
Hans Werner Henze in 1968 © NDR / Susanne Schapowalow
Soms vallen de dingen gewoon mee. Of tegen. Hangt van de kant af waar je het uit bekijkt. Zo bang als de dood was ik voor de productie van Romeo Castelucci van Henze’s Das Floss der Medusa. Ik heb al eerder het een en ander van hem gezien en dat alles stemde mij niet vrolijk. Zijn uitspraken over de ‘actualisering’ en het naar ‘het heden halen’ van het verhaal; maar – bovenal – de vergelijking die hij trok tussen het negentiende-eeuwse drenkelingendrama met de (het kon niet uitblijven) vluchtelingenproblematiek deden mij het ergste vrezen.
Achteraf kon ik opgelucht ademhalen: het viel mij allemaal mee. In geen velden of wegen was er een vluchteling te bekennen en dat waar ik het meest bang voor was, het beeld van het aangespoelde jongetje in zijn rode T-shirt was ons, aan de goden lof bespaard gebleven.

Théodore Géricault: Het vlot van Medusa,1819, Louvre
Castelucci, de door mij gevreesde enfant terrible bleek bij nader inzien een min of meer aaibare kunst te hebben geleverd waar de angel uit was getrokken. Dat was dus wat mij tegenviel. Wie het schilderij van Théodore Géricault ooit in het echt heeft gezien, heeft er op zijn minst een paar slapeloze nachten van hebben gehad want het gruwelijke lot van de opvarenden van het fregat Méduse is nooit beter zichtbaar gemaakt.
Niet zichtbaarder dan, maar wel hoorbaarder want het was Hans Werner Henze in 1968 gelukt om een oratorium over het onderwerp te componeren waar je daadwerkelijk angstvisioenen van kreeg. Dat kreeg hij voor elkaar door behalve een drietal solisten een werkelijk immens koor en orkest (alles bij elkaar meer dan 250 man!) in te zetten en ze de meest onzingbare muziek te laten uitvoeren.
Een kort radio-interview met Hans Werner Henze, gemaakt vlak voor de uitzending:
https://www.ndr.de/kultur/radio/Hans-Werner-Henze-ueber-den-Stoff-Das-Floss-der-Medusa,hanswernerhenze100.html
Dat het hem toen om Ché Guevarra ging voor wie het werk als Requiem bedoeld was zij hem vergeven. Het waren de jaren zestig, toen de ‘linker kant van de maatschappij’ nogal verblind op de werkelijkheid reageerde. Tegenwoordig kun je het stuk op alle onrecht van de wereld toepassen. Ook voor het gebrek aan zorg voor de zwakkeren in onze eigen maatschappij, om maar iets te noemen. Gebruik je hersenen, zou ik zeggen!

De repetitie van het oratorium in het Ernst-Merck-Halle. © NDR / Hans-Ernst Müller
Even kort waar het verhaal over gaat: in 1816 voer het fregat Méduse op een zandbank 60 mijl uit de westkust van Afrika. Aan boord was er een vlot waar 147 opvarenden opklommen die niet in de sloepen pasten of er niet op werden toegelaten. Van 5 tot 17 juli dobberde het vlot rond en toen het werd gevonden waren er nog maar twaalf mensen in leven. De anderen waren overboord geduwd, verhongerd of opgegeten.
Van dat alles kregen we (hier weer de opluchting) niets de zien. Wat we te zien kregen was een videoprojectie van de zee. Van links naar rechts en van boven naar beneden keken we ruim een uur lang tegen de ingeblikte beelden van blauwgroene, voortkabbelende zeemassa waar ik persoonlijk rustig van werd.

Mamadou Ndiaye. Met op de voorgrond Lenneke Ruiten © DNO 2018/Monika Rittershaus
Er was ook een donkere man die onophoudelijk door het beeld zwom. Ik neem aan dat hij als symbool diende voor de vluchtelingen (dus toch een beetje). Maar hij was ook Jean-Charles, de mulat van het schilderij. Hij had ook een rode vlag bij zich: de vlag waarmee hij de aandacht van het naderende schip wist te trekken. Maar ook het symbool van jaren zestig dwaalidealisme van Henze. Denk ik.

© DNO 2018/Monika Rittershaus
Het koor was in – en achter – de zee opgesteld en grotendeels onzichtbaar. Er werd de suggestie gewekt van de dobberende mensen, je zag koppetjes op- en afspringen en je zag af en toe iemand er in verdwijnen. Aan het eind kregen we alleen handen te zien en voor het eerst die avond werd ik oprecht ontroerd.
Wat het werk van Henze normaliter zo ontzettend indrukwekkend maakt is – onder anderen – de positionering van het koor. Eerst zie je ze aan de ene kant van het podium staan maar zodra één iemand het leven laat, verplaatst die zich naar de andere kant, daar waar de Dood het voor het zeggen heeft. Dat alles heb ik gemist.

© DNO 2018/Monika Rittershaus
De Dood kwam hier in de gedaante van een New York Times-reporter, zij droeg een gele regenjas en witte laarzen. Het stoorde niet. Niet dat ik het echt snapte, maar ach… Wat wél belangrijk was, was dat de rol zo onwaarschijnlijk goed werd gezongen! Petje af voor Lenneke Ruiten! Hoe zij die hondsmoeilijke octaafsprongen en die onmenselijke hoogte de baas was… wow! BRAVA!

Mamadou Ndiaye, Bo Skovhus, Lenneke Ruiten. Op de voorgrond: Dale Duesing. © DNO 2018/Monika Rittershaus
Ook Bo Skovhus (Jean-Charles) gaf de – voor mij – onuitvoerbare muziek de best mogelijke stem. Hij fluisterde, hij riep, hij smeekte en hij zong… dat laatste zowat perfect. Iemand die zo veel verschillende gevoelens weet over te brengen verdient een enorm applaus. En dat applaus, die kreeg hij ook.

Dale Duesing © DNO 2018/Monika Rittershaus
Goede recensie!
Beste groet,
Aart van der Wal
http://www.opusklassiek.nl
http://www.facebook.com/opusklassiek http://www.twitter.com/opusklassiek
http://www.challengerecords.com/img/icons/facebook.png http://www.challengerecords.com/img/icons/twitter.png
LikeGeliked door 2 people
Ha Basia, altijd interessant te lezen wat een ander vindt. We zijn het weer in grote lijnen eens. Hierbij mijn recensie voor Theaterkrant: https://www.theaterkrant.nl/recensie/das-floss-medusa/de-nationale-opera/
LikeGeliked door 1 persoon
Inderdaad Thea! Bedankt! En bedankt voor het plaatsen van jouw recensie!
LikeLike
Ik vond de videobeelden erg storend, beeldvullend en constant, 70 minuten lang, de zwemmende man. De bedoeling is uiteraard duidelijk, je kunt niet om de vluchtelingenproblematiek heen. Het leidt de aandacht af van de koren en de solisten.
Prachtig orkest en dirigent.
LikeGeliked door 1 persoon
Absoluut een topuitvoering van muzikaal wrakhout!
LikeLike
Op een zondagmiddag gezien en gehoord. Wat in je recensie een beetje is ondergesneeuwd: de sociale kant van het drama van de Medusa (precies datgene wat de stof voor Henze zo aantrekkelijk maakte): de hoge heren (vooral de net met de Franse revolutie ‘afgeschafte’ adel) verdween in de sloepen en liet het gewone volk achter op een vlot….. dat ze ook nog eens -toen de sloepen net hard genoeg vooruit konden omdat ze het vlot moesten meeslepen- aan weer en wind overlieten.
Het koor zat ook nog eens -bij alle moeilijkheden om de partij gewoon van het blad te zingen- op banken die HEEN EN WEER deinden….. Hou dan maar eens je toon vast!!
Ik vond het een indrukwekkende uitvoering en ken heel wat malloterige ‘actualiseringen’ van opera’s…. Ik herinner me een Debussy met heroinespuiten en vals neonlicht (ik noem de regisseur nu maar niet…) of een Idomeneo met atoombommen…. (de naam van de regisseur heb ik verdrongen…). En dat het lot van de bootvluchtelingen ons allen aangaat staat buiten kijf.
Er zijn de veel Wildersen en te weinig hetzes op dit moment.
LikeGeliked door 1 persoon