Karina_Gauvin

‘Ascanio’ van Saint-Saëns is een ware ontdekking

Ascanio cd

We schrijven Parijs 1539. Benvenuto Cellini en zijn leerling Ascanio zijn beiden verliefd op de mooie Colombe. Maar het is ingewikkelder dan u denkt. Er is namelijk nog Scozzone en die is verliefd op Cellini. En La Duchesse d’Étampes ziet Ascanio helemaal zitten en wil van Colombe af. U snapt het meteen: foute boel!

Cellini vermoedt verraad en verbergt Colombe in een reliekschrijn. De Duchesse komt er achter en beveelt de bedienden de kist naar haar landgoed te brengen en zo Colombe te laten stikken. Scozzone die aanvankelijk aan het complot meedeed krijgt er spijt van en neemt Colombe’s plaats in de kist. Morta. Maar er is ook goed nieuws: Ascanio en Colombe mogen trouwen.

 Het libretto is gebaseerd op het toneelstuk ‘Benvenuto Cellini’ van Paul Meurice en Auguste Vacquerie maar de naam werd veranderd om verwarring te voorkomen met Benvenuto Cellini van Berlioz. De – mislukte -première vond plaats op 21 maart 1890 inde Académie Nationale de Musique in Parijs. Ik kan geen enkele reden bedenken voor de mislukking en nog minder voor het negeren van de opera voor lange tijd.

 De voorliggende opname is, voor zo ver ik weet de allereerste volledige registratie van het werk en het verbaast mij zeer dat we er zo lang op moesten wachten. De partituur is buitengewoon goed en verrassend,voornamelijk instrumentaal. De combinatie van belcanto en veristische dramatiek met de Franse slag is gewoon opwindend.

De uitvoering, in november 2017 live opgenomen in Geneve is onvoorstelbaar goed. Ik denk dat de verdienste voornamelijk op conto van de dirigent Guillaume Tourniaire moet worden geschreven: vanaf het begin tot het einde hield hij mij op mij stoel genageld.

Bernard Richter ontroert als Ascanio en Karina Gauvin is een gemene Duchesse. Eigenlijk zijn alle zangers meer dan voortreffelijk maar het meest werd ik ontroerd door Eve-Maud Hubeaux (Scozzone). Luister even naar haar ‘O coeur pur’ en probeer het droog te houden!

 

CAMILLE SAINT-SAËNS
Ascanio
Jean-Francois Lapointe, Bernard Richter, Eve-Maud Hubeaux, Jean Teitgen, Karina Gauvin
Clemence Tilquin Choeur de la Haute Ecole de Musique de Geneve, Choeur du Grand Theatre de Geneve
Orchestre de la Haute Ecole de Musique de Geneve olv Guillaume Tourniaire

LBM 013 

BERLIOZ: Benvenuto Cellini. Discografie

TAMERLANO in twee opnamen

Tamerlano Timur_reconstruction03

De Mongoolse krijgsheer Timur Lenk (Tamerlano)

Ooit heeft het mij een zeer dierbare vriendschap gekost, maar ik wil eerlijk zijn: ik ben geen grote liefhebber van Händel. En al helemaal niet van Tamerlano, een opera, waarin de tijd stil lijkt te staan om alleen af en toe een genadeloos langdurende coloratuur (en nog eens da capo!) doorheen te laten door glippen. Ik vermoed dat ik de enige niet ben: de opera werd lange tijd nog maar zelden uitgevoerd en opgenomen.

tamerlano_und_bajazet_celesti

Andrea Cilesti: Tamerlane and Bayezid (c. 1770)

Maar tijden veranderen en in onze honger naar nog meer onbekende schatten uit het barok wordt ook Tamerlano steeds vaker afgestoft en uitgevoerd. Steeds meer gevierde zangers – inclusief de grootste vocale supersterren van wie je het nooit zou verwachten – zetten die opera op hun repertoire, wat de bekendheid ervan ten goede komt. Zelf ken ik er maar twee opnemen van.

PLÁCIDO DOMINGO

Tamerlano Domingo

In het Teatro Real in Madrid werd in 2008 (Opus Arte OA Bd7022 D) een voorstelling in de regie van Graham Vick en onder leiding van Paul McCreesh opgenomen. De cast was zonder meer goed, met Sara Mingardo als een voortreffelijke Andronico voorop.

Plàcido Domingo (Bajazet) maakte zijn debuut in een barokopera, maar zelfs hij, mijn grote idool, kon het niet helpen dat ik telkens in slaap viel. Bij zijn ‘Figlia mia non pianger’ werd ik even ontroerd wakker, maar dat was dat.

Veel van de verveling komt zonder meer op rekening van de regisseur. Vicks productie is kaal, kil en (neem ik aan?) esthetisch verantwoord.

Hieronder Domingo in ‘Figlia mia non pianger’

JOHN MARK AINSLEY

Tamerlano Ansley

Veel interessanter vind ik de opname op Naïve (V5373).

John Mark Ainsley is een Bajazet uit duizenden en Karina Gauvin een veel betere Asteria dan Ingela Bohlin bij McCreesh.

Met Emanuel Cenčić (Andronico) erbij kan de cast gewoon niet beter en Riccardo Minasi weet heel wat meer spanning in de partituur te brengen.

Hieronder ‘Figlia mia non pianger’ door John Mark Ainsley: