Maris Jansons

Gelikte Mahler 7 door Maris Jansons

Mahler 7 Jansens

Toen de cd in mijn brievenbus belandde was mijn eerste gedachte: o nee! Niet alweer! En met weemoed dacht ik terug aan de tijd toen elke nieuwe Mahler-opname voor mij een feest was. Nu behoort de zevende niet tot Mahlers meest gespeelde werken – jarenlang bleef de symfonie zijn minst begrepen – waardoor het nog altijd zijn frisheid en zijn verrassingselement (denk aan ‘afwijkende instrumenten’ als mandoline en gitaar) behoudt. Bovendien is het Concertgebouworkest nog steeds hét orkest als het om het uitvoeren van Mahler gaat: het was tenslotte Mahler zelf die in oktober 1909 de Nederlandse première van zijn zevende dirigeerde.

Geen kwaad woord dus over het orkest, maar – en hier herhaal ik mezelf – hoe hoog ik Maris Jansons ook niet acht, zijn Mahlers hebben mij nooit echt kunnen bekoren. Zoals in de andere symfonieën verliest Jansons zich ook in de zevende in details. Je hoort wel alle afzonderlijke instrumenten één voor één voorbij komen maar nergens wil het een geheel worden.

Mooi? Jazeker, het is tenslotte het Koninklijk Concertgebouworkest, maar het is allemaal zo braaf, zo netjes, zo verzorgd… zelfs het verrassingselement is weg, geneutraliseerd. Het glijdt zo maar voorbij zonder dat je uit je luie stoel opspringt en je oren extra gaat spitsen.


GUSTAV MAHLER
Symphony No.7
Royal Concertgebouw Orchestra olv Mariss Jansons
RCO 17006 • 80’

Meer Mahler door Maris Jansons:
MAHLER 4 Jansons
Mariss Jansons dirigeert MAHLER 5
MAHLER 8 van Mariss Jansons

Afstandelijke Mahler 4 van Maris Jansons

mahler-4-jansons

Laat ik het voorzichtig formuleren: hoe hoog ik Maris Jansons ook niet acht, zijn Mahlers hebben mij nooit echt kunnen bekoren. Het voelde vaak alsof zijn nuchterheid hem in de weg stond om zich ongegeneerd aan emoties over te geven.

Ook de vierde symfonie, vorig jaar op het  eigen label van het KCO uitgebracht, ontstapt er niet aan. Wat ik hoor is een zeer transparant en doorzichtig – maar ook een zeer afstandelijk -gespeelde symfonie. Nergens broeit het, wat mij doet denken aan een zonnige zomerdag zonder dat de zich al op de verre achtergrond naderende onweer voelbaar is.

Je hoort wel alle afzonderlijke instrumenten één voor één voorbij komen, allemaal zo adembenemend mooi gespeeld dat je naar adem moet snakken. Perfectie ten top.
Er is maar één ‘máár’: het is Mahler niet. Althans: niet mijn Mahler.

Ook Dorothea Röschmann, één van mijn geliefde (Mozart-) sopranen voldoet hier niet. Haar stem is groot geworden, volwassen. Niet licht meer en al helemaal niet ‘himmlisch’. Zij is een volwassen vrouw, geen meisje. Haar niet altijd zuivere intonatie kan ik haar vergeven – live is immers live – maar haar interpretatie vind ik gewoon irritant. Nee, geef mij maar Helen Donath. Of Lucia Popp.

GUSTAV MAHLER
Symphony no.4
Royal Concertgebouw Orchestra olv Mariss Jansons
Dorothea Röschmann, sopraan
RCO 15004