te merken, hij vulde zijn rol prima in. Dat hij een smakelijk uitziende jonge man is, maakte hem zeer geloofwaardig als een vrouwen verslindende hertog.

Ruggero Raimondi (Sparafucile) heeft nog maar weinig van zijn stem over, maar zijn presence, zijn hele optreden eigenlijk, maakten nog steeds een bijzondere indruk. Nino Surguladze was een wulpse Maddalena, precies wat je van een ‘straatzangeres’ verwacht.

Van mij mag het vaker. Hier wordt mijn hart warmer van. En hoe zit het met het hart van de bazen van de Nederlandse omroepen? Hebben ze überhaupt een hart?

Discografie van Il Turco in Italia

turco-manie

Turkomanie in Europa van de 18-de eeuw. Jeane-Etienne Lotard: Portret van Marie Adelaïde de France in Turkse jurk (1753). Credits: Andere Tijden

Oriënt! Wat wisten wij er ooit van? Het was exotisch, avontuurlijk en spannend. Alle mannen daar waren macho, super aantrekkelijk en potent. En ze rookten opium. Alle vrouwen waren mooi, gracieus, geheimzinnig en verleidelijk. Het geurde daar naar amber en wilde jasmijn ….

Het was zo ontzettend ver weg en onbekend –  geen wonder dat wij daar door betoverd werden. Geen wonder ook dat onze dromen soms op hol sloegen. Maar de dromen bleken ergens goed voor, want ze hebben ons de prachtigste kunstwerken opgeleverd, waaronder ook opera’s. Il Turco in Italia van Rossini is er één van.

Geloof het of niet (geloof het!), maar Turco heeft heel veel weg van Cosi van tutte van Mozart. Zelfs de muziek doet er vaak aan denken. Het verhaal: een Don Alfonso-achtige dichter zonder inspiratie, zeg maar een soort kwade genius, bedenkt een intrige waarin hij alle personages manipuleert als zijnde marionetten, waardoor iedereen het (bijna) met iedereen doet, maar aan het eind komt alles goed. Of niet. In ieder geval heeft onze Prosdocimo een prachtig verhaal.

Ik vraag mij af hoe de ideale Fiorilla zou moeten klinken. Op de mij bekende opnamen wordt zij gezongen door alle stemsoorten: van een super lichte coloratuur sopraan tot een donkere coloratuur mezzo met borsttonen. Op de een of andere manier kan mij geen van de dames echt bekoren, ook Maria Callas niet, al komt zij dicht in de buurt van wat ik in de rol zou willen horen.

DVD

Zürich, 2002

turco-bartoli

In 2002 werd Il Turco in Zürich op het programma gezet. De hoofdrol was in handen van een oude rot in het vak, Ruggiero Raimondi. Zijn Selim is zonder meer spannend en erotisch en de slijtage aan zijn stem compenseert hij met een overweldigend spel en een geweldig charisma.

Oliver Widmer is goed op dreef als de cynische dichter Prosdocimo en Paolo Rumetz zet een heerlijk suffige Geronio neer. Het probleem heet Cecilia Bartoli. (Niet slaan alstublieft, het is maar mijn mening!) Zij is zeer virtuoos, zonder meer, maar haar maniertjes vind ik zeer irritant en haar donkere timbre absoluut niet bij de rol passend.

Het geheel is vrolijk, met felle kleuren en maffe kostuums: zo lijken de zigeuners op een combinatie van Volendammers met Peruanen (Arthaus Musik 100 369)

Cecilia Bartoli & Ruggero Raimondi zingen ‘Serva…Servo’:

Pesaro, 2007

turco-naxos

In Pesaro werd in 2007 een zeer naturalistisch ogende Turco opgenomen, met in de hoofdrollen uitsluitend jonge, onbekende zangers. Dat ze, wellicht op Marco Vinco (Selim) na, nog steeds onbekend zijn gebleven, zegt niet alles, maar toch wel wat.

Niettemin valt er veel lol aan te beleven. De typetjes zijn heerlijk herkenbaar, de kleuren mooi en de handeling volgt het libretto op de voet. Zeker leuk! (Naxos 2.110259)

https://www.operaonvideo.com/il-turco-in-italia-pesaro-2007-vinco-marianelli-concetti-adami/

Genua, 2009

 turco-alaimo

Een van de nieuwste opname op dvd komt uit 2009 uit Teatro Carlo Felice in Genua. Nou ja, nieuw… de productie is bijna 30 jaar oud en werd voor het eerst al in 1983 gezien.

Het is niet erg, want het is nog steeds bijzonder vermakelijk, al moet ik toegeven dat het mij soms een beetje duizelt van wat er allemaal op de bühne gebeurt: acrobaten, vuurvreters, ballerina’s, Arlechino’s en wat al niet. Commedia dell’Arte ten voeten uit.

Myrtò Papatanasiu is een mooie Fiorilla en Simone Alaimo een heerlijke Selim, al vind ik dat hij iets beneden zijn gebruikelijke hoge niveau presteert. Ook Antonino Siragusa stelt lichtelijk teleur als de smachtende Narciso (Arthaus Musik 101 39) 

https://video-ams4-1.xx.fbcdn.net/v/t42.1790-2/195376863_305032891289357_4813763941410633886_n.mp4?_nc_cat=104&ccb=1-5&_nc_sid=985c63&efg=eyJ2ZW5jb2RlX3RhZyI6InN2ZV9zZCJ9&_nc_ohc=04cDVYWLBH0AX9OYT26&_nc_oc=AQn-HO-eMn_3TMGXVEiXn6XstJ0LeW7SUNKAKX2-urSnd8W_C_Y9ORDQOXmeiLcM30C1bAKrNSmlt_lBx8XvCH6N&_nc_ht=video-ams4-1.xx&oh=00_AT-olek4H_Rb5FFObeZWQ69IY43MtOiz-vO_K9EOE9bdbw&oe=61DEC5F6

CD

Milaan, 1954

.

Maria Callas zong de rol van Fiorilla al in 1950 in Rome en vier jaar later nam ze haar in de studio op, met de krachten van de Milanese Scala. Gianandrea Gavazzeni dirigeerde een ‘all star cast’ – de meeste namen doen ons nu watertanden. Maar, afgezien van het feit dat ze allemaal werkelijk fantastisch waren, moeten we ons afvragen of het nog steeds adequaat klinkt in onze oren.

Ja, Nicola Rossi-Lemeni zou vandaag de dag nog kunnen, maar de rest, inclusief La Divina? Bij haar bekruipt mij vaak het gevoel dat ik bij de verkeerde opera ben beland en dat ik naar Anna Bolena zit te luisteren. (Warner 0825646340880)


 

Milaan, 1958

turco-m

Waar ik absoluut niet omheen kan is Sesto Bruscantini als een werkelijk onweerstaanbare Selim. Scipio Colombo is heerlijk als de (in zijn interpretatie) komische schurk Prosdocino en als Donna Fiorilla horen we een van de heerlijkste lichte sopranen uit de tijd: Graziella Sciutti. Een beetje soubretteachtig, maar zo wendbaar, en zo heerlijk getimbreerd!

De rest van de stemmen is goed maar niet uitzonderlijk, maar de directie van Nino Sanzogno – licht en sprankelend – doet de opera alle eer na. De live opname uit 1958 (Milaan) is behoorlijk dof. Toch – een bijzonder document van de tijd die nu toch echt voorbij is (Myto 00193)

Sesto Bruscantini en Graziella Sciutti  in ‘Credete alle femmine’: