Zwoel en geruststellend: Hagai Shaham speelt Bloch en Ben Haim
Rond zijn vijfentwintigste raakte Ernest Bloch geïnteresseerd in de ‘Joodse ziel’ die hij in zijn eigen taal, de muziek, wilde vertalen. Hij ontwikkelde een eigen stijl en in veel van zijn composities uit die tijd kun je de sfeer van Hebreeuwse gezangen proeven.
Voor de Baal Shem Suite (1923), één van zijn bekendste werken, werd hij geïnspireerd door Israel ben Eliëzer (Baal Shem Tov), de oprichter van het moderne Chassidisme, een beweging die is ontstaan in het achttiende-eeuwse Polen en gebaseerd was op mysticisme, spiritualisme en magische doctrines. Het verkondigde een soort van gelukzaligheid die alleen bereikt kon worden door middel van muziek, dans en gezang want alleen zo kon het directe contact met God bereikt worden.
Van alle uitvoeringen van die van ‘Baal Shem’ (en dat zijn er heel wat) zijn gemaakt is deze, gespeeld door Hagai Shaham en begeleid door Arnon Erez voor mij één van de dierbaarsten. Shahams toon is rond en warm met een gezonde dosis ‘schmalz’. En al balanceert hij vaak net op het randje, nergens ontaardt hij in banaliteiten.
De Berceuse Sfaradite van één van de bekendste Israëlische componisten, Paul Ben- Haïm, gebaseerd op een Sefardisch slaapliedje klinkt bij Shaham zwoel en geruststellend tegelijk. En de vioolsolosuites van beide toondichters, op verzoek van Yehudi Menuhin gecomponeerd veranderen in Shahams handen in vergeten meesterwerken. Prachtig.