Malyn_Byströp

Lohengrin vol mystiek en fel realisme

Tekst: Neil van der Linden

Dat de Wagner-vuurdoop van dirigent Lorenzo Viotti zo succesvol zou verlopen hoefde op zichzelf geen verrassing te zien als je bedenkt hoe hij eerder met name de misschien nog veel complexere en in veel opzichten bijna net zo Wagneriaanse partituur van Der Rosenkavalier in de vingers kreeg. De vraag restte nog of hij grip zou krijgen op de mystiek van Lohengrin. Daar heeft hij zich met volle overgave op gestort, met een geweldige resultaat tot gevolg. Ik vond dat dat hij de piano passages juist er mooi deed en de zang altijd de ruimte gaf, n pas op forte en meer overging als de spanningsbogen daarom vroegen.

Hierin wordt hij in niet geringe mate bijgestaan door regisseur Christof Loy en decorontwerper Philipp Fürhofer. We zien in vage blauw, grijs en zwart tinten een grote onbestemde ruimte die een middeleeuwse Brabantse burchthal, maar ook een kathedraal of een overdekt plein kunnen zijn, en ook een verlaten filmstudio of fabriekshal.

In deze ruimte zien we een indrukwekkende mise-en-scene van het koor, dat zo’n groot aandeel heeft in deze opera, en dat bij regisseur Cristof Loy ook geregeld in beeld komt als het niet zingt. Bijvoorbeeld in een magistrale videomontage tijdens het (al even magistraal door dirigent en orkest uitgevoerde) voorspel, als we de leden van het koor en een groep dansers/mimers boven het podium geprojecteerd zien.

Iedereen in de video staart omhoog naar iets in de verte, boven achter ons in het publiek, en loopt langzaam een voor een van achter het podium naar voren, totdat we tegelijkertijd opeens in de hele breedte het koor zelf in levenden lijve vooraan op het podium zien staan, ook starend naar dat visioen ergens boven achter ons. Het lijkt inderdaad wel of er een verlosser wordt verwacht.

Dat koor levert vervolgens tijdens de hele opera fenomenale prestaties. Het moet mede aan het instudeerwerk van koordirigent Edward Ananian-Cooper maar ook aan de directie van Lorenzo Viotti liggen dat het koor het ene moment zo zoetgevooisd harmonieus als in een Schubert-koorstuk en Mendelssohn-oratorium kan klinken, en het andere moment de gigantische dissonanten produceert die er als huiveringwekkende donderslagen uitkomen wanneer het volk onthutst de handelingen van de protagonisten. Ergens in een complexe passage in de tweede akte liepen koor en dirigent even niet helemaal in de pas, maar in nog complexere passages verspreid over de hele opera stak alles messcherp in elkaar.

Misschien is het louter toeval dat de verlosser waarop wordt gewacht, Lohengrin, een beetje op – politicus – Pieter Omtzigt lijkt. Beetje hetzelfde haar, dezelfde kleren, bewust een beetje flets. Strikt genomen doet ook Lohengrin niet zoveel meer dan één keer een stevige ingreep in het politieke bestel plegen, daarbij zich vaag beroepend op Gods assistentie en stipulerend dat er niet naar nadere details over zijn afkomst en plannen mag worden gevraagd. Een interessante keuze. Op zijn gedistingeerdst lijkt hij op een jonge telg uit een oud Duits hertogelijk geslacht, maar van het soort dat tegenwoordig meer in de bancaire wereld zit.

Maar ja, wat is dat dan ook voor gewichtigdoenerij, dat hij zijn naam niet mag vertellen, en dat hij bovendien niet bij aankomst al laat weten dat Elsa’s broer Gottfried, van wiens dood zij wordt beschuldigd is, in leven is, in dat Gottfried de zwaan waarmee hij rondreist. Maar goed, dat wil dit sprookje, of mythe, over onvoorwaardelijke trouw.

Titelrol-vertolker Daniel Behle kwam overtuigend over, al was ik vocaal niet helemaal geporteerd van de falsetstem die hij inzette bij de hogere lyrische passages. Dat hoorde ik hem niet doen in Die Königskinder vorig jaar, al zitten daar misschien minder van die hoge zachte passages in. Als hij kracht bij mocht zetten ging alles weer goed. En gelukkig hoeft het niet altijd Klaus Florian Vogt in deze rol te zijn.

Malin Byströms Elsa kwam aanvankelijk wat ouwelijk over, door uiterlijk en het lage timbre. Ze kwam toch echt wel over als rond de 30 in plaats van het vigerende idee dat zij en haar verdwenen broer maximaal net jong-adolescenten-af zijn. Maar hoe het ook zij, al snel overtuigt ze toch en maakt ze het bovendien aannemelijk dat haar Elsa ook zonder de intriges van Ortrud heel wijze, maar dus fatale vragen over de achtergronden van haar aanstaande echtgenoot stelt. En ik vind haar Leonie Rysanek-achtige timbre fraai; dat vond ik ook al in de Tosca die ze hier recentelijk zong.

Dat Martina Serafin (Ortrud) ook Brünnhilde heeft gezongen is duidelijk. Ze heeft een sterke, zo niet dominante, zij het dus malicieuze aanwezigheid op het toneel. Ze kan vocaal met alle nuances in haar muziek en tekst omgaan en is op veel momenten eerder een bijna menselijk-tragisch dan een kwaadaardig personage. Toch schrik je als aan het eind, als verder bijna elke protagonist dood is, Ortrud alleen overblijft met de jonge Gottfried, in deze enscenering een engelachtig jongetje van niet ouder dan tien jaar.

Anders dan meestal, en ongeveer voorgeschreven, zijgt Lohengrin aan het eind in verbijstering neer, en Ortrud blijft alleen over met het kind temidden van een inmiddels apathische koning Heinrich en de massa, die in het slotbeeld op dezelfde manier als tijdens het openingsbeeld naar voren loopt, starend naar iets in de verte achter boven ons, misschien op zoek naar een volgende verlosser. Het beeld met het koor over de hele breedte van het voortoneel doet ook denken aan het slottafereel uit Christof Loys enscenering van Mussorgski’s Khovanshchina, ook een opera waarin een goedgelovig volk op zoek gaat naar verlossers.

Thomas Johannes Mayer gaf als Friedrich von Telramund diens echtgenote Ortrude waardig repliek. Vocaal is hij niet helemaal de Wotan meer die hij was in de DNO-Ring uit 2012, 2013 en 2014, maar dramatisch stond hij er nog helemaal en vervolgde hij zijn recente succes als Dreieinigkeitsmoses in Mahagonnydit jaar. Vocaal gaf hij de nuances in de rol imposant weer, van moedige en loyale ridder, bedrogen echtgenoot en wraakzuchtige dissident.

Koning Heinrich heeft dramatisch veel minder nuances in zijn rol. Anthony Robin Schneider zong eerst wat gruizig, waarbij zijn niet helemaal perfecte Duits ook te horen was, maar hij herpakte zich al snel.
Nog minder diepte zit er in de rol van de Heerrufer, maar voor wat die is werd die in elk geval prima vertolkt door Björn Bürger. Regisseur Loy gaf hem in de derde akte nog een stille rol als een soort waarnemer die schrikt van wat hij allemaal ziet gebeuren, en bijna geneigd lijkt in te grijpen. Hoe anders dan de intussen machteloos toekijkende massa, in de vorm van het koor, die in de tekst wel commentaar heeft maar intussen niets doet, wat op deze manier door regisseur Loy extra werd geaccentueerd.

Sterk was daarbij de inzet van de groep toegevoegde dansers/mimers, waarmee Loy de mise-en-scene van het koor uitlijnt en daarmee de emoties van de massa uitvergroot. Hij gebruikt deze dansers/mimers ook fraai om er de door de zwaan voortgetrokken boot mee uit te beelden, in dit geval een zwart gevederde zwaan.

De aankleding is ‘neutraal-grijzig eigentijds’, zo ongeveer volgens de esthetiek van Duitslan eind jaren vijftig/begin jaren zestig. Dat was de tijd die direct of indirect een stempel moet hebben gedrukt op de tijd waarin Loy en decorontwerper/beeldend kunstenaar Philipp Fürhofer opgroeiden.

De menigte, de massa, heeft hier en daar kleur in de kleding, maar de Heerrufer, Ortrud en Telramund gaan in de eerste akte in een uitdrukkelijk saai en muizig lichtgrijs, koning Heinrich in stemmig donkergrijs, Elsa in het zwart nadat ze de beige regenjas waarin ze opkomt heeft uitgetrokken en haar Sophia Loren-hoofddoek en zonnebril heeft afgedaan, en Lohengrin draagt bankmedewerkers-zwart en wit.

Maar dat verandert nog wel, Ortrud kleed zich vanaf de tweede acte in kobaltblauw, Lohengrin heeft een gedistingeerd blauw pak aan en Elsa draagt in het begin van de tweede akte felrood, gevolgd door haar trouwjurk, met een fraaie meterslange sleep, die nadat bij haar de eerste twijfels over haar toekomstige partner zijn gerezen op het toneel achterblijft, als in dit geval een witte zwaan, een wolk van witte tule waarin Elsa in de derde akte uiteindelijk bijna lijkt te verdrinken.

In elementen als deze sleep, die op sommige momenten podiumbreed achterblijft, het optimale gebruik van alle hoeken van het toneel door het koor, het licht, een oplichtend achtertoneel met een winterlandschap als de zwaan verschijnt en de manier waarop de hal op het toneel het podium vult dat deze productie zich ook onderschrijft.

Nee, het immense podium van het Muziektheater vullen hoeft niet per se met tientallen solisten, koorzangers en dansers/mimers op het toneel, zoals de ook weergaloze kameropera Denis & Katya van Philip Venables en Ted Huffmann met alleen maar Inna Demenkova en Michael Wilmering op het toneel liet zien. Maar bij regisseur Loy en zijn decorontwerper Fürhofer lukt dat ook in het groot, het uitgekiend gebruik van elementen, zoals die bijna podiumbrede sleep, die op zeker moment achterblijft, en het optimale gebruik van alle hoeken van het toneel in de mise-en-scene van het koor, en bijvoorbeeld het indringende oplichtende winterlandschap dat achter het toneel zichtbaar wordt op de momenten dat de zwaan verschijnt.

Door dirigent, kwaliteit van solisten, de bijna volmaakte inzet van het koor en het orkest was de klankschoonheid van het geheel zoals zelden gehoord, van het niveau van die eerder genoemde Rosenkavalier waarvan ik het genoegen had de eerste en de laatste uitvoering bij te wonen, waarbij bleek hoezeer Viotti en orkest toen nog verder was gegroeid waren in de partituur. Dus dat zou hier ook nog kunnen gebeuren, al is dat niet eens goed voor te stellen.

Grapje: als Elsa in de tweede akte naar de kerk gaat in de bruiloftsprocessie, klinkt uit de kerk een orgel. Op het toneel staat achterin een gigantisch orgel (van de esthetiek van naoorlogs gebouwde kerken trouwens). En wie zien we daar op het toneel het kerkorgel bespelen? Telramund!

Trailer van de productie:



Dirigent  Lorenzo Viotti
Regie Christof Loy 
Toneelbeeld  Philipp Fürhofer

Lohengrin:  Daniel Behle
Elsa von Brabant:  Malin Byströ
Friedrich von Telramund:  Thomas Johannes Mayer
Ortrud:  Martina Serafin
Heinrich der Vogler:  Anthony Robin Schneider
Heerrufer: Björn Bürger

Foto’s Marco Borggreve

SALOME IN AMSTERDAM: waar bleef de kop?

Salome Amsterdam Affiche

Let niet op het mooie affiche. Het belooft ons iets wat niet waar wordt gemaakt en wat we niet krijgen. Het hoofd van Jochanaan blijft tot het einde aan zijn lichaam vastzitten, waardoor het beoogde schokeffect achterwege blijft. Want, zeg maar zelf, een vrijage met een dodelijk  gewonde man is toch wel van een ander kaliber dan klaarkomen met zijn afgehakte kop.

Regisseur Ivo van Hove aan het woord:

COMING OF AGE

Ivo van Hove ziet de opera als een coming of age-verhaal en in die zin was Malin Byström een gedroomde Salome die precies deed wat de regisseur van haar verlangde. Klein, teer en lijkbleek was zij zowat de personificatie van een boze, verwende puber die haar zin kostte wat kost moest en zou krijgen.

Malin Byström (Salome) & Lance Ryan (Herodes)

Lance Ryan (Herodes) & Malyn Byström (Salome) © BAUS

Byström zag er uit als Salome, zij danste als Salome, maar zingen als Salome lukte haar maar half. Daar miste haar stem de orkaankracht voor die het moeiteloos boven het orkest zou kunnen tillen. Maar het was haar roldebuut en de kans dat zij er in gaat groeien is groot, het potentieel is in ieder geval aanwezig. Sowieso moet men haar uithoudingsvermogen en betrokkenheid bewonderen: zij gaf de rol alles wat zij had.

DANS

In het tekstboek (niet lezen!) wordt gerept van kolonialisme, imperialisme en meer van dat soort bla bla, maar gelukkig merkte je daar niets van. Salome danste omdat ze eenmaal haar zinnen op Jochanaan had gezet, levend of dood. Het dubbele van haar wens werd door van Hove meer dan prachtig verbeeld; hij liet Salome de dans dan ook ‘dubbel’ uitvoeren. Fysiek agressief op het voortoneel en gedroomd sensueel en sterk erotisch geladen op de videoprojectie op de muur.

Lance Ryan (Herodes), Malin Byström (Salome), Doris Soffel (Herodias)

Lance Ryan (Herodes), Doris Soffel (Herodias) & Malyn Byström (Salome) © BAUS

Het was niet alleen mooi om naar te kijken, het werkte ook hallucinerend en hypnotiserend, waardoor ook alle personages in het drama er deel aan moesten nemen, of ze het wilden of niet. Een absoluut hoogtepunt van de productie. Ik noem het maar zoals het was: een orgasme.

Malin Byström (Salome) & Doris Soffel (herodias)

Doris Soffel (Herodias) & Malyn Byström Salome) © BAUS

De rol van Jochanaan werd bezet door de Russische basbariton Evgeny Nikitin. Schitterende zanger, dat zeker, maar geen Jochanaan. Ik vind zijn stem te laag en te ‘bassig’, waardoor hij in moeilijkheden kwam bij zijn hoge noten.

Malin Byström (Salome) & Evgeny Nikitin (Jochanaan)

Peter Sonn (Narraboth), Malyn Byström (Salome) & Evgeny Nikitin (Jochanaan) © BAUS

Nog erger was het met zijn uitstraling gesteld: die had hij namelijk helemaal niet. Nikitin zag er uit als een bejaarde motorrijder, zijn grijzige haar in een staartje en zijn hele lichaam bedekt met tatoeages. Met zijn sjofele kleding en zijn totale gebrek aan charisma kon hij moeilijk indruk op wie dan ook maken, laat staan dat hij een gedroomd seksobject van een mooie prinses kon worden.

Malin Byström (Salome), Evgeny Nikitin (Jochanaan)

Evgeny Nikitin (Jochanaan) & Malyn Byström (Salome) © BAUS

Herodes (Lance Ryan) en Herodias (Doris Soffel) waren beiden goed. Aanvankelijk had ik een beetje moeite met Ryan: zijn stem is niet echt een karaktertenor zoals ik gewend ben, maar gaandeweg gaf ik mij toch gewonnen.

Malin Byström (Salome) & Lance Ryan (Herodes) & Doris Soffel (Herodias)

Doris Soffel (Herodias), Lance Ryan (Herodes), Malyn Byström (Salome) & het lijk © BAUS

Ergens las ik dat de regisseur clichés wilde vermijden en dat was hem goed gelukt. Ryan is een goed uitziende man die er zeer netjes maar ook gladjes eruitzag in zijn nette pak. Zeg maar: het type hoge ambtenaar met een uitstraling van een garnaal.

Doris Soffel (Herodias), op de achtergrond Malin Byström (Salome)

Doris Soffel (Herodias © BAUS

Ook de Herodias van Doris Soffel was minder karikaturaal dan gewoonlijk, meer een ‘Gooise vrouw’ dan een hysterisch jaloerse krijswijf op leeftijd.

Doris Soffel (Herodias), Malin Byström (Salome), Lance Ryan (Herodes)

Dorris Soffel (Herodias) in het midden, achter haar Malyn Byström (Salome), naaast haar zittend Hanna Hipp (page) © BAUS

Hanna Hipp (page) heeft weinig indruk op mij gemaakt. Op de bühne was zij de grote ‘afwezige’ wat ongetwijfeld zowel met haar nietszeggend driedelig kostuum als met het gebrek aan goede regieaanwijzingen te maken zou kunnen hebben. Met zijn/haar personage wist van Hove zich blijkbaar geen raad.

Lance Ryan (Herodes), Peter Sonn (Narraboth)

James Platt (Soldaat), liggend Peter Sonn (Narraboth & Lance Ryan (Herodes) © BAUS

Uitstekend daarentegen was de Narraboth van Peter Sonn. Met zijn soepele, lyrische tenor wist hij de “mooie Syriër” en gekwelde legercommandant goed gestalte te geven. Ik ben de regisseur ook zeer dankbaar dat hij Narraboth gewoon een fatsoenlijke zelfmoord heeft laten plegen, precies zoals het in het libretto staat.

Ook alle kleine rollen waren zeer goed bezet, met de vijftal kibbelende Joden voorop.

Salome maan

© BAUS

Het minimalistisch toneelbeeld van Jan Versweyveld was zeker mooi, gelukkig gaf hij ook de maan met al zijn gedaantes de prominente plaats die hij verdiende.

Had Ivo van Hove ons datgene gegeven waar we, net als Salome sterk naar verlangden, dan had men kunnen spreken van een bijna perfecte voorstelling.

Malin Byström (Salome)

Malyn Byström (Salome) © BAUS

Al met al: het was een goed tot zeer goed gezongen mooie productie, met in de hoofdrol een goddelijk spelend orkest. Zoals het eigenlijk bij Richard Strauss hoort. Het is niet te geloven dat het Koninklijk Concertgebouworkest, althans in de huidige bezetting, de partituur voor het eerst op de lessenaars had.

Trailer van de productie:

Richard Strauss
Salome

Malin Byström, Evgeny Nikitin, Lance Ryan, Doris Soffel, Peter Sonn, Hanna Hipp e.a.
Koninklijk Concertgebouworkest olv Daniele Gatti.
Regie: Ivo van Hove

Bezocht op 9 juni 2017

SALOME: de gevaarlijke verleidster of …..? Discografie.

‘DAS GEHEGE’ van Wolfgang Rihm: een moderne versie van ‘SALOME’? ZaterdagMatinee december 2011

Emily Magee als SALOME in Frankfurt