
Scène uit Eliogabalo © Ruth Walz/DNO
Marcus Aurelius Antoninus oftewel Elagabalus (of Heliogabalus) hoort niet in het rijtje van de bekendste Romeinse keizers. Hij regeerde maar vier jaar: in het jaar 222 werd hij vermoord waardoor er einde kwam aan zijn regeringsperiode. Of hij daadwerkelijk een perverse tiran was is niet helemaal zeker, maar zijn reputatie van een decadente despoot die het zowel met mannen als vrouwen deed en zelfs een kunstmatige vagina in zijn lichaam liet maken liegt er niet om.
Francesco Cavalli, een componist die nog steeds in de schaduw staat van grootheden zoals Monteverdi, vond in het gegeven dankbaar stof tot een opera waarin hij alle remmen kon loslaten. Daarbij profiteerde hij van het democratische en zeer tolerante karakter van Venetië, de stad waar veel meer mogelijk was dan elders. Deels omdat de opera er niet tot de hofcultuur behoorde en de vorsten ook karikaturaal voorgesteld mochten worden.
Toch: ook aan de Venetiaanse tolerantie bestond blijkbaar een grens en de voor 1668 geplande première van Eliogaballo werd afgeblazen. De in 1676 gestorven Cavalli heeft daarna nog een paar opera’s geschreven, maar de opvoering van Eliogaballo heeft hij nooit mee mogen maken. De première vond plaats pas in 1999 in Cavalli’s geboorteplaats Crema en in 2004 werd hij met wat meer succes opgevoerd in Brussel.

Francesco Cavalli
Van de muziek sec moet de opera het niet hebben. Er gebeurt weinig, er zijn amper tempowisselingen en de overdaad aan vrijwel alleen hoge stemmen is ook niet bevorderlijk voor het drama. De toeschouwer moest voornamelijk onderhouden door de zangers en musici, en door wat er op de bühne gebeurde.
Het Capella Mediderranea onder leiding van Leonardo García Alarcón speelde zeer bekwam. Toch kon ik mij niet aan de indruk onttrekken dat een beetje meer vaart de handeling wat spannender zou kunnen maken.

Franco Fagioli © Ruth Walz/DNO
Franco Fagioli die de hoofdrol van Eliogabalo vertolkte stelde mij niet teleur. Zijn stem is groot en zeer aangenaam van timbre, en ook als acteur kon hij mij volledig overtuigen. Zijn portrettering van de aan grootheidswaanzin lijdende afzichtelijke puber was zonder meer superbe.
Toch vond ik zijn prestatie in de schaduw vallen bij Edward Lyon (Alessandro). De Engelse tenor was voor mij de ster van de avond: hij was ook de enige die niet alleen scenisch maar ook met zijn stem wist te acteren. Als geen ander wist hij alle stemmingen in zijn zang laten doorklinken en zijn van edelmoedigheid getuigende optreden was een (toekomstige) keizer waardig.

Nicole Cabell (Gemmira) en Ed Lyon (Alessandro) © Ruth Walz/DNO
Zijn geliefde Gemmira werd mooi gezongen door Nicole Cabell. Ik had mij wat meer drama in haar zang gewenst, maar of het in die rol zat?

Kristina Mkhitaryan (Eritea) © Ruth Walz/DNO
Drama des te meer bij Kristina Mkhitaryan, die haar rol van Eritea van veel vuur heeft voorzien. De Russische sopraan was duidelijk goed op dreef en kon mij in al haar gemoedstoestanden – die van de verkrachte vrouw en van de liefhebbende verloofde – volledig overtuigen.

Valer Sabodus (Giuliano) en Kristina Mkhitaryan (Eritea) © Rurh Walz/DNO
Helaas ging de rol van haar geliefde Giuliano totaal de mist in door de zeer ondermaats zingende Valer Sabodus. Zij stem is zeer klein en kent weinig kleuren, maar ook als acteur kon hij mij nergens doen geloven dat hij de dappere commandant van de garde was.
Mariana Flores was ook niet de beste keus voor de rol van de piepjonge verliefde Atilia. Dat de stem niet groot is, is op zich geen ramp, maar wel dat zij vaak vals intoneerde. Scenisch was zij daarentegen goed op dreef. En aangezien in de zeventiende eeuw het acteren van de vertolker belangrijker werd gevonden dan zijn zangkwaliteiten …

Emiliano Gonzalez Toro (Lenia), Nicole Cabll (Gelmira), Franco Fagioli (Eliogabalo), Mathew Newlin (Zotico). Op de grond Scott Conner als Nerbulone. © Ruth Walz/DNO
Scott Conner zong Nerbulone en Tiferne, en in beide rollen was hij werkelijk voortreffelijk. De jonge Amerikaanse bas is wat mij betreft meer dan een enorme belofte, dus|: onthoud die naam, van hem gaan we zeer zeker veel meer horen.
Scott Conner in Parijs:
Mathew Newlin (Zotico) en Emiliano Gonzalez Toro (travestierol van Lenia) zorgden voor een zeer welkome komische noot en de leden van het koor van De Nationale Opera (instudering Ching-Lien Wu) waren zoals altijd voortreffelijk.
Zeer te spreken was ik ook over de dansers en de choreografie van Maud Le Pladec. De hele enscenering trouwens kon mij zeer bekoren. De Franse regisseur Thomas Jolly liet voldoende zien om de zintuigen te prikkelen maar liet meer dan voldoende aan de verbeelding van de toeschouwer over, waarvoor dank.

© Ruth Walz/DNO
De kostuums van Gareth Pugh waren oogverblindend en de belichting van Antoine Travert zeer spectaculair.
Trailer van de productie:
De voorstellingen zijn tot en met 26 oktober te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Slotapplaus © Ron Jacobi
Francesco Cavalli
Eliogabalo
Franco Fagioli, Ed Lyon, Valer Sabadus, Nicole Cabell, Kristina Mkhitaryan, Matthew Newlin, Emiliano González Toro, Scott Conner, Mariana Flores
Regie: Thomas Jolly.
Koor van De Nationale Opera en Cappella Mediterranea olv Leonardo García Alarcón.
Bezocht op 12 oktober 2017