Zingend naar de Apocalyps

Thomas Oliemans Bariton 2018Photo: Marco Borggreve

Thomas Oliemans Bariton 2018 Photo: Marco Borggreve

Het gebeurt zeer zelden dat een liedrecital zo slim, zo intelligent en zo spannend in elkaar wordt gezet als de voorstelling (want een voorstelling was het) waar Thomas Oliemans ons in de kleine zaal van het Concertgebouw in maart 2012 op heeft getrakteerd.

Omdat alle voorspellingen (Nostradamus, de Maya’s en nog vele anderen) het jaar 2012 hadden aangewezen als het jaar waarin de wereld ten onder zou gaan, koos Thomas Oliemans voor het thema Apocalyps..

We zitten inmiddels in maart en tot nu toe valt het allemaal nog mee. We leven nog en de wereld draait nog steeds door. Als vanouds. Hier hoort een voorzichtig afkloppen op zijn plaats, want de daadwerkelijke dreiging is niet echt bezworen. Iran heeft de bom en (afkloppen!) het is niet uitgesloten dat ze hem ook gaan gebruiken.

De absolute dictators in Arabische landen hebben plaatsgemaakt voor de (toekomstige?) moslimregimes, Poetin is voor de volgende zes jaar ‘democratisch’ verkozen en Hongarije, Oekraïne en Belarus kennen fascistoïde regimes.

Maar genoeg over politiek. Wij gaan ons nu met het ‘kleine’, menselijke leed bezighouden, we gaan kopje onder, we gaan demonen bezweren en uiteindelijk gaan we sterven, om dan de rust in het ‘himmlische’ te kunnen vinden. We doen het zingend, met behulp van de mooiste gedichten en melodieën, aan de hand genomen door één van de mooiste lyrische baritonstemmen van vandaag.

Het programma bestond uit vijf onderdelen. Het eerste, ‘Omen’, begon met ‘Denn es gehet dem Menschen’ uit de Vier ernste Gesänge van Brahms. Het viel op hoe mooi het pianissimo van Oliemans is. Zeer teder en gevoelig, een prachtig contrast vormend met de ferme slotakkoorden van de piano.

In deel twee, ‘Visioenen’, was de op een opera-achtige manier gezongen ‘Gruppe aus dem Tartarus’ van Schubert een absoluut hoogtepunt, maar ook de met veel tekstbegrip gezongen liederen uit Jedermann van Frank Martin hebben mij bijzonder kunnen bekoren.

Bij deel drie, ‘Dansen op de vulkaan’, ontbraken er ook twee schlagers niet, van Franz Grothe en Michael Jary, beiden uit 1942. ‘Davon geht die Welt nicht unter’ van Jary werd in de oorlogsjaren (en ook daarna) wereldberoemd in de vertolking van Zarah Leander, de omstreden Zweedse actrice en zangeres. Niet iedere klassiek geschoolde zanger weet zich goed raad met dit repertoire, maar laat het aan Oliemans over, hij kan het. En hoe!

Hieronder: Zarah Leander zingt ‘Davon geht die Welt nicht unter’

Er klonken ook twee drinkliederen van Poulenc, waarvan één een beetje profetisch aandeed: ‘Chanson á boire’, over de koningen van Egypte en Syrië die zich lieten balsemen om zelfs na hun dood langer (eeuwig?) te blijven bestaan

Het ‘Vulkaan-gedeelte’ werd afgesloten met Deux mélodies hébraïques van Ravel, waarvan de zeer integer gezongen ‘Kaddisch’ mij tranen in de ogen bezorgde.

Deel vier, ‘Ist dies etwa der Tod’, besloot het programma voor de pauze, met behalve Schubert en Pfitzner ook de verrassing van de avond, twee pareltjes van Frank Bridge. Na de pauze waren wij, samen met Mahler (‘Das Himmlische Leben’ uit Des Knaben Wunderhorn) in de hemel beland en dat was dat.

Er was maar één toegift: ‘Traum durch die Dämmerung’ van Richard Strauss. Een dromerig lied, over liefde en bloemen en een langzame weg naar een ‘geliefde’, wat eigenlijk voor veel interpretaties vatbaar is. De vage grens tussen waken en sterven. Mooier kon niet.

Thomas Oliemans is een intelligente zanger. Maar wat net zo, of misschien nog belangrijker is: hij is een uitstekende zanger, met een prettig timbre, goede stemvoering, formidabele tekstbehandeling en met een zeer charismatische présence.

Al de liederen waren in zijn handen net kleine operaatjes, van ingetogen tot heftig, en van vrolijk (ja, zelfs bij Apocalyps kan men lachen) tot doodernstig. Bij hem niks geen roerloos staan in de buik van de vleugel: zijn handen en zijn hele lichaam deden eraan mee. Prachtig, indrukwekkend, spannend en… leuk.

Hij zong zonder blad, wat hem alle vrijheid gaf om met het publiek te communiceren, niet alleen met zijn gesticulatie maar ook – of moet ik zeggen voornamelijk – met zijn ogen.

De pianist, Malcolm Martineau, toonde zich een waardige partner van de zanger, maar van hem zijn wij ook niet anders gewend.

Een leuk wetenswaardigheidje: in de zaal was ook de weduwe van Frank Martin aanwezig, inmiddels 97 jaar. Zij vond het prachtig.

Zingend naar de Apocalyps: liederen van Schubert, Brahmsa, Mahler, Pfitzner, Martin, Bridge, Wolf, Ravel, Poulenc, Grothe en Jary
Thomas Oliemans (bariton) en Marcolm Martineau (piano)

Bezocht op 6 maart 2012 in het Concertgebouw – Amsterdam

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s