Ilse_Weber

De Leo Smit Stichting eert vier componisten.

Tekst: Neil van der Linden

Op een prachtige novemberzon nazomer-middag eerde de Leo Smit Stichting vier componisten waarvan drie vermoord werden in Auschwitz. Het evenement had plaats in haar eigen onderkomen aan de Amstel, met vol herfstlicht recht binnenvallend door de ramen, met zicht op de rivier. De atmosfeer had niet tegelijk melancholischer en serener kunnen zijn.

Jan Broeze: Avondlandschap

Daniel Belinfante werd in 1893 geboren en werd vermoord net op dag voor de Russen Auschwitz bereikten. Van hem klonken twee pianostukken, Prélude uit 1924 en Avondlandschap: impressie naar een schilderij van Jan Broeze uit 1943.

Atmosferische laat-romantische stukken met een zweem midden- tot laat-periode Skrjabin, sterk chromatisch, duister, vooral Avondlandschap, maar toch bijna geheel tonaal. Pianist Dimitri Malignan, die samen met sopraan Elizaveta Agrafenina afwisselende de programmaonderdelen inleidde, had met deze mooie muziek meteen subtiel een toon gezet.

Ilse Weber

Ilse Weber, geboren in Moravië in 1903 en vermoord in Auschwitz in 1944, zat voor ze naar Auschwitz werd gedeporteerd een tijd in het ‘modelkamp’ van Theresienstadt, waar de Nazis, om de internationale waarnemers te misleiden, kunstenaars in ‘humane’ omstandigheden onderbrachten. Weber schreef een reeks liederen voor kinderen, die ze zelf op gitaar of luit (zie foto) begeleidde. De liederen zijn later bewerkt voor begeleiding door piano, zoals ze nu klonken. Nu zijn het zonder meer ‘volwassen’ liederen.

Ze waren bedoeld om de kinderen op te beuren, ondanks de dramatische omstandigheden waarvan ze zich zelf wel ten volle bewust was. Een titel als “Ich wandre durch Theresienstadt” komt in dit verband w over. Het laatste couplet luidt:

Ich wende mich betrübt und matt,
so schwer wird mir dabei:
Theresienstadt, Theresienstadt,
wann wohl das Leid ein Ende hat,
wann sind wir wieder frei?


Tekst Ich wandre durch Theresienstadt

https://oxfordsong.org/song/ich-wandre-durch-theresienstadt

Indringender dan hoe sopraan Elizaveta Agrafenina dit lied zong en pianist  Dimitri Malignan het begeleidde zou het nauwelijks kunnen klinken. Ook uit het tweede lied “Und der regen rinnt” lijken dreigende voorgevoelens te spreken.  

Anne-Sofie von Otter zingt Ilse Webers „Ich wandre durch Theresienstadt“

Als derde lied was gekozen voor een troostend wiegenlied, “Wiegala”.

Één van haar zoons werd ook in Auschwitz vermoord, maar haar andere zoon kon naar Engeland ontsnappen. Ze wist hem ook uit het kamp brieven te schrijven, en uit één van die brieven vol bange voorgevoelens las Elizaveta Agrafenina tussendoor twee passages voor. Aldus ontstond een aangrijpende biografische getuigenis.

Van Henriette Bosmans (1895-1952) werden vier liederen uitgevoerd. Het eerste van de reeks, het etherische “Lead, kindly light” uit 1945 op tekst van kardinaal Newman was geschreven voor Jo Vincent. Dat vormde een prachtige opmaat voor het geheimzinnige, zo niet duistere “The Artist’s secret” uit 1948, op een huiveringwekkende ‘Edgar Allen Poe meets The Picture of Dorian Gray’-achtige tekst van Olive Schreiner (1855 – 1920), over vergankelijkheid, een kunstenaar die in één geheime kleur schildert, rood, steeds roder en zelf steeds bleker en bleker wordt, en de wereld achter zijn geheim probeert te komen. Tenslotte sterft hij en dan ontdekt men dat hij op de plek van zijn hart een wond had in zijn borst; had hij altijd met zijn bloed geschilderd? De dood had de wond inmiddels gedicht. Maar het schilderij leeft nu voort.

Bosmans schreef dit lied in de tijd dat zij vriendschappelijke banden onderhield met Benjamin Britten en zijn levensgezel Peter Pears. In de net-naoorlogse romantisch-overspannen sfeer van die tijd zou ‘secret’ ook hebben kunnen slaan op homoseksualiteit; Bosmans had zelf eerder een verhouding gehad met celliste Frieda Belinfante (1904-1995).

Het derde lied “Le diable court dans la nuit” (De duivel rent de nacht in), van vóór de oorlog maar wel in de aanloop ervan, uit 1935, onderstreepte de lugubere sfeer met mooi extreme kleuringen.


“La chanson des marins hâlés” (Het lied van de gebruinde zeelieden) uit 1947/48 was dan weer wat zonniger. Willem Strietman heeft dit lied georkestreerd. Van “Lead, kindly light” bestaat ook een georkestreerde versie. Georkestreerd door wie kan ik niet nagaan, waarschijnlijk door Bosmans zelf. Ik voeg een YouTube met Elizaveta Agrafenia als solist toe. Het zou wonderwel passen tussen pakweg Elgar, maar ook Berg en Mahler, zowel Gustav als Alma.

Henriëtte Bosmans “Lead, kindly light” in georkestreerde versie, met Elizaveta Agrafenia als solist.

“Lead, kindly light” in de pianoversie door Julia Bronkhorst en Maarten Hillenius

“The Artist’s secret” verdient ook orkestratie, het lijkt wel een mini-opera. Elizaveta Agrafenina legde er alle mogelijke nuances in, van (in deze omgeving afdoende) mezzoforte tot nog veel subtieler pianissimo, met fraai sotto voce, terwijl Dimitri Malignan ook alle kleuren van de partituur opzicht in de pianopartij. De hele combinatie zou tot een opera kunnen leiden, zeker ook als de drie preludes voor piano die Dimitri Malignan erna speelde erbij zouden worden georkestreerd als interludes. Idee voor een kameropera! Met groot orkest mag ook. Maar ook nu werd de ‘orkestraliteit’ van deze stukken fraai door Malignan verklankt.

Henriëtte Bosmans “The Artist’s secret”

Elizaveta Agrafenina noemde ook hoe Bosmans betreurde dat Nederland, waar na de oorlog Brittens muziek warm werd ontvangen, haar eigen muziekcultuur verwaarloosde. Hoe het kwam dat hier te lande componisten nooit tot volle bloei konden komen. Zelf denk ik dan aan Wagenaar, Van Gilse, Pijper, Vermeulen, Wagenaar, en natuurlijk Kattenburg, Belinfante, Smit, en Bosmans. Dat niet alleen doordat sommigen zoals Pijper, Van Gilse en Vermeulen hopeloos met elkaar aan het bekvechten waren. Sommigen van hen waren niet veel minder dan misschien wel Elgar of Delius tot en met Benjamin Britten, maar moesten telkens terug naar af. Maar dit terzijde.

Over Bosmans’ contacten met Pears en Britten door Elizaveta Agrafenina

Dick Kattenburg (1919-1944) was eigenlijk nooit bezig met zijn Joodse komaf, totdat de omstandigheden hem daarvan doordrongen. Uit die tijd stammen zijn “Palestijnse liederen”, uit 1942. Palestina was toen de naam van het tot dan toe Britse ‘mandaatgebied’ dat al werd genoemd als Joods thuisland. Kattenburg voorzag bekende liederen in het Hebreeuws van pianobegeleiding, waarbij de energieke melodieën hun op Oost-Europese muziek geënte aard verraden. In principe tamelijk opgewekt, kreeg dat met besef van de context van toen en nu ook een wrange kant. Kattenburgs soms gedurfde harmonieën leken dit wrang te accentueren. Kort na het schrijven van deze liederen dook Kattenburg onder. Onderwijl doorcomponerend, vluchtte hij van onderduikadres naar onderduikadres. Uiteindelijk verraden, werd ook hij in 1944 op transport gezet naar Westerbork en vervolgens Auschwitz, waar hij op 24-jarige leeftijd werd vermoord.

Basia con fuoco over Kattenburg:

https://basiaconfuoco.com/2022/03/11/stolen-melodies-van-dick-kattenburg-als-een-soort-metafoor-voor-zijn-korte-leven/

Daniël Belinfante
-Prélude
-Avond Landschap

Ilse Weber
-Ich wandre durch Theresienstadt
-Und der regen rinnt
-Wiegala

Henriëtte Bosmans
-Lead, kindly light
-The Artist’s secret
-Le diable court dans la nuit
-La chanson des marins hâlés
Uit 6 Preludes for piano
-n° 1 (Moderato assai),
-n° 2 (Lento assai)
-24 (Allegretto)

Dick Kattenburg
Palestijnse Liederen
-Sowewoenie
-Zecharja
-Simcha Bie-Jroesjalajiem
-Sjier Ha-Emek 

Sopraan Elizaveta Agrafenina en pianist Dimitri Malignan
Gezien 3 november, de Muziekkamer, Leo Smit Stichting, Amsterdam

Foto’s: © Neil van der Linden

Terugreis in muziek met Auschwitz-overlever Éva Fahidi tijdens de Zeister Muziekdagen

Tekst: Neil van der Linden

Vanwege ziekte, en helaas waarschijnlijk een vrij ernstige, kon ze er in Zeist zelf niet bij zijn. Eva Fahidi, de 97-jarige Auschwitz-overlever wiens leven de spil vormt van ‘Ich weiß bestimmt, ich werd’ dich wiedersehn’, ‘een dialoog tussen woord en muziek, over herinnering, stilte en verder leven met Holocaust-overlevende Éva Fahidi’.

Ze groeide op een in landelijk stadje in Hongarije en ging daar naar het gymnasium. Ondanks een verbod voor kreeg ze pianoles van een conservatoriumleraar; niet dat die man per se idealist was, maar ‘pecunia non olet’, geld stinkt niet, vertelde ze erbij, in een video waarmee de muzikale onderdelen uit het programma worden afgewisseld.

De familie komt de eerste jaren van de oorlog nog wel door. Maar op zeker moment, in 1944, worden ze gedwongen naar het getto te verhuizen, om drie weken later op transport naar Auschwitz te worden gezet. In de video vertelt ze over de gruwelen van de reis. Eerst een dag in de hitte met 80 mensen in veewagons opgesloten zitten, daarna drie dagen reizen met één emmer drinkwater en één emmer voor iedereen voor de behoeften en het afblaffen.

Bij aankomst in Auschwitz is ze eerst nog verwonderd over de ‘mooie streepjespyama’s’ die iedereen draagt, maar al snel worden families van elkaar gescheiden, ook al wordt er zoals ze verteld omgeroepen dat niemand zich zorgen hoeft te maken ‘want iedereen zal elkaar die avond terugzien’.

Zij en haar haar nichtje, die als twee druppels water op elkaar lijken, worden apart genomen en ‘hartelijk’ verwelkomd door een ‘knappe man met een vriendelijk gezegd’, die speciaal geïnteresseerd blijkt te zijn in tweelingen; later blijkt dat Joseph Mengele geweest te zijn. Als blijkt dat ze geen tweelingen zijn, zijn ze voor Mengele toch niet interessant,

Éva wordt naar de barakken voor de gezondste gevangenen gestuurd, haar nichtje ging waarschijnlijk meteen die avond de gaskamer in, alsook de hele rest van de familie, al beseft ze dat allemaal nog niet. De bedorven smakende voederbieten die gevangenen te eten krijgen eet ze op door te denken dat ze moet overleven omdat haar moeder straks thuis op haar wacht. ‘Seelenkraft’, zielskracht, noem ze het, een woord dat ze vaak zal herhalen in de video.

Na zes weken wordt ze in een groep van duizend kennelijk gezondste vrouwen op transport gesteld. Tijdens een reis van weer dagen ziet ze vanuit een spleet in de wagon dat ze richting Weimar gaan. Met een kenmerkend gevoel understatement dat haar betoog geregeld doordrenkt vertelt ze dat ze er altijd al van had gedroomd om met haar familie de stad van Goethe en Liszt te bezoeken.

Maar de trein stopt bij het kamp Büchenwald, en zou ze te werk worden gesteld in een wapenfabriek, waar ze, zelf niet meer dan 40 kilo wegend, met twee vrouwen tegelijk, granaten van 50 kilo moet versjouwen. Aangezien ze tussen deze groep vrouwen niemand van haar familie terugvindt, begint het haar te dagen dat ze de andere familieleden misschien niet meer zou terugzien.

De vrouwen merken dat de productie van de granaten steeds vaker stil komt te liggen vanwege problemen met de aanvoer van onderdelen en op zeker moment schrijft iemand in het Frans op de muur van de fabriek dat het Nazi-rijk spoedig in elkaar zal storten.  

Het is al voorjaar 1945. Om zoveel mogelijk sporen van de Holocaustgruwelen uit te wissen beginnen de Duitsers de concentratiekampen op te blazen. Nu hebben de vrouwen niet eens meer een dak boven hun hoofd. Onder Nazi-bewaking beginnen ze een lange voettocht van schuilplaats naar schuilplaats, ’s nachts, want overdag lopen ze de kans te worden gebombardeerd. Tot ze een Amerikaans tankbataljon tegenkomen, dat zich over de gevangenen ontfermt.

Als ze dan uiteindelijk weer terecht komt in haar geboortedorp blijkt in het familiehuis een groot aantal gezinnen te zijn ingetrokken en wordt ze niet binnengelaten. Overigens bleek het huis tot een ruïne te zijn vervallen, op grond waarvan ze concludeerde dat er waarschijnlijk ook verder niemand van haar familie was teruggekeerd.

Haar ambities voor een pianocarrière heeft ze opgegeven. Maar muziek is voor haar altijd een leidsnoer gebleven. Vlak voor het einde van de video vertelt ze hoe haar tante haar bijna ‘geïnjecteerd’ had met Wagner. En ook al raakte het Duitse cultuurgoed verweven met de Nazis, ze stelt uitdrukkelijk dat kunst niet voor- of achteraf verantwoordelijk kan worden gesteld voor het gruwelijks dat mensen elkaar aandoen. Vandaar dat ze, zo vertelt ze, erop stond dat er ook muziek van Wagner op het programma zou komen te staan. En wat voor muziek!

Benjamin Appl, die aanvankelijk ernstig bezwaar had tegen het opnemen van Wagner in het programma, zingt wonderschoon ‘O du, mein holder Abendstern’ uit Tannhäuser, in een huiveringwekkend mooie bewerking door de pianist van het project, Daan Boertien, voor zang, piano en strijkkwartet.

De rest van het programma omvatte een groep liederen uit het traditionele klassieke Duitse en Oostenrijkse liedrepertoire, met Schubert, Schumann, Brahms tot en met Mahler, wiens  ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ wonderschoon werd uitgevoerd. Ook teksten van de andere liederen sloten op de een of andere manier thematisch bij de vertelling van Eva Fahidi aan, zoals Brahms’ ‘O wüsst’ ich doch den Weg zurück’ en Schumanns ‘Zum Schluss’.

Daarnaast waren er liederen van componisten die omkwamen in Nazi-kampen, zoals van Hans Krása ‘Mutter wiegt sanft ihr Kind’ uit de Theresienstadt-opera Brundibar

Brundibár première in Theresienstadt :

van Ilse Weber (1903-1944) het schrijnende ‘Ade! Kamerad’ :

en tot besluit Adolf Strauss’ ‘Ich weiß bestimmt, ich werd’ dich wiedersehn’, waaraan de voorstelling haar naam ontleend. Dit alles met ingetogen dramatiek gezongen door Appl en begeleid door Daan Boertien, eventueel aangevuld door het strijkkwartet.

Daarnaast waren er onder meer Bärentanz de pianocyclus ‘For Children’ van Fahidi’s in 1945 in ballingschap gestorven  landgenoot Bartók; Contrapunktus 1 in een versie voor het strijkkwartet uit Die Kunst der Fuge van oer-Duitser Bach, waarbij je gedachten onwillekeurig toch gaan naar de vraag in hoeverre, in weerwil van wat Fahidi daarover zei, de grote Duitse cultuur niet of wel toch een causale relatie heeft met wat er in het Derde Rijk gebeurde, maar waarbij je ook haar stellige ontkenning van die causale relatie in acht neemt.

Verder ‘Tenebrae’ van de eigentijdse Duitse componist Aribert Reimann op tekst van Paul Celan en ‘Der Heimkehr’ van Hans Eisler op een zeer toepasselijke wrange tekst van Bertold Brecht.

“Die Vaterstadt, wie find ich sie doch? Folgend den bombenschwärmen Komm ich nach Haus.
Wo denn liegt sie?

Wo die ungeheueren Gebirge von Rauch stehn. Das in den Feuern dort Ist sie.

Die Vaterstadt, wie empfängt sie mich wohl?
Vor mir kommen die Bomber. Tödliche Schwärme Melden euch meine Rückkehr. Feuersbrünste Gehen dem Sohn voraus.”

‘Die Heimkehr’,  hier gezongen door Matthias Goerne:

https://www.youtube.com/watch?v=PMP4gNwxkSA

Die Heimkehr door Salome Kammer:

Het één na laatste stuk was een uitvoering voor piano en strijkkwartet van Saint-Saëns’ Dance Macabre uit de opera Samson et Dalila, een stuk dat figureerde in de dansvoorstelling over haar leven van acht jaar geleden, waarin ze zelf optrad; zie de bijgaande link naar een documentaire in Dailymotion.

‘90-year-old Auschwitz survivor Eva Fahidi captivates audiences with her life story in dance.’ Op de Bacchanale uit Saint-Saëns Samson et Dalilah, die ook werd gespeeld in het programma.:

Éva Fahidi verteller, noodgedwongen op video
Benjamin Appl bariton
Daan Boertien piano
Het Viride Kwartet
Jennifer Wilton concept en introductie

Gezien tijdens de Zeister Muziekdagen, zaterdag 19 augustus in de kerk van Slot Zeist.

Fotos Stephan Heijendael.

Waarschuwing door Éva Fahidi tegen het herleven van haatcultuur in Hongarije:

https://balkaninsight.com/2023/03/14/truth-in-an-age-of-deceit-eva-fahidi-warns-against-resurgence-of-hate-in-hungary/

Meer over Ilse Weber:
Ich möcht so gern nach Haus!”: Anne Sofie von Otter zingt liederen van ‘Theresienstadt componisten’



Muziek uit Theresienstadt::
Entartete Musik, Teresienstadt en Channel Classics

“Ich möcht so gern nach Haus!”: Anne Sofie von Otter sings songs by ‘Theresienstadt composers’

The songs Anne Sofie von Otter, assisted by baritone Christian Gerhaher, sings on the CD Terezín – Theresienstadt, released in 2008 on Deutsche Gramophon (DG 4776546), belong to a variety of music genres. They have one thing in common: all of them were composed in the Terezín concentration camp and their creators who were deported there were later murdered in Auschwitz.

The initiative came from von Otter herself: for the Holocaust commemoration in Stockholm she collected a wide selection of the ‘Terezín songs’ and compiled a recital of them.  This programme was then recorded for CD, ” because we must never forget. “

ILse Weber

It is a CD you really need to listen to from start to finish even though many of the songs come from the lighter genre. Most moving are the songs by Ilse Weber.

Try to keep a dry eye when listening to ‘Wiegala,’ the lullaby that Weber sang to the children in the gas chambers.

Or the terrifying words “I want to go home so badly” from Weber’s “Ich wandre durch Theresienstadt.”

Erwin Schulhoff

The beautiful violin solo sonata by Erwin Schulhoff does not really belong here, Schulhoff has never been to Terezín. He was arrested in Prague on 23 June 1941 and deported to the Würzburg concentration camp, where he died of tuberculosis in 1942. You can hear that Daniel Hope has been devoted to Schulhoff’s music for many years, as he interprets the work in an inimitable way.

Below Daniel Hope plays ‘Andante Cantabile’, the second movement of Schulhoff’s sonata. It is a recording from the CD ‘Forbidden Music’, released by Nimbus:

 

Ilse Weber, Hans Krása, Viktor Ullmann, Pavel Haas, Karel Svenk, Erwin Schulhoff
Terezín – Theresienstadt
Anne Sofie von Otter (mezzo-soprano), Christian Gerhaher (baritone), Daniel Hope (violin), Bengt Forsberg (piano), Bebe Risengf (accordion, guitar and double bass) and others.

Translated with www.DeepL.com/Translator

“Ich möcht so gern nach Haus!”: Anne Sofie von Otter zingt liederen van ‘Theresienstadt componisten’

terezin-von otter

De liederen die Anne Sofie von Otter, bijgestaan door de bariton Christian Gerhaher zingt op de in 2008 op Deutsche Gramophon (DG 4776546) uitgekomen cd TerezínTheresienstadt behoren tot verschillende muziekgenres. Één ding hebben ze echter gemeen: alle werden ze gecomponeerd in het concentratiekamp Terezín en hun daar naartoe gedeporteerde scheppers werden later in Auschwitz vermoord.

Het initiatief kwam van von Otter zelf: voor de Holocaustherdenking in Stockholm heeft ze een ruime selectie van de ‘Terezín-liederen’ verzameld en daar een recital van samengesteld.  Dit programma werd vervolgens op cd vastgelegd, “opdat we het nooit vergeten”.

terezin ilse weber

Ilse Weber

Het is geen cd om tussendoor te draaien, al zijn veel van de liederen afkomstig van het lichtere genre. Het meest ontroerend vind ik de liederen van Ilse Weber.

terezin wiegala

Probeer het maar droog te houden bij ‘Wiegala’, het slaapliedje dat Weber de kinderen toezong tot in de gaskamers. Of bij de huiveringwekkende woorden “ ik wil zo graag naar huis”, afkomstig uit Webers ‘Ich wandre durch Theresienstadt”.

Hieronder ‘Wiegala’ van Ilse Weber, gezongen door Anne Sofie von Otter:

terezin schulhoff

Erwin Schulhoff

De prachtige vioolsolosonate van Erwin Schulhoff hoort hier eigenlijk niet thuis, Schulhoff is nooit in Terezín geweest. Hij werd op 23 juni 1941 in Praag opgepakt en naar het concentratiekamp Würzburg gedeporteerd, waar hij in 1942 overleed aan tuberculose. Dat Daniel Hope al jarenlang aan muziek van Schulhoff  is verknocht dat hoor je, hij vertolkt het werk op een onnavolgbare manier.

Hieronder speelt Daniel Hope ‘Andante Cantabile’, tweede deel van de sonate van Schulhoff. Het is een opname van de cd ‘Forbidden Music’, uitgebracht door Nimbus:


Ilse Weber, Hans Krása, Viktor Ullmann, Pavel Haas, Karel Svenk, Erwin Schulhoff
Terezín – Theresienstadt
Anne Sofie von Otter (mezzosopraan), Christian Gerhaher (bariton), Daniel Hope (viool), Bengt Forsberg (piano), Bebe Risengf (accordeon, gitaar en contrabas) e.a.

Das Lied von Terezín & Requiem Ebraico

Rudolf Karel, een ‘Theresienstadt componist’ die vrijwel niemand kent

PAVEL HAAS door het Kocian Quartet

Entartete Musik, Teresienstadt en Channel Classics

ERWIN SCHULHOFF strijkkwartetten door ALMA QUARTET