Markus_Werba

Schuberts Alfonso und Estrella uit Cagliari, interessante rariteit

Tekst : Peter Franken

Franz Schubert (1797-1828) staat vooral bekend om zijn liederen en symfonieën. Hij heeft echter ook de nodige werken voor het theater geschreven, veelal Singspiele en een klein aantal opera’s. Geen van allen brachten ze de componist het succes waar hij zo hoopte, vooral om een reputatie te vestigen als operacomponist.

Playbill Weimar 1854, conductor Liszt

Het Teatro Lirico Cagliari kwam in 2004 met een uitvoering van zijn meest geslaagde werk: Alfonso und Estrella uit 1822. Een opname is door Dynamic op dvd uitgebracht. Het werk volgde zeer kort na Webers Der Freischütz maar werd genegeerd. De première vond pas in 1854 plaats in Weimar door toedoen van Liszt.

Het libretto van Franz von Schober gaat uit van een simpel verhaal. Koning Froila van Léon leeft al vele jaren in ballingschap in een vallei die door bergen van zijn vroegere rijk wordt afgeschermd. De usurpator Mauregato heeft het te druk met onder de duim krijgen van de Moren om zich te bekommeren om die zonderling daar achter de bergen.

Na weer een succesvolle campagne begaat Mauregato de klassieke vergissing zijn legeraanvoerder een wens te laten doen die op voorhand zal worden ingewilligd. Generaal Adolfo vraagt om de hand van zijn dochter Estrella die hem echter absoluut niet accepteert. Uit wraak komt Adolfo in opstand: als hij zelf koning is krijgt hij Estrella er gratis bij. Dat meisje is al eens verdwaald na een jachtpartij en toevallig is ze Alonso tegen het lijf gelopen, de zoon van Froila. Liefde op het eerste gezicht. Vanwege Estrella komt Alfonso de troepen van Mauregato te hulp als die dreigen te verliezen van Adolfo. Hij neemt deze veldheer persoonlijk gevangen als die Estrella bedreigt om zijn zin te krijgen. Mauregato denkt zich verslagen en geeft het op: hij laat zijn gestolen rijk weer aan Froila en zo krijgt het verhaaltje een happy end.

Bij het horen van de ouverture moest ik direct aan Schuberts symfonische muziek denken. Bepaalde wat opgewonden klimmende passages herinnerden me onwillekeurig aan Fidelio. De koormuziek is erg fraai maar doet weinig meer dan de handeling ophouden. Dat geldt ook voor veel van de aria’s. Ze klinken eerder als opgerekte liederen waar Schubert natuurlijk zijn faam aan te danken heeft dan als onderdelen van een theaterstuk.

Teatro Lirico Cagliari heeft wel een behoorlijke gok genomen met deze productie. Ik kan me niet voorstellen dat er in andere theaters veel publiek op af zou komen maar daar op Sardinië houdt men kennelijk wel van een rariteit zo nu en dan. En Dynamic is er altijd bij om dat vast te leggen.

Het speelvlak is heel opvallend. Het bestaat uit decorstukken die de vorm hebben van muziekinstrumenten, voornamelijk celli en bassen. Maar hier en daar zien we ook een trede of een plint in de vorm van een toetsenbord. Verder staan er muziekstandaards waarop een solist zogenaamd kijkt tijdens het zingen. Als de camera inzoomt blijkt er gewoon een prentenboek op te staan. Het toneel verandert niet per scène of akte, alles speelt zich daar af.

Variaties in de handeling worden uitgebeeld door op het achtertoneel marionetten op een lopende band langs te sturen. Ze zijn op normale grootte en gekleed als de personen die ze uitbeelden. Omdat ze worden bediend door in het donker gehulde toneelknechten kan men zich afvragen of het niet eenvoudiger was geweest daar normale levende figuranten voor in te zetten. Regisseur Luva Ronconi en Margherita Palli die verantwoordelijk was voor de algehele aankleding zullen daar wel hun redenen voor hebben gehad.

Wat de voorstelling muzikaal de moeite waard maakt is vooral de topcast die men bijeen heeft gebracht. Eva Mei excelleert als de koningsdochter Estrella, de enige grote rol voor een vrouw. Tenor Rainer Trost vertolkt de rol van de koningszoon Alfonso die nu eindelijk die benauwde vallei eens uit wil. Bariton Markus Werba als Froila heeft dat verboden om tenminste nog een plekje voor zichzelf te hebben. Leven en laten leven is zijn motto t.a.v. Mauregato.

Het duet van Alfonso en Froila zet de toon waar het Schuberts benadering van theatermuziek betreft. Het klinkt prachtig allemaal maar de handeling komt er geen millimeter mee vooruit. Mauregato komt voor rekening van bariton Jochen Schmechenbecher. Generaal Adolfo wordt ten tonele gevoerd door de bas Alfred Muff.

Koor en orkest van Teatro Lirico Cagliari staan onder leiding van Gérard Korsten.

De complete opera is hier te vinden:

https://www.operaonvideo.com/alfonso-und-estrella-cagliari-2004-mei/

P.s. (BJ) in 1978 is de opera onder Suitner opgenomen met een all star cast: Edith Mathis, Hermann Prey, Dietrich Fischer-Dieskau, Peter Schreie en Theo Adams:

P.s. 2: en vergeet Fierrabras niet, mijns inziens (BJ) een meesterwerk

Opname onder Claudio Abbado, niet te missen!:

https://www.operaonvideo.com/fierrabras-vienna1983-abbado/

Schubert’s Alfonso und Estrella: what a surprise!

Anna Caterina Antonacci: more then a diva in just two of her roles

© Askonaz Holt

CARMEN

Francesca Zambello


It happened to me in 2011, when the BBC brightened up a dull Christmas afternoon with an opera transmission from London’s Covent Garden. Carmen.  I got hooked. Antonio Pappano is an impassioned conductor and whips up the Royal Opera House orchestra to unprecedented heights, but this time my knocked-out feeling was caused by the unusually exciting direction and the phenomenal lead performers.

Francesca Zambello does not shy away from a lot of sentiment and provides a blatantly realistic spectacle, without updates and concepts. The action actually takes place in Seville and the eye is treated to a beautiful choreography and stunning costumes.

Anna Caterina Antonacci is a very spunky and sexy Carmen, very defiant but also confident and proud. Her gorgeous black eyes spit fire, and her beautiful appearance and great acting talent do not hide the fact that she can also sing: her powerful voice has a range of emotions. All in all: a real tragédienne. A real Carmen.



Ildebrando D’Arcangelo is a fantastic, virile Escamillo. His entrance on the big black horse is truly spectacular.


Jonas Kaufmann is easily one of the best José’s  I have ever experienced in my life. His spinto tenor sounds phenomenal in all registers, nowhere exaggerated and lyrical and whispery where necessary. He cannot be outdone as an actor either, and his more-than-attractive looks we’ll take as a bonus. You surely know by now: you must have this Carmen!

Trailer:


Adrian Noble



Carmen by Bizet, conducted by Sir John Eliot Gardiner Gardiner… who would have thought it possible? And yet it makes more sense than you think. Because with the 2009 performance, Gardiner brought the opera back to the site of its world premiere and the orchestra played the work with the instruments of that time.

Adrian Noble’s (brilliant!) direction is mainly focused on the characters, the staging is highly illustrative and the libretto is closely followed. It is realistic, beautiful and exciting. The unified décor is adapted to each scene, making you feel like you are actually present in all these different locations.

The voices are on the small side, but I don’t think that was a problem at the time at the Opéra Comique in Paris, let alone on DVD.

Andrew Richards is not the best José ever, but his interpretation of the role is phenomenal. He begins as a nice and very cuddly stranger and ends up as a kind of Jesus, with delusion in his eyes.

Unfortunately, Nicolas Cavallier (Escamillo) does not have enough sex appeal for a macho toreador, but he compensates a lot with his beautiful singing.



Anna Caterina Antonacci is one of the best Carmens these days. Beautiful, sexy, challenging and nowhere vulgar. Her deep, warm voice has all the colours of the rainbow.
Gardiner clearly feels inspired. His tempi are dizzying at times.


HANS HEILING



It was some 20 years ago that I, somewhat hesitantly, started to watch Hans Heiling. Never before did I hear the opera, let alone see it. From Heinrich Marschner I only knew Les Vampyrs. And, besides, I was a bit afraid of the production. After all the hassle with the ballet in most of the opera’s Pier Luigi Pizzi directed, I feared the worst. Well, that was a surprise! I immediately recognized Pizzi: his predilection for colour (mainly red in all its shades), excesses and physicality was evident here too, but it really worked here.

Hans Heiling (Jan Svatos in Czech) was a legendary king of spirits; his name is often found in Czech and German legends. He falls in love with an earthly girl and swears off his magic power to marry her.

However, she is in love with an ordinary boy and rejects him. Disillusioned (“only a human can try his luck on earth”) Heiling returns to his underground kingdom. A male equivalent of Rusalka, but without the tragic end.

There is insanely good singing and acting, there is not a single weak role. I already knew how formidable Anna Caterina Antonacci can be, but the (also to the eye) very attractive Markus Werba was a true discovery. Very exciting and dazzling. Recommended.

Jan Svatoš oftewel Hans Heiling: een griezelsprookje van Marschner

Tekst: Peter Franken

Heinrich Marschner (1795-1861) was een belangrijke Duitse componist ten tijde van de Romantiek. Hoewel hij een uitgebreid oeuvre op zijn naam heeft staan, is Marschner bij het grote publiek vrijwel in vergetelheid geraakt. Zijn naam leefde in kleine kring wel voort als schrijver van Twaalf Bagatellen voor gitaar, een jeugdwerkje, dat op muziekscholen werd gebruikt. Een soort Clementi voor beginnende gitaristen.

Van de talrijke opera’s die Marschner schreef hadden er drie veel succes: Der Vampyr (1828), Der Templer und die Jüdin (1829) en Hans Heiling (1833). Zijn werk wordt – vooral bij gebrek aan andere voorbeelden – in brede kring gezien als schakel tussen de opera’s van Weber en Wagner. Dat geldt vooral voor Der Vampyr en Hans Heiling die beiden tot het subgenre ‘Scheuerromantik’ gerekend kunnen worden. Hierin is sprake van bovennatuurlijke verschijnselen die de toeschouwer moeten doen huiveren.

Kenmerkend personage is ‘Der bleiche Mann’ die zich onder de mensen begeeft om zichzelf van een vervloeking of een pact met de duivel te verlossen. Daarbij moeten zijn menselijke slachtoffers het natuurlijk ontgelden, tenzij er tijdig door een tegenkracht een stokje voor gestoken wordt. De vampier in de gelijknamige opera behoeft op dit punt geen toelichting. Zijn collega’s vinden we bij Weber in de persoon van Kaspar (Der Freischütz) en bij Wagner in de persoon van Der Holländer. Hans Heiling is de prins van de Aardgeesten die pendelt tussen de bovenaardse en de onderaardse wereld. Hier zien een overeenkomsten met meerdere personages uit Wagners eerste opera Die Feen, meer in het bijzonder Arindal.

Hans Heiling heeft zich onder de mensen begeven en is verliefd geworden op het meisje Anna. Daarbij heeft hij de gedaante van een mens aangenomen en zich voorgedaan als een rijk, geleerd en machtig persoon. Zijn belangstelling voor de ‘bovenwereld’ is genetisch bepaald, hij is namelijk half mens. Ook zijn moeder waagde zich ooit onder de mensen met zoon Hans als tastbare herinnering.

Eenmaal terug in het onderaardse rijk besluit hij definitief zijn kans te wagen bij Anna. Op zijn tocht naar boven neemt hij juwelen mee als ‘Brautschmuck’ en een toverboek dat hem macht geeft over zijn onderdanen. Anna’s moeder zag wel wat in die chique vrijer en heeft haar dochter aangemoedigd hem te accepteren. Maar als Anna in een onbewaakt ogenblik het toverboek heeft ingezien is ze zo geschrokken van de inhoud dat ze van Heiling eist dat hij het verbrandt als voorwaarde voor haar jawoord. Vervolgens gaat hij met haar mee naar een dorpsfestival waar Konrad met Anna wil dansen.

Konrad is al lang verliefd op Anna en de achterdochtige Heiling doorziet dit en weigert Anna te laten gaan. Maar zij maakt hem duidelijk dat hij nog geen rechten heeft omdat het huwelijk nog niet is gesloten. Als Anna later wat door het bos loopt te dwalen beseft ze dat ze een probleem heeft: ze is verliefd op Konrad maar heeft Heiling een trouwbelofte gedaan.

Op dat moment verschijnt de koningin van de Aardgeesten die haar op dreigende wijze ‘verzoekt’ haar zoon los te laten (Hör auf mein Wort’). Moeder wil haar zoon gewoon weer terug waar hij hoort, zonder daarbij acht te slaan op diens wensen. De confrontatie met deze bovennatuurlijke verschijning doet Anna flauwvallen, maar gelukkig vindt Konrad haar, verklaart haar zijn liefde en brengt haar naar huis.

Heiling komt opnieuw naar Anna toe en wil het goed maken door haar meer juwelen te geven. Maar nu ze weet waar die vandaan komen – niet uit de aardse wereld, dus niet pluis – weigert ze deze aan te nemen. Woedend steekt Heiling zijn rivaal Konrad neer en vertrekt weer naar zijn eigen terrein.

Daar blijkt hij geen macht meer over zijn onderdanen te hebben aangezien zijn toverboek in vlammen is opgegaan. Maar als de dwergen zijn wanhoop zien, nadat hij heeft vernomen dat Anna de volgende dag met de slechts licht gewonde Konrad zal trouwen, krijgen ze medelijden en zweren ze hem ondanks alles opnieuw hun trouw.

Boven onderbreekt Heiling de trouwplechtigheid waarop Konrad hem probeert neer te steken, maar zijn mes breekt door Heilings toverkracht. Vervolgens roept hij zijn onderdanen op om de complete dorpsgemeenschap te doden, maar net op tijd komt de koningin tussenbeide. Ze weet haar zoon ertoe te brengen om zich met zijn tegenstrevers te verzoenen (‘Der Liebe Lust und Leid’) en daarna vertrekt het gehele korps weer naar de onderaardse wereld.

Op het label Dynamic is een live opname van Hans Heiling uitgebracht. Het betreft een voorstelling in het Teatro Lirico di Cagliari uit 2004. Regie, kostuums en decor zijn van Pier Luigi Pizzi en dat staat borg voor een goed verzorgd geheel.

Een prachtige vondst van Pizzi is het gebruik van geprojecteerde beelden in de stijl van Salvador Dali op het moment dat Anna het toverboek opent. Plotseling lijkt ze zich in een surrealistische omgeving te bevinden, een angstaanjagende overgang vanuit het Boheemse boerenland.

De titelrol is in handen van Markus Werba, prima verzorgd. Hij weet zijn personage volledig tot leven te wekken, van eenzame Prins via verliefde buitenstaander (‘An jenem Tag’) tot gedesillusioneerde op wraak beluste man. Anna_CaterinaAnna Caterina Antonacci tekent voor de rol van Anna, prachtig gezongen. Gabriela Fontana zingt de rol van de Koningin en Herbert Lippert staat op het toneel als de koene held Konrad.

Behalve een regulier koor is er een belangrijke rol weggelegd voor een uitstekend zingend kinderkoor dat de Aardgeesten vertolkt. We kunnen hen vergelijken met de Nibelungen bij Wagner, dwergen. Het treft dat de kinderen klein van postuur zijn en mooi ijl en hoog kunnen zingen. Daardoor wordt het verschil tussen de bewoners van de boven- en de benedenwereld op geloofwaardige wijze benadrukt.

Goed spelend orkest onder leiding van Renato Palumbo.

Eerste acte:

Tweede en derde acte:

Foto’s: © Priamo Tolu / Teatro Lirico di Cagliari


Hans Heiling: a (not so fairy) tale for Christmas?


HANS HEILING als mijnbouwopera in Essen

Hans Heiling: a (not so fairy) tale for Christmas?

Dynamic Hans Heiling
It was some ten years ago that I, somewhat hesitantly, started to watch Hans Heiling. Never before did I hear the opera, let alone see it. From Heinrich Marschner I only knew Der Vampyr. And, besides, I was a bit afraid of the production. After all the hassle with the ballet in most of the opera’s Pier Luigi Pizzi directed, I feared the worst. Well, that was a surprise! I immediately recognized Pizzi: his predilection for colour (mainly red in all its shades), excesses and physicality was evident here too, but it really worked here.

Hans Heiling (Jan Svatos in Czech) was a legendary king of spirits; his name is often found in Czech and German legends. He falls in love with an earthly girl and swears off his magic power to marry her.

However, she is in love with an ordinary boy and rejects him. Disillusioned (“only a human can try his luck on earth”) Heiling returns to his underground kingdom. A male equivalent of Rusalka, but without the tragic end.

There is insanely good singing and acting, there is not a single weak role. I already knew how formidable Anna Caterina Antonacci can be, but the (also to the eye) very attractive Markus Werba was a true discovery. Very exciting and dazzling. Recommended.

Schubert’s Alfonso und Estrella: what a surprise!

Dynamic Schubert

What a surprise! I have to admit: I love, love, love it! A romantic fairy tale about an old king, who is thrown off the throne by his rival, and about his son who falls in love with the daughter of his father’s rival.

After some complications (there is also a real bad guy) everything goes well: Alfonso and Estrella get married and the old king gets his throne back, which he then promptly hands over in favour of the young couple. And there is also a moral: a really big man forgives his enemies.

The music is very beautiful. No, it’s not a masterpiece, but still … it’s unmistakably Schubert. There are a few incredibly beautiful ballads: a song by Froila about the cloud girl, for example. Or a touching ‘Wo ist sie’ by Mauregato, who thinks he has lost his daughter.

Eva Mei, Rainer Trost, Alfred Muff, Markus Werba and Jochen Schmeckenbacher play and sing exceptionally well, and I also think the staging (directed by Luca Ronconi) is a great success. In a setting of string instruments only, the opera is played out two-dimensionally: on stage and on the platform behind it, where puppets play the scenes.

In the first act the singers are dressed in evening dress (suggesting a song recital?), in the second and third act they wear period costumes from the region  (Spain in the eighteenth century).

The opera was recorded in 2004 in Cagliari, an opera house that is not afraid of unknown repertoire.

It all started with Paganini: DYNAMIC celebrates its fortieth birthday

DynamicThe genesis of Dynamic can be read as a real fairy tale. The label was founded  forty years ago by Pietro Mosetti Casaretto (1925-2012), a violin-playing surgeon with an enormous passion for classical music. Initially, only chamber music works were recorded, all performed by the many friends (including Salvatore Accardo and Bruno Cannino) of the founder.

Mosetti Casaretto, a sincere admirer of violin music in general and of Paganini in particular, set himself the goal of recording Paganini’s complete oeuvre, which he more or less succeeded in doing. The catalogue mentions 35 Paganini titles, many of them performed on the famous violin of the composer/virtuoso.

In 1996, however, there was a turnaround: Dynamic signed a cooperation contract with the opera festival in Martina Franca. With live recordings of weird and unknown operas and of lesser known versions of Macbeth and Lucia di Lammermoor, for example, Dynamic quickly became popular among opera lovers.

Nowadays they also work with other (small) Italian opera houses, such as Teatro La Fenice (Venice), Teatro Lirico di Cagliari and Teatro Regio di Parma. The company initially focused mainly on DVDs, nowadays all titles are offered on both DVD and CD.

With a few different titles, chosen by myself mainly for their high rarity, I settled down on the couch: the party could begin. What struck me immediately was that most of the operas were directed by Pier Luigi Pizzi. Coincidence?

Dynamic Pizzi

Pier Luigi Pizzi © Studio Amati Bacciardi

According to Stefano Olcese (production supervisor), it had indeed been pure coincidence at first. “But”, he adds, “Pizzi was so enthusiastic about what we were doing that he wanted us to join him when he directed another opera”. And so it happened.

I’ll start right away with two Pizzi operas – productions for which he also designed the costumes and sets.

 

Les Pêcheurs de Perles (Bizet)

Dynamic parelvissers

A production with a lot of ballet, and that bothers me a lot. When yet another dancer floats through the famous duet and thus hides the singing gentlemen from my eyes, I want to give up and read a book.

Yet it won’t let me go, so I watch again. I don’t regret it, although it is still hard for me to persevere. The blame lies mainly (except for the ballet) with the tenor: Yasu Nakajima is mainly meaningless and superficial. Too bad.

But Annick Massis is a truly enchanting Léïla. Only in her place I had chosen the baritone (good Luca Grassi). All in all: provided you do not hate ballet, it is a reasonable recording of that opera on DVD.

Below Annick Massis and Yasu Nakajima in ‘O Dieu Brama!

 

Hans Heiling (Marschner)

Dynamic Hans Heiling

Somewhat hesitantly I started Hans Heiling. Never before did I hear it, let alone see it. From Marschner I only knew Les Vampyrs. Besides: after all the hassle with the ballet in Les Pêcheurs de Perles I fear the worst. Well, that was a surprise! I immediately recognized Pizzi: his predilection for colour (mainly red in all its shades), excesses and physicality is evident here too, but it really works here.

Hans Heiling (Jan Svatos in Czech) was a legendary king of spirits, his name is often found in Czech and German legends. He falls in love with an earthly girl and swears off his magic power to marry her.

However, she is in love with an ordinary boy and rejects him. Disillusioned (only a man can try his luck on earth) Heiling returns to his underground kingdom. A male equivalent of Rusalka, but without the tragic end.

There is insanely good singing and acting, there is not a single weak role. I already knew how formidable Anna Caterina Antonacci can be, but the (also to the eye) very attractive Markus Werba is a true discovery. Very exciting and dazzling. Recommended.

Below a fragment of the production:

 

Alfonso und Estrella (Schubert)

Dynamic Schubert

Another surprise! I love it: a romantic fairy tale about an old king, who is thrown off the throne by his rival, and about his son who falls in love with the daughter of his father’s rival.

After some complications (there is also a real bad guy) everything goes well: Alfonso and Estrella get married and the old king gets his throne back, which he then promptly hands over in favour of the young couple. And there is also a moral: a really big man forgives his enemies.

The music is very beautiful. No, it’s not a masterpiece, but still … it’s unmistakably Schubert. There are a few incredibly beautiful ballads: a song by Froila about the cloud girl, for example. Or a touching ‘Wo ist sie’ by Mauregato, who thinks he has lost his daughter.

Eva Mei, Rainer Trost, Alfred Muff, Markus Werba and Jochen Schmeckenbacher play and sing exceptionally well, and I also think the staging (directed by Luca Ronconi) is a great success. In a setting of string instruments only, the opera is played out two-dimensionally: on stage and on the platform behind it, where puppets play the scenes.

In the first act the singers are dressed in evening dress (suggesting a song recital?), in the second and third act they wear period costumes from the region  (Spain in the eighteenth century).

Like Hans Heiling, the piece was performed in 2004 in Cagliari, an opera house that is not afraid of unknown repertoire.

More Dynamic (a selection):
Il Matrimonio segreto, a somewhat forgotten niemendalletje
LALO: LE ROIS D’YS
GIOVANNI BOTTESINI: Requiem

In Dutch:
Het begon met Paganini… Dynamic viert zijn veertigste verjaardag

Translated with http://www.DeepL.com/Translator

Het begon met Paganini… Dynamic viert zijn veertigste verjaardag

Dynamic

 

 

De ontstaansgeschiedenis van Dynamic laat zich lezen als een echt sprookje. Het label werd dit jaar precies veertig jaar geleden opgericht door Pietro Mosetti Casaretto (1925-2012), een vioolspelende chirurg met een enorme passie voor klassieke muziek. Aanvankelijk werden er alleen kamermuziekwerken opgenomen, allen uitgevoerd door de vele vrienden (waaronder Salvatore Accardo en Bruno Cannino) van de oprichter.

Mosetti Casaretto, een oprechte aanbidder van vioolmuziek in het algemeen en die van Paganini in het bijzonder, stelde zich als doel Paganini’s volledige oeuvre op te nemen, wat hem min of meer lukte. De catalogus vermeldt 35 Paganini-titels, waarvan vele uitgevoerd op de beroemde viool van de componist/virtuoos.

In 1996 kwam er echter een ommezwaai: Dynamic tekende een samenwerkingscontract met het operafestival in Martina Franca. Met live-opnamen van rare en onbekende opera’s en van minder bekende versies van bijvoorbeeld Macbeth en Lucia di Lammermoor werd Dynamic al snel geliefd onder de operaliefhebbers.

 

 

 

Tegenwoordig wordt er ook met andere (kleine) Italiaanse operahuizen samengewerkt, zoals Teatro La Fenice (Venetië), Teatro Lirico di Cagliari en Teatro Regio di Parma. De firma richtte zich aanvankelijk voornamelijk op dvd’s, tegenwoordig worden alle titels zowel op dv dals cd aangeboden

Met een paar verschillende titels, door mezelf voornamelijk om hun hoge rariteitsgehalte uitgekozen, nestelde ik me op de bank: het feest kon beginnen. Wat me meteen opviel, was dat de meeste van de opera’s door Pier Luigi Pizzi werden geregisseerd. Toeval?

 

Dynamic Pizzi

Pier Luigi Pizzi © Studio Amati Bacciardi

 

 

Volgens Stefano Olcese (productie supervisor) was het aanvankelijk inderdaad pure toeval geweest. “Maar”, voegt hij er aan toe, “Pizzi was zo ontzettend enthousiast over wat we deden, dat hij ons voortaan er bij wilde hebben als hij weer een opera regisseerde”. Vandaar.

Zo gezegd begin ik gelijk maar met twee Pizzi-opera’s – producties waarvoor hij ook de kostuums en decors heeft ontworpen.

 

 

Les Pêcheurs de Perles (Bizet)

 

Dynamic parelvissers

 

 

Het is een productie met erg veel ballet, en dat stoort me zeer. Wanneer er nóg een danser door het beroemde duet heen zweeft en zo de zingende heren aan mijn oog onttrekt, wil ik het opgeven en ga een boek lezen.

Toch laat het me niet met rust en ga ik weer kijken. Spijt krijg ik er niet van, al valt het me nog steeds zwaar om door te zetten. De schuld ligt hoofdzakelijk (op het ballet na dan) bij de tenor: Yasu Nakajima is voornamelijk nietszeggend en oppervlakkig. Jammer.

Maar Annick Massis is een werkelijk betoverende Léïla. Alleen had ik in haar plaats toch voor de bariton (goede Luca Grassi) gekozen. Al met al: mits u geen hekel hebt aan ballet is het een redelijke opname van die opera op de dvd.

Hieronder Annick Massis én Yasu Nakajima in ‘O Dieu Brama!

 

 

 

 

Hans Heiling (Marschner)

 

Dynamic Hans Heiling

 

 

Ietwat aarzelend begon ik aan Hans Heiling. Nooit, maar dan ook nooit heb ik het gehoord, laat staan gezien. Van Marschner kende ik alleen Les Vampyrs. Bovendien: na al dat gedoe met ballet in Les Pêcheurs de Perles vrees ik het ergste. Nou, dat was een verrassing! Pizzi herkende ik onmiddellijk: zijn voorliefde voor de kleur (voornamelijk rood in al zijn schakeringen), overdaad en lijfelijkheid is ook hier evident, maar het werkt alleen positief.

Hans Heiling  (Jan Svatos in het Tsjechisch) was een legendarische koning der geesten, zijn naam komt veelvuldig in Tsjechische en Duitse sagen voor. Hij wordt verliefd op een aards meisje en zweert zijn toverkracht af  om met haar te kunnen trouwen.

Zij is echter verliefd op een gewone jongen en wijst hem af. Gedesillusioneerd (alleen een mens kan het geluk op aarde beproeven) keert Heiling terug naar zijn ondergrondse koninkrijk. Een mannelijke equivalent van Rusalka, maar dan zonder het tragische einde.

Er wordt waanzinnig goed gezongen en geacteerd, er is niet één zwakke rol tussen. Van Anna Caterina Antonacci wist ik al hoe formidabel ze kan zijn, maar de (ook voor het oog) bijzonder aantrekkelijke Markus Werba is een ware ontdekking. Bijzonder spannend en oogverblindend. Aanbevolen.

Hieronder een fragment van de productie:

 

 

Alfonso und Estrella (Schubert)

 

Dynamic Schubert

 

Alweer een verrassing! Prachtig vind ik het: een romantisch sprookje over een oude koning, die door zijn rivaal van de troon wordt gestoten, en over zijn zoon die verliefd wordt op de dochter van zijn vaders rivaal.

Na wat verwikkelingen (er is ook een echte slechterik) komt alles goed: Alfonso en Estrella gaan trouwen en de oude koning krijgt zijn troon terug, die hij dan prompt ten gunste van het jonge paar afstaat. En er is ook een moraal: een echt groot man vergeeft zijn vijanden.

De muziek is zeer fraai. Nee, het is geen meesterwerk, maar toch … het is onmiskenbaar Schubert. Er zitten een paar waanzinnig mooie ballades tussen: een lied van Froila over het wolkenmeisje, bijvoorbeeld. Of een hartroerende ‘Wo ist sie’ van Mauregato, die denkt zijn dochter te zijn kwijtgeraakt.

Er wordt buitengewoon goed gespeeld en gezongen door Eva Mei, Rainer Trost, Alfred Muff, Markus Werba en Jochen Schmeckenbacher en ook de enscenering (regie: Luca Ronconi) vind ik goed geslaagd. In een decor van uitsluitend snaarinstrumenten wordt de opera tweedimensionaal gespeeld: op de bühne en op het verhooginkje daarachter, waar de poppen de scènes naspelen.

In de eerste acte zijn de zangers gestoken in avondkleding (een suggestie in de richting van een liedrecital?), in de tweede en derde dragen ze de tijd- en plaatsgebonden kostuums (Spanje in de achttiende eeuw).

Het stuk werd, net als Hans Heiling, in 2004 in Cagliari opgevoerd, een operahuis dat niet bang is voor het onbekend repertoire.

 

 

Meer Dynamic (een seletie):

 

Il Matrimonio segreto, een enigszins in de vergetelheid geraakt niemendalletje
LALO: LE ROIS D’YS
GIOVANNI BOTTESINI: Requiem