Peter_Sellars

De Speler uit Salzburg


Tekst: Peter Franken

Prokofjevs opera De Speler ging in 1929 in première in De Munt te Brussel. De componist schreef zelf het libretto, naar de gelijknamige roman van Dostojevski uit 1868. De auteur stond onder grote druk van zijn uitgever om snel een nieuwe roman op te leveren wat resulteerde in een autobiografisch verhaal, hij was zelf gokverslaafd en kon gemakkelijk putten uit eigen ervaringen.

In De Speler is de hoofdpersoon Aleksey Iwanowitsj privéleraar van de kinderen van een gepensioneerde Russische generaal. Deze verblijft met zijn gevolg in een Duitse stad die voor het gemak Roulettenburg genoemd wordt. De privéleraar is hopeloos verliefd op Polina, de stiefdochter van de generaal, en stelt alles in het werk om in haar nabijheid te zijn en zijn liefde te betuigen. Maar zij lijkt vooral met hem en zijn gevoelens te spelen. Zo laat ze hem Baron Wurmerhelm en diens vrouw beledigen, gewoon om te zien of hij dat voor haar wil doen.

De generaal is aan lager wal geraakt en moet steeds meer geld lenen om zijn gokverslaving te bevredigen. Met vertrouwen wacht hij op het bericht van de dood van zijn vijfenzeventigjarige tante in Moskou die hem in één klap een grote erfenis zal nalaten, zodat hij vrij van schulden zal kunnen trouwen met de opportunistische Mademoiselle Blanche, een echte golddigger.

Plotseling verschijnt echter de van haar doodsbed verrezen Babulenka in levenden lijve en zij begint verwoed haar vermogen aan de roulettetafel in te zetten en vooral te verliezen. De generaal en andere betrokkenen zien radeloos toe hoe hun toekomst en zekerheid als sneeuw voor de zon verdwijnt.

Als de rijke dame al haar liquide middelen heeft vergokt, aanvaardt ze de reis terug naar Moskou, met geleend geld want ze is nog steeds rijk, in het bezit van drie dorpen en twee huizen. De markies die de generaal financieel in de tang had met eerdere leningen haast zich naar Sint Petersburg om beslag te laten leggen op onroerend goed van de generaal. Hij laat voor zijn minnares Polina een bericht achter waarin zij 50.000 krijgt toegezegd, ter compensatie voor het feit dat de generaal nu ook haar bruidsschat kwijt is.

Aleksey heeft alle gebeurtenissen van nabij gevolgd, grotendeels als buitenstaander. Zijn handelen wordt vooral bepaald door het onvoorspelbare gedrag van Polina, ze heeft hem als het ware zijn eigen wil ontnomen en dan raak je bij zo’n borderline type al gauw in onbekende wateren. Tot zijn verrassing duikt ze ineens op in zijn kamer, met de brief van de markies. Ze wil hem zijn (beloofde) geld in het gezicht smijten vanwege de beledigende suggestie dat ze te koop was.

Aleksey weet raad, hij leent geld van de vage Engelsman Mr. Astley die ook Babulenka’s treinkaartje heeft voorgeschoten, en gaat naar het casino. Door middel van een alles of niets spel laat hij daar alle banken springen en keert triomfantelijk bij Polina terug met een heus vermogen. Hij geeft haar de benodigde 50.000 en zij lijkt hem als nieuwe minnaar te accepteren.

De volgende ochtend krijgt echter Aleksey het geld in zijn gezicht gesmeten en is hij definitief een illusie armer. Hoewel niet moet worden uitgesloten dat hij daarna gewoon als een schoothondje achter haar aan blijft lopen tot ze hem zal vragen van een hoge rots af te springen om te tonen hoeveel hij van haar houdt. De speler gaat immers niet alleen over gokverslaving maar ook over blinde verliefdheid en borderline gedrag.

De productie die Peter Sellars in 2024 maakte voor de Salzburger Festspiele concentreert zich op de interactie tussen de verschillende hoofdfiguren. Afgezien van een groot aantal schotelvormige objecten die boven het toneel hangen blijft het toneel leeg. Het oogt een beetje als een stripboek uit de jaren ’50 al kan je er ook de suggestie van roulettetafels in herkennen

Het brede ondiepe toneel van de Felsenreitschule is minder geschikt voor deze minimalistische benadering maar daar merkt je op een videoregistratie natuurlijk weinig van, kwestie van veel inzoomen. De belichting is vaak helrood, roulettekleur, en wordt vooral gebruikt als de personenregie een zekere intimiteit wil oproepen. Dat is voornamelijk het geval als er iets passeert tussen Polina en Aleksey.

De toneelvloer is grotendeels groen wat een beetje vervreemdend werkt, alsof de handeling zich buiten afspeelt. De openingen in de achterwand zijn allemaal dichtgemaakt, sommige met spiegels, aardig idee. De scene in het casino wordt aangekleed met computer gegenereerde attributen en een zeer groot aantal zangers in kleine rollen plus de nodige figuranten.

George Tsypin is verantwoordelijk voor het toneelbeeld, decor zou ik het niet willen noemen. De kostumering komt voor rekening van Camille Assaf. Deze is eigentijds en past goed bij de verschillende karakters. Blanche natuurlijk op en top als modepop, Babulenka in een mantelpak, de generaal in een pak dat doet denken aan een uniform. Het meest opvallend is de wijze waarop Polina is gekleed. Ze oogt als iemand die dat aspect van haar bestaan opzettelijk wat verwaarloost. Nog net niet van de straat geplukt, zoiets.

Sellars heeft zo op het oog veel moeite gedaan om een zeer diverse cast bijeen te brengen. Je krijgt de indruk dat hij alle denkbare etniciteiten vertegenwoordigd heeft willen zien. Gelukkig gaat het niet ten koste van de kwaliteit: alle solisten zijn volledig aan de maat met uitstekende vertolkingen van de drie hoofdrollen Aleksey, Polina en de Generaal.

Tenor Sean Pannikar is vrijwel voortdurend zingend op het toneel aanwezig. Hij geeft geen krimp en slaat zich op bewonderenswaardige wijze door zijn loodzware rol. Sinds zijn vertolking van Dionysos tijdens de Salzburger Festspiele van 2018 is hij duidelijk gegroeid, zowel qua stem als in zijn gestalte. Hij zingt de rol van Alekey met ogenschijnlijk gemak, zeer intens en met een perfect volume. Een prachtige zanger, deze tenor uit Sri Lanka.

De Chinese bas Peixin Chen was zeer overtuigend als de gokverslaafde Generaal die een hypotheek op zijn onroerend goed in Petersburg heeft genomen om geld te lenen bij de ‘Markies’. De man zit aan alle kanten klem en alleen de dood van zijn puissant rijke grootmoeder kan hem redden. De vertwijfeling als Babulenka plots in levende lijve voor zijn neus staat en ook nog eens, om zijn op zijn nummer te zetten, haar vermogen verbrast, is prachtig geacteerd en uitstekend gezongen.

Die markies wordt tot leven gebracht door de Argentijnse tenor Juan Francisco Gatell die een prima typecast is voor de griezel die zijn personage geacht wordt te zijn. Hij zingt de rol toepasselijk nogal schmierend.

Violetta Urmana als Babulenka is verrassen goed bij stem, bijna als in haar beste jaren. Natuurlijk is dit geen dragende rol maar hoe dan ook is het prettig om te kunnen constateren.

Haar kleindochter Polina komt voor rekening van Salzburgs diva Asmik Grigorian. Naar eigen zeggen vereenzelvigt ze zich altijd met haar personage: ze acteert niet, ze is. Voor zover ik Asmik heb leren kennen hoeft ze daar ditmaal niet erg veel moeite voor te doen. Haar Polina is niet al te ver verwijderd van haarzelf zo’n 20 jaar geleden, vermoed ik.

De regie laat haar in een bijna overdreven simpele outfit optreden en in close up is duidelijk te zien dat ze nauwelijks is opgemaakt. Deze Polina is ‘the real thing’. Acterend is Grigorian in deze rol op haar best, ook als ze slechts toeschouwer is bij de handeling. De eerste drie aktes wordt er muzikaal al te veel van haar gevergd, gerekend naar wat ze in huis heeft. Pas in de laatste akte komt haar Polina helemaal los en zingt ze de sterren van de hemel. Zeer geëmotioneerd, ten prooi aan tegenstrijdige gevoelens, maar tegelijkertijd met volledige stembeheersing. Dat laatste deel heb ik direct nog maar eens bekeken.

Opvallend detail is dat Mr. Astley tijdens de laatste scène op de achtergrond toekijkt en Polina direct volgt als ze het toneel afloopt. Het is een subtiele verwijzing naar het vervolg van de gebeurtenissen die in Dostojevski’s roman worden beschreven.

De Wiener Philaharmoniker staan onder leiding van Timur Zangiev.

Trailer:

Asmik Grigorian:

Asmik Grigorian en Violetta Urmana:

Gesprek met Sellers:

Uitgebracht op Unitel.


Discografie:

De Speler in Amsterdam:

De Speler in Berlijn:

Julia Bullock draagt een intrigerend muzikaal portret van Joséphine Baker

Tekst: Lennaert van Anken

Het Opera Forward Festival (OFF) is de motor voor vernieuwing van opera met nieuwe artistieke en maatschappelijke impulsen, zo mogen we lezen op de website van de Nationale Opera (DNO). Gelijk aan de vorige edities presenteert DNO wereldpremières en/of Europese premières.

Naast de succesvol in ontvangst genomen wereldpremière van Animal Farm van Raskatov vorige week, was het podium afgelopen donderdag 9 maart gereserveerd voor een bijzondere voorstelling, de muziektheater voorstelling Perle noire – Meditations for Joséphine.

Josephine Baker

Niet echt een opera, eerder een collagevoorstelling geënt op het leven van Joséphine Baker, de beroemde zwarte dansende zangeres uit Amerika die furore maakte met haar bananenrokje in Parijs. Een voorstelling die volledig om de zangeres van de avond draait: de Amerikaanse eveneens zwarte sopraan Julia Bullock, die eerder furore maakte bij DNO in o.a. the Rake’s Progress in 2018.

Vooraf vertelt Peter Sellars, de 65-jarige regisseur van de productie met enorme staat van dienst, hoe de productie tot stand is gekomen: het begon allemaal bij de zangeres van de avond. Al tijdens haar studie werd ze geattendeerd op haar gelijkenis met de Amerikaanse vaudeville artieste. In eerste instantie moest ze daar niets van hebben, maar gaandeweg haar carrière trof het haar dat haar levensloop gelijkenis vertoonde met die van Baker.

Dit culmineerde in haar eerste recital in New York, waarin ze na de pauze liederen van Joséphine Baker zong. Peter Sellars raakte door dat recital geïnspireerd, wat zich vertaalde in een one-woman-show over het leven van Joséphine Baker.

Zong Bullock op haar recital nog de originele liedjes van haar voorgangster, Sellars kwam op het idee om de componist Tyshawn Sorey toe te voegen aan het project. Op basis van een negental oorspronkelijke songs bouwde hij een geheel eigen compositie die opgevuld werd met gesproken teksten van Claudia Rankine.

De composities van Sorey laten zich omschrijven als experimentele muziek. Zo nu en dan hoor je jazz vermengt met blues, maar je hoort ook Stockhausen, Boulez en eigentijdsere muziek. Zijn handelsmerk is dat een belangrijk deel geïmproviseerd moet zijn.

Sellars geeft dan ook in zijn inleiding aan dat de helft van de avond improvisatie zal zijn. Iets dat je uiteraard alleen ontdekt als je vaker naar de voorstelling komt kijken. Hoewel het ensemble, bestaande uit 5 muzikanten (viool, fluit, fagot, saxofoon en elektrische gitaar) aangevuld met de componist zelf die zowel de piano als het uitgebreide slagwerk bedient, zo nu en dan solistisch uit mogen pakken: dit zullen vanzelfsprekend geïmproviseerde fragmenten zijn geweest.

Hoewel de ingrediënten veelbelovend waren, kon de voorstelling mij niet in zijn geheel boeien. In de eerste plaats was het met twee uur aan één stuk door relatief een lange voorstelling.

Die twee uur ving aan met een simpele opkomst van alle artiesten, Julia Bullock voorop, gekleed in een zwart outfit, de musici gewapend met hun instrument. Bullock verleidt het publiek met haar stem, zingt rouw, lyrisch, breekbaar en doorleeft. Halverwege danst ze daarop wat “la la” zingend (wellicht haar aandeel in de improvisatie). Het pakt mij niet bij de lurven, zoals mogelijk wel de bedoeling.

Vlak voor het eind ligt ze een poos levenloos op de vloer, waarop vier musici afwisselend bij haar lichaam staande een imposante solo geven (indrukwekkend spel van de fagottiste met name, maar de anderen volgden op de voet). Dit was één van de hoogtepunten van de voorstelling voor mij.

Net als het slot, waarin de componist zijn drumstel, geflankeerd met grote trom en gong, tot het uiterste dwingt en daarmee de nodige decibellen produceert.

Bullock, inmiddels ontdaan van haar jacket en daarmee haar doorzichtig topje tonend, loopt wijds de trap af op teksten die voorlopen op de black-lives-matter protesten. Baker was immers één van de meest importante activisten rond Martin Luther King (weduwe King heeft Joséphine zelfs gevraagd King op te volgen, wat ze afwees).

Het was een waardig slot van de avond. Het publiek reageerde voor mij aan de tamme kant, wat ik niet direct verwachtte, maar wat ik wel kon plaatsen na het zien van de voorstelling: voor mij viel het toch ook wat tegen.

De muziek was bij vlagen aangrijpend, maar de balans was niet goed. Het slagwerk van Sorey puilde te veel te vaak uit ten opzichte van de rest en met name ten opzichte van de fantastische Bullock, voor wie het naar mijn idee ook wel iets te veel was. Het is ook niet niks om je publiek twee uur lang te moeten boeien.

JosephineBaker, die ook lid werd van het Franse verzet, werd de eerste zwarte vrouw die vereeuwigd werd in het Franse mausoleum

Perle noire – Meditations for Joséphine – Tyshawn Sorey – Opera Forward Festival Nationale Opera & Ballet dd 9 maart 2023

Productiefoto’s \\© Ruth Waltz

John Adams and his post-style

A peculiar man, Adams, but he can compose like no other. He is one of the most successful and frequently performed contemporary composers and that is not without a reason: his music is very accessible and pleasant to the ear, without it immediately sounding like a tapestry of sound or muzak.

Adams gets his inspiration from “landscapes and their relation to the human psyche” (his own words!) and considers his music to be “ethnic, but influenced by jazz and pop”. He calls his style ‘post-style’ and says that most of his compositions are a celebration of American culture.

He loves America and its poets. His (in my opinion) most beautiful work, The Wound Dresser, was composed to a poem by Walt Whitman.

‘Hail Bop’, Tony Palmer’s documentary about John Adams, is beautiful, exciting and informative. There are many music and opera fragments, interesting interviews, and beautiful images of the American landscape that Adams loved so much.



I only have trouble with the fragments of the filmed version of ‘Death of Klinghoffer’. I have never experienced the opera as anti-Semitic or even anti-Israeli, but I find the over-realistic images of Palestinian children throwing stones and Israeli soldiers shooting, a bit too much and also irrelevant: the opera was composed in 1991, almost ten years before the outbreak of the second Intifada. But anyway, you don’t have to agree with me (Warner Music Vision 50-51011-4857-2-5)

Bonus: 10 Essential Nixon in China Clips (shared from Opera News):

10. While this is not a performance clip (there’s not a hugely diverse selection online), it’s a good introduction to Adams’s opera (via Adams and director Peter Sellars) for those unfamiliar. Interviewed by Sondra Radvanovsky, in 2011 at the Met. —EG 

9. The original cast of Nixon at HGO, 1987, with John Duykers as Mao, Sanford Sylvan as Chou En Lai and James Maddalena as Nixon. —FPD


8. June Anderson, looking eerily like First Lady Pat Nixon, at the Chatelet in Paris, 2012. —FPD 

7. Carolann Page created the role of Pat Nixon in the HGO premiere, but Dawn Upshaw’s recording of “This is Prophetic” is a beautiful interpretation. —EG 

6. A bright-eyed, sympathetic Pat Nixon sung by Janis Kelly in the Met’s HD Live transmission. —LTG 

5. Peter Sellars’s production had its Met premiere in 2011, Mark Morris’s choreography shining in the “Flesh Rebels” scene. —EG 

4. The opera’s centerpiece, “This is prophetic,” is a show-stopping reverie, especially as sung by Carolann Page. —HS 

3. Adams’s Foxtrot for Orchestra is some of his most glorious, gorgeous music. I love the way that it shimmers with strange melancholy and a kind of cubist nostalgia. It is so keenly constructed that it was also used to wonderful effect a few years ago in the Tilda Swinton movie I am in love and seemed instantly to take on an entirely new meaning. —AW  

2. Kathleen Kim is fantastic in this performance of Jiang Qing’s signature aria. This is one of the opera’s big moments, and she makes the role and this siren song entirely her own. —AW 

1. Nixon’s entrance aria, “News has a kind of mystery,” sounds like classic rock n’ roll deconstructed through minimalist opera. A decade after first seeing this opera, I still get this stuck in my head. —HS 

And this is my favourite piecee of the opera is the aria of Chou En-lai (Sanford Sylvain) “I am old and I cannot sleep”

Adams’ Doctor Atomic opnieuw bekeken

Tekst: Peter Franken

Net als in Nixon in China en The death of Klinghofer heeft John Adams in dit werk een contemporaine historische gebeurtenis als uitgangspunt genomen. Het libretto van Peter Sellars legt echter vooral de nadruk op de verschillende hoofdpersonen en hun zorgen, angsten en conflicten en minder op de centrale gebeurtenis zelf, de ontploffing van de allereerste atoombom ooit.

De enorme stress waaronder de twee hoofdverantwoordelijken van het Manhattan Project gebukt gaan, generaal Leslie Groves en fysicus Robert Oppenheimer, is door Sellars uitstekend en invoelbaar uitgelicht. Mooie scène is waar Oppenheimer een gesprek met Groves plotseling een andere wending geeft door over diens dieet te gaan praten. Groves gaat daar gretig op in en plotseling is de dagelijkse calorische waarde van Groves’ eetpatroon een tijdje het enige dat van belang lijkt.

Doctor Atomic werd in 2007 uitgevoerd tijdens het Holland Festival en van deze DNO productie is door Opus Arte een opname op Blu-ray uitgebracht. Solisten, het koor van DNO en het Nederlands Philharmonisch Orkest staan onder leiding van Lawrence Renes. Ze maken er met z’n allen een memorabele voorstelling van.

De eerste akte speelt zich af ongeveer een maand voor de bom zal worden getest. Er zijn twijfels over de werking van het mechanisme dat de ‘gadget’ tot ontploffing moet brengen, absolute perfectie is hier geen luxe maar een vereiste en men is bij de nadering van het beslissende moment niet geheel zeker van zijn zaak. Verder twijfelen sommige wetenschappers aan de noodzaak ermee door te gaan. De bom werd ontwikkeld voor het geval dat Duitsland de US zou aanvallen met een eigen atoombom. Die dreiging is nu verdwenen dus kan alles worden afgeblazen.

De tweede akte laat de aanloop naar de ontploffing op 16 juli 1945 zien. Politiek is de pressie groot om de test uiterlijk op die datum uit te voeren omdat de volgende dag de conferentie van Potsdam zal beginnen. Truman wil daar Stalin op de hoogte kunnen stellen van het nieuwe wapen dat tegen Japan kan worden ingezet om zodoende zijn collega tot een oorlogsverklaring tegen dat land te brengen. Samen kunnen de twee grootmachten Japan tot een snelle overgave dwingen, zo is de redenering. Daarmee wordt de druk op Groves gelegd, zozeer dat hij niet langer boodschap wil hebben aan de weersverwachting die onweer, bliksem en harde wind voorspelt. Als er geen geschikt weerbericht komt maakt Groves desnoods zijn eigen weer.

Edward Teller loopt twijfel te zaaien over het effect van bom, Oppenheimer staat op de rand van een zenuwinstorting, Groves eet een overmaats stuk chocolade. Tijdens het aftellen wordt de tijd vertraagd en dan plotseling is alles voorbij. Het beslissende moment heeft Sellars overgeslagen. In plaats daarvan horen we stemmen die afkomstig lijken te zijn uit Hiroshima, van mensen die de klap hebben overleefd. Ik was al tweemaal op die plek en de geschiedenis is daar nog altijd zeer voelbaar. Doctor Atomic roept vergelijkbare emoties op.

Het decor wordt gedomineerd door een model van de bom, hangend aan een stellage achter op het toneel. Daar zijn ook de dansers actief die een choreografie van Lucinda Childs uitvoeren. De gesprekken vinden meer op het voortoneel plaats. Voor een deel wordt daar Oppenheimers woonhuis uitgebeeld. We zien hem samen met zijn vrouw Kitty in bed en later in een woonkamer met kindermeisjes en de twee kinderen. Kitty is hier al flink aan de drank, Red Label wordt gedronken uit limonadeglazen.

Sopraan Jessica Rivera heeft twee prachtige lange solo’s waarin Kitty inzicht geeft in haar gevoelens en kijk op de hele situatie. Fenomenaal gezongen. Haar huishoudster Pasqualita heeft een korte solo waarin ze een authentiek indiaans liedje zingt. Mooie rol van Ellen Rabner. Door haar kapsel lijkt Rivera wel een beetje op de echte Kitty. Ook Oppenheimer en Teller zijn redelijk herkenbaar in hun vertolkers. Met name Richard Paul Fink komt uiterlijk dicht in de buurt van wat ik aan foto’s van Teller heb gezien. Finks rol zweeft tussen ernst, cynisme en sarcasme. Hij is duidelijk geen team player maar natuurlijk wel briljant.

Eric Owens is een zeer goede Groves. Echt zingen hoeft hij niet maar parlando acteren met een overbearing attitude is hem op het enorme lijf geschreven. Naast hem oogt Gerald Finley als een frêle kamergeleerde en dat contrast werkt uitstekend in de scènes die ze samen spelen. Finley’s vertolking van Oppenheimer is groots, ik heb er geen ander woord voor.

Wat me zo bevalt aan de muziek van Adams is dat hij het zijn zangers niet onnodig moeilijk maakt om ‘modern’ te willen klinken. Dat stoort me vaak in opera’s die in de 20e eeuw werden gecomponeerd en waarin de tekst volledig ondergeschikt is gemaakt aan het produceren van enorme vocale uithalen. Adams en Sellars willen een verhaal vertellen en dan is verstaanbaarheid een eerste vereiste. Daar zijn die twee met Doctor Atomic volledig in geslaagd.

Meer John Adams:

https://basiaconfuoco.com/2021/01/16/john-adams-en-zijn-post-style-style/

https://basiaconfuoco.com/2019/02/28/adams-nixon-in-china-mooi-uitgevoerd-in-parijs/

https://basiaconfuoco.com/2019/03/04/girls-of-the-golden-west-is-rauw-realistisch/


Girls of the Golden West is rauw realistisch

Tekst: Peter Franken

denationaleope-thwalz-526

Scène uit Girls of the Golden West. (© DNO / Martin Walz)

De Nederlandse première van Girls of the Golden West werd donderdagavond met veel gejuich ontvangen in Nationale Opera & Ballet. De nieuwe opera van Peter Sellars en John Adams ontdoet het leven in het Wilde Westen van elke romantiek.

Het idee voor een nieuwe opera over de goldrush in Californië, midden negentiende eeuw, komt van librettist en regisseur Peter Sellars. Hij kreeg een paar jaar geleden het verzoek om voor de Scala La fanciulla del West van Puccini te ensceneren. Sellars verdiepte zich in de stof, deed historisch onderzoek en bedankte vervolgens voor de klus. Het toneelstuk waarop Puccini’s werk was gebaseerd, gaf een veel te rooskleurig, bijna suikerzoet beeld van de werkelijkheid, zo vond Sellars. Dat was het beginpunt voor een nieuw traject met John Adams, wat leidde tot Girls of the Golden West.

de nederlandse opera NewsAdamsSellarssfo616

Adams and Sellars
© Terrence McCarthy/San Francisco Opera

Het libretto leunt sterk op een reeks brieven die een vrouw uit New England naar een vriendin stuurde tijdens haar verblijf in een goudzoekersdorp rond 1851. Wat haar ertoe heeft gebracht daar met haar man naartoe te gaan, blijft onduidelijk. Maar als volledige buitenstaander weet ze wel een mooi beeld te schetsen van de omgeving, het harde leven van de goudzoekers en de frictie tussen de verschillende etniciteiten die de kolonie bevolken. Dame Shirley, zoals ze zichzelf noemt, schrijft met afstandelijke betrokkenheid, waardoor haar brieven een redelijk objectief beeld geven van de situatie ter plaatse. En dat staat ver af van Puccini’s Fanciulla.

De handeling speelt zich af in het fictieve dorpje Downieville, niet te verwarren met het naburige Hangtown. We krijgen zo al direct een idee van het leven aldaar. Een tweetal goudzoekers, echte rednecks, bepalen het verloop van de handeling. Het zijn Joe Cannon en zijn maat Clarence. Joe is een beetje een ‘loose cannon’ en Clarence zijn ‘keeper’. Aanvankelijk past Joe wel in het romantische plaatje van de arme sloeber die zijn vriendin heeft achtergelaten om rijk genoeg te worden om met haar te kunnen trouwen. Maar ze heeft niet op hem gewacht en per brief krijgt hij te horen dat ze inmiddels een kind heeft bij een ander, een baby met rood haar. Hij zingt erover in de plaatselijke saloon met commentaar van een koor van collega-goudzoekers.

denationaleope-thwalz-525

Scène uit Girls of the Golden West. (© DNO / Martin Walz)

Het muzikale idioom van deze scène had wel wat weg van C.W. McCall’s hit ‘Convoy’ uit 1975. Zo schildert Adams in dit nieuwe werk een beeld van de Amerikaanse muziekgeschiedenis, waarin onder anderen Gershwin, Ellington, Glass en natuurlijk Adams zelf goed herkenbaar zijn. De muziek is vooral eenvoudig gehouden, zo stelt de componist, omdat het gaat om simpele verhalen en gedachten, net zoals bij zijn eerdere opera Nixon in China het geval was. De zanglijnen van de protagonisten zijn ook tamelijk rechttoe rechtaan – ‘Sprechgesang’ voor gevorderden – met als enige uitzondering het hoertje Ah Sing, dat als coloratuursopraan op lyrische wijze de stratosfeer mag betreden.

Showstopper

denationaleope-inwalz-012

Scène uit Girls of the Golden West. (© DNO / Martin Walz)

Behalve de zelfkant van het leven – kenmerkend voor een omgeving die bepaald wordt door zuipen, gokken, vechten en bezoek aan de bordeeletage van het centrale hotel, hier Empire genaamd – speelt in Sellars’ libretto racistisch geïnstigeerd geweld tegen niet-yankees een belangrijke rol. Er vallen de nodige doden en de viering van de Fourth of July is aanleiding voor wat in een Russisch-Joodse context gewoon een pogrom zou worden genoemd.

denationaleope-thwalz-506

Scène uit Girls of the Golden West. (© DNO / Martin Walz)

Dame Shirley treedt op in een scène uit Macbeth als onderdeel van het gecultiveerde vermaak, maar een deel van de goudzoekers gaat vervolgens als een stel hooligans door het lint. Het tekent de wankele vrede in het dorp, waarin eerzame burgers leven naast licht ontvlambare, gefrustreerde rednecks, die hun hoop op snel fortuin hebben zien verdampen en de verzachtende invloed van een vrouw missen. Bezoek aan een hoer biedt geen oplossing.

Omgekeerd probeert Ah Sing haar klant Joe te bewegen tot een huwelijk. Hij wijst haar af omdat ze hem dan te veel zou inkapselen, ontmannen. De rol werd uitnemend vertolkt door de Koreaanse sopraan Hye Jung Lee en haar ‘Ballad of Ah Sing’ was het vocale hoogtepunt van de avond, als showstopper te vergelijken met ‘I am the wife of Mao Tse-tung’ in Adams’ Nixon in China, een rol die ze ook al eens heeft gezongen.

Behalve Dame Shirley, Ah Sing en de twee genoemde goudzoekers draait het verhaal om kroegbaas Ramón, die een geheime relatie heeft met de aantrekkelijke barmeisje Josefa Segovia en de weggelopen slaaf – ‘passenger of the underground train’ – Ned Peters, een prachtige rol van bas-bariton Davóne Tines.

Peters trekt sterk de aandacht als gecultiveerde zwarte man, die de Fourth of July ziet als de dag bij uitstek waarop slavernij en ongelijkheid in al hun barbaarsheid tot uiting komen. Voor de handeling is zijn rol echter overbodig is. Peters zit in het verhaal omdat hij kennelijk past in Sellars’ politiek-maatschappelijke visie, niet omdat hij iets met de goldrush uitstaande heeft. Gelet op het feit dat het werk aan de lange kant is en door de aaneenschakeling van losse scènes weinig vaart heeft, zou deze zijsprong beter geschrapt kunnen worden.

Dat geldt ook voor de vele tekstuele herhalingen in gezongen dialogen en monologen. Drie of vier keer een regel herhalen past goed bij het minimalistische karakter van de muziek waar Adams groot mee is geworden, maar in een werk dat veel meer leunt op tekst dan muziek, is het minder gewenst.

 

Appleby excelleert

denationaleope-inwalz-067

Scène uit Girls of the Golden West. (© DNO / Martin Walz)

Ah Sing was uiteindelijk de enige waarmee ik enig ‘rapport’ kon ontwikkelen: een personage met duidelijk herkenbare emoties, dat tijdens de avond enige ontwikkeling vertoont. Joe Cannon vertoont dat weliswaar ook, maar die gaat neerwaarts. Hij eindigt als een spitsboef die aan zijn einde komt als hij barmeisje Josefa probeert te verkrachten. Zij steekt hem neer; een Mexicaanse vrouw vermoordt een blanke man. Een volksgericht van rednecks veroordeelt haar ter dood. Het is een historische gebeurtenis, die nadrukkelijk een plaats verdient in dit relaas. Mezzo J’Nai Bridges oogde en zong bijna als een voorname dame, niet echt een kroegwerker. Het maakte haar verscheiden des te pregnanter, maar over Josefa zelf komen we weinig aan de weet.

Tenor Paul Appleby excelleerde als de onfortuinlijke Joe Cannon, mooi bijgestaan door bas-bariton Ryan McKinny, geen onbekende in Amterdam (Amfortas). Sopraan Julia Bullock was nadrukkelijk aanwezig als verteller (briefteksten) en als Lady Macbeth. Samen met Joe vormde ze de spil van de avond; goed geacteerd en uitstekend gezongen. Bariton Elliot Madore gaf adequaat gestalte aan de bijrol van Ramón.

Het decor was tamelijk basaal. Het bestond uit zetstukken die door toneelknechten werden verplaatst. De kostumering maakte veel goed: mooie periodekostuums, in het bijzonder bij de vrouwen.

denationaleope-thwalz-532

Scène uit Girls of the Golden West. (© DNO / Martin Walz)

De mannen van het Koor van DNO, zoals altijd ingestudeerd door Ching-Lien Wu, produceerden een krachtig geluid. Bij wijlen waren ze dusdanig stereotiep macho in hun gedrag dat ik onwillekeurig aan de Village People moest denken.

Grant Gershon stond voor het prima spelende Rotterdam Philharmonisch Orkest. De aanwezige componist kon slechts tevreden zijn met hun prestatie. Een mooie voorstelling van een wat uitgelopen werk, dat zeker na de pauze de nodige deprimerende momenten kent. Wie een tweede Puccini verwacht, komt bedrogen uit. Hier geen romantiek, maar rauw realisme. De opera draagt duidelijk het stempel van Peter Sellars – het is zijn schepping. Adams komt op de tweede plaats.

Trailer van de productie:

Girls of the Golden West is tot en met 17 maart te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Het artikel is al eerder verschenen op Place de l’Opera:
https://www.operamagazine.nl/headline/47327/girls-of-the-golden-west-is-rauw-realistisch/

Adams’ Nixon in China mooi uitgevoerd in Parijs

Marin Alsop dirigeert NIXON IN CHINA

 

 

Peter Sellars helpt Mozarts Zaide om zeep

zaide

Zaide is zonder twijfel problematisch. De opera werd pas tien jaar na Mozarts dood gevonden: onafgemaakt, zonder ouverture, zonder (happy?) eind en zelfs zonder titel. Het laat zich beluisteren als een voorstudie voor Die Entführung aus dem Serail en ook het verhaal is vrijwel identiek.

In de zomer van 2008 werd de opera in Aix-en-Provence door Peter Sellars verfilmd, met in de hoofdrollen vrijwel alleen gekleurde zangers. Je hebt geen idee waar de actie zich afspeelt. In een gevangenis? Of in een naaiatelier? Of is het een naaiatelier in een gevangenis?

Sellars heeft de rollen omgedraaid en dus zijn het de moslims die het nu zwaar te verduren hebben. Maar wie zijn dan de zwarte slavendrijvers? Ook moslims? Het koor van de getourmenteerde gevangenen (het Ibn Zaidoun Choir) is het in ieder geval wel, waarbij de improvisatie op de oud (voorloper van de luit) zeer authentiek aandoet.

De zangers acteren beter dan ze zingen en hun Duits is abominabel, maar de Sri Lankaanse tenor Sean Panikkar (Gomatz) is een echte ontdekking. Hij beschikt over een mooie lyrische stem en zijn hele optreden is zeer overtuigend.

Elena Lekhina krijgt als Zaide één van de mooiste aria’s te zingen die Mozart ooit heeft gecomponeerd, ‘Ruhe Sanft’, en dat doet ze zeer adequaat. Maar niet voldoende. Wilt u weten hoe het moet? Luister dan naar Beverly Sills:

W.A. Mozart
Zaide
Ekaterina Lekhina, Sean Panikkar, Alfred Walker, Russell Thomas, Morris Robinson; Camerata Salzburg olv Louis Langrée
Regie: Peter Sellars;
Medici Arts 3078358