Jane_Henschel

Maak kennis met Merlin van Isaac Albéniz

Merlin

De voorliggende opname biedt een geweldige mogelijkheid voor een muzikaal spelletje. De componist kwam uit Spanje, de orkestklank is Wagneriaans en de gezongen tekst is in het (oud)Engels: wie o wie?

Merlin isaac-albeniz-spanish-pianist-and-composer-1860-1909_a-G-9968947-4990831

Isaac Albéniz (want om hem gaat het) woonde een geruime tijd in Londen waar hij bevriend raakte met lord Francis Burdett Money-Coutts, een rijke bankier met grote ambities en literaire aspiraties. Zijn grootste droom was creatie van een Engelse tegenhanger van de Ring der Nibelungen en daar leende zich het verhaal van koning Arthur uitstekend voor.

Merlin francis-money-coutts

Lord Francis Burdett Money-Coutts

Albéniz kreeg alle mogelijke steun van de librettist/opdrachtgever en in 1897 ontstond Merlin, wat de eerste deel van de trilogie had moeten zijn. De opera werd in zijn geheel nooit opgevoerd en de partituur lag verspreid tussen Madrid en Londen. Dat het gevonden en gerestaureerd werd is te danken aan de dirigent José De Eusebio, die, gesterkt door een sterbezetting, het ook voor Decca mocht opnemen.

De werkelijk geweldige cast wordt aangevoerd door Plácido Domingo op zijn best als Arthur. Als Merlin horen wij Carlos Álvarez: een  droom van een bariton, warm, rond en gezegend met een bijna ouderwetse morbidezza.

Ana Mariá Martinéz  is onweerstaanbaar als de slavin Nivian (luister naar ‘Hark, hark! Did he call?’ aan het eind van de eerste acte) en Jane Henschel perfect als de gemene Morgan.

De muziek is, zoals gezegd zeer wagneriaans maar dan met een vleugje impressionisme en een snufje Spaanse folklore. Een absolute aanwinst!


Isaac Albéniz
Merlin
Carlos Álvarez, Plácido Domingo, Jane Henschel, Ana María Martinéz
Orquesta Sinfónica de Madrid olv José De Eusebio
Decca 4670962

Adembenemde Der Fliegende Holländer door het RCO onder Nelsons

nelsons

Na de semiconcertante uitvoeringen van Der Fliegende Holländer in het Amsterdamse Concertgebouw (24 en 26 mei 2013) waren de meningen van zowel de recensenten als het publiek dermate verdeeld dat het tot felle discussies op de operaforums heeft geleid. Het leek net oorlog.

De opera-uitvoering werd door het eigen label van het Concertgebouworkest vastgelegd en is inmiddels op de markt gebracht. Iedereen kan nu dus zijn eigen oordeel vormen.

Nu is een opname, zelfs als het live is gerealiseerd niet te vergelijken met wat je in de zaal hoort, maar het resultaat is voor mij meer dan bevredigend.

Echt moeite heb ik alleen met Anja Kampe (Senta). Het ligt aan haar manier van zingen, met te weinig legato en te veel uithalen. Haar klank kan bij luidere passages onaangenaam scherp worden, iets wat haar ballade bij vlagen ontsiert. Als Senta hoor ik toch liever een stem die lichter en lyrischer is, minder scherp.

Christopher Ventris vind ik een mooie Erik. Hij benadert zijn rol vanuit het belcanto, vanzelfsprekend eigenlijk, zeker voor de vroege Wagner.

Kwangchul Youn is een beetje onstabiel als Daland, maar zijn interpretatie staat als een huis, daarvoor wil ik een min of meer wankele noot voor lief nemen. Hetzelfde geldt ook de oudgediende Terje Stensvold als de Hollander.

Over het orkest kan ik kort zijn: adembenemend. Nelsons schuwt het overweldigende geluid niet (de ouverture!), maar weet het, waar nodig tot de mooiste pianissimi te dimmen. Als er zo gespeeld wordt, mag je wat mij betreft zelfs het telefoonboek op de lessenaars zetten!

Richard Wagner
Der Fliegende Holländer
Kwangchul Youn, Anja Kampe, Christopher Ventris, Jane Henschel, Russell Thomas, Terje Stensvold
Chor der Bayerischen Rundfunks, NDR Chor (Martin Wright); WDR Rundfunkchor Köln olv Andris Nelsons
RCO 14004

zie ook:

De Holländers van Wagner en Dietsch