BILLY BUDD: geniale muziek bij een geniaal libretto

1700602

Volmaakte goedheid, heeft het recht van bestaan? In zijn roman Billy Budd plaatste  Herman Melville het absolute kwaad tegenover de volmaakte goedheid en liet beiden ten onder gaan.

billy-melville

Het verhaal over de bloedmooie, eerlijke maar o zo simpele en naïeve Billy, dat zich op een schip met alleen maar met – en tussen – mannen afspeelt, had natuurlijk altijd al een dubbele bodem. Sommige dingen konden alleen maar gesuggereerd worden. Misschien goed ook, want het leverde een paar werkelijke meesterwerken op.

Onder meer een film van Peter Ustinov met Tenerence Stamp in de hoofdrol.

Hieronder trailer van de film:

 

Én één van de beste, althans voor mij, opera’s van de twintigste eeuw.

 britten

Voor Benjamin Britten was het een dankbaar thema. Elementen als individu tegenover de  maatschappij, corruptie, sadisme, vertwijfeling, verantwoordelijkheidsbesef en natuurlijk homo-erotiek werden vaker door hem in zijn werken gebruikt. Ook zijn pacifistische ideeën kon hij er in kwijt.

Het verhaal is gauw verteld: Billy Budd wordt door de provoost Claggart beschuldigd van verraad, slaat de aanklager dood, en wordt door kapitein Vere ter dood veroordeeld.  Maar op de achtergrond spelen gevoelens van liefde, onmacht en wraak de werkelijke hoofdrol.

Voor Claggart, de verpersoonlijking van het kwaad, staat het vast dat hij de schoonheid moet vernietigen, anders wordt het zijn eigen ondergang. “Nu ik je heb gezien, wat voor keus rest mij? Met haat en nijd bereik ik meer dan met liefde” zingt hij in zijn grote, een bijna Iago-achtige aria ‘Oh beauty, oh handsomeness, goodness’.

Kapitein Vere, zich bewust van zijn ware gevoelens voor de jonge matroos, brengt de moed niet op om zijn leven te redden. Pas jaren later, terugkijkend op de gebeurtenissen van toen, komt hij tot het besef dat hij anders had moeten handelen.

Wereldpremière, 1951

billy-uppman

Billy Budd is een rol die traditioneel bezet wordt door een (zeer) aantrekkelijke zanger.
Het moet ook wel, hij wordt ook niet voor niets een “beauty” en een “baby”genoemd. Bijna altijd wordt hij gedeeltelijk of zelfs helemaal hemdloos ten tonele gevoerd – geen wonder dat bijna alle als de “hotst” bestempelde baritons die rol tegenwoordig op hun repertoire hebben staan.

Daar is Britten zelf niet geheel schuldloos aan. Zijn allereerste Billy, Theodor Uppman werd persoonlijk door hem uitgezocht op zijn buitengewoon aantrekkelijke verschijning. Niet dat hij niet kon zingen, integendeel! De Amerikaanse bariton beschikte over een zeer aangenaam, warm timbre, waarin naïviteit hand in hand ging met verscholen sex-appeal.

De wereldpremière vond plaats op 1 december 1951 in het ROH in Covent Garden en de opname ervan is gelukkig bewaard gebleven (VAIA 1034-3). Het is bijzonder fascinerend om stemmen van de zangers te horen voor wie de opera oorspronkelijk werd gemaakt.

De rol van Captain Vere werd geschreven voor Britten’s partner, Peter Pears. Niet de fraaiste tenorstem ter wereld, maar wel één met karakter, body en groot vermogen om dingen duidelijk te maken. De rol van Claggart werd gezongen door een prima (maar niet meer dan dat) Frederic Dalberg en in de kleinere rollen van Mr. Redburn en Mr. Flint horen we de grootheiden in spe: Geraint Evans en Michael Langdon. Geluidskwaliteit is verbazingwekkend goed.

In 1952 werd Billy Budd met Upmann in de hoofdrolvoor de TV opgenomen. Er bestaat een video opname van:

 

In de jaren zestig heeft Britten zijn opera bewerkt en strakker gemaakt: van de vier akten maakte hij er twee. De nieuwe versie beleefde zijn première in 1964, onder Georg Solti.

 

BBC, 1966

billy-glossop

In 1966 heeft BBC het werk in haar studio’s voor TV opgenomen en een tijd geleden werd het op DVD uitgebracht (Decca 0743256). De rol van Captain Verre werd opnieuw gezongen door Peter Pears, nu hoorbaar ouder, maar ook doorleefder. En het beeld helpt hem een handje: zijn portrettering van de vertwijfelde en aan de schuldgevoelens zowaar ondergaande oude kapitein is van een ongekende intensiteit.

Voor de rol van Billy werd een jonge Engelse bariton, Peter Glossop gevraagd – men zegt dat Uppman inmiddels zichtbaar te oud voor de rol was geworden. Men zegt ook dat Britten overwoog om voor die rol Fischer-Dieskau te vragen. Ik weet niet of het waar is (aangezien Britten zelf een knappe, jonge man voor de rol wilde hebben, lijken mij de geruchten niet meer dan geruchten), maar stel je voor! Ik moet er niet aan denken!

Glossop is veel ruiger dan alle andere Billy’s die ik ken, hij is ook aan de stevige kant, maar het is nergens storend. Je kan hem moeilijk een “baby” noemen, maar aantrekkelijk is hij zeer zeker en hij bezit de kracht om met een uithaal van zijn arm iemand te doden.

Michael London is inmiddels van Mr. Flint naar Claggart bevorderd, een rol dat hem past als een handschoen. In de kleinere rollen treffen we alweer zangers van naam: John Shirley Quirk (Mr. Redburn), Benjamin Luxon (Novice’s Friend) en als Novice een werkelijk onnavolgbare jonge Robert Tear.

Het London Symphony Orchest staat onder leiding van de immer betrouwbare Charles Mackerras.

Het is gefilmd in zwart/wit en de zeer natuurgetrouwe, realistische, beelden maken dat je je midden in een oude klassieker waant, wat natuurlijk ook klopt. Het is een film. Zonder meer fascinerend en zonder meer een must, maar natuurlijk niet te vergelijken met een live opvoering in het theater.

 

English National Opera, 1988

billy-allen

Er zijn maar liefst bijna 20 jaar voorbij gegaan voordat de eerstvolgende Billy zich aandiende, althans op een officieel document: in 1988 ensceneerde Tim Albery de opera bij de ENO (Arthaus Musik 100 278)

De productie is zowel visueel als muzikaal bijzonder sterk. De regie is strak en to the point, de beelden zeer tot de verbeelding sprekend en het libretto wordt zeer getrouw gevolgd. Hier geen spectaculaire camera voeringen: het is ook gewoon gefilmd in het huis.

Wat de uitvoering betreft … Goed, het hoge woord moet eruit: het is de beste ooit en ik kan mij gewoon niet voorstellen dat het nog ooit wordt geëvenaard.

Thomas Allen is Billy. Hij heeft alles mee om de rol zich te kunnen toe-eigenen en hij zal er waarschijnlijk tot de eeuwigheid mee worden geassocieerd. Hij heeft de looks, hij kan acteren en hij heeft een stem, die doet dat je gaat smelten. Zijn ‘Look! Through the port comes the moonshine astray” (hij was de eerste die de aria ook “meenam” naar de liedrecitals – nu doet iedere bariton het) kan je niet onberoerd laten.

Philip Langridge (Vere) overtuigt mij nog meer dan Peter Pears en Richard Van Allan lijkt een duivel in persona. English National Opera Orchestra wordt voortreffelijk gedirigeerd door David Atherton.

Hieronder Thomas Allen als Billy:

 

Chandos, 2000

billy-keenlyside

12 jaar later, in 2000, werd de opera “semi-live” opgenomen voor Chandos (CHAN 9826(3)). Dat wil zeggen: het werd weliswaar in de studio opgenomen, maar dan wel na een serie concertante uitvoeringen in het Barbican Hall.

Richard Hickox is een voortreffelijk dirigent, maar geen partij voor Atherton of Mackerras. Maar de cast is alweer subliem en als ik één cd-opera naar een onbewoond eiland mocht nemen dan is de kans heel groot dat het deze Billy gaat worden.

John Tomlinson is wellicht de sterkste van alle Claggart’s ooit, zeker vocaal. Wat een dominantie en wat een autoriteit!  Philip Langridge herhaalt zijn geniale lezing van de rol van Vere en Simon Keenlyside is, althans voor mij, één van de beste Billy’s na Thomas Allen.

Hij is minder naïef dan Allen, ruiger dan Uppman maar veel zachter dan Glossop. Hij is de goedheid … Zo mooi! Een speciale vermelding verdient Mark Padmore als Novice.

Hieronder Simon Keenlyside als Billy:

 

Virgin Classics, 2008

billy-gunn

In 2008 werd de opera opgenomen door VirginClassics (50999 5190393). London Symphony Orchestra werd gedirigeerd door Daniel Harding. Zeker goed, maar mooier dan de opnames hierboven? Nou nee.

Hier wordt de rol van Billy gezongen door één van de grootste Amerikaanse “barihunks” van het moment, Nathan Gunn. Ik heb de zanger een paar keer live gehoord en weet hoe charismatisch hij is, kies ik toch liever voor één van zijn collega’s. Zijn Billy is voor mij te zelfverzekerd, te aanwezig ook.

Gidon Saks heeft een dijk van een stem, maar het is niet genoeg voor Claggart. Bovendien klinkt hij te jong. En over Ian Bostridge (Vere) kan ik kort zijn: gemaniëreerd. Zoals alles wat hij aanraakt is ook zijn Vere zijn narcistische alter ego en geen personage uit het verhaal.

Was de opname niet op cd maar op DVD uitgekomen dat had ik het wellicht hoger aangeslagen, zeker vanwege het aandeel van Nathan Gunn, want optisch is hij echt meer dan bewonderenswaardig.

Hieronder Nathan Gunn als Billy:

 

Glyndebourne 2010

dvd_bri_billybudd

In de in juni 2010 in Glyndebourne opgenomen productie van  Michael Grandage (Opus Arte OA 1051 D), bevinden we ons daadwerkelijk op het krijgsschip, midden op de zee. Ook de tijd van handeling is duidelijk: de achtiende eeuw.

De kostuums zijn zeer natuurgetrouw en alles, wat er op de bühne gebeurt, staat ook in het libretto. Het decor is schitterend mooi en laat een verpletterende indruk achter. Hier kan men alleen maar “ach” en och” roepen.

Maar het is niet alleen de entourage dat imponeert. Michael Grandage, die hiermee zijn operadebuut maakt, creëert een sfeer die psychologisch behoorlijk geladen is. De spanning is om te snijden. Ook over zijn personenregie kan ik niet uitgepraat raken. Zo’n intelligente productie maak je tegenwoordig nog zelden mee.

Jacques Imbrailo’s fenomenale Billy hebben we in maart 2011 in Amsterdam meegemaakt, maar hier, mede dankzij de close-ups, maakt hij nog meer indruk.

John Mark Ainsley is onnavolgbaar goed als Vere en Philip Ens overtuigt als de kwade geest Claggart. Ben Johnson is een zeer ontroerende Novice en Jeremy White een meer dan voortreffelijke Dansker.

Hieronder Jacques Imbrailo als Billy:

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s