Boris_Godunov

Boris Godoenov met Gergiev in het Mariinsky

Tekst: Peter Fanken

Boris Tarkovski

Een productie van de Royal Opera met Robert Lloyd in de titelrol werd in 1990 in het Mariinsky uitgevoerd onder leiding van Gergiev. Ik bekeek een dvd van de opname van deze in alle opzichten zeer geslaagde voorstelling.

Regisseur Andrei Tarkovsky heeft in deze productie gekozen voor de complete versie in vier akten. Dat voegt beslist veel toe aan het werk. In de oorspronkelijke versie heeft Moessorgski een aantal scènes ingevoegd die de kennelijke bedoeling hebben het geheel wat op te fleuren. Zo is er het volksliedje dat wordt gezongen door de voedster van Boris’ dochter Xenia in de derde akte. De tweede akte laat hij beginnen met een vergelijkbaar liedje dat wordt gezongen door de herbergierster, voordat Varlaam, Missail en Grigori binnen komen vallen. Varlaam is het cliché van de sjacherende losbandige monnik en hij heft direct een dronkemanslied aan over de verovering van Kazan.

Die tweede akte had als enig doel de link te leggen tussen de jonge monnik Grigori en de pretendent Dmitri die tegen het einde zijn opwachting maakt. En verder natuurlijk het opfleuren van het werk door die liedjes. Maar met het toevoegen van een forse akte die zich afspeelt in Polen, verliest die tweede akte zijn betekenis. De toeschouwer wordt nu immers al uitvoerig meegenomen in de metamorfose van Grigori in Dmitri. Tegelijkertijd krijgt de rol van de pretendent meer inhoud. In plaats van een bordkartonnen personage in een bijrol, treedt hij nu meer op de voorgrond en krijgt ook meer te zingen. Marina vertolkt een grote rol voor mezzosopraan en maakt daarmee die liedjes zingende herbergierster en voedster volledig overbodig.

Het ware beter geweest als Moessorgski de gehele tweede akte had laten vervallen en ook de rol van de voedster en van Xenia had geschrapt. Dat gebral van Varlaam is sowieso een van de momenten die mij altijd storen in Russische opera’s.

Het toneelbeeld is tamelijk eenvoudig gehouden. Een licht oplopend breed plankier dat reliëf krijgt door een geaccentueerde verdeling in vierkanten. Zo nu en dan worden er rekwisieten bijgeplaatst of neergelegd zoals in geval van het grote kleed dat Boris’ rijk voorstelt en waar Fjodor met hem over spreekt. De kostumering is ronduit overweldigend, absoluut top en dat maakt het gebruik van zetstukken om een omgeving te definiëren bijna overbodig.

De Poolse akte spreekt me het meeste aan, het operahart in een zich voortslepend historisch drama. Sergei Leiferkus is geweldig op dreef als de manipulerende Jezuïet Rangoni. Hij vraagt Marina zonder veel omhalen om te hoereren voor het Rooms Katholieke geloof en als ze botweg weigert en hem wegstuurt, gooit hij het over een andere boeg. Haar gezicht is reeds vervormd door de komst van de duivel die op het punt staat in haar te varen of dreigementen van gelijke strekking. Dat werkt en ze stemt toe in het bewerken van Dmitri zodat hij zijn verliefdheid op het tweede plan zal plaatsen en zich zal richten op hogere doelen: de kroning van Marina tot tsarina en de vestiging van het rooms-katholicisme in een Pools-Litouwse vazalstaat zoals gepropageerd door Rangoni.

Marina bespeelt Dmitri in die scène werkelijk als een piano en krijgt de voormalige monnik geheel waar ze hem hebben wil. Olga Borodina haalt deze akte geheel naar zich toe, eerst in het verbale duel met Rangoni, vervolgens hetzelfde nog eens met Dmitri, een mooie rol van Alexei Steblianko. Dit vormt het hart van de opera en is in deze voorstelling een hoogtepunt dat slechts wordt geëvenaard door de scène waarin Boris sterft, een meesterstuk van Robert Lloyd.

Hoewel al een oude opname is deze productie zeker het aankijken en beluisteren waard. Als ik dat nog eens doe zal ik mijn eigen adviezen volgen en de tweede akte en het begin van de derde gewoon overslaan.

Between Gods and Demons: George London

And now I would like to tell you about George London. Born as George Burnstein into a family of Russian Jewish immigrants in Montreal, Canada in May 1920, he grew up in Los Angeles and began his career in the 1940s in the Bel-Canto Trio. The other two were soprano Frances Yeend and … Mario Lanza!

                                                              with Mario Lanza

 

London was the very first American to sing Boris Godunov (in Russian!) at the Bolshoi in Moscow and was considered one of the best Wotans/Wanderers of his era. His Scarpia was also already legendary during his lifetime.

Here is a wonderful recording from a 1962 concert of George London (in perfect Russian!) as Boris,

 

In addition to his Boris Godunov and Scarpia, London was mainly renowned for his Don Giovanni. Everyone agreed about his Don Juan that if you ooze that much sex appeal, it can be demonic. Definitely something to think about! As far as I know, there is no complete film of the opera with him in it. All the more reason to recommend to all of you the portrait of the singer that came out a couple of years ago at Arthaus Musik (101473). The title of the documentary says it all, Between Gods and Demons.

About a decade ago, the budget label Walhall re-issued two historic recordings of Tannhäuser on CDs, one a Berlin performance in 1949 conducted by Leopold Ludwig (WLCD 0145) with Ludwig Suthaus (Tannhäuser), Martha Musial (Elisabeth) and a very young Fischer-Dieskau (Wolfram), and the other a performance at the Met (WLCD 0095) conducted by Rudolf Kempe in 1955. Except for the not very idiomatic Astrid Varnay as Elisabeth, it featured a magnificent array of the greatest singers of the day, Blanche Thebom, George London, Jerome Hines and Ramon Vinay. Here is George London singing ‘O du mein holder Abendstern’:

 

Decca London

But he was also a real entertainer who took popular music seriously, to him they were all ‘artificial art songs’. On the CD On Broadway (Decca 4808163) he gives us a lesson on how to sing the songs of musical composers Rogers, Kern and Loewe.

Below London sings Rogers and Hammerstein’s If I Loved You:

And you get Wagner as a bonus.


English translation: Sheila Gogol

Tussen goden en demonen: George London

En nu wil ik het even over George London hebben.  Geboren als George Burnstein in mei 1920 in Montreal in de familie van Russisch-Joodse emigranten. Hij groeide op in Los Angeles en zijn carrière begon hij begin jaren veertig als lid van het ‘Bel-Canto Trio’, met als de andere twee leden de sopraan Frances Yeend en … Mario Lanza.

    met Mario Lanza

London was de allereerste Amerikaan die Boris Godunov (in het Russisch!) in het Bolshoi in Moskou heeft gezongen en werd beschouwd als één van de beste Wotans/Wanderers van zijn tijd. Ook zijn Scarpia was al bij zijn leven legendarisch.

George London (in een perfecte Russisch!) als Boris, opname uit een concert uit 1962

Behalve voor zijn Boris Godunov en Scarpia was London voornamelijk beroemd voor zijn Don Giovanni. Over zijn ‘Don Juan’ was iedereen het eens: als je zo veel seks uitstraalt, dan kan het demonisch worden. Iets om over na te denken. Bij mijn weten bestaat er geen complete beeldopname van die opera met hem. Des te meer kan ik iedereen het portret van de zanger aanbevelen dat een paar jaar geleden bij Arthaus Musik (101473) verscheen. De documentaire draagt de alleszeggende titel Between Gods and Demons.

Een jaar of tien geleden heeft het budgetlabel Walhall twee historische opnamen van Tannhäuser op cd’s heruitgebracht. Het betreft resp. de door Leopold Ludwig in 1949 in Berlijn geleide voorstelling (WLCD 0145) met Ludwig Suthaus (Tannhäuser), Martha Musial (Elisabeth) en een piepjonge Fischer-Dieskau (Wolfram); en een voorstelling uit de MET (WLCD 0095), in 1955 gedirigeerd door Rudolf Kempe, met op de weinig idiomatische Astrid Varnay als Elisabeth na, een keur aan de grootste zangers uit die tijd: Blanche Thebom, George London, Jerome Hines en Ramon Vinay.

George London zingt ‘O du mein holder Abendstern’:

Decca London

Maar hij was ook een echte entertainer, die de populaire muziek serieus nam: voor hem waren het allemaal ‘artificial art songs’. Op de cd On Broadway  (Decca 4808163) geeft hij ons een les in hoe je de muziek van musicalcomponisten Rogers, Kern en Loewe moet zingen.

Hieronder zingt London ‘f I loved you’ van Rogers and Hammerstein’s

Wagner krijgt u als bonus.