Markus_Eiche

Een Tannhäuser in Bayreuth in de kleuren van de regenboog

Tekst: Neil van der Linden

Tannhäuser, om te schaterlachen en ontroerd te raken. De tweede akte eindigt met een Brits-Nigeriaanse travestie-artiest die een regenboogvlag ophangt in de grote zaal van het Wartburgkasteel, en daarmee in het door Wagner zelf ontworpen Festspielhaus. In de regie van Tobias Kretzer (die in Amsterdam Offenbachs Contes d’Hoffmann regisseerde), en onder directie van Nathalie Stutzman klopt het allemaal.

Dit is het vierde opvoeringsjaar van deze productie, die mogelijk in de loop van de tijd gerijpt is, maar temidden van het Bayreuthse publiek viel alles op zijn plaats. Het vrat het allemaal.

Aan het begin zien we een vrolijk gezelschapje in een oude Citroën-bus (het model van golfplaat) op reis door een zonovergoten glooiend landschap. Door een combinatie van decor en video lijkt het alsof het busje echt rijdt. Het gezelschap is een reizend komediantengroepje, bestaande uit een vrolijke sensuele vrouw aan het stuur, die Venus zal blijken te zijn; een clownsfiguur, die Tannhäuser blijkt te zijn;

een persoon in de speellijst Oskar geheten die gestalte en de kleding heeft van de dwerg-jongen Oskar Metzerath in de film Die Blechtrommel

en een travestiet, de Brits-Nigeriaanse travestiester Le Gateau Chocolat.

Dit gezelschap zal gedurende de hele opera min of meer bij elkaar blijven. Maar eerst vakantie! Vrolijk rijdt het gezelschap naar de bestemming, we zien de bus ook van boven zoals Michael Haneke de auto van het gedoemde gezin van boven filmde in de magistrale door operamuziek begeleide openingsscène van zijn Funny Games. Met citaten uit twee ijkpunten uit de Duitstalige filmgeschiedenis is de toon al gezet.

In de bus en in het landschap is het één en al vrolijkheid en zonnigheid. Wagners devies ‘Frei im Wollen, Frei im Thun, Frei im Geniessen’, dat hij uitsprak toen hij uitgebreid in het revolutiejaar 1848 participeerde, wordt gedurende de hele uitvoering geregeld in beeld gebracht in de vorm van teksten op affiches voor de optredens van Tannhäusers komediantenclubje.

Toch houdt het zorgeloze leven van het groepje natuurlijk geen stand, zoals ook in Wagners libretto aan het zoete leven met Venus een einde komt. Er volgt een Godard-A bout de souffle/Bonnie & Clyde/David Lynch-Wild at Heart/Tarantino-achtig zwartgallig roadmovie-ontwikkeling.

I

n de film zien we hoe tijdens de ouverture al moet worden getankt, en deze van dag levende kunstenaars hebben geen geld. Dus tapt men benzine af uit andere auto’s en rijdt men zonder te betalen weg bij een tankstation, allemaal te zien in de film die we geprojecteerd krijgen op het voordoek. Maar de politie zit ze op de hielen en in de haast rijdt Venus daarbij over een politieagent heen. Weg is de jolige sfeer. Wagners devies uit 1848 blijkt niet vol te houden.

Gezien het door Wagner geschetste verdere verloop van de opera – Tannhäuser twijfelt tussen Venus en een leven gewijd aan devotie verzinnebeeld door  Elisabeth, en hoe hij aan het eind van de opera van eeuwige verdoemenis wordt ‘gered’ door de inmiddels gestorven Elisabeth aan te roepen – geloofde Wagner al  in 1845, het jaar waarin de eerste versie van Tannhäuser in première ging, al niet helemaal in zijn slogan uit 1848.

Ook zang technisch zat deze Tannhäuser uitgekiend in zijn vel. Klaus Florian Vogt had Stephen Gould uit de eerdere cast vervangen, die kennelijk oververmoeid is/lees: zijn stem heeft oververmoeid, de bekende zangers ziekte.

Elisabeth Teige in plaats van Lise Davidsen was ook prachtig. Bijzonder is dat beiden de dag ervoor in Die Walküre optraden als Siegmund en Sieglinde. Vogt is helemaal op zijn plek, in Tannhäuser nog meer dan in Die Walküre, en in elk van de twee werken kan hij ondanks zijn inmiddels al gevorderde leeftijd nog steeds voor relatief jonge, blonde god doorgaan.

Een mooi moment in deze enscenering is als we hem in closeup in de film als Tannhäuser het lied van Wolfram zien goedkeuren, terwijl Tannhäuser hem even later toch van repliek dient door diens kuise lied te beantwoorden met een heftig erotisch lied.

De Venus van Ekaterina Gubanova is zingend en als personage een genot. Regisseur Tobias Kratzer laat haar in de tweede akte op zoek gaan naar Tannhäuser. Ja, ze houdt echt van hem. En samen met Le Gateau Chocolat en Oskar dringen ze met een ladder het Festspielhaus binnen tijdens de tweede akte.

Met de camera volgen we hen in projecties tijdens hun tocht door het gebouw heen op zoek naar Tannhäuser. Venus dringt zelfs tijdens de zangerswedstrijd de grote hal van de Wartburg binnen en schaart zich tussen de burgerij, waarbij ze zich natuurlijk voortdurend verraadt doordat ze het protocol niet kent, met bulderend gelach vanuit ons, het publiek tot gevolg. Maar aandoenlijk is het ook. Vervolgens betreden met veel tumult haar mede-performers Le Gateau Chocolat en Oskar het zangerspodium, tot grote schrik van de Wartburg-burgerij.

Uiteindelijk zien we in de filmprojecties de technici van het theater de politie te bellen en worden  Tannhauser, Venus en de twee metgezellen, na de veroordeling van Tannhäuser door de Landgraaf tot een pelgrimage naar Rome, gevankelijk weggevoerd. Maar niet zonder dat Le Gateau Chocolat een regenboogvlag heeft gedrapeerd over een stellage met zwaarden en speren, dit tot groot enthousiasme bij het publiek in de zaal van het Festspielhaus.

Het klinkt allemaal misschien gezocht, maar toch is het sterke van de voorstelling dat het verhaal dat de regie vertelt consistent is en consequent uitgaat van gegevens in Wagners verhaal.

Vogt, Gubenova en Teige zijn dus sterk. Markus Eiche, Wolfram von Eschenbach, overtuigt eveneens in stem en op het toneel. Het zal sommigen een gruwel zijn dat Wolfram von Eschenbach met het clownspak en de clowns pruik van Tannhäuser op het toneel seks heeft met Elisabeth, met de dood tot gevolg.

Je gelooft het niet, en je gelooft het wel, want zomaar doodgaan van liefdesverdriet bestaat eigenlijk niet en in onbevlekt als heilige ten hemel opstijgen ook niet. Elisabeth had de hoop op Tannhäusers terugkeer opgegeven en de zin voor het leven verloren.

Niet zonder aan zijn eigen gerief te denken, begaat deze Wolfram in zekere zin een daad van zelfopoffering en probeert haar vermomd als Tannhäuser ‘verlossing’ te brengen. Een daad, die net als eerder Venus’ escapades in het busje uit de hand loopt. Deze identiteitsverwisseling is misschien een vooruitblik op de Tarnhelm-scène tussen Siegfried en Brünnhilde in de Ring die Tobias Kratzer in München gaat regisseren.

Walther von der Vogelweide werd met fraaie lyrische hoogten gezongen door de Zuid-Afrikaanse tenor Siyabonga Maqungo en Julia Grüter is een fraaie Ein junger Hirt, die, wanneer Tannhäuser in de eerste akte van de Venusberg is afgedaald en versuft in de tuin van het Festspielhaus is neergekomen van haar fiets stapt, haar lunchpakket met hem deelt en hem onder haar hoede neemt.

Naast de grote gebaren en verdoemde passies van de protagonisten zit de enscenering vol met dit soort momenten van menselijke warmte en sympathie van de kant van de gewone mensen in het verhaal, zoals ook de scène in de derde akte als Oskar met de inmiddels aan lager wal geraakte Elisabeth met een lepel van zijn net – in zijn Blechtrommel-blikken trommel – bereide schamele soep deelt. Ja, je gelooft het in deze regie wel.

En dan is er Natalie Stutzman die dit alles wonderschoon dirigeert, het orkest strak in de hand houdt en de zangers op de juiste momenten vocale ruimte geeft.

Het is een Tannhäuser die Bayreuth terecht heeft omarmd. En ik zou zeggen, op naar München voor de Ring binnenkort!

Orkestdirectie Nathalie Stutzmann
Regie Tobias Kratze
Decor Rainer Sellmaier
Video Manuel Braun
Landgraf Hermann  Günther Groissböck
Tannhäuser Klaus Florian Vogt
Wolfram von Eschenbach Markus Eiche
Walther von der Vogelweide Siyabonga Maqungo
Elisabeth Elisabeth Teige
Venus Ekaterina Gubanova
Ein junger Hirt Julia Grüter
Le Gateau Chocolat als zichzelf en Manni Laudenbach als Oskar
Gezien 28 juli 2023 Festspielhaus Bayreuth

De foto’s bij dit artikel komen uit diverse recensie van eerdere voorstellingen en nieuwe van het persbureau van Bayreuth, fotograaf Enrico Nawrath.

Recensie van de nieuwe versie in BR-Klassik:

https://www.br-klassik.de/aktuell/news-kritik/kritik-tannhaeuser-tobias-kratzer-nathalie-stutzmann-bayreuth-festspiele-2023-100.html

Stern:

https://www.stern.de/gesellschaft/regional/bayern/bayreuther-festspiele–standing-ovations-fuer–tannhaeuser–inszinierung-33693424.html

Discografie van Tannhäuser:

Over Tannhäuser in de niet voor de hand liggende opnamen



Marek Janowski dirigeert Der Freischütz. En hoe!

Freischutz pentatoneptc5186788

Het is niet de eerste keer dat Marek Janowski zich over de partituur van Der Freischütz ontfermt. Al 25 jaar geleden nam hij de opera voor RCA op en het resultaat was zonder meer goed, maar niet echt uitzonderlijk. Er waren betere uitvoeringen te vinden: Colin Davis bij voorbeeld. Of Harnoncourt. Maar nu, 25 jaar later schrijft hij er geschiedenis mee.

Dat is aan meer factoren te danken. Allereest is er de opnametechniek, iets wat voor mij niet als de grootste prioriteit geldt maar nu werd ik er door totaal overrompeld. Het voelde alsof de hele cast, inclusief het orkest zo maar in mijn kamer stond en ik op een live concert werd getrakteerd. Ook nog eens voor mij alleen. Een weelde. En dan de zangers!

De jonge Noorse sopraan Lise Davidsen is een Agathe uit duizenden. Haar vertolking is alleen maar met die van Birgit Nilsson te vergelijken. Overweldigend. Andreas Schager is een zeer tot de verbeelding sprekende Max en Alan Held een duivelse Kaspar. Ook Markus Eiche (Ottokar) en Sofia Fomina (Änchen) kunnen mij zeer bekoren.

Maar vergeet de dirigent niet! Hoe hij zijn orkest door de partituur weet te leiden is niet minder dan briljant. De eerste maat alleen al… wow!


CARL MARIA VON WEBER
Der Freischütz
Andreas Schager, Lise Davidsen, Alan Held, Sofia Fomina, Markus Eiche, Christoph Filler, Andreas Bauer, Franz Josef Selig, Corinna Kirchhoff, Peter Simonischek
Frankfurt Radio Symphony; MDR Rundfunkchor Leipzig olv Marek Janowski,
Pentatone PTC 5186788

‘Zij was toch de mijne, of was zij het niet’?

Gez poster

Aan het woord is de mismaakte rijke edelman Alviano Salvago. Liefde heeft hij afgezworen, want er is geen vrouw ter wereld die haar leven met hem zou willen delen. En toch: daar komt hij Carlotta tegen, een bloedmooie vrouw die hem haar liefde verklaart. Tegen beter weten in trapt hij er in. Wat hij niet weet is dat de fascinatie van Carlotta, die zelf ook als ‘getekend’ door het leven gaat (zij heeft een hartkwaal waardoor zij alle emoties, zeker de erotische moet vermijden) alles te maken heeft met haar streven om een ‘ziel’, in dit geval zijn ziel in haar schilderij te vangen. Dat lukt haar wonderwel, waarna ze alle belangstelling voor hem verliest.

Maar ook Carlotta is niet tegen het verlangen bestand, in haar geval het verlangen naar de erotiek en de extase, iets wat zij met de buitengewoon aantrekkelijke graaf Tamare wil beleven. Dat zij het juist op het eiland ‘Elysium’ doet, de plek waar Alviano zijn idealen van schoonheid en volmaaktheid dacht te verwezenlijken en waar hij dacht met haar verbonden te kunnen worden maakt het verhaal extra wrang. Afijn: Carlotta overleeft de extase niet, waarna de tot de waanzin gedreven Alviano zijn rivaal vermoordt.

Het libretto van de hand van Franz Schreker zelf is niet op een bestaand verhaal, boek of zelfs een gedicht gebaseerd. Mocht je toch op zoek willen gaan naar invloeden – niets staat immers op zichzelf – denk dan aan Oscar Wilde meets André Gide.

Op zaterdag 1 juni 2019 werd de bedwelmende opera van Schreker op een onnavolgbare wijze tijdens de NTR ZaterdagMatinee uitgevoerd en als u er niet bij was dan mag u er oprecht spijt van hebben. Zo onvoorstelbaar goed heb ik de partituur nog niet eerder uitgevoerd horen worden. Markus Stenz had er niet alleen affiniteit mee, hij leek er midden in te wonen. Alsof hij het zelf had gecomponeerd.

GezDSC08779

Markus Stenz © Lieneke Effern

Stenz leek de muziek te aaien, nee, dat is het woord niet.. te omhelzen? Liefhebben? Liefde mee bedrijven? De volmaakte klank waar Schreker altijd op zoek naar was, die klank, die heb ik voor het eerst in het echt gehoord. Toen de muziek aan het einde van de eerste acte zachtjes vervaagde, leek het het meest op een stervensproces. Daarin hoorde je al wat er komen gaat. Wat ook gebeurde. En omdat er geen regisseur tussen de muziek en het libretto zat kon het publiek zich aan de pure schoonheid van de opera laven.

Ook de zangers waren allemaal voortreffelijk. Allemaal. Aanvankelijk had ik een beetje (let op: een beetje!) moeite met Marco Jentzsch (Alviano): hij klonk te mooi en te krachtig, waardoor dat lelijke en kreupele enigszins verloren ging. Gelukkig is de zware rol zijn tol gaan eisen waardoor zij stem vermoeid werd. Aan het eind was hij oprecht gebroken.

Markus Eiche was een meer dan uitstekende Vitelozzo Tamare. Zijn zeer aantrekkelijke bariton klonk buitengewoon erotisch. Geen wonder dat Carlotta zich aan hem wilde geven.

gez Eiche-Markus-04

Markus Eiche © Konstantin Unger Artists. Michael Poeh

Carlotta werd gezongen door de Engelse sopraan Allison Oakes. Zij gaf de rol alles wat het nodig had: schoonheid, breekbaarheid en het ongekende verlangen, zelfs als het haar dood zou betekenen.

GezDSC08758

Allison Oakes © Lieneke Effern

Steven Humes (Lodovico Nardi, de vader van Carlotta) was voor mij een ware ontdekking en Michael Kupfer-Radecky was een perfecte Hertog Adorno. Ook alle kleine rollen waren tot in de puntjes verzorgd. Het is onmogelijk om ze allemaal te noemen, maar voor één wil ik wel een uitzondering maken, de Egyptische mezzosopraan Gala El Hadidi (Martuccia) die mijn hart wist te stelen. Van haar gaan we veel meer horen, wat een zangeres!

Gez DSC08738

Gala El Hadidi © Lieneke Effern

De partituur werd helemaal compleet uitgevoerd, er waren geen coupures. Dat alleen, plus de fenomenale uitvoering maakte de Matinee tot ‘once in the lifetime” ervaring. Vandaar dat ik meer dan verbaasd was dat ik, op één of twee na mijn schrijfcollega’s heb gemist, hun gebruikelijke persplaatsen waren leeg. Ik neem aan dat ze allemaal voor een spektakel hadden gekozen en in de helikopters zaten. Ze hebben heel erg veel gemist.

 

Allison Oakes, Michael Kupfer-Radecky, Markus Eiche, Steven Humes, Marco Jentzsch, Lucas van Lierop, Emilio Pons, Gurgen Baveyan, Miljenko Turk, Nikki Treurniet, Gala El Hadidi, Wiebe-Pier Cnossen, Jeannette van Schaik, Henk Neven, Martijn Sanders, Ruben Budding e.a.
Groot Omroepkoor (koordirigent Peter Dijkstra)
Radio Filharmonisch Orkest olv Markus Stenz

Gehoord op 1 juni 2019 in het Concertgebouw in Amsterdam

De uitzending is terug te beluisteren op:

https://www.nporadio4.nl/gids-gemist/2019-06-1

Foto’s van het slotapplaus © Lieneke Effern

De bedwelmende klank van Franz Schreker

DIE GEZEICHNETEN. Discografie