Charles_Castronovo

Il Postino: wonderful opera, wonderful performance, wonderful production….

What started with a Chilean novel in 1983 turned into an opera in Los Angeles in 2010. Composer Daniel Catán followed the success of the book and two film adaptations with a wonderfully lyrical and poetic opera: Il Postino. Highly recommended.

First there was a novel, Ardente Patience (Burning Patience), written by Chilean Antonio Skármeta. The book became widely known when it was filmed in 1983, by the author himself. The film won a large number of national and international awards, including Le Grand Prix du Jury in Biarritz.

However, it did not become a real hit until 1994, when it was filmed for the second time by Michael Radford, this time under the title Il Postino (The Postman). The film gained cult status – you didn’t count if you hadn’t seen it.

It is a (fictional) story about a young postman Mario who discovers the world of poetry. Inspired and encouraged by his only “customer”, an exiled world-famous poet and communist activist (Pablo Neruda), Mario writes poems to his beloved Beatrice.

Years later, during his return to Cala di Scotto, once his place of exile, Neruda meets Pablito, Mario’s little son, who never knew his father – he was killed during a communist demonstration.

The delightfully nostalgic and moving “feel-good movie”, in which tears also flow profusely, has also conquered the world of classical music. In 2010, the opera Il Postino had its world premiere in Los Angeles, with none other than Plácido Domingo in the role of Neruda.

Daniel Catán

It was the last opera by Mexican composer Daniel Catán, who died in 2011 at 61. Catán himself produced the libretto for his opera.

With its flowing melodies and recognisable arias and duets, Catán’s music is nothing short of beautiful. Not only for us, the audience, but also for the singers. I quote George Loomis, one of the New York Times’ music critics: “His operas let singers do what they have been trained to do, and what they do in the theatre when not performing operas by contemporary composers.

And so it is, although, especially with Il Postino, I myself would prefer to use the word “poetic”. Not because one of the main characters is a famous poet, but mainly because of the language used in the libretto, to which the music is “moulded”.

Just listen to the duet “Metaforas”, in which Neruda explains to the young postman the art of using metaphors. “Is the whole world just a metaphor then?” asks Mario, who discovers that he too can write poetry… “You’ll get the answer tomorrow,” says Neruda, but we can already read it on his face.

The super-romantic love duet between Mario and Beatrice melts your heart. It could have walked right out of La bohéme and I love that. Indeed, I am touched by it.

In one of the opera’s first scenes, we are introduced to Neruda and his wife Matilde. Endearingly, he sings of how she managed to turn their “asylum” into a home (the duet ‘Los Manos’).

In a very erotic aria ‘Desnuda’, he sings of her beauty and undresses her with his eyes. What follows is a very poetic love scene, in which we are shown just enough to tickle our fancy.

Domingo is a dreamy Neruda. His very warm voice is full of love and passion, he transports, inspires and endears. He has hundreds of facial expressions at his disposal… and he can tango!

Cristina Gallardo-Domas (Matilde) occasionally sounds a little shrill in the upper registers, but her intensity and her role interpretation make up for everything. She is also a beautiful woman, a prototype of a South American with too big eyes and too big a mouth, behind which you can suspect one and all passion.

In Mario, Charles Castronovo has found the role of a lifetime. With his lyrical tenor – and his acting talent! – he portrays a real-life young man: shy and romantic but one with many ambitions and perseverance to achieve his goal.

Amanda Squitieri is a sparkling Beatrice and Ron Daniels’ direction is definitely sublime – his character direction is to die for! The production is very cinematic and a little reminiscent of de Sica’s Italian neorealism with Almodovár’s colours.

Wonderful opera, wonderful performance, wonderful production….

Trailer:

Mascagni op zijn lyrisch: L’amico Fritz in Firenze

Tekst: Peter Franken

De handeling van deze korte toch wel gemoedelijke opera uit 1891 gaat ongeveer als volgt. Fritz is een rijke landeigenaar ergens in de Elzas die een regelrechte minachting koestert voor het fenomeen huwelijk. Niettemin is hij wel bereid om een bruidsschat op te hoesten voor een jong koppel dat gaat trouwen. Als Fritz zijn verjaardag viert krijgt hij een boeketje van Suzel, de dochter van een van zijn pachters. Als ze weg is raakt Fritz in gesprek met David, de plaatselijke rabbijn, die stelt dat Suzel een geschikte bruid is en hij voor haar een man zal zoeken.

Daarop volgt een discussie tussen Fritz en David waarin eerstgenoemde zijn mening over het huwelijk te berde brengt en het einde van het liedje is een weddenschap met als inzet een van Fritz’ wijngaarden. Die verliest hij aan David als hij alsnog in het huwelijksbootje stapt.

In een volgende scène ontmoeten Fritz en Suzel elkaar in een boomgaard. Fritz helpt haar bij het kersen plukken en ze zingen een duet over de lente en de bloemen, het ‘kersenduet’.

Als Fritz weg is komt David aan en praat met Suzel. Hij suggereert dat ze bruid zou kunnen worden en zij holt verlegen weg. Als David later Fritz vertelt dat hij denkt een goede man voor Suzel te hebben gevonden, raakt deze in verwarring. Hij realiseert zich als snel, dat hij verliefd is geworden op het jonge meisje. Als David kort daarna komt melden dat hij Suzel heeft gekoppeld aan een leuke rijke jonge man en dat haar vader hem om toestemming komt vragen, ontsteekt Fritz in woede en zegt dat te zullen weigeren.

Intussen is Suzel op Fritz verliefd en niet op haar onbekende aanstaande en na een paar verwikkelingen komt alles natuurlijk goed.  David heeft zijn weddenschap gewonnen en geeft de daarmee verkregen wijngaard als huwelijkscadeau aan Suzel. Let wel, er vallen geen slachtoffers in deze ‘romantic feel good opera’.

Het verhaal heeft een hoog ‘Bouquet reeks’ gehalte, denk aan oudere uitgaven van zo’n veertig jaar geleden. Maar daar trekt Mascagni zich helemaal niets van aan. Als Suzel het lot bezingt van de bloemen die ze heeft geplukt voor Fritz – gestorven in de hoop dat het iemand blij en gelukkig zal maken – is er zoveel hartstocht te bespeuren dat je zonder de tekst te kennen zou denken in een veristisch liefdesdrama te zijn beland.

En zo zijn er voortdurend briljante passages waarin de sub tekst de muziek volgt als een schaduw en wat er gezegd wordt nauwelijks nog van belang lijkt te zijn. Ja, de handeling moet voortgang hebben maar iedereen weet al direct hoe het gaat aflopen. Het is nauwelijks mogelijk om niet zo nu en dan flarden Cavalleria en Iris in de muziek te ontwaren maar het is toch vooral Mascagni die aan het woord is. Al kreeg ik tijdens de prelude tot de derde akte even het gevoel dat we op het punt stonden de Tweede Hongaarse Rapsodie van Liszt te zullen horen.

Opvallend is hoezeer Mascagni de geluiden die samenhangen met de handeling muzikaal weet uit te beelden. Met name het aankomende rijtuig in de tweede akte: geklak van een zweep en een duidelijke galop. De overgang van het meeslepende romantische Kersenduet naar de koets met vrienden had niet groter kunnen zijn: die twee worden duidelijk ruw gestoord in hun tête à tête.

In maart 2022 was er in Teatro del Maggio Musicale Fiorentina een door Rosetta Cucchi geënsceneerde voorstellingenreeks te zien. Op het label Dynamic is daarvan een opname op Blu-ray uitgebracht. Cucchi heeft de handeling verplaatst van ergens in de 19e eeuw naar (vermoedelijk) het San Francisco van einde jaren ’80. Dat Suzel rondloopt met een Walkman is een prima aanwijzing. Fritz is de uitbater van een wijnbar en tevens natuurlijk eigenaar van een aantal wijngaarden in Napa Valley. Voor zover mogelijk wordt het libretto verder vrij keurig gevolgd.

Decor en kostuums zijn van Gary MacCann en bevestigen het jaren ’80 beeld. In plaats van een rijtuig komen Fritz’ vrienden op in een golfkarretje. De handeling in de eerste en derde akte speelt zich af in een café met grote ramen waardoor ook het buitengebeuren in beeld kan worden gebracht. Het is een ‘half open doos’ die nogal laag en diep is wat minder goed werkt. Een doos is prima, een kijkdoos een stuk minder. In de tweede akte is deze ruimte gedeeltelijk ingericht als kantoor waar Suzel achter een bureau wat zit te typen met een Walkman op haar hoofd. Op de achtergrond zien we wijnvaten.

Suzel wordt vertolkt door de zeer charmante uit Georgië afkomstige sopraan Salome Jicia, heel goed gezongen en leuk ‘spontaan’ geacteerd. Het Kersenduet met Fritz gaat haar prima af. Tenor Charles Castronovo vervult de titelrol met verve al moet hij zo nu en dan een beetje forceren.

De rol van Beppe is geschreven voor een mezzo. Hij komt Fritz feliciteren met zijn verjaardag en kondigt zijn komst aan door op zijn viool te spelen. Die rol komt voor rekening van Teresa Iervolino, nogal mannelijk uiterlijk met een zeer vrouwelijke stem.

David laat Suzel het verhaal van Rebeccca navertellen om haar zodoende in de bruidsmodus te krijgen. Van beide kanten wordt dat leuk geacteerd waarbij Suzel bijna kinderlijk trots is op zichzelf.

Prima invulling van zijn rol door Massimo Cavaletti die later dat jaar als David zou inspringen in de Matinee voorstelling van Fritz in het Concertgebouw. Op zich wel een merkwaardig detail, die rabbijn als huwelijksmakelaar die erop gebrand is koppels naar ‘het altaar’ te brengen.

Riccardo Frizza heeft de muzikale leiding. Het levert een pakkende verklanking op van Mascagni’s bij vlagen exuberante partituur.

Foto’s van de productie © Michele Monasta/Maggio musicale fiorentino

Trailer van de productie:

Ermonela Jaho blaast Eyre’s Traviata nieuw leven in

Tekst: Peter Franken

https://images-na.ssl-images-amazon.com/images/I/61XGFpPpwlL._SL1200_.jpg

Opus Arte heeft recent een opname uitgebracht van La Traviata met Ermonela Jaho in de titelrol. Het betreft de productie die Richard Eyre in 1994 maakte voor de Royal Opera. Jaho overtuigt en Domingo als papa Germont maakt het allemaal extra de moeite waard.

Het voordeel van een klassiek kostuumdrama in een relatief eenvoudig decor is natuurlijk dat deze een lange levensduur gegund kan zijn zonder al teveel opslagkosten. Heel wat anders dan geldverslindende producties met high tech decors die hooguit tien voorstellingen overleven. Zelfs een reprise komt er dan vaak niet van omdat men de decors nergens kwijt kon. Nu er over de hele linie bezuinigd zal moeten worden in de nabije toekomst, is die vorm van kapitaalvernietiging zo goed als passé. Een productie als die van Eyre laat zien dat er een uitstekend alternatief bestaat.

Een salon met rood pluche, een ronde zitbank, gasten in avondkleding, Violetta in een witte jurk, eenvoudig en doeltreffend allemaal. Jaho is geknipt voor deze rol, ze oogt als een neurastenisch archetype en hoeft zodoende nauwelijks te acteren. Haar ‘è strano’ brengt ze als een levensechte monologue intérieur om vervolgens met ‘sempre libera’ soepel over te schakelen naar haar publieke personage.

In de tweede akte zitten we in een eenvoudige huiskamer, duidelijk op het platteland. Prachtig is de scène waarin Domingo als papa Germont het pleit zo goed als gewonnen heeft en Violetta op het punt staat te berusten. Zij lijkt te breken en hij pakt een zakdoek om een traan weg te pinken. Beiden doen iets dat ze niet willen, gewoon omdat ‘de buren’ dat van hen eisen. Domingo is prima op dreef tijdens de avond waarop deze opname werd gemaakt, overigens ook live te zien in de bioscoop vorig jaar. Natuurlijk heeft hij ook de juiste leeftijd voor deze rol, wat hem een prima typecast maakt.

In het tweede deel van de akte is Jaho al nauwelijks meer dan een hoopje ellende, de overstap naar haar doodstrijd in akte 3 heb ik zelden kleiner gezien. Een met bloed bevlekt kussen in haar bed laat niets aan de verbeelding over. Jaho zingt als een gewond dier tijdens haar laatste levensuren, echt belcanto is het beslist niet overal, maar het effect is zeer overtuigend. Als je bij het bekijken van je zoveelste Traviata toch weer ontroerd wordt, dan is dat een goed teken. Natuurlijk is Jaho zeer bedreven in dit soort scènes, getuige ook de keren dat ik haar meemaakte als Cio Cio San en Suor Angelica.

Hieronder Ermonela Jaho zingt ‘Addio, del passato’:

Charles Castronovo biedt uitstekend weerwerk als Alfredo. De ontwikkeling van zijn personage is lang niet zo nadrukkelijk als van Violetta maar hij weet dat goed te compenseren met naturel acteerwerk en uitstekend verzorgde zang. Niet geheel toevallig was hij in 2019 winnaar van de Opera Award ‘Singer of the year’. Ik keek er naar uit hem in september bij DNO op het toneel te zien als Faust in Mefistofele maar dat gaat helaas niet door. Misschien ooit nog eens in een later seizoen.

Hieronder: Plácido Domingo en Charles Castronovo in ‘Di Provenza il mar, il suol’

Van de reeks uit 1994 is indertijd een dvd verschenen, naar verluidt op aandringen van Georg Solti die zijn nieuwe ontdekking Angela Gheorghiu onder de aandacht van een groot publiek wilde brengen. Nu dus Ermonela Jaho, de nieuwe ster van ROH. De naam van de dirigent is ditmaal iets minder aansprekend maar Antonello Manacorda levert met zijn orkest uitstekend werk af. (Opus Arte OA1292D)

Onweerstaanbare Mireille van Gounod

mireille

Het heeft lang geduurd, maar in 2010 werd er eindelijk dvd met Gounods Mireille uitgebracht.

Echt succesvol is de opera nooit geweest – waar een behoorlijk gerommel met verschillende versies debet aan zal zijn geweest. In 2009 zette Nicolas Joel, die dat jaar baas van de Opéra National de Paris werd, de opera echter op het toneel van het Palais Garnier, als opening van het seizoen.

Gounod’s muziek is zeer theatraal, wat door de regie en de betoverende belichting alleen maar werd onderstreept. Hier geen concepten (wat een verademing!), wel een voortreffelijke personenregie en geweldige mise-en-scène.

Het bühnebeeld doet mij aan het begin een beetje denken aan Sound of Music. Maar het pastorale, bijna serene begin verandert gaandeweg in een horror story met een Manon Lescaut-achtig einde. Ik was in tranen!

Inva Mula (Mireille) vind ik een ware ontdekking. Zowel qua stem als qua uiterlijk en gebaren doet zij mij aan drie van de grootste zangeressen van de laatste 50 jaar denken: Scotto, Freni en Cotrubas.

Charles Castronovo zingt een lichte maar in alle opzichten prettige Vincent en Alain Vernhes imponeert als Mireilles vader.

De dirigent, regisseur en dramaturg vinden Mireille een meesterwerk en daar kan ik het, na het bekijken van dvd, alleen maar mee eens zijn.

Charles Gounod
Mireille
Inva Mula, Charles Castronovo, Alain Vernhes, Franck Ferrari, Sylvie Brunet, Anne-Catherine Gillet
Orchestre et Choir de l’Opéra National de Paris olv Marc Minkowski
Regie Nicolas Joel
FRA (002)

Il Postino van Daniel Catán: prachtige opera, prachtige uitvoering, prachtige productie

Il Postino

Eerst was er een roman, Ardente Patience (Brandend geduld), geschreven door de Chileen Antonio Skármeta. Het boek werd algemeen bekend toen het in 1983, door de schrijver zelf, werd verfilmd. De film won een groot aantal nationale en internationale prijzen, onder andere Le Grand Prix du jury in Biarritz.

Een echte hit werd het echter pas in 1994, toen het door Michael Radford voor de tweede keer werd verfilmd, nu onder de titel Il Postino (De Postbode). De film kreeg een cultstatus – je telde niet mee als je de film niet had gezien.

Het is een (fictief) verhaal over een jonge postbode Mario die de wereld van poëzie ontdekt. Geïnspireerd en aangemoedigd door zijn enige ‘klant’, een in ballingschap levende wereldberoemde dichter en communistische activist (Pablo Neruda), schrijft Mario gedichten aan zijn geliefde Beatrice.

Jaren later, tijdens zijn terugkeer aan Cala di Scotto, ooit zijn verbanningsoord, maakt Neruda kennis met Pablito, het zoontje van Mario, die zijn vader nooit heeft gekend – hij werd gedood tijdens een communistische demonstratie.

De heerlijk nostalgische en ontroerende feelgoodmovie, waarin ook de tranen rijkelijk vloeien heeft ook de wereld van  klassieke muziek veroverd. In 2010 heeft de opera Il Postino zijn wereldpremière in Los Angeles gehad, met niemand minder dan Plácido Domingo in de rol van Neruda.

Het was de laatste opera van de Mexicaanse componist Daniel Catán, die in 2011 op zijn 61e overleed. Catán vervaardigde zelf het libretto voor zijn opera.

Il Postino Catan

Daniel Catán

Catáns muziek is met zijn vloeiende melodieën en herkenbare aria’s en duetten niet minder dan prachtig. Niet alleen voor ons, de toehoorders, maar ook voor de zangers. Ik citeer George Loomis, één van de muziekrecensenten van de New York Times: ,,His operas let singers do what they have been trained to do, and what they do in the theater when not performing operas by contemporary composers.”

En zo is het ook, al zou ik zelf, zeker bij Il Postino, het liefst het woord poëtisch willen gebruiken. Niet omdat één van de hoofdpersonen een beroemde dichter is, maar voornamelijk vanwege de in het libretto gebruikte taal, waar de muziek naar ‘gekneed’ is.

Luister maar naar het duet ‘Metaforas’, waarin Neruda de jonge postbode de kunst van het gebruik van metaforen uitlegt. ,,Is de hele wereld dan gewoon een metafoor?” vraagt Mario, die ontdekt dat ook hij kan dichten… ,,Het antwoord krijg je morgen”, zegt Neruda, maar wij kunnen het al op zijn gezicht lezen.

Het superromantische liefdesduet tussen Mario en Beatrice doet je hart smelten. Het zou zo uit La bohéme kunnen zijn uitgewandeld en dat vind ik mooi. Sterker nog, ik word er door geraakt.

In één van de eerste scènes van de opera maken wij kennis met Neruda en zijn vrouw Matilde. Vertederd bezingt hij hoe zij hun ‘asylum’ tot een thuis wist om te toveren (het duet ‘Los Manos’).

il-postino-domingo-gallardo-domas

credits: Lawrence K. Ho/Los Angeles Times

In een zeer erotische aria ‘Desnuda’ bezingt hij haar schoonheid en ontkleedt haar met zijn ogen. Wat volgt is een zeer poëtische liefdesscène, waarin wij net genoeg te zien krijgen om onze fantasie te prikkelen.

Domingo is een gedroomde Neruda. Zijn zeer warme stem is vol liefde en passie, hij vervoert, inspireert en vertedert. Hij heeft honderden gezichtsuitdrukkingen tot zijn beschikking en hij kan tango dansen!

Cristina Gallard-Domas (Matilde) klinkt af en toe een beetje schril in de hoogte, maar haar intensiteit en haar rolinvulling vergoeden alles. Zij is ook een prachtige vrouw, een prototype van een Zuid Amerikaanse met te grote ogen en te grote mond, waarachter je een en al passie kan vermoeden.

postino

Charles Castronovo (Mario)

In Mario heft Charles Castronovo de rol van zijn leven gevonden. Met zijn lyrische tenor – en zijn acteertalent! – zet hij een levensechte jongeman neer: schuw en romantisch maar dan wel een met veel ambities en doorzettingsvermogen om zijn doel te bereiken.

Amanda Squitieri is een spetterende Beatrice en de regie van Ron Daniels is zonder meer subliem – zijn personenregie is om te smullen! De productie is zeer filmisch en doet een beetje aan het Italiaanse neorealisme van de Sica met de kleuren van Almodovár denken.

Prachtige opera, prachtige uitvoering, prachtige productie.

Trailer:

Daniel Catán
Il Postino
Plácido Domingo, Charles Castronovo, Amanda Squitieri, Cristina Gallardo-Domás, Nancy Fabiola Herrera, Vladimit Chernov e.a.
Los Angeles Opera Orchestra & Chorus onder leiding van Grant Gershon
Solisten: Regie: Ron Daniels
Sony 88691919709