Lisa_Milne

Katie Mitchell verfilmde The turn of the screw

Tekst: Peter Franken

Deze opera van Benjamin Britten stamt uit 1954 en is gebaseerd op een novelle van Henry James uit 1898. De titel is ontleend aan de tekst waarmee James zijn ghost story inleidt en houdt op geen enkele wijze verband met het feitelijke verhaal. Het is opmerkelijk dat librettist Myfanwy Piper er niet een eigen titel voor heeft bedacht. Maar misschien was dat gewoon om mee te liften op de naamsbekendheid van James’ werk.

Ik zag de opera tweemaal in het theater, een uitstekende productie in De Munt (1998) en een eveneens geslaagde productie van de Reisopera (2002). Katie Mitchell regisseerde in 2005 een filmversie van het werk wat zeer veel mogelijkheden gaf om de geestverschijningen van de huisknecht Quint en de gouvernante Jessel in de handeling te betrekken.

Verder spelende kinderen op alle verdiepingen van het landhuis en in het omringende park, zeer sfeervol allemaal. Toch wist met name de voorstelling in De Munt me indertijd meer te boeien, onder meer vanwege het arrogante mannelijke gedrag van Miles als hij tijdelijk bewoond wordt door de geest van Quint.

De kinderen Miles en Flora zijn al vroeg wees geworden en het enig overgebleven familielid is hun oom. Die zal het huis wel hebben geërfd en daarmee de zorg voor de kinderen. Hij heeft het echter veel te druk daarvoor en neemt een nieuwe gouvernante aan die de nadrukkelijke boodschap meekrijgt dat ze de vrije hand heeft maar ook volledig verantwoordelijk is voor alles met betrekking tot de kinderen en het huis. Hij mag onder geen beding lastig worden gevallen.

Al gauw wordt duidelijk dat er iets niet klopt in dat huis. Bij zijn vertrek had de oom zijn huisknecht Quint de leiding gegeven en die had zich veel vrijheden veroorloofd met Miles en Miss Jessel. De gouvernante had zich zelf verdronken in een vijver en Quint was uitgegleden op het ijs en vermoedelijk op zijn achterhoofd gevallen. Daar was hij blijven liggen en pas de volgende ochtend dood aangetroffen. Dat is althans wat de nieuwe gouvernante uiteindelijk van de huishoudster Mrs Grose te horen krijgt.

We krijgen hier het fijne niet van mee maar het is niet onaannemelijk dat Miss Jessel zwanger was van Quint en dat ze hem tijdens een ruzie hierover had doodgeslagen. Gewoon onverwacht van achteren met een koekenpan, zoiets. En daarna zelfmoord gepleegd. Wat er tussen Quint en Miles is gepasseerd laat zich raden, misbruik in enigerlei vorm ligt voor de hand.

Sindsdien spoken die twee rond en proberen als verdoolde zielen hun leven te rekken door dat van de twee kinderen over te nemen. Mrs Grose heeft Flora daar al heel wat over horen uitkramen in haar dromen en als de nieuwe gouvernante vertelt een man te hebben gezien die door het raam naar binnen keek en hem daarbij tamelijk precies beschrijft, roept Mrs Grose iets in de trant van: kan die Quint ons nu niet eindelijk eens met rust laten. De twee schimmen hebben eigen zangpartijen en hebben ook een scène samen waarin ze elkaar verwijten maken.

Het einde van het verhaal is dat Mrs Grose met Flora vertrekt om haar in veiligheid te brengen voor Miss Jessel en de gouvernante Miles zover krijgt dat hij de geest toeroept: ‘Peter Quint, you devil!’ Helaas ligt hij daarna levenloos in haar armen. Opmerkelijk is de sensitiviteit van de gouvernante die de twee geesten ook daadwerkelijk lijkt te kunnen waarnemen. Niet echt natuurlijk maar ze bespeurt nadrukkelijk hun aanwezigheid en kan Quint zelfs heel precies beschrijven.

In het verhaal is de gouvernante een zeer jonge onervaren vrouw en de goed zingende Lisa Milne oogt duidelijk te volwassen voor deze rol, ook al was ze pas 34 tijdens de opname. Naast haar ziet de veel oudere Mrs Grose er onvoldoende uit als iemand die haar moeder had kunnen zijn. Die rol wordt goed ingevuld door Diana Montague. De twee kinderen Miles en Flora zijn prima gecast met de opvallend naturel acterende en goed zingende Nicholas Kirby Johnson en Caroline Wise. Het verdoemde koppel Quint en Jessel komt voor rekening van Mark Padmore en Catrin Wyn Davies.

Muzikaal heeft de opera de vorm van een openingsthema gevolgd door 15 variaties met titels als The window, The Lake, Colloquy and Soliloquy. Eenvoudig te begrijpen teksten worden afgewisseld met zeer cryptische, met name gezongen door Miles. Het klinkt sfeervol maar is bij wijlen toch wel een beetje minimalistisch, met name als er langere tijd sprake is van stil spel.

In de tijd van James moet men er bij het knapperend haardvuur wel een paar gevoelige zielen mee hebben kunnen ontregelen maar ruim een eeuw later is er van die spanning weinig meer over. Vooral voor liefhebbers van Brittens muziek.

Het City of London Sinfonia staat onder leiding van Richard Hickox.

Zullen we het over Idomeneo van Mozart hebben?

Idomeneo terugkeer
Goden! Hebben ze het ooit met ons, mensen, goed bedoeld? We werden door hen uitgelokt en opgehitst om daarna gesard en gestraft te worden, zonder dat wij ons konden verweren. Want: hadden wij een vrije wil? Het goddelijke besluit stond vast en wij konden ons niet aan het voor ons voorbestemde lot onttrekken. Dat staat allemaal te lezen in het dikke boek dat ‘De mythologie’ heet en waaruit de grootste (toneel)schrijvers, dichters, schilders en componisten rijkelijk hebben geput.

Idomeneo godessen

El Juicio de Paris by Enrique Simonet, c. 1904.

Neem nou eens de Trojaanse oorlog. Het is allemaal met een appel en een ‘Miss Godin – wedstrijd’ begonnen en daar werden honderdduizenden humane wezens de dupe van. De jury werd met de belofte van de liefde van de mooiste vrouw ter wereld omgekocht, maar er werd verzuimd erbij te vertellen dat ze al getrouwd was en dat haar man haar wel eens zou kunnen opeisen. Als niet goedschiks dan kwaadschiks.

De oorlog duurde maar liefst tien jaar en aan het eind waren zowat alle helden dood of werden ze door de goden, die immers de hele toestand veroorzaakt hadden, vervloekt. En denk niet, dat je nu rustig op adem kan komen, want na de oorlog kregen we met de heuse post–Trojaanse oorlogstrauma’s (ik verzin het niet hoor!) te maken en de goden waren nog steeds aan het twisten.

Idomeneo, koning van Kreta, keert naar zijn land terug, maar soepel gaat het niet. Hij belandt in een enorme zeestorm en belooft Neptunus het eerste wezen dat hij bij zijn terugkomst tegenkomt aan hem op te offeren. Laat het nou zijn eigen zoon, Idamante zijn! Oei!

Er wordt naar uitwegen gezocht, maar goden zijn natuurlijk slimmer. En dan hebben we ook nog eens een driehoekverhouding: Elletra (ja, de dochter van Agememnon) is naar Kreta gevlucht en verliefd op Idamante geworden. Maar dat is Ilia, de buit gemaakte dochter van koning Priamus van Troje, ook. Afijn – het verhaal, mocht u hem niet helemaal kennen, kunt u gewoon nalezen, wij gaan ons nu met de verschillende uitvoeringen van de opera bezighouden.

Persoonlijk heb ik Idomeneo nooit de sterkste opera van Mozart gevonden en ik had er eigenlijk nooit zo veel mee. Maar nu, na herhaaldelijk luisteren en herluisteren, heb ik mijn mening moeten herzien. Want de muziek, die is toch echt geniaal!

Idomeneo Anton Raaff

Anton Raaff, de eerste vertolker van de rol van Idomeneo

CD’S

Sir Charles Mackerras

untitled

Om gelijk met de deur in huis te vallen – de in 2001 door Warner Classics (5099994823820) gemaakte opname onder leiding van Sir Charles Mackerras vind ik persoonlijk de beste. Het heeft wel één minpuntje (daarover later), maar dat kan ook aan mijn persoonlijke smaak liggen.

Om met de kleinere rollen te beginnen: Anthony Rolfe-Johnson (Arbace) heeft een stem van puur goud. Het is meer dan een genot om naar hem te luisteren en daar kan ik nooit genoeg van krijgen. Men kan zich alleen maar afvragen: waarom Arbace en geen Idomeneo zelf? Ja, ik weet dat hij de rol voor Gardiner heeft opgenomen, maar, so what?

Paul Charles Clarke is een fantastische Opperpriester, huiveringwekkend en toch menselijk tegelijk. La Voce wordt zeer indrukwekkend gezongen door de toen nog zeer jonge John Relya.

Barbara Frittoli is een prachtige Elettra. Gekweld, gekwetst en zinnend op wraak, maar uiteindelijk toch in haar rol berustend. Ik had graag wat meer drama gehoord, maar haar vertolking sluit mooi aan bij de visie van de dirigent.

De vertolking van Ilia door Lisa Milne is wellicht de mooiste die ik ooit gehoord heb. Wel lieftallig, maar nog meer liefhebbend en zeer zeker vastberaden. Haar sopraan is ‘vloeibaar’ – denk aan warme honing, maar dan wel met een pepertje. Daar past de warme, gekwelde mezzo van de betreurde Lorraine Hunt Lieberson als een handschoen bij. Samen klinken ze alsof ze inderdaad altijd een eenheid vormden.

En nu mijn minpuntje: de Idomeneo van Ian Bostridge. Nog niet zo ijdel, narcistisch en gemaniëreerd, wat zijn opnamen en optreden de laatste jaren zo ontzettend ontsierde, maar hij klinkt zo ontzettend gewoon! Geen getormenteerde koning, maar een buurman van ‘the next door’. Hij zingt zuiver, maar zijn coloraturen zijn pover – dat ook nog eens voor iemand die uit de barokke hoek komt!

De partituur is zowat helemaal compleet, zelfs het ballet aan het eind ontbreekt niet. Meestal wordt het weggelaten, en wat mij betreft absoluut terecht. Het is niet anders dan een anticlimax en ik heb het, na een keer beluisteren, ook nooit meer aangehoord. Er is een summier boekje bij met de tracklist, maar het doosje bevat ook een bonus-cd met synopsis en het complete libretto.


James Levine

Idomeneo Domingo
In 1996 heeft Deutsche Grammophon (4477372) de opera onder leiding van maestro James Levine opgenomen met zowat de grootste sterren van de Metropolitan Opera uit die tijd. Geen idee of het idiomatisch is, maar ik vind het HEERLIJK!

De gespierde directie van Levine haalt verborgen schatten naar boven en in geen andere uitvoering hoor je hoe vooruitstrevend de muziek is! De tempi zijn uiteraard fors, maar nergens gehaast en de meeste stemmen zijn overweldigend.

De rol van Arbace is merkwaardig genoeg bezet door een bariton. Nou lijkt het timbre van Thomas Hampson inderdaad meer op dat van een tenor en is hij in de hoogte mooier dan in de laagte, maar Mozart vroeg nadrukkelijk om een (lichte!) tenor. Maar storend is het niet, integendeel. Zeker ook omdat Hampson zoveel invulling in zijn rol van de vertrouweling van de koning weet te leggen.

Frank Loppardo is geen match voor Clarke bij Mackerras, maar hij houdt zich goed staande in de kleine, maar zeer zware partij van de Opperpriester. Bryn Terfel is meer dan een luxe bezetting van La Voce, van zijn geluid ga je vanzelf trillen van angst.

Carol Vaness (Elettra) klinkt verrassend lyrisch. Gelukkig pakt ze bij ‘Oh smania! O furie!’ lekker uit, precies zoals we van haar gewend zijn. Heerlijk! Ja, zij is een Elettra naar mijn hart!

Heidi Grant Murphy (Ilia) valt in het grote stemmenfestijn een beetje uit de toon. Haar poezelig timbre doet mij veel aan Kathleen Battle denken, niet echt mijn ‘kopje thee’.

Cecilia Bartoli is een zeer virtuoze Idamante, zeer overtuigend ook, al klinkt zij soms een beetje te vrouwelijk. Plácido Domingo’s Idomeneo is tot slot precies wat wij van hem verwachten: met zijn prachtige, warme tenor, zijn koninklijke voordracht en zijn betrokkenheid maakt hij van Idomeneo een zeer emotionele en voornamelijk zeer humane koning.


DVD’S

Pier Luigi Pizzi

Idomeneo Dynamic Pizzi

Uit Teatro San Carlo in Napels komt de productie van Pier Luigi Pizzi, opgenomen in 2004 (Dynamic 33463). De regie is typisch Pizzi – heb je er één gezien, dan heb je ze allemaal gezien. Zeer realistisch, maar met een twist en veel mannelijk (half)bloot. Veel ballet ook en de kleuren zijn voornamelijk zwart en wit en een beetje rood. Alleen Elettra brengt er een extra kleur bij. Haar paarse outfit moet – neem ik aan – voor de furie staan. Het decor doet zeer bordkartonachtig aan en er wordt veel liggend op de grond gezongen (je zou maar ergens op een schellinkje zitten!).

Om eerlijk te zijn: zo langzamerhand heb ik er genoeg van, van bloot en luiers, in de loop der jaren heb ik er meer dan genoeg gezien. Maar één ding moet ik Pizzi wel toegeven: zijn producties zijn altijd spannend en zijn personenregie heel erg bekwaam. Het doet ook zeer Grieks aan.

Jörg Schneider (Arbace) is aan de zeer lichte kant. Zijn stem is zonder meer mooi, maar ik mis de expressie. De Opperpriester (Dario Magnabosco) komt niet over, jammer, en over La Voce doe ik er het zwijgen toe: hij is amper te horen. Wellicht had hij versterkt moeten worden?

Iano Tamar is een voortreffelijke Elettra. Zij imponeert niet alleen met haar verschijning en haar acteren, maar ook met haar zang. Zo hoor ik het graag.

Meer moeite had ik met Ilia van Angeles Blancas Gulin. Mooie vrouw, goede actrice, maar zo ontzettend op Callas gefocust. En ik vond haar zingen soms echt hinderlijk tegen de toon aan.

Sonia Ganassi is wellicht de beste Idamante ooit. Niet alleen zingt zij mooier dan mooi, ook haar coloraturen zijn perfect en haar timbre warm. Alleen al voor haar is de dvd meer dan de moeite waard.

Kurt Streit behoorde ooit tot mijn geliefde tenoren. Hij is ook hier heel erg goed op dreef. Luister naar zijn zonder meer indrukwekkende ‘Fuor der mar’, al klinkt hij niet helemaal zuiver:

Dieter Dorn

Idomeneo Munchen Medici arts

Maar goed, vergeleken met de productie van Dieter Dorn, in juni 2008 opgenomen in München (Medici Arts 2072448) kan Pizzi voor de beste regisseur ter wereld doorgaan. Het begint met meppen, bloed en geweld. Waar slaat dit nou op? De oorlog is toch al lang geleden afgelopen? Maar misschien kijken we terug? Of zijn dat de nachtmerries van Idomeneo?

Geen idee ook waar en wanneer het zich afspeelt: het kan Kreta zijn, maar we kunnen ook in Afrika zijn beland. Kan ook München in juni 2008 zijn. De personages lijken het meest op een mengeling van hippies en Hells Angels in Afrikaanse klederdracht, maar misschien zijn dat gewoon Marsmannetjes? Ach. Waarom ook niet. Zucht.

De choreografie is verontrustend, op zich niets op tegen. De storm wordt mooi uitgebeeld – helaas slaan de beelden nergens op. Geen idee ook waarom bij de eerste aria van Elettra de figuranten met bloed besmeurd moeten zijn. Verder wordt er continu door de zaal gerend – fijn voor de mensen die boven en/of opzij zitten. Wedden dat ze helemaal niets zagen?

Rainer Trost is qua stem een zowat perfecte Arbace, maar wil je van zijn zang genieten, dan moet je je ogen dichtdoen en zo houden. Wat de regisseur voor hem bedacht heeft…

Juliane Banse is een mooie Ilia. Haar stem is klein en beperkt, maar heel erg mooi van timbre. Bovendien is zij meer dan een overtuigende actrice.

Annette Dasch (Elettra) is een jonge aantrekkelijke zangeres, die als een komeet omhoog schoot en binnen een korte tijd enorme carrière heeft gemaakt. U moet mij niet vragen waarom. Ik vind haar maar gewoontjes. O ja, zij is goed, zeker, maar zo goed? In de opname klonk zij afstandelijk en niet eens helemaal zuiver.

Voor Idamante heeft men verrassend genoeg voor een tenor gekozen. Niets op tegen, zeker als de tenor in kwestie Pavol Breslik heet en over een heerlijk lyrisch timbre beschikt. Maar je moet je oren op een ander geluid voorbereiden.

John Mark Ainsley is Idomeneo. Van hem kon ik mijn ogen niet afhouden. Wat een acteur! En wat een stem! Daar ga je vanzelf de belachelijke regie prompt vergeten. Alleen al vanwege zijn optreden zou ik de dvd niet willen missen, dat moet je minstens een keer gezien en gehoord hebben.

Hieronder trailer van de productie:

Als bonus heb ik voor u Sena Jurinac als Ilia in ‘Zeffiretti lusinghieri’. Zo mooi hoor je het tegenwoordig nog zelden!

The Sacrifice van MacMillan: verismo ten top

macmillan

De Schotse componist James MacMillan (1959) is voornamelijk bekend van sterk religieus getinte vocale werken, maar hij heeft door de jaren heen een veel breder oeuvre opgebouwd. Zijn tweede opera, The Sacrifice, werd tijdens de première (Cardiff, 2007) live opgenomen en is in 2010 op Chandos uitgebracht.

De muziek van MacMillan lijkt nog het meest op die van Benjamin Britten, niet in de laatste plaats door de bijzonder dramatische ‘interludes’, die, net als bij zijn illustere Britse voorganger, hun eigen concertleven zijn gaan leiden.

MacMillan citeert ook uit de filmmuziek. Voornamelijk Bernard Herrmann, maar ook Max Steiner (Now, Voyager!) komt om de hoek kijken.

Het zeer aangrijpende verhaal speelt zich af in een niet nader omschreven land, verscheurd door oorlogen en gevechten met terroristen. De dochter van de generaal offert zichzelf (en haar grote liefde) op door met de gewezen vijand te gaan trouwen. De rust keert in het land, maar de oorlog wordt nu persoonlijk en na een tweetal doden wordt het tijd voor de generaal om zich op te offeren voor zijn dochter en haar gezin.

Christopher Purves imponeert in zijn rol als de generaal, Lisa Milne is een ontroerende Siam, en Sarah Tynan zet een voortreffelijke ‘onnozele’ Megan neer. Al met al: een enorme aanwinst. Van harte aanbevolen.

James MacMillan
The Sacrifice
Lisa Milne, Sarah Tynan, Peter Hoare, Leigh Melrose, Christopher Purves, e.a.
Orchestra and Chorus of Welsh National Opera olv Anthony Negus.
Chandos 10572