Les_Troyens

Jessye Norman als Cassandre in Les Troyens

Tekst: Peter Franken

Morgen, 30 maart, is het anderhalf jaar geleden dat Jessye Norman overleed. Een mooie aanleiding om terug te kijken op twee van haar grootste rollen in de Met. Vandaag Cassandre, morgen volgt Sieglinde.

In 1983 debuteerde Norman in de Metropolitan Opera in de rol van Cassandre in Berlioz’ Les Troyens. Die voorstelling werd verfilmd en bij het zien ervan raak je gemakkelijk in de ban van deze ietwat hysterische zieneres die de verwoesting van Troje voorspelt maar door niemand geloofd wordt. Haar andere grote rollen in New York waren de titelrol in Strauss’ Ariadne auf Naxos en Sieglinde in Wagners Die Walküre.

Les Troyens had een schitterende cast waarvan behalve Norman ook Tatiana Troyanos als Dido en Placido Domingo als Énée deel uitmaakten. De eerste akte draait zoals verwacht helemaal om Norman die een werkelijk fenomenale vertolking geeft van de door haar vloek geteisterde Cassandre. Met name het grote duet met Chorèbe is adembenemend en vooral ook ontroerend door de subtiele begeleiding die Berlioz hiervoor heeft geschreven.

Ook in de volgende scènes zien we Cassandre als dominant personage terug, in steeds groter wordende vertwijfeling. Als Énée opkomt met de mededeling dat Lacoön is gedood door een zeeslang als kennelijke bestraffing voor het feit dat hij het door de Grieken als gift achtergelaten paard niet vertrouwt, geeft Cassandre het op, praat daarna alleen nog maar in zichzelf. Énée is ervan overtuigd dat Pallas Athena is beledigd omdat de Trojanen het Griekse afscheidsgeschenk niet willen accepteren. Hij dringt er op aan het paard snel de stad binnen te halen en dan breekt de hel los. Norman komt nog eens nadrukkelijk in beeld als ze de Trojaanse vrouwen voorhoudt dat zelfmoord beter is dan een leven als slavin van een van de Grieken. Ze geeft zelf het (goede) voorbeeld en de anderen volgen haar. Mooi in beeld gebracht is hier de aarzeling die sommige vrouwen laten zien.

Het optreden van Andromache, een zwijgende acteerrol, met haar zoontje vind ik ondanks Normans schitterende prestatie toch het meest ontroerende moment in de eerste akte. Hectors weduwe wordt gespeeld door Jane White die haar diepe rouw een koninklijke uitstraling weet te geven. Met de melancholieke klarinet erbij die haar tijdens de gehele scène begeleidt is het nauwelijks mogelijk hier je ogen droog te houden.

De muziek van Berlioz vertoont een aantal opvallende kenmerken. Solerende blazers markeren emotionele momenten, vaak is een harp te horen die een orkestpassage accentueert. Passages met tutti strijkers klinken opmerkelijk vol doordat Berlioz de houtblazers gelijk op met hen laat spelen. Het maakt zijn muziek uiterst herkenbaar maar natuurlijk ook wel een beetje voorspelbaar. Zo ook Les Troyens, het klinkt allemaal vertrouwd en bekend. Maar de opera is te lang om de aandacht volledig vast te houden. Het eerste deel, La prise de Troy, is compact en de handeling is vol dramatiek. Na anderhalf uur is Troje verwoest en Aeneas ontvlucht.

Jessye Norman als Cassandre


Het tweede deel, Les Troyens à Carthage, duurt twee en een half uur en dat is veel te lang voor een werk dat pas tegen het einde een dramatische wending krijgt. Monologen en duetten kabbelen eindeloos voort, balletten nemen veel tijd in beslag zonder iets aan de handeling toe te voegen. Zeelui zingen een lied vol heimwee, Iopas moet op commando van Dido ook nog een lied zingen, om haar op te vrolijken. Naar verluidt heeft Berlioz het originele werk al flink ingekort, hij had er zonder meer nog een uurtje extra uit kunnen halen.

De komst van Énée komt als geroepen voor Dido aangezien hij haar nog maar kort bestaande koninkrijkje, nauwelijks meer dan een nederzetting, redt uit de handen van de Nubische heerser Jarba. Dat is op zich natuurlijk al genoeg reden om hem op een voetstukje te plaatsen. Als Dido vervolgens hoort dat uitgerekend Andromache die als slavin door Phyrrus is meegevoerd naar Griekenland voor hem door de knieën is gegaan en met haar ontvoerder is getrouwd, begint Dido zich af te vragen of ze beslist trouw moet blijven aan haar overleden echtgenoot, zeker nu er zo’n geschikte opvolger aan haar hof verblijft en lijkt te treuzelen om verder te reizen. Dat verandert alles: Dido wil Énée koste wat het kost bij zich houden, de goden en geesten van dode Trojanen die Énée uit zijn slaap houden kunnen de boom in. Love trumps destiny vindt Dido.

Maar Énée vertrekt, hij volgt zijn bestemming die hem een grote strijd en een roemrijke dood voorspelt, na eerst natuurlijk een ‘nieuw Troje’ te hebben gesticht. Opmerkelijk genoeg verdwijnt hij direct achter de mythologische horizon. Verder dan een verhaal over zijn zoon die een nederzetting inItalië zou hebben gesticht, komen we niet. Over Énée heeft niemand het meer na zijn vetrek uit Carthago.

Tatiana Troyanos vind ik nogal vlak klinken gedurende de eerste twee uur van haar optreden. Vermoedelijk spaarde ze haar stem want in de laatste dramatische fase is ze nadrukkelijk een ander personage en ook een andere sopraan. Haar woede en vertwijfeling, haar zelfverkozen dood en vervloeking van Énée’s nageslacht doen je in een klap de voorafgaande twee uur vergeten.

Sterfscéne van Dido:

Placido Domingo is een uitstekende Énée maar feitelijk is dat een vrij saaie rol. Hij is verantwoordelijk voor die blunder met dat paard maar weet wel als enige zoon van Priamus de slachtpartij te ontkomen. Vervolgens zit hij in zo’n handenwringende situatie van ‘ga niet, ik moet’ en daarna verdwijnt hij in de vergetelheid.

Zoals te verwachten in een al wat oudere Met productie ziet alles er prachtig uit met overdadige kostuums en een mooi vormgegeven toneelbeeld. Maar uiteindelijk is de opname toch vooral de moeite waard vanwege het optreden van Jessye Norman.

Overigens pleegt Cassandra niet in alle mythen zelfmoord. In Agamemnon, het eerste deel van de Oresteia van Aeschylus, arriveert ze als Agamemnons slavin en bijslaap in Mycene waar ze door Aegisthus wordt vermoord. Klytämnestra neemt tegelijkertijd haar teruggekeerde echtgenoot voor haar rekening.

Twee ‘Les Troyens’ uit de archieven

berlioz_les_troyens_-_gardiner

Persoonlijk houd ik niet zo van Les Troyens. Het is me te statisch, te klassiek van vorm ook, want op zoek naar zijn ideale klankbeeld reisde Berlioz terug in de tijd, Gluck achterna.

Een goede voorstelling kan echter wonderen verrichten, en zie: een wonder is geschied.

De in 2003 in Théatre du Châtelet op 3 DVD’s (Opus Arte OA 0900 D) opgenomen productie van Yannis Kokkos kan ik in één woord worden beschrijven – FANTASTISCH!

Van het begin tot het eind keek ik geboeid, en was vol bewondering voor zowel de regisseur (die ook de enscenering en kostuums voor zijn rekening nam) als ook de zangers.

In de eerste twee akten koos Kokkos voor sensationele visuele effecten, die beginnen nog voordat het doek opengaat. Middels spiegels en projecties, kleuren en lichten, ontstaat een multidimensionale voorstelling, niet begrensd door regels, noch door de logica.

Zo creëert hij een stad in een stad, zo kunnen we de glorie van de oude Troje nog aanschouwen op hetzelfde moment als zij al onder gaat. Het Carthago gedeelte is wat rustiger, hier overheersen de harmonie en geometrische lijnen.

De opera wordt gedragen door twee zangeressen: Anna Caterina Antonacci, een sopraan met een fantastische laagte, sensationele gebaren en onbegrensde mimiek imponeert als de gekwelde Cassandre en de zoetgevooisde Susan Graham zet een bijzonder ontroerende Didon neer.

Susan Graham en Gregory Kunde in ‘Nuit d’ivresse’:

Maar ook met de heren is er helemaal niets mis: Gregory Kunde (wat een prachtige, makkelijke hoogte!) schittert als Énée en Laurent Naouri is een imponerende Narbal/Le Grand Prêtre.

John Eliot Gardiner dirigeert het zeer transparant spelende Orchestre Révolutionnaire et Romantique

Troyens Domingo

Een jaar of tien geleden heeft DG (0734310) een behoorlijk ingekorte voorstelling van de Metropolitan Opera op dvd uitgebracht. Het dateert uit 1983 en is (hoe kan dat anders?) zeer traditioneel, met alles daarop en daaraan. Prachtig vind ik het! Machtig, overweldigend…

En kijk maar eens wie de vertolkers van de hoofdrollen zijn: Jessye Norman (Cassandra), Tatiana Troyanos (Dido), Plácido Domingo (Aeneas)!

Jessye Norman als Cassandra:

Sterfscène van Didon (probeer het droog te houden!):

De opname zelf is ook bijzonder: omdat er, tijdens de live tv-uitzending op 8 oktober de elektriciteit was uitgevallen, werd een klein deel van de tweede akte geplukt uit een eerdere voorstelling.

Jimmy Levine dirigeert zoals we van hem gewend zijn: spannend, groots en met spierballen.