Francis_van Broekhuizen

Het nieuwe seizoen van De Nederlandse Reisopera

Tekst: Neil van der Linden

De Reisopera heeft vanaf dit seizoen een nieuwe, tweehoofdige directie. De Britse regisseur Sam Brown en de huidige interim-directeur Rudy van Wijk zullen de taken van respectievelijk artistiek directeur en algemeen directeur op zich nemen.

Afgelopen dinsdag hielden ze een persbijeenkomst in Carré, de dag erop gevolgd door een bijeenkomst in de thuishaven Enschede. Theater Carré was een logische plek voor de alternatieve persbijeenkomst, want de drie grote producties van de Reisopera van het komende seizoen komen hier vroeg of laat terecht. En juist de producties van het komend seizoen zijn zeker aantrekkelijk voor publiek zoals in Amsterdam dat op incidentele producties af komt. Bovendien: niet iedereen van de pers, grotendeels woonachtig in Amsterdam, kan even gemakkelijk op en neer helemaal naar Enschede. Als Mozes niet naar de berg komt, enz.

Gezien voormalige functies elders van met name Sam Brown betekent dat alle evenementen krap moeten worden gepland. Brown kwam net per trein aan uit Kiel, waar hij de Rosenkavalier had geregisseerd. Het komende seizoen is hij nog niet actief als regisseur in eigen huis.

DE PIRATENKONINGIN

De eerstkomende productie – premiere 5 oktober – is een nieuw werk, De Piratenkoningin, een familievoorstelling over een meisje dat heerseres over de zee wordt, met muziek van Monique Krüs, op libretto Daniel van Klaveren en Xandra Knebel, een coproductie met het Overijselse jeugdtheatergezelschap Theater Sonnevanck en Dawn Collective, een all-female theaterproductiehuis uit Amsterdam. Die toert een maand. De zangerscast bestaat onder meer uit niemand minder dan Lilian Farahani, Francis van Broekhuizen en Aylin Sezer. Humor gegarandeerd. De instrumentalisten zijn een ad hoc ensemble.

https://reisopera.nl/programma/piratenkoningin

THE FOUR NOTE OPERA

Samen met De Nationale Opera en Opera Zuid wordt in november de kleine fijnzinnige productie The Four Note Opera van Tom Johnson hernomen, met leden van De Nationale Opera Studio, regie Kenza Koutchoukali, deze keer te zien in Heerlen, Zwolle en Groningen.

ARIADNE AUF NAXOS

In januari volgt een nieuwe productie, Richard Strauss’ Ariadne auf Naxos. Annemarie Kremer, eerder dit jaar de fenomenale Heliane in Korngolds Das  Wunder der Heliane, zingt Ariadne c.q. de Primadonna in het dubbeldeel, Daniel Frank zingt Bacchus c.q. Der Tenor. Dirigent is Jac van Steen, die ook Heliane dirigeerde, regisseur is de Zweedse Sofia Jupither, die bijvoorbeeld verantwoordelijk was voor de regie van het succesvolle Salomé-debuut van Nina Stimme. Het orkest is het Phion.

https://reisopera.nl/programma/ariadne-auf-naxos

Annemarie Kremer als Heliane bij de NRO:

https://basiaconfuoco.com/2023/10/02/annemarie-kremer-voltrekt-helianes-wunder/

Annemarie Kremer als Heliane in Berlijn:

https://basiaconfuoco.com/2018/11/05/das-wunder-der-annemarie-kremers-heliane/

L’INCORONAZIONE DI POPPEA

In april volgt Monteverdi’s L‘Incoronazione di Poppea, een productie die in premiere ging tijdens het festival van Aix-en-Provence in 2022 en ook werd opgevoerd in Versailles. De regie was van Ted Huffman, die zelf de herneming leidt. Huffman regisseerde bij De Nationale Opera de prachtige productie Denis & Katya op libretto van hemzelf en muziek van Philip Venables, en in het afgelopen Holland Festival The Faggots and Their Friends Between Revolutions en bij De Nationale Opera We Are The Lucky Ones, weer een samenwerking met Philip Venables. Dirigent is Mónica Pustilnik die haar Cappella Mediterranea leidt, op authentiek instrumentarium, natuurlijk. Zangers zijn onder meer Marcel Beekman als Arnalta/Nutrice/Farnigliari 1/Damigella en opnieuw Lilian Farahani als Fortuna/Drusilla.

https://reisopera.nl/programma/l-incoronazione-di-poppea

Denis and Katya:

https://basiaconfuoco.com/2022/03/13/in-denis-katya-komt-de-actualiteit-binnendenderen-als-een-trein/

The Faggots and Their Friends Between Revolutions

DIDO AND AENEAS

Tot slot in het seizoen is er een coproductie met De Nationale Opera en Opera Zuid in Purcell’s Dido and Aeneas, concertante helaas, in combinatie met Purcell’s Saul and the Witch of Endor. Maar waarschijnlijk krijgen de jonge zangers die de cast vormen theatraal toch wel het een en ander te doen.

In het algemeen wil de Reisopera zich sterk op Enschede en Overijssel richten met kleine producties die lokaal deels niet in opera ingewijd publiek moeten aanspreken, ook via scholen. De Campingtour, een coproductie met Theater Sonnevanck, waarin met een muziektheatervoorstelling langs campings in Oost-Nederland wordt gereisd, wordt herhaald.

Amsterdam bestaat het komend jaar 750 jaar, maar Enschede viert in december 2025 ook al haar 700-jarig bestaan. De Reisopera zal daar volgend jaar uitgebreid op inhaken.

Opera Zuid brengt Orphée aux enfers als geslaagd muzikaal pandemonium

Tekst: Peter Franken


Offenbach (1819-1880) schreef naar schatting ongeveer honderd werken voor het muziektheater. Orphée aux enfers uit 1858 staat te boek als de eerste operette, toen een nieuw genre binnen het muziektheater. Voor velen dankt het zijn bekendheid aan de ‘Galop infernal’, een dansnummer dat later furore maakte als de ‘cancan’.

Tussen de vele zang- en dansnummers door bieden gesproken teksten veel ruimte voor typisch Franse humor. Maar tegelijkertijd ontstaat ruimte om het geheel te actualiseren. Het bekritiseren van oppergod Jupiter kan in elk tijdsgewricht model staan voor het op de hak nemen van de ‘powers that be’. Zo ver komt het in deze productie van Benjamin Prins echter niet, de humor blijft dicht bij het origineel.

Orpheus die zijn geliefde Eurydice uit de Onderwereld probeert terug te halen is een populaire mythe en Offenbach heeft daar een goed gevonden twist aangegeven. Orpheus is blij van dat mens af te zijn, die slang die haar heeft gebeten verdient een standbeeld.

Zij op haar beurt denkt verleid te zijn door een schaapherder die in werkelijkheid de god Pluton is. Haar voorland is een verblijf in weelde en gemak in het godenrijk. Niet op de Olympus waar men weinig meer doet dan slapen, zich vervelen en elke dag weer overleven op een dieet van nectar en ambrozijn, maar aan gene zijde van de Styx waar men weet wat feesten is.

Dat dit niet goed valt bij de gevestigde maatschappelijke orde die natuurlijk graag de schijn ophoudt van gelukkige huwelijken en wat dies meer zij, biedt de boulevard pers een pakkend item. Orpheus wordt aan de schandpaal genageld, zijn carrière kan hij verder wel vergeten.

Of toch niet? Tijdig ingrijpen kan zoiets voorkomen en het personage ‘Opinion Publique’ neemt de zanger, die hier overigens violist is, onder de arm en voert hem met zachte dwang naar de Onderwereld om zijn vrouw terug te halen.

Gelukkig voor hem is er die voorwaarde dat hij niet mag omkijken op weg terug naar huis. Jupiter laat een bliksem afgaan, Orpheus schrikt en kijkt onwillekeurig om en Eurydice kan tot haar grote opluchting gewoon blijven waar ze is, al kiest ze voor een bestaan als Bacchante, niet de minnares van Jupiter of Pluto. Iedereen tevreden, ook de publieke opinie is aan haar trekken gekomen. Op naar het volgende schandaaltje.

De wat melige Franse humor die vooral de dialogen de toegevoegde waarde van een reclameblok kan geven, zijn hier sterk ingekort en gemoderniseerd. Daardoor weet Prins de vaart er behoorlijk in te houden al vond ik dat de dansnummers voor de pauze dat effect grotendeels te niet deden.

Het spektakel vindt met name in de Onderwereld plaats waar Offenbach ‘la charme discret de la bourgeoisie’ breed uitmeet in termen van seks, drugs and rock and roll al blijft het in deze productie opvallend ‘netjes’. Barrie Kosky wond er in Salzburg beslist minder doekjes om.

Behind the scenes: de choreograaf

Vijf dansers, drie mannen en twee vrouwen, zijn vrijwel voortdurend in beeld. Aanvankelijk als schapen en later in eenvormige sexy kostumering. Ook de solisten en het koor dansen zo nu en dan mee waardoor het een jolige troep wordt. Dat is vooral als men Jupiter smeekt mee te mogen op zijn uitje naar de Onderwereld om te kijken of daar inderdaad de mooie Eurydice in het geheim wordt vastgehouden door Pluton, die dat in alle toonaarden ontkent.

Eurydice and Eugène Vauthier as Jupiter, 1887

Jupiter heeft een dubbele agenda: hij moet het fatsoen vaandel hooghouden naar de mensenwereld maar heeft tegelijkertijd zijn zinnen gezet op een nieuwe verovering. Hij bezoekt haar als vlieg en Eurydice laat blijken zijn aanwezigheid plezierig te vinden door ‘zoemend’ te gaan zingen. Daarna geeft ze hem zijn marsorders: oppergod of niet, niemand vraagt haar ooit eens wat ze zelf wil.

Massaregie, vlotte teksten, ongedwongen zang, exuberante kostuums, kleurrijke decors en belichting dragen een voorstelling als deze. Het is een niemendalletje en als zodanig erg lastig er iets leuks van te maken. Daarin zijn Prins en zijn team zeer goed geslaagd. Voeg daarbij de algehele muzikale leiding van Enrico Delamboye en het feest kan beginnen.

Over het geheel werd er vrij goed gezongen en de philharmonie zuidnederland gaf het geheel een prima muzikale ondergrond. Omdat alles voortdurend ‘grappig’ moet klinken bleef echt mooie zang uit als wist Amel Brahim-Djelloui als Eurydice wel de nodige fraaie coloraturen ten beste te geven.

Anna Emelianova bezong als Diane de dood van haar geliefde en moest dat vergezeld laten gaan van veel gekrijs en woedekreten. Daar had ik toch echt liever gewoon de complete aria normaal gezongen gehoord.

Francis van Broekhuizen was op haar geheel eigen wijze leuk op dreef als Junon en kreeg ook nog een korte aria te zingen.

Behind the scenes: Francis van Broekhuizen

Orpheus is bij Offenbach feitelijk een bijrol. Als hij op de Olympus – tegen zijn zin – zijn verhaal komt doen zingt hij (opzettelijk vals) Glucks’ ‘J’ai perdu mon Eurydice’ waarop alle aanwezige godinnen onmiddellijk invallen met ‘Rien n’egale mon malheur’.

Eurydice daarentegen is nadrukkelijk aanwezig, zowel ‘op aarde’ als in de onderwereld. Alleen in de scène op de Olympus ontbreekt ze, opgesloten in Plutons harem, waar ze vooral lastig wordt gevallen door ‘butler’ John Styx, gespeeld door Olivier Hernandez. Pluto laat haar gewoon zitten, de eikel.

Mark Omvlee excelleerde als manipulerende Pluton en Mathys Lagier was een leuke Orphée die behalve zingen vooral zogenaamd viool moest spelen, tot afgrijzen van Eurydice die het een straf vond om dit te moeten aanhoren.

Thomas Morris gaf gestalte aan de Opinion Publique, zeer overdreven ‘Frans’, had wat mij betreft wel iets minder gemogen. Later transformeerde hij tot Bacchus, een personage meer in overeenstemming met zijn voordracht.

Roger Smeets was een nogal schreeuwerige Jupiter die het liefst steeds maar weer iedereen eraan herinnerde dat hemel en aarde voor hem beefden, of tenminste toch de aarde. Waar is mijn bliksem nu weer gebleven? Jeroen de Vaal was even te horen als Mercure.

Decors, kostuums, choreografie en belichting zijn in hoge mate bepalend voor het totaalbeeld van de voorstelling. Er is duidelijk veel creatieve energie aan te pas gekomen, het ziet er feestelijk uit allemaal en geeft prima ondersteuning aan de vele grapjes die de regie toelaat.

Al met al een hele leuke avond en zeker een aanrader voor de nog komende voorstellingen. De tournee duurt nog tot 22 juni. De laatste drie voorstellingen zijn semi concertant dus wie ‘the full works’ wil beleven is aangewezen op de komende vijf voorstellingen, de eerste op 1 juni in Breda

Trailer van de productie:



Fotomateriaal: © Joost Milde

Offenbachs Fantasio door Opera Zuid doet niet onder voor het Eurovisie Song Festival

JM--20190514-7903

Dat er vrijwel niemand is die Fantasio van Offenbach kent is zo gek nog niet: het manuscript is verloren gegaan bij de brand in de Opera Comique in 1887. Het is nog niet zo lang geleden dat het werk werd gereconstrueerd. Het was de Franse musicoloog Jean-Christophe Keck die in 1999 bij een monumentale editie van alle werken van Offenbach ze in hun oorspronkelijke versie begon uit te geven en hij was het die Fantasio, in zijn allereerste Parijse versie uit 1872 tot leven wist te wekken.

JM--20190514-7734

Het is een heerlijke ‘opera comique’, een begrip wat niet anders inhoudt dan opera met gesproken dialogen. Dat Opera Zuid er een komische opera van heeft gemaakt… het zij zo. Maar Fantasio is allesbehalve theater van de lach, laat staan onderbroekenlol (en dat bedoel ik letterlijk). Het is liefdevolle lyriek die de partituur van Offenbach iets anders maakt dan zijn grootste krakers. Hier gaat het voornamelijk om de echte liefde, om de melancholie, om het verlangen en om het durven dromen.

JM--20190514-7444

O ja, er zitten meer dan genoeg komische (en voornamelijk satirische) elementen in de opera! Offenbach zou Offenbach niet zijn als hij de maatschappij en de sociale verhoudingen niet op de korrel zout zou nemen. Maar: iets wat van zichzelf al leuk is verliest zijn zeggingskracht als het extra opgeleukt gaat worden. Iets wat ook ooit in Amsterdam gebeurde met L’Etoile van Chabrier.

JM--20190514-7348

Benjamin Prins heeft hij er een potje van gemaakt. In zijn toelichting gooit hij het op ‘fantasie”, op de onwerkelijkheid, om een mix… op … nu ja mishmash.. prima. Maar zijn regie gaat tegen het libretto in. Sterker: het haalt de belangrijkste boodschap onderuit. In het libretto staat dat de student Henri (Fantasio) in een melancholische bui een ode aan de maan zingt. Hier krijgen we te horen dat hij ‘stoned’ is (ja, de dialogen zijn door de regisseur bewerkt). Weg de betovering want we moesten lachen.

JM--20190514-7356

Erger nog vond ik de choreografie. Nu ja, choreografie… De bewegingen van de dansers vond ik nergens op slaan. In de derde acte werd het prachtige liefdesduet van Elsbeth en Fantasio zowat om zeep gebracht door de achtergrond ‘dansers’.

Maar…. Maar is altijd nog goed nieuws! Na de eerste, ondanks de grappen en grollen nogal saaie anderhalve acte (de eerste plus de helft van de tweede), werd het na de pauze iets spannender. Er werd wat meer gezongen en wat minder gesproken (de dialogen werden door de regisseur ‘aangepast’. Kon hij ze ook niet een beetje halveren?). En, allerbelangrijkste: de uitvoering was op wereldniveau!

De twee geliefden, Fantasio en de prinsen Elsbeth konden niet beter! Niet alleen zongen ze hun rollen meer dan voortreffelijk, ook hun uiterlijk speelde uiteraard mee (zouden zij ook daarop zijn uitgekozen?). Anna Emelianova was een Elsbeth uit duizenden. Haar verdriet was niet gespeeld, die zit ingebakken in haar waanzinnig mooie sopraanstem.

Romie Estèves heeft alles mee voor een perfecte Fantasio (én Cherubino, én Rosenkavalier): haar stem, mooi, lyrisch, romig en … ja… heel erg jeugdig is niet meer dan perfect voor het zingen van de adolescenten. En wat haar acteren (dansen, bewegen en meer) betreft… petje af.

JM--20190514-7805

Roger Smeets was absoluut onweerstaanbaar als de prins van Mantua. Voor mij was hij eigenlijk de absolute top. Zijn adjudant Marinoni (Thomas Morris) was eigenlijk ook niet te versmaden.

JM--20190514-7572

Huub Claessens was een ontzettend goede koning, heel erg waardig in zijn optreden. Een verademing. De studenten, die om de zo veel tijd punkers, FBI-agenten en wat dan ook nog waren kregen ook zowat de beste stemmen. Ivan Thirion  (Sparck) was voor mij een echte ontdekking. Jeroen da Vaal zong een goede Facio en Rick Zwartman was een prima Hartmann.

En dan was er nog Francis van Broekhuizen als de page Flamel…Mensen: geef Francis nou eens een echt grote rol! Zij verdient het!

Al met al…. Vocaal top, visueel best bizar. Betrof het een ESF-uitzending dan hadden ze van mij 12 punten gehad. Zeker omdat er zo geweldig in werd gezongen

Trailer van de productie:

Bezocht op 19 mei 2019

Fotomateriaal ©Joost Milde

FANTASIO