kamermuziek/solorecitals

Nikolai Medtner: a ‘silly sentimentalist’?


Nikolai Medtner. For many music lovers no more than a name in the music history books. Except for the pianists, perhaps, because they cannot ignore Medtner. If only because he has written such beautiful pieces for the instrument, which immediately remind you of Rachmaninov and pianists like to include them in their repertoire. And that’s the cause. Because nobody can match Rachmaninov?

Medtner does. His pieces are no less virtuoso. And forget his genuine sentiment, that I prefer to call nostalgia. Although Medtner called himself a “silly sentimentalist”. But he had a lot more to offer. Just think of his songs, he composed no fewer than 107! Hundred and Seven! Why don’t we hear them? And why not? Because we’re one-eyed?

Fortunately, there are still artists who go beyond the usual Schuberts, Strausses and Schumanns. Ekaterina Levental is one of them. Wonderful singer, harpist, actress and performer who goes above and beyond. Not that she shies away from the standard repertoire, but she spreads her wings and looks beyond the horizon. Together with the pianist Frank Peters she took care of the songs of Medtner: the intention is that they will put all his songs on CD. Applause!

The first, titled Incantation, has just been released. The songs, based on the lyrics of Lermontov, Pushkin, Tyutchev and Fet were composed in the first decade of the last century and, how could it be otherwise, they are almost all about love. The unanswered love, the love that has passed, the pain that love can cause… Call me a jerk, but I can really cry about that. Not only because of those beautiful songs, but mainly because of the time for such songs has passed. Although there are sparks on the horizon that the expressed feelings are allowed again. The sentiment. The feeling.

But make no mistake: singing Medtner is not easy! This is due to the complexity of the music. The piano part is emphatically present, while vocal lines are mainly lyrical and modest, and that is what makes Medtner’s music attractive and challenging. Both performers fulfilled their task excellently.

I eagerly await the sequel. And as long as it lasts, this CD stays in my CD player.


English translation: Frans Wentholt

Nikolai Medtner
Incantation; Complete Songs Volume 1
Ekaterina Levental (mezzo-soprano), Frank Peters (piano)
Brilliant Classics 96056

Beethoven zoals het hoort

Tekst: Willem Boone

Er zijn van die pianisten die weinig optreden en zelden cd’s opnemen. Als het dan een keer gebeurt, spring je een gat in de lucht. Zo vergaat het mij iedere keer bij Naum Grubert. Hij treedt mij veel te weinig op en ik zou willen dat hij zoveel cd’s opgenomen had als Daniel Barenboim. Het mooie is wel dat iedere cd door zijn zeldzaamheidswaarde een schot in de roos is, zo ook zijn tweede opname met Beethoven-sonates op het label Navis. Ik ben producent Daan van Aalst dan ook zeer dankbaar dat hij de Letse pianist wederom wist over te halen om een cd op te nemen.

Mijn kennismaking met deze artiest dateert van lang geleden: ooit had ik een studentenbaantje als rondvaartgids in Amsterdam en ik raakte in gesprek met een collega, een conservatoriumstudente piano die van Grubert les kreeg. Ze vertelde hoe bijzonder hij was en kort daarna maakte ik kennis met zijn spel toen hij bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Gergiev als solist optrad in het derde pianoconcert van Rachmaninov.

Ik zat op een van de eerste rijen en had een goed zicht op de piano. Grubert leek aanvankelijk wat schuw, maar bleek over een enorme passie te beschikken en gaf een fenomenale uitvoering van dit bekende pianoconcert. Toen hij het jaar daarna een minstens zo indrukwekkende interpretatie gaf van Schuberts laatste pianosonate, was ik definitief om. Ook alweer geruime tijd geleden speelde hij in Den Haag op Eerste Kerstdag een recital, waar ik met een vriendin naartoe ging. Zij was eigenlijk ziek, maar ging toch mee en werd zo door zijn spel gegrepen dat ze in ieder geval tijdens het concert vergat dat ze ziek was.

En nu is er dus een opname verschenen met drie pianosonates van Beethoven, uit zijn vroege, midden- en late periode. Het aantal uitvoeringen hiervan is niet meer te tellen en je vraagt je af of iemand daar nog iets aan toe kan voegen. Die vraag is in dit geval alleen maar met een volmondig “ja” te beantwoorden.

Het is minder makkelijk om aan te geven waarom deze cd zo’n indruk maakt. Grubert is een pianist die zich dienend opstelt en nooit de muziek ter meerdere eer en glorie van zichzelf gebruikt. Zijn tempi zijn ideaal, zijn toucher is buitengewoon mooi, de dynamiek is indrukwekkend, maar wat vooral indruk maakt is de diepzinnigheid van dit spel. Er spreekt een hele bijzondere gevoeligheid en oprechtheid uit, die ervoor zorgen dat geen enkele noot zonder de juiste intentie klinkt.

Diepzinnige momenten zijn er genoeg in deze drie sonates: in nr 7, opus 10 nr 3, is dat het langzame deel, het largo e mesto, dat al vooruitwijst naar zijn late sonates, evenals in de Appassionata. De voorlaatste, nr 31 is in zijn geheel een van de mooiste en ontroerendste sonates die Beethoven geschreven heeft. Je blijft je erover verbazen dat de componist deze muziek geschreven heeft toen hij volledig doof was, terwijl hij spiritueel toch zo ver kon reiken.  Aangrijpend zijn de zingende lijnen in het eerste en derde deel en indrukwekkend is het slot van de fuga. De piano is uitstekend opgenomen.

Met zijn spel evenaart Grubert collega’s als Arrau, Richter en Gilels die voor mij als de top in Beethoven gelden. Zo moet je Beethoven spelen! Wat zou ik graag willen dat hij alle sonates opnam, daar zou ik meer naar uitkijken dan naar de vierde of vijfde integrale van Barenboim die DGG onlangs uitgegeven heeft!

Beethoven: sonates op 10/3, 57 en 110 door Naum Grubert, Navis NC20010


Bombastisch en nog steeds ontroerend: pianokwintet van Weinberg bewerkt voor orkest

Het pianokwintet van Mieczyslaw Weinberg behoort tot zijn beste en de meet succesvolle werken. Hij componeerde het in 1944 en het werd een groot succes. Het moet gezegd worden: Weinberg had toen de tijd mee: de Sovjets hadden iets anders aan hun hoofd dan de kunsten.

Voor deze cd werd een bewerking van Matthias Baier voor piano en orkest gekozen en dat vind ik jammer. Niet dat het slecht is, integendeel! Het is zonder meer schitterend en ik denk niet dat Weinberg er moeite mee zou hebben gehad, maar persoonlijk prefereer ik de kamermuziekversie want nu klinkt het zo verschrikkelijk bombastisch. Weinberg kun je een beetje vergelijken met zijn vriend en mentor Sjostakovitsj: het schrijnende en het pijnlijke konden ze als geen ander met kleine middelen weergeven.

Maar, toegegeven, ik vond het een aantrekkelijke kennismaking. Bovendien is de uitvoering echt goed en dat telt zwaar. Het is al de zevende opname van werken van Weinberg door Elisaveta Blumina en het is duidelijk dat zij haar Weinberg ‘under the skin heeft’.

‘Children’s Notebooks’ is niet een werk waar ik vaak naar zou willen luisteren, maar onder Blumina’s handen verandert het in een waar meesterwerk. De miniaturen zijn allesbehalve makkelijk om te spelen en het is werkelijk onvoorstelbaar wat zij met de stukjes doet. Het Georgische orkest onder maestro Ruben Gazarian klinkt zonder meer goed,


Mieczyslaw Weinberg: Piano Quintet, Op. 18 (orchestral version by Matthias Baier)
Children’s Notebooks, Op. 16 & 19
Elisaveta Blumina, piano
Georgian Chamber Orchestra Ingolstadt olv Ruben Gazarian
Capriccio C5366

Zwoel en geruststellend: Hagai Shaham speelt Bloch en Ben Haim

Rond zijn vijfentwintigste raakte Ernest Bloch geïnteresseerd in de ‘Joodse ziel’ die hij in zijn eigen taal, de muziek, wilde vertalen. Hij ontwikkelde een eigen stijl en in veel van zijn composities uit die tijd kun je de sfeer van Hebreeuwse gezangen proeven.

Voor de Baal Shem Suite (1923), één van zijn bekendste werken, werd hij geïnspireerd door Israel ben Eliëzer (Baal Shem Tov), de oprichter van het moderne Chassidisme, een beweging die is ontstaan in het achttiende-eeuwse Polen en gebaseerd was op mysticisme, spiritualisme en magische doctrines. Het verkondigde een soort van gelukzaligheid die alleen bereikt kon worden door middel van muziek, dans en gezang want alleen zo kon het directe contact met God bereikt worden.

Van alle uitvoeringen van die van ‘Baal Shem’ (en dat zijn er heel wat) zijn gemaakt is deze, gespeeld door Hagai Shaham en begeleid door Arnon Erez voor mij één van de dierbaarsten. Shahams toon is rond en warm met een gezonde dosis ‘schmalz’. En al balanceert hij vaak net op het randje, nergens ontaardt hij in banaliteiten.

De Berceuse Sfaradite van één van de bekendste Israëlische componisten, Paul Ben- Haïm, gebaseerd op een Sefardisch slaapliedje klinkt bij Shaham zwoel en geruststellend tegelijk. En de vioolsolosuites van beide toondichters, op verzoek van Yehudi Menuhin gecomponeerd veranderen in Shahams handen in vergeten meesterwerken. Prachtig.

Ernest Bloch, Paul Ben-Haïm
Baal Shem Suite, Suites for solo violin, Berceuse sfaradite
Hagai Shaham (viool), Arnon Erez (piano)
Hyperion CDA67571

Discovering Walter Kaufmann: when Bombay meets Berlin

Slow, way too slow and actually way too late, but the music world is waking up. One gap after another is finally being filled and the (consciously or unconsciously) ‘forgotten’ composers are also entering our CD players. It’s also partly thanks to the Canadian ARC Ensemble. A few years ago, together with the English label Chandos, they set up the project ‘Music in Exile’, to which we owe splendid recordings of works by, among others, Szymon Laks, Jerzy Fittelberg and Paul Ben-Haim.

And now it is Walter Kaufmann’s (1907-1984) turn, an originally Czechoslovakian composer whose name, even to me, was nothing more than a name. Not that he had been completely forgotten: in Canada, his new homeland since 1947, he was a highly regarded piano teacher at the Halifax Conservatory. In 1956 he was offered a job at a conservatory in US where he was adored by his students. But as much as he was loved as a teacher, as forgotten he was as a composer. And that is extremely unfortunate because Kaufmann’s life course – and his works – are quite different from those of his exile fellows.

Early on, Kaufmann became obsessed with Indian music, which made him decide to flee to India in 1933. Once at his destination, Kaufmann immersed himself in the music of his host country. Among other things, he composed a tune for ‘All India Radio’ and founded the ‘Bombay Chamber Music Society’. All the chamber music works, on this Chandos recording really magnificently played by the ARC Ensemble, are also composed in India.

No, it’s not that you should immediately think of Ravi Shankar, but the Indian influence is undeniable. And that, while you are clearly dealing with western music from the twenties / thirties. A bit hybrid, yes, but luckily that is allowed again.

Translation: Frans Wentholt


Walter Kaufmann
String Quartet No. 7, String Quartet No. 11, Violin Sonata No. 2 op. 44, Violin Sonatin No. 12, Septet (for three violins, viola, two cellos and piano)
ARC Ensemble, Chandos CHAN 20170

Kamermuziekwerken van Françaix en Poulenc: muziek om blij van te worden

Het gebeurt zeer zelden, maar het gebeurt echt. Dat je een cd opzet en er zo blij van wordt dat je niet alleen kiert van plezier, maar ook de hele wereld wilt omarmen. Het soort gevoel dat zeker nu, in deze verwarrende tijden (en ik druk mij voorzichtig uit) eigenlijk kostbaarder is dan goud. Het gevoel dat alles toch nog goed komt. Dat is precies wat mij overkwam toen ik deze cd in mijn speler deed. Opeens werd alles luchtig en mooi, de zon scheen en er was weer lente in mijn hart.

Nou ja. De werkelijkheid is anders, maar die werkelijkheid valt te ontvluchten. Neem alleen de fluitsonate van Poulenc, als je daar niet blij van wordt dan weet ik het niet. Zowel Poulenc (1899-1963) als Françaix (1912-1997) behoren tot de belangrijkste Franse componisten van de twintigste eeuw. Poulenc begon te componeren rond zijn achttiende zonder dat hij ooit compositielessen had gevolgd. In 1918 sloot hij zich aan bij Groupe des Six. Daar hoorde Françaix niet bij en toch vallen hun beiden composities met elkaar te vergelijken. Ze zijn origineel, lichtvoetig, melodieus, humoristisch, ritmisch en zijn vaak beïnvloed door de populaire muziek.

Op deze cd, uitgebracht door het Zwitserse label Prospero worden hun werken ongeëvenaard goed, leuk en mooi gespeeld door Sarah Rumer (solofluitiste van het Orchestre de la Suisse Romande), Joël Marosi (solocellist van het Orchestre de Chambre de Lausanne) en Ulrich Koella (kamermuziekpianiste en hoogleraar aan de Universiteit voor de Kunsten van Zürich). Dat ze ontzettend veel plezier hebben in hun spel is nogal wiedes en die plezier geven ze door aan de luisteraars. Heerlijke cd!

 

 

JEAN FRANÇAIX: Trio for Flute, Cello and Piano; Berceuse & Nocturne for Cello and Piano; Divertimento for Flute and Piano
FRANCIS POULENC: Sonata for Flute and Piano; Sonata for Cello and Piano
Sarah Rumer (fluit), Joël Marosi (cello), Ulrich Koella (piano)
Prospero

Walter Kaufmann: Bombay meets Berlin

Langzaam, veel te langzaam en eigenlijk veel te laat, maar de muziekwereld wordt wakker. De een na de andere leemte wordt eindelijk opgevuld en de (bewust of onbewust) ‘vergeten’ componisten komen ook onze cd-spelers in. Het is ook mede te danken aan het Canadese ARC Ensemble. Samen met de Engelse label Chandos hebben ze een paar jaar geleden het project ‘Music in Exile’ in het leven geroepen, waar we schitterende opnamen van onder anderen Szymon Laks, Jerzy Fittelberg en Paul Ben-Haim aan te danken hebben.

En nu is er beurt aan Walter Kaufmann (1907-1984), een van oorsprong Tsjecho-Slovaakse componist wiens naam zelfs voor mij niet meer dan een naam was. Niet dat hij totaal was vergeten: in Canada, zijn nieuwe vaderland sinds 1947 was hij een zeer gewaardeerde pianodocent aan het conservatorium in Halifax. In 1956 kreeg hij een baan aan een conservatorium in US aangeboden waar hij door zijn studenten op handen werd gedragen. Maar zo geliefd als docent zo vergeten was hij als componist. En dat is buitengewoon spijtig want Kaufmann’ zijn levensloop – en zijn werken – verschillen nogal van die van zijn exile-genoten.

Al vroeg raakte Kaufmann geobsedeerd door Indiase muziek, wat hem in 1933 deed besluiten om naar India te vluchten. Eenmaal op de plaats van zijn bestemming verdiepte Kaufmann zich in de muziek van zijn gastland. Onder andere componeerde hij er een tune voor ‘All India Radio’ en richtte de ‘Bombay Chamber Music Society’ op. Ook alle kamermuziekwerken, op deze Chandos opname werkelijk grandioos gespeeld door het ARC Ensemble, zijn in India gecomponeerd.

Nee, het is niet zo dat je meteen aan Ravi Shankar moet denken, maar de Indiase invloed is onmiskenbaar. En dat, terwijl je overduidelijk met de westerse muziek uit de jaren twintig/dertig te maken hebt. Een beetje hybride, dat wel, maar gelukkig mag dat weer.


Walter Kaufmann
Strijkkwartet nr. 7, Strijkkwartet nr. 11, Vioolsonate nr. 2 op. 44, Vioolsonatine nr. 12,  Septet (voor drie violen, altviool, twee cello’s en piano)
ARC Ensemble
Chandos CHAN 20170

Aanstekelijke uitvoering van pianowerken van Braunfels

https://i.ndcd.net/13/Item/500/530885.jpg

Ooit schreef ik dat Braunfels’ muziek twee keer is gestorven. De eerste keer toen zijn composities door de Nazi’s ‘entartet’(gedegenereerd) werden verklaard. En de tweede keer toen de naoorlogse muziekpausen alles wat tonaal was en naar romantiek riekte als ‘bedorven’ bestempelden. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en Braunfels is niet zo onbekend meer. Dat hoop ik althans want echt uitgevoerd wordt hij nog steeds zelden.

Gelukkig bestaan er nog labels zoals Capriccio die zich over zijn muziek ontfermen. Nu heeft de Duitse firma me verblijd en verrast met de opname van zijn werken voor piano solo, piano vierhandig en voor twee piano’s, die kende ik nog niet!

Er zijn maar weinig mensen die weten dat Braunfels zijn muziekcarrière als pianist is begonnen. Dat is hij in feite zijn hele leven gebleven. In 1949 speelde hij Beethovens Diabelli-variaties op een radio-uitzending. Zijn afscheid van de bühne nam hij in 1952 met o.a. Beethovens pianosonate nr. 32 op. 111. De composities op deze cd zijn eigenlijk niet meer dan, inderdaad, Bagatellen, zoals de titel van de laatste werkjes luidt, maar wat een heerlijke Bagatellen!

Het duo Tatjana Blome en Holger Groschopp speelt aanstekelijk en zeer geïnspireerd. Het plezier spat er van af!


WALTER BRAUNFELS
Piano Music
Variations on an Old French Song for 2 Pianos, Op. 46
Little Pieces for Piano 4 Hands, Op. 24
Bagatelles for Piano, Op. 5
Tatjana Blome, Holger Groschopp
Onderkant formulierCapriccio C5361

Arnold van Mill: is there someone who still remembers him?

Decca van Mill

The Dutch bass Arnold van Mill is almost completely forgotten nowadays. How unfair! His voice is a bit reminiscent of the young Kurt Moll, which of course is also due to the repertoire. Beautiful!

Below is the duet from Der Fliegende Holländer. Arnold Van Mill sings Daland and George London Der Holländer:

Van Mill was mainly famous for his Wagner roles. Unfortunately they are not on this CD. But his smooth bass was also very suitable for Singspiel and operetta. His Lortzing, Cornelius, Nicolai and Weber (all present on this CD) are a pure delight for the ear. All real collector items. Thank you, Decca!


The CD is complemented by Russian songs, sung by the Bulgarian bass Raphael Arié. Another great singer who is ompletely forgotten.

The combination is not really a happy one: not only does the repertoire differ like day and night, the voices are incomparable as well; which does not prevent me from enjoying him enormously! Hopefully Decca will have more of Arié on the shelf, because my wish list with his recordings is quite long!

Below Arié sings ‘Ella giammai m’amo’ from Don Carlo

Mijn eerste zoete verdriet

Opera Rara Il primo

De titel van deze cd, Il primo dolce affanno (Mijn eerste zoete verdriet) is ontleend aan Benedetto sia ’l giorno, één van de sonnetten van Francesco Petrarca. In dit inmiddels al de zevende deel van de serie Il Salotto (Het Salon) presenteert Opera Rara een heerlijke selectie  van liederen, liedjes en duetten uit het midden- tot het einde van de negentiende-eeuwse repertoire. (ORR230)

Bruce Ford zingt ‘I’ vidi in terra angelici costumi’:

De drie Petrarca-sonnetten in de onweerstaanbaar mooie zetting van Franz Liszt fungeren als de leidraad, voor de rest biedt de cd voornamelijk onbekende composities van Giacomo Meyerbeer, Camille Saint-Säens, Prins Józef Poniatowski, Federico Ricci, Antonio Carlos Gomes, Antonio Buzzolla en Giuseppe Verdi. Iets om even bij stil te staan, want: waarom worden die pareltjes bijna nooit uitgevoerd? Alleen de ‘Barcarola’  voor drie stemmen van Buzzolla valt een beetje tegen, wat wellicht de schuld kan zijn door de onzeker intonerende William Matteuzzi.

Voor de rest zijn de zangers (Elisabeth Vidal, Laura Claycomb, Manuela Custer, Bruce Ford, Roberto Servile en Alastair Miles) zonder meer voortreffelijk. Ze worden dan ook uitstekend begeleid door David Harper op de piano

Elisabeth Vidal zingt ‘Theme varie for soprano’ van Camille Saint-Saens :

.