Opera Zuid bracht in het Leonard Bernstein Centennial Year een nieuwe productie van deze kameropera uit 1986. De voorstelling was meeslepend, vol vaak rauwe emoties en schitterend geënsceneerd. Goed beschouwd is A Quiet Place een stuk over ‘the American dream’ in suburbia. De film Pleasantville uit 1998 geeft hiervan een heel integer beeld. Meestal overheerst echter de schone schijn, zoals dat lekker zwaar aangezet wordt in een tv-show als Happy Days. Dat het onder de oppervlakte meer weghad van een sociaal labyrint, heeft John Updike later geschetst in zijn roman Couples.
Het o zo fantastische leven in een slaapstad wordt in de opera bezongen door een jazztrio dat op de meest onverwachte momenten opduikt, van onder het aanrecht, van achter een zijmuur of van uit de kelder in het kleine witte huisje waar de hoofdpersonen Sam en Dinah hun door Life Magazine vereeuwigde idylle beleven, compleet met chlorofyl tandpasta. Who wants more? Het zijn de naoorlogse jaren onder de presidenten Truman en Eisenhower, toen in Nederland ‘geluk nog heel gewoon was’.
In werkelijkheid maken Sam en Dinah alleen maar ruzie. Ze zijn na tien jaar huwelijk zozeer van elkaar vervreemd dat ze beiden veinzen een lunchafspraak met een ander te hebben als ze elkaar toevallig in de stad treffen. Zij komt van een bezoekje aan haar psychiater, hij is even weg van kantoor. Eigenlijk moeten ze allebei die middag naar een toneelstukje op de school van hun zoontje Junior, die daarin een belangrijke rol speelt. Maar Sam geeft de voorkeur aan de finale van een handbaltoernooi en Dinah gaat naar een film. .
Dit deel van de opera is overgenomen uit Bernsteins eenakter Trouble in Tahiti uit 1951. Het brengt Sams herinneringen tot leven in de dagen die volgen op de begrafenis van Dinah, die omgekomen is bij een auto-ongeluk. De titel refereert aan de film die Dinah die middag van Juniors toneelstuk heeft gezien. Een escapistisch geheel, dat door haar uitgebreid wordt verteld. De kernscène ‘Island Magic’ laat Bernstein klinken als een parodie op de populaire musical South Pacific.
Dinahs begrafenis is de aanleiding voor het samenkomen van de leden van het volledig ontwrichte gezin. Sam en Dinah zijn ondanks alles zo’n veertig jaar bij elkaar gebleven. Junior is naar Canada geëmigreerd om de dienstplicht te ontlopen tijdens de Vietnam-oorlog. Zijn jongere zus Dede is hem later nagereisd en getrouwd met Juniors homofiele partner François, zodat ze de aan een psychose lijdende Junior samen kunnen beschermen.
De emoties lopen hoog op. Ze zijn vaak nogal rauw. Verwijten vliegen over en weer, trauma’s komen naar boven. Junior heeft een dwangneurose die hem voortdurend alles laat rijmen en in twee grote bluesnummers (een soort rap avant la lettre) veegt hij de vloer aan met zijn vader en later ook met het beeld dat François heeft van de relatie die hij ooit met zijn jonge zusje had. De als Junior uitblinkende bariton Michael Wilmering gaf het alles wat hij had, waardoor deze topnummers in volle glorie over het voetlicht kwamen.
Het stuk komt wat traag op gang doordat de openingsscène in het uitvaartcentrum nogal veel bijfiguren kent, die allemaal hun zegje moeten doen. Hier hadden Wadsworth en Bernstein zich nog wat meer mogen beperken. Zodra Sams gezin centraal komt te staan, krijgt de handeling veel vaart en die blijft er tot het einde in, als na een kortstondige verzoening er door een kleinigheid toch weer een knetterende ruzie ontstaat, vooral door toedoen van Junior, die in een vlaag van razernij het losbladige dagboek van zijn moeder de lucht ingooit. Vrij snel keert de rust echter terug, omdat iedereen beseft dat het zo niet kan blijven gaan. Men moet proberen tot elkaar te komen. Het is het einde van de opera: all is quiet in het witte huisje van Sam en Dinah, de ‘quiet place’ uit de titel.
Orpha Phelan (regie) en Madeleine Boyd (scenografie & kostuums) hebben gekozen voor een eenheidsdecor waarin door middel van minimale wijzigingen een wisseling van plaats en tijd aanschouwelijk wordt gemaakt. Het werkt wonderwel, een mooi voorbeeld van hoe je met relatief beperkte middelen heel effectief te werk kunt gaan. Alles ziet er doordacht uit, de toeschouwer kan zich probleemloos verplaatsen in elke scènewisseling. Matthew Haskins heeft gezorgd voor een uitgekiende belichting en Lauren Poulton voor een fraai uitgewerkte choreografie. Hoe iedereen beweegt, mag gerust voorbeeldig worden genoemd.
Het jazztrio bestaande uit Veerle Sanders, Jeroen de Vaal en Rick Zwart (mezzo, tenor, bariton) wordt ook ingezet ter ondersteuning van de handeling. Zo houden de mannen een handdoek voor Young Sam, die zich uitkleedt terwijl hij in een opblaasbadje staat, nadat hij met zijn team de finale van de handbalwedstijd heeft gewonnen. Terwijl hij zingt over mannen die geboren zijn als winnaars, waar anderen gedoemd zijn hun hele leven verliezers te blijven, gebruikt hij beide mannen als kapstok, waarbij Veerle hem een douchebad geeft met behulp van een tuingieter. Om het tijdsbeeld nog eens extra kleur te geven, mag Veerle zich helemaal uitleven in een dansnummer gestoken in een Playboy Bunny-kostuum.
Het trio vormde een geweldige ondersteuning voor de handeling. Enerzijds zorgde het voor comic relief, anderzijds leverde het ironisch commentaar op het gebeuren. En steeds uitstekend gezongen en met perfect uitgevoerde bewegingen. De ménage à trois bestaande uit Junior, Dede en hun beider partner François leverde een topprestatie. Zowel de moeilijk te zingen delen – meer praten – als de lyrische momenten kwamen uitstekend uit de verf.
Dede werd fraai geportretteerd door sopraan Lisa Mostin, onzeker, kwetsbaar, maar ook blij haar vader eindelijk weer te zien, al was het dan bij de kist van haar moeder. ‘I’m so pleased we’ve met’ zingt ze haar vader toe, alsof hij nieuw voor haar is. In de tuin zingt ze aandoenlijk over de verwildering, alsof Dinah haar einde had zien aankomen en maar vast was gestopt met dat eindeloze onkruid wieden.
Tenor Enrico Casari gaf herkenbaar uitbeelding aan de relatieve buitenstaander die zijn schoonvader voor het eerst ziet en verzeild raakt in een situatie waarin hij Junior er niet van kan weerhouden Dinahs begrafenis op stelten te zetten.
Old Sam was in handen van de zeer ervaren bas-bariton Huub Claessens, die zijn reputatie alle eer aandeed. Zijn jongere tegenhanger werd vertolkt door bariton Sebastià Peris, die deze rol ook al zong in Trouble in Tahiti tijdens het Opera Forward festival van De Nationale Opera (DNO). Goed gezongen en prima geacteerd – een onprettige persoon, die Young Sam.
Sopraan Turiya Haudenhuyse gaf gestalte aan Dinah. Ze zong net als Peris die rol ook bij DNO. Haudenhuyse gaf een mooie vertolking van een ‘desperate housewife’ jarenvijftig stijl, vaste klant bij een ‘shrink’ en haar frustraties wegschrijvend in een dagboek.
Mede doordat het stuk een gebroken ontstaansgeschiedenis heeft, treden er nogal wat verschillen in het muzikale idioom op. Wat terug gaat op Trouble in Tahiti is jazzy, vaak melodieus, zoals in Candide en West Side Story. Ook de instrumentatie doet geregeld sterk aan Bernsteins grootste succesnummer denken. De mantel die eromheen is gelegd waardoor A Quiet Place is ontstaan, is dertig jaar later stand gekomen en dat is goed te horen. Toch ook hier herkenbaar idioom en jazzy momenten.
Dirigent Karel Deseure wist dit muzikale palet volop kleur te geven. Hij gaf uitstekend leiding aan de prachtig spelende philharmonie zuidnederland. Behind the scenes
In 1999 I saw Boesmans’ opera Reigen in the production of the Reisopera. The opera is based on a work by Arthur Schnitzler from 1897 which was not released until 1920. It is a controversial play with provocative sexual themes. Schnitzler explores the sexual morality and class ideology of his time through successive encounters between characters.
The action is set in 1890s Vienna. The dramatic structure is determined by ten interlocking scenes between love couples. Each character appears in two successive scenes, with the whore from the first scene returning in the last.
Luc Bondy adapted the play into a libretto for the opera of the same name, which premiered at La Monnaie in Brussels in 1993. The play, and also the opera, offers a disconcerting picture of the pursuit of sexual pleasure and the hangover that must surely follow. The cold, cold lust and the hunt for empty sex are mercilessly dissected.
In the Reisopera production, the act is set on a turntable with only sketchy locations: a lamppost representing a street scene and a scene in a park between a whore and a soldier, and between that soldier and a chambermaid; then a door turns as if to separate the sultry thoughts exchanged between the chambermaid and the young gentleman of the house.
The Count, a well-characterised presentation by baritone Roger Smeets, meets the whore (Janny Zomer) who was already seen in the beginning and who now is the last character in the round dance, or Reigen. In between we met Ellen van Haaren as the singer, Annelies Lamm as the chambermaid and Kor Jan Dusseljee as the soldier.
Ellen van Haaren, the ‘singer’ in the production of the Netherlands Opera:
Ellen van Haarden als Amelia in Ballo in Maschera
I was preparing for a rehearsal when Louwrens Langevoort approached me with a book/piano excerpt of the new modern opera Reigen by Philippe Boesmans, which they wanted to perform with the Reisopera. “Here, go and have a look, this is a great part for you! “
I spent the next few days thinking that this was nót for me. And, however honoured I felt, I gave it back. I really didn’t think it was for me! Some time passed; I was rehearsing Die Lustige Witwe at the time and there was Louwrens again, with the book!
” Listen”, he said, “I can’t find anyone who could do it better! You can do it, this part is perfect for you”. And I thought, o.k., this I cannot and will not refuse. It was very short notice, I think five or six weeks before the premiere. All right, I said, I’ll do it, but with whom can I rehearse it? “With Aldert Vermeulen. And the composer, Boesmans, is also coming to watch, he wants to be present at the rehearsals.
OMG ..it was so scary!!! The next day came with learning, still more learning, memorizing, and singing it through. And the thing I had been so afraid of, not being able to meet everyone’s expectations, shrank away bit by bit. It became more and more familiar to me, it became a part of myself and maestro Patrick Davin soon joined in. And we also had a connection straight away!
And suddenly there was Philippe Boesmans, the genius! The creator of this special opera. So calm and modest and friendly and encouraging. Through him I knew and felt…I can do this. He gave me the confidence! And from that day on, it was as if the sun broke through. The adventure I had embarked on became very enjoyable, it was really great fun! We laughed a lot at the rehearsals, about little things that Andrea ( xxxx the director BJ) and I had thought up… He was so happy and satisfied. That sweet modest man with his subtle humour!
Elen van Haaren met Janny Zomer in Reigen
And now this fine man and fantastic composer is no more. Thank you very, very much for the wonderful, special, beautifully catchy music! And thank you for the wonderful and fantastic memories of Reigen! R.I.P.
JULIE
Lisa Mostin, Kristin in Julie in the production of the Opéra National de Lorraine:
Dean Murphy, Irene Roberts et Lisa Mostin, le trio de chanteurs qui interprète « Julie », sous la direction d’Emilio Pomarico, dans la mise en scène de Silvia Costa. Photo ER /Cédric JACQUOT
“I met him for the first time in the corridors of the Nancy opera house after the Orkesterhauptprobe (Orchestra stage rehearsal). He didn’t recognise me as one of the singers without my makeup on, because it looked so different and sinister.
He let us do it all by ourselves during the production process. He never came to say how he wanted a certain line. He always said in interviews that once an opera is written, he wants to let go of the piece and he accepts how the world will treat it. He did not only say this, he also did it, out of a wonderful feeling of acceptance and letting go, but I personally think also because he wanted to be surprised. Just as if you send your child out into the world and then, when they return from their wanderings, you will see what they have learned on their path of growing independence.
After the dress rehearsal, he came on the stage and realised for the first time that I was the one singing Kristin and that I was a Belgian singer. He first started in French and when he heard that I had a Flemish accent, like a true Brussels- born, he immediately switched to Dutch. It was extraordinary that two Belgians met like that in France. He said he hadn’t known there was an Antwerp coloratura soprano singing Kristin and said he would like to write another piece for me. I would have loved to sing whatever he would have composed for me, but unfortunately it is not going to happen in this world.
All the rest is not easily put into words, he had something that all the greats have. An energy that touches you and an unconditional love that radiates from him, I think that is what has stayed with me the most. An enormously amiable person.”
Meeting between Philippe Boesmans and Silvia Costa, who handled the production:
Philippe Boesmans died on Sunday 10 April 2022. His operas are performed regularly and both Julie(2004), after the play Fröken Julie by August Strindberg, and Reigen, after a play by Arthur Schnitzler, belong to the standard repertoire in opera houses all over the world.
Scene from Reigen performed by Operastudio Nederland (Daphne Ramakers & Pascal Pittie)
Below Julie from the Fondanzione teatro Comunale e Auditorium Bolzano directed by Manfred Schweigkofler:
Van Boesmans zag ik in 1999 de opera Reigen in de productie van de Reisopera. De opera is gebaseerd op een werk van Arthur Schnitzler uit 1897 dat echter pas in 1920 in première ging. Het is een controversieel toneelstuk met provocerende seksuele thema’s. Schnitzler onderzoekt daarin de seksuele moraal en klasse-ideologie van zijn tijd door opeenvolgende ontmoetingen tussen personages.
De handeling is gesitueerd in het Wenen uit de jaren 1890. De dramatische structuur wordt bepaald door tien in elkaar hakende scènes tussen liefdesparen. Elk personage treedt op in twee opeenvolgende scènes waarbij de hoer uit de eerste scène terugkeert in de laatste.
Luc Bondy werkte het toneelstuk om tot een libretto voor de gelijknamige opera van die in 1993 In de Brusselse de Munt in première ging. Het stuk biedt biedt een onthutsend beeld van de jacht op seksueel vertier en de kater die erop volgt. De kille, koude lust en de jacht naar lege seks worden genadeloos ontleed
In de productie van de Reisopera speelde de handelin zich af op een draaiplateau met schetsmatig aangeduide locaties: een lantaarnpaal voor een straat- en een parkscène tussen een hoer en een soldaat, en tussen die soldaat en een kamermeisje; daarna draait er een deur voor als scheiding tussen broeierige gedachten van dat kamermeisje en de jonge heer des huizes.
De graaf, een goed getypeerde voordracht van bariton Roger Smeets, ontmoet als laatste figuur in de estafette de hoer (Janny Zomer) uit het begin. Daartussenin kwamen we onder meer Ellen van Haaren tegen als de zangeres, Annelies Lamm als het kamermeisje en Kor Jan Dusseljee als de soldaat.
Ellen van Haaren, de ‘zangeres’ in de productie van de Nederlandse Reisopera:
Ellen van haaren als Amelia in Un Ballio in maschera
Ik was me aan het voorbereiden op een repetitie, toen Louwrens Langevoort op me af kwam met een boek/piano uittreksel van de nieuwe moderne opera Reigen van Philippe Boesmans, die ze bij de Reisopera wilden gaan uitvoeren. ” Hier ga daar maar eens naar kijken, dit is een partij voor jou. ! “
Ik was er de volgende dagen mee bezig en ik dacht dat dit niets voor mij was. En hoe vereerd ook, ik gaf het weer terug. Ik dacht echt dat het niets voor mij was! Er is wat tijd voorbij gegaan, ik was bezig in de repetitieweek van Die Lustige Witwe en daar was Louwrens weer, met het boek! ” Luister”, zei hij, “ik kan niemand vinden, die het beter zou kunnen doen deze partij! Jij kunt het, het is geknipt voor jou”. En ik dacht dit kan en mag ik niet weigeren. . Het was kort dag, ik denk vijf tot zes weken voor de première. Oké, zei ik, ik doe het, maar met wie mag ik het instuderen ? “Met Aldert Vermeulen. En de componist Boesmans komt ook om te kijken, hij wilt bij de repetities aanwezig zijn”.
OMG ..het was zó eng.!!! De volgende dag begon het leren, leren, stampen, stampen, doorzingen.. En waar ik zo bang voor was, het niet kunnen voldoen aan de verwachtingen van iedereen schrompelde beetje voor beetje weg. Het ging meer en meer bij me horen, het werd een stukje van mezelf en maestro Patrick Davin kwam er al gauw bij. En dat klikte ook heel goed!
En opeens was daar Philippe Boesmans, het genie.!! De schepper van deze bijzondere opera. Zo rustig en bescheiden en vriendelijk, en bemoedigend. Door hem wist en voelde ik…ik kan dit. Hij gaf me het vertrouwen! En vanaf die dag was het alsof de zon doorbrak. Het avontuur dat ik was aangegaan werd heel fijn leuk en fantastisch.!! Veel gelachen ook bij de repetities om dingetjes die Andrea ( xxxx de regisseur BJ) en ik hadden bedacht… zó blij en tevreden was hij. Die lieve bescheiden man met z’n fijnzinnige humor.!!
Ellen van Haaren met Janny Zomer in Reigen door de Nederlandse Reisopera
En nu is deze fijne man en fantastische componist er niet meer. Heel, heel veel dank voor de prachtige, bijzondere, mooie pakkende muziek! En dank voor de heerlijke en fantastische herinneringen aan Reigen!! R.I.P.
JULIE
Lisa Mostin, Kristin in Julie in de productie van Opéra National de Lorraine:
Dean Murphy, Irene Roberts et Lisa Mostin, le trio de chanteurs qui interprète « Julie », sous la direction d’Emilio Pomarico, dans la mise en scène de Silvia Costa. Photo ER /Cédric JACQUOT
“Ik ontmoette hem voor de eerste keer in de wandelgangen van de opera van Nancy na de Orkesterhauptprobe (Orchestra stage rehearsal). Hij herkende me die dag niet als één van de zangers zonder mijn maquillage omdat die zo anders en luguber was.
Hij liet ons tijdens het productieproces helemaal doen. Nooit kwam hij zeggen hoe hij een bepaalde lijn wenste. Dat zei hij ook altijd in interviews dat eens de opera geschreven is, hij het stuk wil loslaten en accepteert hoe de wereld ermee zal omgaan. Dat zei hij niet alleen dat deed hij ook, vanuit een prachtig gevoel van acceptatie en loslaten maar ik denk persoonlijk ook omdat hij graag verrast wilde worden. Net alsof je je kind de wereld instuurt en dan mag aanschouwen wanneer die terugkomt van zijn/haar omzwervingen wat die zoon of dochter allemaal op dat pad van groeiende zelfstandigheid heeft geleerd.
Na de generale repetitie kwam hij op het podium en realiseerde hij zich dus voor de eerste keer dat ik Kristin zong en een Belgische zangeres was. Hij begon eerst in het Frans en toen hij hoorde dat ik een Vlaams accent had, schakelde hij gelijk een echte Brusselaar direct om naar het Nederlands. Het was typisch dat twee Belgen zich op die manier in Frankrijk ontmoet hebben. Hij zei dat hij niet wist dat er een Antwerpse coloratuursopraan rondliep die Kristin zong en zei dat hij graag nog een stuk voor me wilde schrijven. Ik zou zo graag gezongen hebben wat hij nog gecomponeerd zou hebben maar dat zal helaas niet meer voor deze wereld zijn.
Al de rest laat zich niet in woorden uitdrukken, hij had iets wat alle groten hadden. Een energie die je raakt en een onvoorwaardelijke liefde die van hem uitstraalde, ik denk dat dat me nog het meeste is bijgebleven. Een enorm aimabele person.”
Ontmoeting tussen Philippe Boesmans en Silvia Costa, die de productieverzorgde:
Philippe Boesmans is op zondag 10 april 2022 overleden. Zijn opera’s worden regelmatig uitgevoerd en zowel Julie als Reigen behoren tot een standaard repertoire in operahuizen overal ter wereld.
Scène uit Reigen uitgevoerd door operastudio Nederland (Daphne Ramakers & Pascal Pittie)
Hieronder Julie uit de Fondanzione teatro Comunale e Auditorium Bolzano in de regie van Manfred Schweigkofler:
Goed beschouwd is A Quiet Place een stuk over The American Dream in suburbia. De film Pleasantville uit 1998 geeft hiervan een heel integer beeld. Meestal overheerst echter de schone schijn zoals dat lekker zwaar aangezet wordt in een tv show als Happy Days. Dat het onder de oppervlakte meer weghad van een sociaal labyrint heeft John Updike later geschetst in zijn roman Couples.
Het o zo fantastische leven in een slaapstad wordt in de opera bezongen door een jazztrio dat op de meest onverwachte momenten opduikt, vanonder het aanrecht, vanachter een zijmuur of vanuit de kelder in het kleine witte huisje waar de hoofdpersonen Sam en Dinah hun door Life Magazine vereeuwigde idylle beleven, compleet met chlorofyl tandpasta. Who wants more? Het zijn de naoorlogse jaren onder de presidenten Truman en Eisenhower, toen in Nederland ‘Geluk nog heel gewoon was’.
In werkelijkheid maken Sam en Dinah alleen maar ruzie en zijn na tien jaar huwelijk zozeer van elkaar vervreemd dat ze allebei veinzen een lunchafspraak met een ander te hebben als ze elkaar toevallig in de stad treffen. Zij komt van een bezoekje aan haar psychiater, hij is even weg van kantoor waar hij net weer geweldig bezig is geweest, een echte winnaar. Eigenlijk moeten ze allebei die middag naar een toneelstukje op de school van hun zoontje Junior die daarin een belangrijke rol speelt. Maar Sam geeft de voorkeur aan de finale van een handbaltoernooi en Dinah gaat naar een film.
Dit deel van de opera is overgenomen uit Bernsteins eenakter uit 1951 Trouble in Tahiti. Het brengt Sams herinneringen tot leven in de dagen die volgen op de begrafenis van Dinah die omgekomen is bij een auto ongeluk. De titel refereert aan de film die Dinah die middag van Juniors toneelstuk heeft gezien. Een escapistisch geheel dat door haar uitgebreid wordt verteld. De kernscène ‘Island Magic’ laat Bernstein klinken als een parodie op de populaire musical South Pacific.
Dinah’s begrafenis is de aanleiding voor het samenkomen van de leden van het volledig ontwrichte gezin. Sam en Dinah zijn ondanks alles zo’n veertig jaar bij elkaar gebleven. Junior is naar Canada geëmigreerd om de dienstplicht te ontlopen tijdens de Vietnam oorlog. Zijn jongere zus Dede is hem later nagereisd en getrouwd met Juniors homofiele partner Francois, zodat ze de aan een psychose lijdende Junior samen kunnen beschermen.
De emoties lopen hoog op, zijn vaak nogal rauw, het gaat er hard aan toe. Verwijten vliegen over en weer, trauma’s komen naar boven. Junior heeft een dwangneurose die hem voortdurend alles laat rijmen en in twee grote blues nummers, een soort rap avant la lettre, veegt hij de vloer aan met zijn vader en later ook met het beeld dat Francois heeft van de relatie die hij ooit met zijn jonge zusje had. De als Junior uitblinkende bariton Michael Wilmering gaf het alles wat hij had waardoor deze topnummers in volle glorie over het voetlicht kwamen.
Het stuk komt wat traag op gang doordat de openingsscène in het uitvaartcentrum nogal veel bijfiguren kent die allemaal hun zegje moeten doen. Hier hadden Wadsworth en Bernstein zich nog wat meer mogen beperken. Zodra Sams gezin centraal komt te staan, krijgt de handeling veel vaart en die blijft er tot het einde in als na een kortstondige verzoening er door een kleinigheid toch weer een knetterende ruzie ontstaat, vooral door toedoen van Junior die in een vlaag van razernij het losbladige dagboek van zijn moeder de lucht ingooit. Vrij snel keert de rust echter terug omdat iedereen beseft dat het zo niet kan blijven gaan, men moet proberen tot elkaar te komen. Het is het einde van de opera: all is quiet in het witte huisje van Sam en Dinah, de ‘quiet place’ uit de titel.
Orpha Phelan (regie) en Madeleine Boyd (scenografie & kostuums) hebben gekozen voor een eenheidsdecor waarin door middel van minimale wijzigingen een wisseling van plaats en tijd aanschouwelijk wordt gemaakt. Het werkt wonderwel, een mooi voorbeeld van hoe je met relatief beperkte middelen heel effectief te werk kunt gaan. Alles ziet er doordacht uit, de toeschouwer kan zich probleemloos verplaatsen in elke scènewisseling. Matthew Haskins heeft gezorgd voor een uitgekiende belichting en Lauren Poulton voor een fraai uitgewerkte choreografie. Hoe iedereen beweegt mag gerust voorbeeldig worden genoemd.
Het jazztrio bestaande uit Veerle Sanders, Jeroen de Vaal en Rick Zwart (mezzo, tenor, bariton) wordt ook ingezet ter ondersteuning van de handeling. Zo houden de mannen een handdoek voor Young Sam die zich uitkleedt terwijl hij in een opblaasbadje staat nadat hij met zijn team de finale van de handbalwedstijd heeft gewonnen. Terwijl hij zingt over mannen die geboren zijn als winnaars terwijl anderen gedoemd zijn hun hele leven verliezers te blijven, gebruikt hij beide mannen als kapstok terwijl Veerle hem een douchebad geeft met behulp van een tuingieter.
En om het tijdsbeeld nog eens extra kleur te geven mag Veerle zich helemaal uitleven in een dansnummer gestoken in een Playboy Bunny kostuum. Het trio vormde een geweldige ondersteuning voor de handeling, enerzijds zorgde het voor comic relief, anderzijds leverde het ironisch commentaar op het gebeuren. En steeds uitstekend gezongen en met perfect uitgevoerde bewegingen.
De ménage à trois bestaande uit Junior, Dede en hun beider partner Francois leverde een topprestatie. Zowel de moeilijk te zingen delen, meer praten, als de lyrische momenten kwamen uitstekend uit de verf. Tenor Enrico Casari gaf herkenbaar uitbeelding aan de relatieve buitenstaander die zijn schoonvader voor het eerst ziet en verzeild raakt in een situatie waarin hij Junior er niet van kan weerhouden Dinah’s begrafenis op stelten te zetten.
Dede werd fraai geportretteerd door de sopraan Lisa Mostin, onzeker, kwetsbaar, maar ook blij haar vader eindelijk weer te zien, als was het dan bij de kist van haar moeder. ‘I’m so pleased we’ve met’ zingt zij haar vader toe, alsof hij nieuw voor haar is. In de tuin zingt ze aandoenlijk over de verwildering, alsof Dinah haar einde had zien aankomen en maar vast was gestopt met dat eindeloze onkruid wieden.
Old Sam was in handen van de zeer ervaren bas-bariton Huub Claessens die zijn reputatie alle eer aandeed. Zijn jongere tegenhanger werd vertolkt door de bariton Sebastiàn Peris I Marco die deze rol dit jaar ook al zong in Trouble in Tahiti tijdens het Opera Forward festival van DNO. Goed gezongen en prima geacteerd: een onprettig persoon die Young Sam.
De sopraan Turiya Haudenhuyse gaf gestalte aan Dinah. Ze zong net als Peris die rol ook als bij DNO in Trouble in Tahiti. Haudenhuyse een mooie vertolking van een ‘desperate housewife’ jaren ’50 stijl, vaste klant bij een ‘shrink’ en haar frustraties wegschrijvend in een dagboek.
Mede doordat het stuk een gebroken ontstaansgeschiedenis heeft, treden er nogal wat verschillen in het muzikale idioom op. Wat terug gaat op Trouble in Tahiti is jazzy, vaak melodieus zoals in Candide en West Side Story. Ook de instrumentatie doet geregeld sterk aan Bernsteins grootste succesnummer denken. De mantel die eromheen is gelegd waardoor A Quiet Place is ontstaan, is dertig jaar later stand gekomen en dat is goed te horen. Toch ook hier herkenbaar idioom en jazzy momenten.
Dirigent Karel Deseure wist dit muzikale palet volop kleur te geven. Hij gaf uitstekend leiding aan de prachtig spelende philharmonie zuidnederland. Dat gezegd hebbend moet wel worden benadrukt dat het echte theatermuziek is. Het is minder geschikt om als op zichzelf staand stuk te beluisteren. Omgekeerd betekent dit dat hoge eisen worden gesteld aan de enscenering, die moet het tot een aansprekend geheel maken. Wel, dat is hier bijzonder goed gelukt. Deze Quiet Place is een fantastische productie, de voorstelling is er een met een gouden rand. Opera Zuid heeft hiermee een geweldige troefkaart in handen voor een succesvolle tournee langs de Nederlandse theaters met een uitstapje naar Luxemburg.