La_Sonnambula

Renata Scotto: kort overzicht van de vele rollen die zij vervulde.

Renata Scotto, ‘la mia Divina Assoluta’ werd geboren op 24 februari 1934 in Savona. Haar operadebuut maakte zij op haar achttiende als Violetta (La Traviata). Haar  ‘officiële’ debuut was de volgende dag in in Milaan. Kort daarna zong zij in Savona Madama Butterfly.

Omdat er geen kans bestond om haar in Nederland te horen ben ik met een paar vrienden die ook fan waren naar Parijs gereisd, waar ze een recital gaf. Het was uitverkocht en ik herinner mij eigenlijk alleen maar de enorme rij voor haar kleedkamer: men wilde haar handtekening, men kwam met bloemen, bonbons, cadeaus…. Zoiets had ik in Nederlend nooit eerder gezien.


Maar er kwam een dag dat zij ook in Amsterdam mocht zingen! Op 19 oktober 1996 trad ze voor het eerst sinds 1963 in Nederland op. Tijdens de Amsterdamse ZaterdagMatinee zong zij voor de pauze Ravel (Pavane pour une infante défunte) en Chausson (Poème de l’amour et la mer) en na de pauze Poulencs La voix humaine. Zij heeft er een echte voorstelling van gemaakt: er was een tafel met de telefoon er op, en met de telefoonsnoer heeft ze zich aan het eind gewurgd. Wie er bij was zal het ooit vergeten.

Gedurende haar lange carrière trad Scotto op in opera’s geschreven door 18 componisten en haar repertoire omvatte zo’n vijfenveertig rollen. En daar komen nog studio-opnamen er bij. Ik kan onmogelijk alles bespreken vandaar dat ik mij maar tot een paar opnamen beperk. Wellicht kom ik er nog op terug?
De volgorde is willekeurig

LA WALLY

In 1953 deed zij auditie in La Scala voor de rol van Walter in Catalani’s La Wally met o.a. Renata Tebaldi en Mario del Monaco. Giulini zou dirigeren. Er wordt verteld dat hierna Victor de Sabata, één van de juryleden, zou zeggen: ” “Forget about the rest.”

La Wally ging in première op 7 december 1953, en Scotto werd teruggeroepen door vijftien keer het doek op te halen. Tebaldi en del Monaco kregen er elk zeven.

LA SONNAMBULA

In Edinburgh heeft de Milanese La Scala Luchino Visconti’s productie van La sonnambula opgevoerd, met Maria Callas als Amina. De productie was zo succesvol geweest dat La Scala had besloten nog een voorstelling toe te voegen. Maar Callas was moe, bovendien wilde zij graag naar het feest dat Elsa Maxwell voor haar gaf in Venetië. Dus vertelde zij de Scala-mensen dat ze de extra voorstelling beslist niet zal zingen voor de extra voorstelling. Desondanks heeft La Scala de extra voorstelling met Callas aangekondigd. Callas weigerde. Met een opzegtermijn van twee dagen, nam Scotto de rol van Amina over en verving haar op 3 september 1957. De voorstelling was een groot succes, en de 23-jarige Scotto werd een internationale operaster.

Deze opname met Alfredo Kraus is uit 1961

RIGOLETTO

Mijn grootste favoriet aller tijden is een Ricordi opname uit 1960 (tegenwoordig Sony 74321 68779 2), met Ettore Bastianini in de hoofdrol. Renata Scotto zingt een meisjesachtig naïeve Gilda, die uit liefde voor de verkeerde man omgetoverd wordt in een volwassen vrouw. Als geen ander snapt ze, dat het hele gedoe met wraak nergens toe kan leiden en offert zichzelf op, om al dat bloedvergieten en haat te stoppen.

Bastianini en Scotto in de finale:

LA TRAVIATA

Renata Scotto heeft (of moet ik zeggen: had?) iets wat weinig andere zangeressen bezaten: een perfecte techniek die haar in staat stelde om met coloraturen te strooien alsof het niets was. Haar hoge noten klonken weliswaar een beetje staalachtig maar waren ontegenzeggelijk loepzuiver. Zij bezat de gave om met haar stem (en niet alleen maar met haar stem!) te acteren, en door haar perfecte articulatie kon je niet alleen letterlijk volgen wat ze zingt, maar het ook begrijpen.

Haar wellicht mooiste (er bestaan meerdere opnames met haar) Violetta nam ze in 1963 op (DG 4350562), onder de zeer spannende leiding van Antonino Votto. Alfredo wordt er gezongen door de zoetgevooisde Gianni Raimondi, en Ettore Bastianini is een warme, inderdaad vaderlijke, Giorgio Germont.

En denk maar niet dat de voorstellingen vroeger, toen alles nog volgens het boekje gebeurde, statisch en saai waren! In 1973 was La Scala op tournee in Japan, en daar, in Tokyo, werd een legendarische voorstelling van La Traviata opgenomen (VAI 4434).

De hoofdrollen werden vertolkt door de toen nog ‘volslanke’ Scotto en de 27-jarige (!) José Carreras. DVD vermeldt geen naam van de regisseur, wellicht was er ook geen, en de zangers (en de dirigent) hebben het allemaal zelf gedaan? Hoe dan ook, het resultaat is werkelijk prachtig, ontroerend en to the point. Ik ga er verder niets meer over vertellen, want deze opname is een absolute must voor iedere operaliefhebber.

Finale van de opera:

L’ELISIR D’AMORE

De dvd met Renata Scotto, Carlo Bergonzi en Giuseppe Taddei (Hardy Classic Video HCD 4014) wil ik speciaal de jongere generatie aanbevelen. Het zijn niet alleen de prachtige stemmen van weleer die imponeren (Scotto, Bergonzi, Taddei – wie zingt ze dit nog na?), het oog krijgt ook het een en ander om te genieten.

Denk maar niet dat ze het toneel opkomen, hun aria met het gezicht naar het publiek zingen en buigen, want dan komt u bedrogen uit. Het is theater pur sang en een beter acterende zangeres dan Scotto moet nog geboren worden.

Renata Scotto zingt ‘Prendi, per me sei libero’:

TURANDOT



Hier kan ik heel erg kort over zijn: betere Liu bestaat niet. Renata Scotto is een zeer broze en ontroerende Liu wat in een schitterent contrast staat met de zee macho en verleidelijke Calaf van Corelli en ijzingwekkende Turandot van Birgit Nilsson

MADAMA BUTTERFLY


Voor mij een absolute ‘numero uno’ is de in 1966 bij EMI (tegenwoordig Warner 0190295735913) verschenen opname onder Sir John Barbirolli. Je kan je een lyrischer of juist een meer dramatische Cio Cio San indenken; eentje met minder metaal in haar stem of eentje met kinderlijker stem. Maar geen andere zangeres wist zo het complexe wezen van het meisje te doorgronden en haar verandering van een naïef kind in een volwassen, door immens verdriet gebroken vrouw zo te karakteriseren

LUCIA DI LAMMERMOOR

Renata Scotto heeft de rol nooit in de studio vastgelegd. Er zijn wel verschillende piratenopnames met haar in omloop, met als Edgardo onder anderen Luciano Pavaratti, Alfredo Kraus, Carlo Bergonzi en Gianni Raimondi.

Van die vier is de opname met Raimondi me het dierbaarst, niet in de laatste plaats vanwege de zeer energieke en dramatisch evenwichtige directie van Claudio Abbado. Het werd opgenomen in La Scala in december 1967 en is ooit op Nuova Era (013.6320/21) verschenen. Helaas is die opname zeer moeilijk verkrijgbaar, maar wie zoekt….

Scotto’s interpretatie van de gekwelde heldin is wel op dvd beschikbaar (VAI 4418). De productie is in 1967 in Tokio opgenomen. Het circuleerde jarenlang op piratenvideo, maar aangezien de geluids- en beeldkwaliteit bijzonder matig was, zijn er met de commerciële uitgave heel veel operaliefhebbers bijzonder blij gemaakt. Het geluid is een beetje scherp, waardoor Scotto’s hoge noten nog metaliger klinken dan normaal, maar: who cares?

Haar interpretatie is zowel zangtechnisch als scenisch van een ongekend hoog niveau. Met een kinderlijk verbaasde uitdrukking (mijn broer doet het mij aan?) op haar gezicht stemt ze in, al is het niet zonder morren, met het gedwongen huwelijk met Arturo (een in alle opzichten afgrijselijke Angelo Marchiandi).

Hieronder Scotto zingt ‘Il dolce suono’. Doe het haar na!

LA BOHÈME

Met La Bohème uit de Met 1977 (DG 0734025) werd er geschiedenis geschreven: het was de allereerste rechtstreekse transmissie uit het Newyorkse operahuis op TV. De productie was in handen van Pier Luigi Pizzi, die toen nog niet geobsedeerd was door overmaat aan ballet en de kleur rood.

Hoewel ik nooit een groot fan van Pavarotti was, kan ik niet ontkennen dat hij hier een fris geluid produceert en dat zijn hoge noten staan als een huis. Acteren was nooit zijn ‘cup of tea’, maar hier doet hij zijn best.

Echt spannend wordt het bij de binnenkomst van Mimì: in 1977 was Renata Scotto op haar ongekende hoogtepunt. Zij spint de mooiste pianissimi en haar legato en mezza voce zijn om te huilen zo mooi. De rest van de cast is niet meer dan adequaat, maar de jonge James Levine dirigeert alsof zijn leven ervan afhangt!

Scotto zingt ‘Si mi chiamano Mimì’



Musetta was niet echt een rol waar we Scotto mee associëren. Zij zelf eigenlijk ook niet, maar ze nam de uitdaging met beide handen aan. In de Zefirelli Met-productie uit 1982 zong zij een Musetta uit duizenden. Naast de zeer ontroerende José Carreras en Teresa Stratas was zij de onbetwiste ster van deze opname (DG 073 4539 9)

Scotto als Musetta:

LUISA MILLER


In 1979 zong Renata Scotto bij de Metropolitan Opera haar eerste Luisa en ze deed dat met de voor haar gebruikelijke toewijding. Maar voordat ze aan haar eerste grote aria kon beginnen, zorgde een ‘grapjas’ voor een schandaal door keihard ‘brava Maria Callas’ te roepen.

Sherrill Milnes, hier in de gedaante van Luisa’s vader, nam de door emoties bevangen Scotto in zijn armen en redde zo haar concentratie. En de voorstelling

Dat alles was live op tv uitgezonden en zo kwam het op de in omloop zijnde piratenvideo’s terecht. De mijne koesterde ik al jaren, en inmiddels is de voorstelling door Deutsche Grammophon op dvd uitgebracht, met de nodige cuts, waaronder dat beroemde incident. Jammer, maar het gaat tenslotte niet om de incidenten maar om de opera en de uitvoering. En daar is dus helemaal niets mis mee.

In het filmpje hieronder bespreken de hoofdrolspelers (Scotto, Domingo, Milnes en Levine) de opera van Verdi en de productie van 1979:

ANDREA CHENIÉR

Mijn dierbaarste cd-opname is in 1976 door RCA (GD 82046) vastgelegd. De cast is om te likkebaarden: Renata Scotto zingt Maddalena, Sherrill Milnes is Gérard en in de kleine rollen horen we o.a. Jean Kraft, Maria Ewing, Michel Sénéchal en Gwendolyn Killebrew. James Levine, die het National Philharmonic Orchestra dirigeert, snapt precies waar het in de opera over gaat. Om te huilen zo mooi.

Scotto zingt ‘La Mamma morta’:

MANON LESCAUT



Hier kan ik heel kort zijn: schaf de Menotti productie met Renata Scotto en Plácido Domingo uit de Metropolitan Opera (1980) aan en dan bent u voor uw verdere leven klaar. Er bestaat geen andere productie die daar zelfs in de buurt kan komen en ik verwacht niet dat het binnenkort gaat gebeuren. Scotto zingt en acteert Manon zoals geen ander eerder heeft gedaan en met Domingo samen zorgt zij voor een avondje ouderwets janken. De zeer realistische, natuurgetrouwe en o zo spannende productie van Menotti kan gewoon niet mooier. (DG 0734241)

IL TRITTICO

In november 1981 heeft Scotto alle drie de heldinnen gezongen in de Metroolitam Opera in New York, Levine dirigeerde. Ooit heeft een piraat het in zijn geheel uitgebracht en het stond kortstondig op YouTune. Helaas. Wel kunnen we fragmenten van alle drie vinden..

Il Tabarro

Suor Angelica:

Gianni Schicchi:

Op cd is de opname onder Maazel uit 1977mijn eerste keus. Zeker vanwege Angelica van Scotto, daar komt gewoon niemand bij in de buurt. Tel daarbij Marylin Horne als haar kwaadaardige tante en de jonge Cotrubas als de spring in het veld zuster Genovieffa. Ook in Il Tabarro is het Scotto die alle aandacht opeist als Giorgetta, daarbij goed geholpen door de zeer macho Domingo en Ingvar Wixell in één van zijn beste rollen..

LA GIOCONDA

Maar vergeet ook La Gioconda uit San Francisco 1979 niet! Voor haar interpretatie van de=ie rol heeft Scotto Emmy award gekregen. Het betekende ook een heftige ruzie met Luciano Pavarotti, die zij in haar autobiografie “More then a diva” niet eens bij de naam noemde. Hij werd “A certain tenor”. Het kwam allemaal goed.

FRANCESCA DA RIMINI

Wat niemand ook mag missen is Francesca da Rimini van Zandonai uit de MET

La Sonnambula uit de Met, een terugblik

Tekst: Peter Franken

Een jaar geleden stond La Sonnambula op het programma bij de Opéra de Wallonie in Luik. De Georgische sopraan Nino Machaidze zou de rol van Amina zingen, de Amerikaanse tenor  René Barbera die van Elvino. Uiteraard is dat hele belcantofeest niet doorgegaan en het is maar afwachten of dit werk in een van de komende seizoenen op het programma zal komen te staan.

Maar gelukkig kunnen we ons in de tussentijd troosten met een alleraardigste opname uit de Met, in 2009 live uitgezonden en op dvd uitgegeven door Decca. Het betreft een productie van Mary Zimmerman met Natalie Dessay in de titelrol. De Peruaanse tenor Juan Diego Florez zorgt als Elvino voor de stratosferische noten bij de mannen en de Italiaanse bas Michel Pertusi voor de lage.

Er gebeurt niet zo heel veel in deze opera, echt belcanto zullen sommigen wellicht denken. Een flinterdun verhaaltje en vooral heel veel vocale acrobatiek. Dat klopt wel, in dat opzicht wijkt La Sonnambula sterk af van Norma met zijn dramatische handeling. Ook het orkest heeft hier weinig in te brengen. Hun bijdrage blijft grotendeels beperkt tot voortkabbelende huppelmuziek. Alles staat of valt met de zangers en het is aan de regie om ze niet helemaal aan hun lot over te laten.

La Sonnambula gaat over de vondeling Amina die het lieverdje van een Zwitsers dorp is. De jonge landeigenaar Elvino heeft zich niet laten afschrikken door Amina’s onbekende afkomst en haar ten huwelijk gevraagd. Dit tot chagrijn van zijn vroegere verloofde Lisa, de waardin van de herberg. Opkomst een onbekende man, de jaren eerder verdwenen graaf die al snel herkend wordt. Hij is aanvankelijk incognito en besluit een nachtje in Lisa’s herberg door te brengen, in afwachting van verdere ontwikkelingen. Zodra Lisa echter te horen krijgt dat ze de graaf in huis heeft, komt ze hem op zijn kamer bezoeken.

De graaf is nogal een charmeur, perfect geacteerd door Michele Pertusi, en dat heeft Amina ook al ondervonden toen hij zijn intrede deed. Elvino werd direct erg jaloers en ze kregen er zowaar een beetje ruzie over. Nu is de beurt aan Lisa die in haar tête à tête met de graaf wordt gestoord door een slaapwandelende Amina die zich in het bed van de graaf neervlijt en pas de volgende ochtend wakker wordt.

Drama alom, Elvino maakt het uit en staat op het punt met Lisa te trouwen als de graaf komt vertellen dat Amina onschuldig is en aan het slaapwandelen was. Niemand gelooft hem tot het arme kind in nachthemd over het besneeuwde dak aan komt schuifelen. En dan komt alles toch weer goed met Elvino.

Als je deze opera librettogetrouw wilt brengen, kom je bij een bergdorp terecht met spelers in klederdracht. Tijdens de eindeloze solo’s van Amina en in mindere mate Elvino hebben die lui niets te doen. Zimmerman heeft geprobeerd dit probleem te omzeilen door de handeling zich te laten afspelen in een grote repetitieruimte die op het toneel is nagebouwd, compleet met koffiehoek en watercooler. Iedereen draagt gewone dagelijkse kleren waarbij natuurlijk wel gezorgd is voor voldoende variatie. Elk koorlid is in dat opzicht uniek en herkenbaar.

Nu kan men ergens mee bezig zijn terwijl de solisten zingen: kleren en schoenen passen, een pruik uitkiezen. Ondertussen zijn de koorleden onderling met elkaar in gesprek, uiteraard onhoorbaar maar het is duidelijk dat er interacties plaatsvinden. Ook wordt er veel rondgelopen, bijvoorbeeld om even een bezem te gaan halen.

Pas tegen het einde blijkt dat het een gezelschap betreft dat wel degelijk een oer Zwitserse productie aan het voorbereiden was. Tijden hun verzoening worden Amina en Elvino even alleen gelaten en plotseling komen de anderen tevoorschijn in klederdracht en worden er zogenaamd folkloristische dansjes uitgevoerd. De toeschouwer ziet wat hij al die tijd heeft gemist en ik was Zimmerman er dankbaar voor.  

De bijrol van de afgewezen verloofde Lisa wordt heel aardig vertolkt door Jennifer Black. Afgezien van de aria ‘Lasciami de lieti auguri a voi son grata’ is haar rol vooral acterend van belang en dat doet ze heel subtiel en doeltreffend. Dat geldt ook het optreden van Michel Pertusi als Il conte. Fraai gezongen maar vooral leuk geacteerd, een echte charmeur in de 1e akte en de redder in nood in de 2e waarbij hij zich laat gelden als de autoriteit in het dorp. De regie pakt zijn mimiek goed op, zo nu en dan krijg je Pertusi in een heel korte close up te zien en dat werkt hilarisch.

Juan Diego Florez valt me een beetje tegen. Alle noten zijn er, hij beheerst zijn partij volledig. Maar hij is me te luid en in combinatie met de ‘metalen resonans’ in zijn stem vind ik dat onprettig. Met name als hij met een sprong de hoogte in moet, verdubbelt zijn stemvolume.  Verder acteert hij met te veel pathos, steeds ook met beide armen vooruit.

Natalie Dessay draagt zoals verwacht de voorstelling, niet alleen omdat ze het meeste zingen heeft maar vooral ook doordat ze bijna perfecte zang combineert met volstrekt natuurlijk ogend spel. Je leeft met het meisje mee dat voor een productie repeteert waarin ze Amina is en vergeet bijna dat je naar een actrice zit te kijken. Amina is een van Dessay’s paraderollen en deze dvd maakt eens te meer duidelijk waar dat door komt. Een mooiere Amina is nauwelijks denkbaar.

De overige rollen zijn heel behoorlijk bezet, het koor acteert overtuigend schijnbaar nonchalant en zingt prachtig.

De muzikale leiding is in handen van Evelino Pidó.