
De Mongoolse krijgsheer Timur Lenk (Tamerlano)
Ooit heeft het mij een zeer dierbare vriendschap gekost, maar ik wil eerlijk zijn: ik ben geen grote liefhebber van Händel. En al helemaal niet van Tamerlano, een opera, waarin de tijd stil lijkt te staan om alleen af en toe een genadeloos langdurende coloratuur (en nog eens da capo!) doorheen te laten door glippen. Ik vermoed dat ik de enige niet ben: de opera werd lange tijd nog maar zelden uitgevoerd en opgenomen.

Andrea Cilesti: Tamerlane and Bayezid (c. 1770)
Maar tijden veranderen en in onze honger naar nog meer onbekende schatten uit het barok wordt ook Tamerlano steeds vaker afgestoft en uitgevoerd. Steeds meer gevierde zangers – inclusief de grootste vocale supersterren van wie je het nooit zou verwachten – zetten die opera op hun repertoire, wat de bekendheid ervan ten goede komt. Zelf ken ik er maar twee opnemen van.
PLÁCIDO DOMINGO
In het Teatro Real in Madrid werd in 2008 (Opus Arte OA Bd7022 D) een voorstelling in de regie van Graham Vick en onder leiding van Paul McCreesh opgenomen. De cast was zonder meer goed, met Sara Mingardo als een voortreffelijke Andronico voorop.
Plàcido Domingo (Bajazet) maakte zijn debuut in een barokopera, maar zelfs hij, mijn grote idool, kon het niet helpen dat ik telkens in slaap viel. Bij zijn ‘Figlia mia non pianger’ werd ik even ontroerd wakker, maar dat was dat.
Veel van de verveling komt zonder meer op rekening van de regisseur. Vicks productie is kaal, kil en (neem ik aan?) esthetisch verantwoord.
Hieronder Domingo in ‘Figlia mia non pianger’
JOHN MARK AINSLEY
Veel interessanter vind ik de opname op Naïve (V5373).
John Mark Ainsley is een Bajazet uit duizenden en Karina Gauvin een veel betere Asteria dan Ingela Bohlin bij McCreesh.
Met Emanuel Cenčić (Andronico) erbij kan de cast gewoon niet beter en Riccardo Minasi weet heel wat meer spanning in de partituur te brengen.
Hieronder ‘Figlia mia non pianger’ door John Mark Ainsley: