La_Fiamma

La Fiamma: Ottorino Respighi’s laatste opera

Tekst: Peter Franken

La Fiamma ging in 1934 in première en was redelijk succesvol met voorstellingen in Rome, Milaan, Buenos Aires, Montevideo, Chicago en Wenen. In 1936 ging er een Duitstalige versie aan de Staatsoper Berlin.

De première op 29 september 2024 van Christof Loy’s nieuwe productie voor Deutsche Oper Berlin is sindsdien de eerste keer dat dit vergeten werk in Duitsland op de bühne te zien is.

Opmerkelijk snel daarna is hiervan een opname op Bluray uitgebracht. Carlo Rizzi, artistiek directeur van ‘Opera Rara’, heeft de muzikale leiding.

Anne Pedesdotter . Ontwerp voor het libretto van La fiamma (1954). Archivio Storico Ricordi

Het libretto van Claudio Guastalla is losjes gebaseerd op het toneelstuk Anne Pedersdotter, de Heks. Het gaat over een vrouw die ervan wordt beschuldigd haar stiefzoon te hebben verleid door middel van tovenarij. Na een veroordeling wordt ze als heks verbrand. Anne Pedersdotter is een historische figuur en haar proces en executie in het Noorwegen van 1590 is goed gedocumenteerd.

De gebeurtenis kan gemakkelijk worden geplaatst in de tijd dat angst voor heksen en verbrandingen wegens vermeende hekserij veelvuldig voorkwamen. Het was typisch een laat middeleeuws fenomeen en dat maakt de keuze van Guastalla om de handeling te situeren in het Byzantijnse Exarchaat begin 8e eeuw nogal opmerkelijk. Zonder enig probleem had hij Ravenna en Byzantium kunnen vervangen door bijvoorbeeld Genua zes eeuwen later. Ook met de tijdlijn neemt de librettist het niet zo nauw getuige het meermalen noemen van de Byzantijnse keizerin Irene die nog geboren moest worden toen het Exarchaat ophield te bestaan. Maar goed, het gaat uiteindelijk om een vrouw die haar stiefzoon weet te verleiden en dat hoort natuurlijk niet, ongeacht het tijdsgewricht.

Basilio is de Exarch die namens de Byzantijnse keizer het bewind voert over dat deel van Italië dat nog niet door de Longobarden is veroverd. Voor de Rooms Katholieke paus in Rome zijn beide groeperingen wezensvreemd: de Longobarden zijn Ariaanse christenen en de Byzantijnen zijn Grieks Orthodox. Eigenlijk zijn het gewoon allemaal ketters.

Basilio is betrekkelijk oud en kennelijk al geruime tijd in functie. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij een zoon, Donello, die wordt opgeleid in Byzantium. Kort na het begin van de opera keert hij terug in Ravenna en dat zal grote gevolgen hebben.

Basilio’s moeder Eudossia bestiert het hof, een dominante vrouw met onaangename trekjes in de trant van de Kosteres bij Janacek. Ze laat niet na om haar nieuwe schoondochter Silvana in te peperen dat ze door haar onbeduidende komaf niets aan het hof heeft te zoeken. In de eerste scène bezingt ze de lof van Basilio’s eerste vrouw op een wijze die sterk doet denken aan het liedje ‘My husbands first wife’ van Jerome Kern, zo leuk vertolkt door Maartje Rammeloo op haar cd ‘Longing to be loved’.

https://maartjerammeloo.bandcamp.com/track/my-husbands-first-wife-jerome-kern

Als het verhaal zich ontrolt wordt duidelijk dat Basilio zich door een vrouw heeft laten overhalen om haar dochtertje, een kind nog, mee te nemen en met haar te trouwen. Hij beschrijft dit als een ervaring waarbij hij volledig werd overweldigd door de wijze waarop de vrouw met hem sprak en naar hem keek. Hij voelde zich gereduceerd tot een willoos object dat niets anders kon doen dan gehoorzamen.

Silvana’s moeder blijkt een dubieuze reputatie te hebben en als Agnese di Cervia tijdens de eerste akte het paleis invlucht om te ontkomen aan een woedende menigte die haar van hekserij beschuldigt zinspeelt ze daarop om Silvana over te halen haar te helpen. Eudossia laat de menigte binnen als de officiële exorcist van de stad dat van haar eist en Agnese vervloekt alles en iedereen voor ze op de brandstapel sterft. Daarmee is Silvana verdacht gemaakt en Eudossia zal daar te gelegener tijd gebruik van maken.

Silvana heeft een grote groep jonge vrouwen om zich heen, in deze productie doen ze denken aan kostschoolmeisjes, versterkt door hun zwarte jurkjes met witte kraag. Haar favoriete is Monica, feitelijk haar enige vriendin. Als Donello zijn opwachting maakt raakt dit meidenaquarium in grote staat van opwinding maar vooral Monica valt voor hem als een blok.

Als Silvana dat merkt reageert ze overdreven streng en stuurt Monica naar een klooster om haar voor verdere zonden te behoeden.

Voorspelbaar legt ze het later zelf met de jonge man aan, een leeftijdgenoot die ze ooit als kind al eens heeft gezien. Als ze van haar echtgenoot heeft begrepen hoe die door haar moeder is beïnvloed probeert ze zelf iets dergelijks met Donello. Ze wenst hem als het ware naar zich toe en als hij daadwerkelijk verschijnt is er weinig voor nodig om een affaire te laten beginnen.

Dat loopt een paar maanden aan en Eudossia doet alsof ze het niet in de gaten heeft. Intussen is ze bezig om het hof in Byzantium zover te krijgen dat Donello terug wordt geroepen. Als dat bericht komt weigert hij te vertrekken. En Silvana bepleit zijn zaak bij Basilio: ze wil niet dat hij haar verlaat. Als ze vervolgens een tirade houdt waarin hem wordt verweten haar jeugd gestolen te hebben en dat ze hem vreselijk vindt, krijgt de man een hartinfarct en sterft.

Uiteraard wordt Silvana van moord beschuldigd maar haar verweer is dat ze slechts het pad van oprechte liefde heeft gevolgd en alleen aan god verantwoording schuldig is. Dan komt Eudossia op de proppen met het verhaal over Silvana’s moeder die haar zoon Basilio ooit heeft behekst. En nu doet haar dochter hetzelfde met diens zoon. Als Silvana hapert in het herhalen van de tekst die de bisschop haar voorspreekt om zichzelf door een eed van alle beschuldigingen vrij te pleiten, ziet men hierin het bewijs van hekserij. Ook Silvana eindigt op de brandstapel.

Teaser:

Het toneelbeeld met decor van Herbert Muraurer is sober. We zien een toneel dat trapsgewijs oploopt Daarachter een wand die soms geopend wordt en dan een minder relevantvergzicht toont, kennelijk om wat kleur in het geheel te brengen. Iedereen loopt in zwarte of donkerblauwe kledij wat de troosteloosheid van het leven voor Silvana aan het hof benadrukt. Alleen de twee mannen Basilio en Donello is enige kleur gegund. De twee verbrandingsscènes vinden op het achtertoneel plaats met de suggestie van veel vuur.

Carlo Rizzi over La Fiamma:

https://deutscheoperberlin.de/en_EN/24-25-carlo-rizzi-ueber-ein-meisterwerk-des-verismo

De muziek van Respighi is weinig eenduidig, nergens een consistent voorbeeld van een bepaalde stijlperiode uit de operageschiedenis. In plaats daarvan gebruikt hij een stijl die kennelijk in zijn beleving het beste bij een bepaalde scène past, of dat nu Gregoriaans, Monteverdi of Strauss is Dirigent Carlo Rizzi geeft daarvan zelf een paar voorbeelden:

Daar waar de handeling refereert aan het Griekse Byzantium en als Eudossia aan het woord is maakt Respighi gebruik van Gregoriaanse koormuziek of vergelijkbare motieven. Maar als Donello verschijnt klinkt de muziek lyrisch en wordt hij begeleid door een prachtige klarinet passage.

Het liefdesduet van Silvana en Donello aan het begin van de derde akte wordt voorafgegaan door een orkestraal intermezzo dat buitengewoon gepassioneerd klinkt. Het einde markeert het begin van de postcoïtale fase van de ontmoeting waarin de twee geliefden met elkaar beginnen te praten. Het doet sterk denken aan de tweede akte Tristan, de overeenkomst kan weinig luisteraars ontgaan. Als in een later stadium Silvana aangeeft met Donello te willen sterven gebruikt Respighi een muzikale taal die doet denken aan Monteverdi. Aldus een parafrase van een paar van Rizzi’s overwegingen.

Het volk roert zich als er iemand beschuldigd kan worden en dat gebeurt tweemaal met donderend geluid. Voor de solisten is het nauwelijks mogelijk zich daartegen staande te houden maar ook zonder koor is het erg hard werken voor met name Silvana die een partij heeft die in de hoogte een moeilijkheidsgraad heeft vergelijkbaar met Aitra of Helena in Strauss ’Die Agyptische Helena. Of gewoon Brünnhilde in het slot van Götterdämmerung.

Het koor van DOB verzorgt een uitstekende bijdrage aan de voorstelling, zowel acterend als zingend. De beperkte bewegingsruimte op het toneel wordt uitstekend benut en de massa komt dreigend over, zoals het een op hol geslagen volksmassa betaamt.

Rizzi leidt het orkest van DOB met vaste hand. Hij laat het op gezette momenten donderen maar is zeer alert zijn zangers alle ruimte te geven voor het etaleren van hun mogelijkheden. Voor zover het mogelijk is dat te beoordelen bij een volslagen onbekend werk brengt Rizzi de partituur tot leven op een wijze die Respighi voor ogen moet hebben gestaan.

De Koreaaanse sopraan Sua Jo heeft een mooie scène met Silvana als die ontdekt dat ze verliefd is op Donello. Het is een schitterend duet waarin Jo’s personage Monica met de eer gaat strijken maar niettemin wordt afgevoerd, haar zien we niet meer terug.

Veterane Doris Soffel vertolkt de rol van de gedoemde Agnese di Cervia, adequaat maar niet bijzonder. Maakt niet uit natuurlijk, geweldig om haar op het toneel te zien.

Martina Serafin kruipt in de huid van Eudossia en geeft die manipulerende vrouw de juiste toneelprésence mee. Ook qua zang komt haar personage goed uit de verf.

Bariton Ivan Inverardi is adequaat als Basilio, hij doet wat hij moet doen zonder verder veel indruk te maken. Tenor Georgy Vasiliev zet een geloofwaardige Donello neer. Hij zingt goed maar zijn rol is niet van dien aard dat ik me gemakkelijk in zijn personage kan verplaatsen waardoor het allemaal wat op afstand blijft.

Olesya Golovneva is zoals verwacht de ster van de show. Ik zag haar voor het eerst als Natacha in Oorlog en Vrede, een van de laatste producties die in 2011 in de opera van Keulen gingen voor de eindeloze renovatie een aanvang nam. Ik vond haar aandoenlijk in die rol, Natacha is natuurlijk ook aandoenlijk dus wat wil je.

Twee jaar nadien schitterde ze als Anna Bolena waarbij opviel dat ze ook een laag bereik heeft. Als Silvana is dat van minder belang, hier gaat het om topnoten en wel heel erg veel daarvan. Golvovneva acteert afwisselend als een meisje dat zich zo onopvallend mogelijk probeert te maken maar op andere momenten is ze een tijgerin. Het gaat haar gemakkelijk af, zo lijkt het en haar zang laat geen moment af. Het is een absolute triomf voor deze van oorsprong Russische sopraan.

Al met al een bijzondere opname van een absolute rariteit. Voor liefhebbers van dit genre een must, voor de overige operaliefhebbers van harte aanbevolen.

Trailer:

Reacties van het publiek:

Foto’s van de productie: © Monika Rittershaus

La Fiamma in Barcelona 1989 met Montserrat Caballé, Juan Pons, Martha Szirmay, Vera Baniewicz, Antonio Ordóñez:

La Fiamma in Rome 1997 met Nelly Miricioiu en Gabriel Sade




Zeer aanbevolen ook de opname op Hungarothon met Ilona Tokody, ·Tamara Takács en Péter Kelen olv Lamberto Gardelli

Act 3. het liefdesduet “Io sono nata quella notte” :


Nelly Miricioiu: Empress of the Saturday Matinee

Nelly Miricioiu in Baia Mare (Roemenië) in 2015

I cannot imagine opera life without Nelly Miricioiu. With her spicy soprano, her very characteristic timbre and her perfectly controlled vibrato, from the 1980s she belonged to the dying class of real divas, like Callas, Scotto or Olivero.

Nelly Miricioiu and John Bröcheler in the last scene of Thaïs (live recording from The Concertgebouw in Amsterdam, 1985)


My earliest opera memories bring me back to Thais by Massenet. With Nelly Miricioiu. After that, I have admired her for 25 years in the Great Hall of the Concertgebouw, during the unforgettable Saturday Matinees, where she sang 17 different roles. By Rossini, Bellini, Donizetti and Verdi. But also by Puccini, Zandonai and Mascagni.

I have also admired her on the stage in Brussels as Anna Bolena and in Antwerp as Magda (La Rondine) and Anna (Le Villi).

But between her and the DNO, things did not really work out. Luisa Miller, with Neil Shicoff at her side, succumbed to a stupid direction and with Norma she fell ill and suffered from vocal problems. A great pity, because Miricioiu is not only a very gifted singer, but also a
phenomenal actress.

Below: Nelly Miricioiu as Anna Bolena in Amsterdam 1989:



MASTERCLASS

Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doomen


In March 2016, Miricioiu was in Amsterdam for a few days to give masterclasses to young, promising singers. I was allowed to attend one of her lessons and watched breathlessly as
she tried to prepare the young South Korean Jihae Shin for the bel canto profession.

Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doomen

Miricioiu is a very physically present teacher. She sings a lot herself and lets her student feel how the muscles react to certain sounds. How to produce those sounds better, make them more impressive or just more true. She puts her hand on Shin’s belly and shakes her head: no, that’s not how it works.

“Just feel,” she says and puts Shin’s hand on her own belly. The whole face is also involved in the lesson: from the temples, eyes and cheekbones to the chin. The lips must be pulled further apart, the mouth must be wider, much wider! Does she hear now what a difference it makes?


Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doome

Jihae Shin is a good and complient student, she remembers everything well and obediently imitates what she is told.

“Brava”, the teacher cries, “but that coloratura (they are rehearsing ‘Caro nome’ from Rigoletto), it has to be different! You shouldn’t accentuate that “haha haha haha”, that’s what Reinild (the pianist Reinild Mees, who not only accompanies but also physically takes part in
all the lessons) is doing. That has to come from the piano, but you have to glide over it smoothly, you have to show off your technique. And don’t forget your smile, your lips, your lips…”.

She demonstrates and everything falls back into place. Just like a little later with ‘Ah! non credea mirarti’ from La Sonnambula. The pupil does a fantastic job, but it is only when the teacher is talking that emotion strikes hard.


How do you find it, teaching? And: isn’t it terribly tiring?

“I love it. Not every good singer is a good teacher, but I think I am
doing well. It is a fact that many of my pupils go really far and I
am proud of that.

“You cannot compare a master class with real teaching, of course, but even then you hope that you can convey something essential. Something that sticks. And, above all, helps. I often attend master classes given by my colleagues, that way I also learn something myself. I am still eager to learn.”

Look: it’s not just about the voice. Or the talent, hard work and/or charisma. It’s about the whole picture. Good looks are a bonus of course, but for me you have to convince me with your voice and not with your looks. On the other hand… Yesterday I saw Il Matrimonio Secreto by Cimarosa, with really fantastic young singers who also looked their roles. An ideal situation.

There are few really good teachers and singers have sadly become disposable. The only thing that matters is the competition, but there is also a lot of fear. Because if you don’t want to do something or don’t do it as expressely wished for, there are dozens if not hundreds of others who are already lining up to take your place. I’ve experienced auditions where the singer was told: you’re really great, but there are many more who are just as great as you are, next!”



How do you feel about the many competitions out there?


“I think they are very important. Without a doubt. You really can’t do without them. If you want to profile yourself as a young singer, if you want to show yourself, you have to. And sometimes you hop from one competition to another in the hope of winning and being discovered.

What doesn’t help is that many of the competitions can’t decide who they are actually meant for. Do they want to be a career stepping stone for young and starting singers or do they want to provide the already establishedsingers with a bit more fame and better roles?

This is where the IVC stands out in a very positive sense. You get all the attention you need and it is ensured that you come away ‘richer’, even if you don’t win anything. You get masterclasses and good advice. And the atmosphere is very friendly, convivial.”

What do you think of super-realistic scenes on stage, increasingly
common these days? Scenes with violence and explicit sex?

“There is nothing against realistic images, but does it have to be there in every detail? Shocking for the sake of shocking, showing everything because it can be seen on TV? I know rape exists, but do I have to see it happen on stage?”



“Vulgarity on the stage, I have never understood it. And there is no need for it. I remember the production of La Fiamma by Respighi with the fantastic Romanian tenor and my very dear colleague Gabriel Sadé. The director wanted to portray the night of love as realistically as possible: naked, in other words. That didn’t feel right; that way I would never be able to concentrate on the role and certainly not on the singing. I didn’t want that. It was then decided to give us a sort of ‘second skin’. It looked very realistic, but for me I had something on, I wasn’t naked.”



Below is the third act from La Fiamma, it begins with the love duet:



Let’s talk about verismo. A movement that is so terribly neglected these
days. There are also few singers who can sing in the verismo style. Why
would that be? Is it not performed a lot because there are no singers for
it? Or are there no verist singers because it is not being performed?


 “Both, of course. Verismo is considered not ‘intellectual’ enough, it is looked down upon nowadays. We live in a time that is poor in real emotions, real feelings: love, empathy, faith. Showing emotions is considered old-fashioned, you can’t use that when you work conceptually. There are no nuances any more, we have discarded them.

But there are also few singers who can sing it, that is true. During training, too much emphasis is placed on technical perfection and too little on individuality.

Fashion and hype also play a not inconsiderable role. In the past, you couldn’t sing a Rossini opera properly; nowadays, there are plenty of Rossini and bel canto specialists.

Sometimes it seems as if there are only two possibilities: old music and early bel canto and Wagner. Somewhere along the way, we have lost not only verismo but also Verdi. It is easier to sing Tristan than Macbeth. That is food for thought. But – and this should not be underestimated – the choice also lies with conductors and their priorities. The orchestras are large and with a Wagner piece, the conductor can ‘score’ more easily. “

Nelly Miricioiu with Magda Olivero after the performance of ‘Iris’ by
Mascagni. Concertgebouw Amsterdam 2003 ©FB

I have a verist nature, it’s in me, my body is screaming for emotions. Of all my roles I love Iris the most, I think. She is, together with Silvana in La Fiamma and Francesca da Rimini, one of my favourite roles”.


Speaking of emotions, below Miricioiu sings ‘Io son l’umile ancella’ from Adriana Lecouvreur by Cilea:


I owe everything I have achieved to Jan Zekveld, Mauricio Fernandez (the former boss and casting director of Zaterdag/Matinee) and Patrick Schmid (co-founder and director of Opera Rara). They understood my character and discovered what I could do, everything that was possible. They both saw my potential and made me the way I am. They were my godfathers.”


with Patric Schmid © Opera Lounge

Below Miricioiu in one of her very many bel canto roles: Antonina from Belisario by Donizetti. She sings ‘Egli è spento, e del perdono’:

Nelly Miricioiu – Keizerin van de ZaterdagMatinee

Nelly Baia Mare 2015

Nelly Miricioiu in Baia Mare (Roemenië) in 2015

Ik kan mij het operaleven zonder Nelly Miricioiu niet voorstellen. Met haar kruidige sopraan, haar zeer karakteristiek timbre en haar tot de perfectie beheerste vibrato behoort ze vanaf de jaren tachtig tot de uitstervende rasse van de echte diva’s, type Callas, Scotto of Olivero.

Mijn vroegste operaherinneringen brengen mij terug naar Thaïs van Massenet. Mét Nelly Miricioiu. Daarna heb ik haar 25 jaar in de Grote Zaal van het Concertgebouw mogen bewonderen, tijdens de onvergetelijke ZaterdagMatinees waar zij 17 verschillende rollen heeft gezongen. Van Rossini, Bellini, Donizetti en Verdi. Maar ook van Puccini, Zandonai en Mascagni.

Hieronder: Nelly Miricioiu en John Bröcheler in de laatste scène uit Thaïs (live opname uit het Concertgebouw 1985):

 

Ik bewonderde haar op de bühne in Brussel als Anna Bolena en in Antwerpen als Magda (La Rondine) en Anna (Le Villi). Tussen haar en het DNO wilde het echter niet echt lukken. Luisa Miller ging ten onder aan een stupide regie en bij Norma werd zij ziek en kreeg zij stemproblemen. Doodzonde, want Miricioiu is niet alleen een zeer begenadigde zangeres maar ook een fenomenale actrice.

Hieronder: Nelly Miricioiu als Anna Bolena in Amsterdam 1989

MASTERCLASS

Nelly-Miricioiu-Jeanne-Doomen-2

Nelly Miricioiu en Jihae Shin  © Jeanne Doomen

In maart 2016 was Miricioiu een paar dagen in Amsterdam voor de masterclasses aan jonge, veel belovende zangers.

Ik mocht één van haar “lesjes” bijwonen en keek ademloos toe hoe zij de jonge Zuid Koreaanse Jihae Shin klaar probeerde te stampen voor het belcanto-vak.

 

Nelly-Miricioiu-Jeanne-Doomen-1

Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doomen

Miricioiu is een zeer fysiek aanwezige lerares. Zij zingt het een en ander voor en laat haar leerlinge voelen hoe de spieren op bepaalde klanken reageren. Hoe zij ze beter,  indrukwekkender of gewoon juister kan maken. Zij legt haar hand op Shin’s buik en schud met haar hoofd: nee, zo gaat het mis.

“Voel maar”, zegt ze en legt Shin’s hand op haar eigen buik. Ook het hele gezicht wordt bij de les betrokken: vanaf de slapen, ogen en jukbeenderen tot de kin. De lippen moeten verder uit elkaar getrokken worden, de mond moet breder, veel breder! Hoort ze nu wel wat voor een verschil het maakt?

 

Nelly- Jihae Shin

Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doomen

Jihae Shin is een goede en volgzame leerling, zij onthoudt alles goed en doet braaf na wat haar wordt opgedragen.

“Brava”, roept de lerares, maar die coloratuur (er wordt ‘Caro nome’ uit Rigoletto ingestudeerd), die moet toch echt anders! Die “haha haha haha” moet je niet accentueren, dat doet Reinild (de pianiste Reinild Mees, die alle lessen niet alleen begeleidt maar er ook fysiek aan meedoet) al. Dat moet van de piano komen, je moet er soepel eroverheen glijden, je moet je techniek niet laten horen. En vergeet je glimlach niet, je lippen, je lippen…”

Zij doet het even voor en alles valt weer op zijn plaats. Net als even later bij ‘Ah! non credea mirarti’ uit La Sonnambula. De leerlinge doet het fantastisch, maar pas bij de lerares slaat de ontroering toe.

Hoe vindt u het, lesgeven? En: is het niet verschrikkelijk vermoeiend?
“Ik houd er ontzettend van. Niet iedere goede zanger is ook een goede leraar, maar ik denk dat ik het goed doe. Het is een feit dat veel van mijn leerlingen het echt ver brengen en daar ben ik trots op.

“Een masterclass kan je natuurlijk niet met het echte lesgeven vergelijken, maar zelfs dan hoop je dat je wat wezenlijks over kan brengen. Iets wat blijft. En, voornamelijk, helpt. Ik kijk ook vaak bij masterclasses die mijn collega’s geven, zo leer ik zelf ook nog wat. Ik ben nog steeds leergierig.”

Kijk: het gaat niet alleen om de stem. Of het talent, hard werken en/of uitstraling. Het gaat om het hele plaatje. Dat je er goed uitziet is natuurlijk meegenomen, maar voor mij geldt dat je mij met je stem moet overtuigen en niet met je uiterlijk. Aan de andere kant… Gisteren heb Il Matrimonio Secreto van Cimarosa gezien, met werkelijk fantastische jonge zangers die ook nog eens “looked their roles“ . Een ideale situatie.

Er zijn weinig echt goede leraren en zangers zijn een wegwerpartikel geworden. De enige dat telt is de competitie, maar er is ook veel angst. Want doe iets niet of niet naar de wens dan zijn er tientallen zo niet honderden anderen die al in de rij staan om het van je over te nemen. Ik heb audities meegemaakt, waarbij tegen de zanger werd gezegd: je bent werkelijk geweldig, maar er zijn er veel meer die net zo geweldig zijn als jij, de volgende!”

Hoe denkt u over de vele concoursen die er zijn?
“Ik vind ze zeer belangrijk. Zonder meer. Je kan echt niet zonder. Als je je als jonge zanger wilt profileren, als je je wilt laten zien, dan moet je. En soms hop je van het ene naar  het andere concours in de hoop te winnen en ontdekt te worden.

Wat niet helpt: veel van de concoursen kunnen niet kiezen voor wie ze eigenlijk bedoeld zijn. Willen ze een carrièreopstap zijn voor jonge en beginnende zangers of moet het winnen de al gearriveerde zangers wat meer bekendheid en betere rollen bezorgen.

Daarin onderscheidt de IVC zich in de zeer positieve zin. Je krijgt er alle aandacht en er wordt voor gezorgd dat je er “rijker” vandaan komt, ook al win je niets. Je krijgt er masterclasses en goede raden. En de sfeer is zeer vriendelijk, gemoedelijk.”

Wat vindt u van superrealistische scènes op het toneel, steeds gebruikelijker tegenwoordig? Scènes met geweld en expliciete seks?
“Er is niets tegen realistische beelden, maar moet het in alle details? Choqueren om het choqueren, alles laten zien, omdat het ook op de tv te zien is? Ik weet dat verkrachting bestaat, maar moet ik het op het toneel zien gebeuren?”

Nel La Fiamma

“Vulgariteit op de bühne, dat heb ik nooit begrepen. Is ook nergens voor nodig. Ik herinner mij de productie van La Fiamma van Respighi met de fantastische Roemeense tenor en mijn zeer dierbare collega Gabriel Sadé. De regisseur wilde de liefdesnacht zo realistisch mogelijk in beeld brengen: naakt dus. Dat voelde niet lekker, op die manier zou ik mij nooit op de rol en al zeker niet op het zingen kunnen concentreren. Dat wilde ik niet. Er werd toen besloten om ons een soort “tweede huid” te geven. Het zag er heel realistisch uit, maar voor mijn gevoel had ik iets aan, ik was niet naakt.”

Hieronder de derde akte uit La Fiamma, het begint met het liefdesduet:

Laten we het over verismo hebben. Een stroming die tegenwoordig zo verschrikkelijk veronachtzaamd wordt. Er zijn ook weinig zangers die in de veristische stijl kunnen zingen. Waar zou het aan liggen? Wordt het weinig gespeeld omdat er geen zangers voor zijn? Of zijn er geen veristische zangers omdat het niet gespeeld wordt?
“Beide natuurlijk. Verismo wordt als niet ‘intellectueel’ genoeg beschouwd, daar wordt tegenwoordig op neergekeken. We leven in een tijd die arm is aan echte emoties, aan echte gevoelens: liefde, empathie, geloof. Emoties tonen geldt als ouderwets, daar kan je niets mee als je conceptueel te werk gaat. Er zijn ook geen nuancen meer, die hebben we afgedankt.

Maar er zijn ook weinig zangers die het kunnen zingen, dat is waar. Tijdens de opleiding wordt er te veel nadruk op de technische perfectie gelegd en te weinig op individualiteit.

Mode en hype spelen ook een niet te verwaarlozen rol. Vroeger kon je geen Rossini opera behoorlijk bezetten, tegenwoordig wemelt het van de Rossini en belcanto specialisten.

Soms lijkt het alsof er maar twee mogelijkheden zijn: oude muziek en vroege belcanto én Wagner. Ergens onderweg zijn we niet alleen verismo maar ook Verdi kwijtgeraakt. Je kan makkelijker Tristan bezetten dan Macbeth. Dat geeft te denken. Maar – en dat mag je niet onderschatten – de keuze ligt ook aan dirigenten en hún prioriteiten. De orkesten zijn groot en met een Wagner kan de dirigent kan makkelijker ‘scoren’. “

Nelly met Magda 2000

Nelly Miricioiu met Magda Olivero na de uitvoering van ‘Iris’ van Mascagni. Concertgebouw Amsterdam 2003  ©FB

Zelf heb ik een veristische natuur, het zit in me, mijn lichaam schreeuwt om emoties. Van al mijn rollen het meest houd ik van Iris. Denk ik. Zij is, samen met Silvana in La Fiamma en Francesca da Rimini, een van mijn lievelingsrollen”

Nelly la Fiamma

Over emoties gesproken: hieronder zingt Miricioiu ‘Io son l’umile ancella’ uit Adriana Lecouvreur van Cilea:

Alles wat ik heb bereikt heb ik aan Jan Zekveld, Mauricio Fernandez (de voormalige baas en castingdirector van Zaterdag/Matinee) en Patrick Schmid (medeoprichter en directeur van Opera Rara) te danken. Ze begrepen mijn karakter en ontdekten mijn mogelijkheden. Beiden zagen ze mijn potenties en hebben mij gemaakt zoals ik ben. Ze waren mijn peetvaders.”

Nelly Patric

met Patric Schmid © Opera Lounge


Hieronder Miricioiu in één van haar zeer vele belcanto rollen: Antonina uit Belisario van Donizetti. Ze zingt ‘Egli è spento, e del perdono’:

 

Bent u een fan? Of wilt u er één worden? Op Facebook bestaat een Nelly Miricioiu-fanclub:
https://www.facebook.com/groups/NellyMiricioiuFanclub/

German translation of the interview: Nelly Miricioiu Königin des Belcanto