Francesca_Zambello

Cherevichki in de Royal Opera

Tekst: Peter Franken

Tsjaikovsky’s opera Vakula de smid had première in 1874 en trok weinig belangstelling. Vier jaar later revancheerde de componist zich met zijn meesterwerk Evgeni Onegin maar Vakula’s armzalige lot bleef hem achtervolgen. Hij werkte de opera flink om en voegde zelfs een extra akte toe.

Het resultaat was Cherevichki ofwel De slippers van de tsarina dat in 1885 in première ging. Ook nu bleef het succes uit, vermoedelijk doordat het werk muzikaal niet in de schaduw kan staan van zijn directe voorganger Mazeppa. Aansprekende aria’s en zelfs beklijvende melodieën ontbreken en het sprookjesverhaaltje is zo dun dat Tsjaikovsky er maar beter een ballet van had kunnen maken. Dansscènes zijn er nu ook te over waaronder een klassiek ballet aan het hof en een authentieke kozakkendans uitgevoerd door Russische specialisten.

Vakula is de smid in een Oekraïens dorpje ten tijde van Catharina de grote. Hij is verliefd op Oxana, een wispelturig meisje met ‘maniertjes’. Zij wil hem graag als man, de enige ‘valk’ in een dorp met verder alleen maar ‘duiven’. Tegelijkertijd stoot ze hem af en stelt vervolgens de onmogelijke eis dat hij haar de slippers van de tsarina bezorgt. Alleen dan wil ze wel met hem trouwen.

Vakula’s moeder is een heks die bevriend is met een duivel. Na de nodige verwikkelingen krijgt Vakula die zo ver dat hij hem naar het hof teleporteert en helpt bij het verwerven van slippers zoals de tsarina die draagt.

Oxana is inmiddels in een depressie beland omdat ze denkt dat Vakula zelfmoord heeft gepleegd door zich te verdrinken. Het is kerstmis en het water is ijskoud, geen kans op overleven. Gelukkig komt alles weer goed als de smid met zijn trofee in het dorpje terugkeert.

De Royal Opera programmeerde het werk als kerstproductie in 2009, uitgebracht op dvd door Opus Arte. Regisseur Francesca Zambello, Mikhail Mokrov (decors) en Tatiana Noginova (kostuums) maakten er een feestelijke voorstelling van met veel aandacht voor alle folkloristische details. Het is een perfecte show waarin uitstekend wordt gedanst en goed wordt gezongen.

Oxana wordt uitstekend vertolkt door sopraan Olga Guryakova, mezzo Solokha (Vikula’s moeder) is in goede handen bij een ondeugende Larissa Diadkova.

Wijlen Maxim Mikhailov (bas) neemt de rol van de duivel voor zijn rekening en tenor Vsevolod Grivnov voert de veelgeplaagde Vakula ten tonele.

Koor en orkest van de Royal Opera en dansers van het Royal Ballet completeren een zeer geslaagde voorstelling van een duidelijk minderen Tsjaikovsky. Alexander Polianichko heeft de muzikale leiding.

Productie foto’s ©: Tristram Kenton

\

Amerikaanse opera’s. Deel 1:  Street Scene van Kurt Weill

Tekst: Peter Franken

Nadat hij Duitsland was ontvlucht verbleef Weill enige jaren in Parijs. De monoloog Die sieben Todsünde stamt uit deze periode. In 1935 vertrok Weill naar New York waar hij een studie maakte van de Amerikaanse populaire- en theatermuziek. Hij streefde in navolging van Gershwin naar het scheppen van een nieuw genre, American Opera, dat zowel artistiek als commercieel succesvol zou zijn.

Weill is er met zijn muzikale versie van het toneelstuk Streetscene van Elmer Rice meer dan in welk ander werk uit die periode in geslaagd een brug te slaan tussen het in zijn ogen springlevende Broadway en The Met die hij zeer waardeerde maar vooral als muziekmuseum.

Street Scene opende in 1947 op Broadway en kreeg daar 147 uitvoeringen in ruim vier maanden tijd. Daarna is het werk er nooit meer hernomen maar dat zal vooral zijn oorzaak hebben in het sterk naturalistische karakter van de inhoud: een liefdesdrama eindigend in een dubbele moord was wellicht toch niet zo geschikt voor de entertainment industry. Als toneelstuk trok het een ander publiek en was dat aspect van minder belang. In de opera waar men gewend was aan moord en doodslag was Street Scene feitelijk meer op zijn plaats: American Verismo.

Street Scene speelt zich af in een tijdsbestek van ongeveer 24 uur tijdens de late jaren ’20, maar duidelijk voor de beurskrach. De plaats van handeling is de straat voor een tweetal voordeuren in een blok huurkazernes in New York, upper lower east side of zoiets. Het gebeuren draait om een paar families die achter die twee voordeuren wonen, (boven)buren die elkaar bij gebrek aan iets anders vooral goed in de gaten houden en graag becommentariëren. Alles wat men te zien krijgt speelt zich af op de stoep en de straat, binnen of verder weg krijgt men verteld. Omdat iedereen graag op de stoep zit of uit het raam hangt blijft dat laatste tamelijk beperkt.

Links woont onder meer het kleine gezin van de oudere Jood Abraham Kaplan die nadrukkelijk sympathiseert met het communisme en de Russische revolutie. Dat brengt hem in conflict met zijn buurman Frank Maurant, een toneelknecht die de wereld het liefst precies zo wil houden als hij is, zowel maatschappelijk als in de privéverhoudingen. Hij is duidelijk emotioneel geblokkeerd en niet in staat zelfs maar eens een beetje vriendelijk te doen naar zijn gezin. Zijn vrouw lijdt daar al sinds het begin van hun huwelijk onder en is daardoor een gemakkelijk doelwit voor de melkboer Steve Sankey. Uiteraard wordt daar door de andere buurvrouwen al flink over geroddeld.

Abrahams zoon Sam studeert rechten en is al jaren verliefd op zijn buurmeisje Rose Maurant die op een makelaarskantoor werkt. Hij wil met haar dit leven in een achterstandswijk ontvluchten, ver weg naar een land aan de andere kant van de regenboog.

Een productie van Francesca Zambello voor Houston Grand Opera is in 1995 op dvd uitgebracht. De opname is gemaakt in Duitsland maar de cast is overwegend Amerikaans. Weills muziek klinkt zeer gevarieerd, het begin lijkt een direct vervolg op Porgy and Bess maar gaandeweg gaan we richting Puccini. Dat is vooral duidelijk waar de familie Maurant de handeling bepaalt.

Als Mrs. Maurant door haar man wordt betrapt met de melkboer schiet hij hen beiden dood. Zowel muzikaal als inhoudelijk maakt dit die liefdestragedie tot een pendant van Il tabarro. Max krijgt de gelegenheid een zeer lyrische aria ten beste te geven maar als een ander buurmeisje laat thuiskomt met haar vriendje laat Weil onbekommerd Count Basie muziek horen en dansen die twee de jitterbug, overigens het enige dansnummer.

Na de dood van haar moeder vertrekt Rose. Ze heeft ervaren dat liefde en iemands ‘bezit’ zijn niet goed samen gaan. De kooi waarin ze haar moeder heeft zien wegkwijnen wil ze hoe dan ook ontlopen. Sam is heartbroken zoals het betaamt in een romantische verhaal met slechte afloop.

Behalve die primaire verhaallijn is er natuurlijk ook het gewone dagelijks leven in de straat. De gemoedelijke Italiaan Fiorentino komt thuis met zes ijsje die hij uitdeelt. Daarna zingen ze een icecream sextet. En de familie Hildebrand komt opgetogen terug van een diploma-uitreiking van de School of Arts. De oudste dochter is met vlag en wimpel geslaagd en dat leidt tot een klein straatfeestje van alle aanwezigen. Helaas kan de alleenstaande moeder Hildebrand de huur al een tijdje niet betalen en de volgende ochtend worden ze op straat gezet. Terwijl de politie de dubbele moord in het gebouw onderzoekt worden er meubels op de stoep gezet alsof er niets aan de hand is.

Het eenvoudige leven van een groepje eenvoudige mensen met al hun verlangens en frustraties wordt heel fraai geportretteerd. Natuurlijk gebeurt er wel erg veel in dat etmaal maar dat doet niets af aan het levensechte karakter. Een zeer geslaagd werk deze Street Scene, en een eyeopener voor iedereen die Weill alleen maar kent van zijn carrière in Duitsland.

Ashley Putnam geeft een fraaie vertolking van de diep ongelukkige maar in vergelijking met haar roddelende buren zeer waardige Mrs. Maurant. Marc Embree zit de rol van de in zijn frustraties verstikte Frank Maurant als gegoten. Teri Hansen is als Rose de spreekwoordelijke ingénue, mooie vertolking. Haar pendant is Sam Kaplan, prima zang van Kip Wilborn. Goed spel in de overige rollen. De Staatsphilharmonie Rheinland Pfalz staat onder leiding van James Holmes.

Overigens is het met die American Opera uiteindelijk nooit echt iets geworden. Het uitventen van zo’n label louter en alleen omdat een bepaald werk door de Houston Grand Opera of vooral de San Francisco Opera wordt geprogrammeerd dient slechts de schone schijn. Niet dat dit erg is, er zijn voldoende volwaardige werken gecreëerd door Amerikaanse componisten die de status ‘opera’ in de klassieke betekenis volledig waardig zijn. Denk aan A streetcar named Desire, The consul, Vanessa, A quiet place, Moby Dick en Marnie. En Broadway is nog steeds gewoon een musical fabriek.

Hele  opera is hier te zien:

https://www.operaonvideo.com/street-scene-ludwigshafen-1995-putnam-embree-hansen/