
© Hans van den Bogaard
Sommige dingen vervelen nooit. Het doet er niet toe hoe vaak je ze hebt gezien, gehoord of gelezen: goed is goed. Neem Willy Deckers Elektra bij De Nationale Opera. De productie stond in oktober 2011 voor de vierde (en laatste) keer op het toneel. Mooier en beter dan ooit tevoren.
Een goed geschreven boek dat ook nog eens ergens over gaat, wordt een klassieker. Zodoende lezen we nog steeds Tsjechov, Proust, Homerus en Oscar Wilde, om er een paar te noemen. Denkt u dat er na twintig jaar, laat staan na honderd, iemand nog weet wie Kluun of Heleen van Rooyen waren?
De opera’s van Mozart, Puccini, Wagner of Strauss hebben een eeuwigheidswaarde, maar denkt u dat alle producties die ooit van hun werken werden gemaakt ook de eeuwigheid mee in kunnen gaan?
De meeste niet, nee en alle conceptualisten en hun aanhang ten spijt – sommige van hun ‘scheppingen’ zijn al verouderd op het moment dat ze in première gaan. Dat heb je als je te veel wilt actualiseren en op het dagnieuws in wil te spelen.
Gelukkig waren er – en zijn er nog steeds – regisseurs die werkelijk dat beetje ‘extra’ aan een opera kunnen toevoegen. Zij weten er hun stempel op te drukken zonder het werk te willen veranderen en blijven trouw aan het libretto en zeer zeker aan de muziek. Ongeacht of ze traditioneel of modern te werk gaan.

Willy Decker © GPD/Phil Nijhuis
Willy Decker is zo’n regisseur. Natuurlijk, niet alles van hem is geniaal (ook Mozart heeft niet alleen maar meesterwerken gecomponeerd), maar hij werkt nooit tegen de muziek in en in alles wat hij doet, blijft hij logisch en consequent.
Zijn Elektra ging bij De Nationale Opera voor het eerst in 1996 in première en is sindsdien nog twee keer herhaald, in 2000 en 2006. In het kader van het ‘Oresteia – jaar’ werd de productie in 2011 voor de vierde (maar wel de allerlaatste!) keer teruggehaald.
Ook voor mij was het de vierde keer dat ik de productie in Amsterdam zag. Ik heb het altijd fantastisch gevonden. Het orkest was soms beter, soms minder, ook de solisten hadden niet altijd hetzelfde hoge niveau, maar het was altijd zeer spannend en het liet je nooit onberoerd achter.
Maar nu, alsof het inderdaad een ware zwanenzang betrof, heeft iedereen zichzelf overtroffen. Zo goed en zo mooi heb ik het nog nooit eerder gehoord. Voor het eerst in mijn leven (en ik heb Elektra, één van mijn meest geliefde opera’s, heel wat keren meegemaakt) hoorde ik er dingen in die ik nooit eerder heb gehoord.
Weemoedige Weense walsjes bijvoorbeeld. Momenten van stilte en bezinning. Ongekende lyriek. En dat alles met zo ontzettend veel liefde en betrokkenheid gespeeld! Voor het eerst in mijn leven hoorde ik een orkest dat niet zichzelf, maar de zangers de hoofdrol gunde en ze zo veel mogelijk ondersteunde. Dankzij onze nieuwe chef-dirigent, Marc Albrecht. Bravo, maestro!
Marc Albrecht over Elektra:
Orkestleden met wie ik na afloop van de voorstelling heb gesproken, hebben allemaal mijn indruk bevestigd. Zo lyrisch, zo ingetogen hebben ze de partituur inderdaad nog nooit eerder gespeeld. En Albrecht kunnen ze inmiddels op handen dragen.

Evelyn Herlitius (Elektra) ©Hans van den Bogaard
Evelyn Herlitius is geen onbekende in Amsterdam. In 2008 zong zij hier een zeer indrukwekkende Farberin in ‘Die Frau ohne Schatten’ – overigens ook onder de baton van Marc Albrecht, die hiermee zijn visitekaartje bij DNO afgaf.
Haar eerste Elektra zong zij in januari 2010 in Brussel (met Eva-Maria Westbroek als Chrysothemis) en de rol behoort inmiddels tot haar paradepaardjes. Waar ze de kracht vandaan haalt om de hele avond op bühne te staan en onafgebroken de meest heftige muziek te zingen, zonder zichtbare vermoeidheid en zonder dat haar stem het zelfs even opgeeft – het is mij een raadsel.
Haar Elektra was verrassend lyrisch, maar dan wel met een windkracht 10! Zij overschreeuwde zich nergens en toch kwam ze mooi boven het orkest uit! Haar prachtige topnoten waren zuiver en gewoon mooi. Men zei dat zij op de generale nog beter op dreef was, iets, wat ik mij eigenlijk niet eens kan voorstellen!

Gerd Grochowski (Orestes), Michaela Schuster (Klytämnestra), Evelyn Herlitius (Elektra) © Hans van den Bogaard
Ook Gerd Grochowski (Orestes) hebben wij in Amsterdam al eerder gehoord: als een zowat volmaakte Kurwenal in Tristan und Isolde, maar ook in Elektra vijf jaar geleden. Zoals altijd wist hij met zijn diepe klaroengeluid te imponeren, om van zijn présence niet te spreken!
Zijn Orest was veel meer dan een ‘wraakinstrument’ in de handen van zijn zus, hij was verbeten en vastberaden en ook zonder haar had hij zijn ‘plicht” vervuld. Aan het eind werd hij, gestoken in de bebloede jas van zijn vader, getooid met de glinsterende kroon van zijn moeder.
Nu zijn zus ook dood is (anders dan bij Strauss/von Hoffmanstal danst zij zichzelf niet dood, maar pleegt zelfmoord door tegen het mes van Orestes te lopen – goed bedacht en zeer logisch), gaat hij regeren en ik denk niet dat het een prettige periode gaat worden. Nee, geen held om compassie mee te hebben.

Camilla Nylund (Chrysothemis), Evelyn Herlitzius (Elektra) © Hans van den Bogaard
Het was de eerste keer dat Camilla Nylund de rol van Chrysothemis zong en zij deed het voorbeeldig. Menig sopraan verkijkt zich op die rol, die veel zwaarder is dan men denkt. Met haar Marylin Monroe outfit en haar eeuwige tasje was zij echt meelijwekkend. Maar was zij werkelijk zo onschuldig zoals wij dachten? Stof tot nadenken.

Evelyn Herlitzius (Elektra), Camilla Nylund (Chrysothemis) © Hans van den Bogaard
Men vond haar stem aan de koude en afstandelijke kant, maar dat vond ik bij de rol, zoals Decker haar ziet, juist voortreffelijk passen. Ik denk, dat ze er nog in gaat groeien, maar al bij de première vond ik haar prestatie werkelijk bijzonder.

Michaela Schuster (Klytämnestra) © Hans van den Bogaard