Immo Karaman regisseert Britten in Düsseldorf. Deel 3: Death in Venice

death-in-venice-poster

De Deutsche Oper am Rhein sloot het Britten-jaar, hoewel met zes maanden vertraging, zeer toepasselijk af met Brittens laatste opera, Death in Venice.

Het was de eerste keer dat Death in Venice in Düsseldorf werd gepresenteerd. De productie was tevens het vierde en laatste deel van de Britten-cyclus van de Duits-Turkse regisseur Immo Karaman en zijn vaste partner, choreograaf Fabian Posca.

Helaas heb ik Turn of the screw moeten missen, maar Karamans en Posca’s Peter Grimes en Billy Budd reken ik tot de beste producties die ik van die opera’s heb gezien. Mijn verwachtingen voor Death in Venice waren dan ook hooggespannen.

Dat het uiteindelijke resultaat een beetje tegenviel, lag voornamelijk aan Posca’s choreografie. In de hem zeer typerende stijl voerde hij personages op die in hun bewegingen een beetje spastisch overkwamen. In Peter Grimes werkte het wonderwel en het had, mits spaarzamer gebruikt, ook in Death in Venice kunnen werken, maar overdaad schaadt en ik betrapte mij erop dat mijn aandacht bij vlagen verslapte.

death_in_venice1_c_hans_jeorg_michel_620x310

Foto: Hans Jörg Michel

 

Maar het idee snapte ik wel, of althans dacht te begrijpen. Doordat alle personages – op Aschenbach na – zich met hallucinerende bewegingen door de bühne bewogen werd het gevoel van totale vervreemding versterkt. Het was alsof Aschenbach gevangen werd in zijn eigen droom waaruit geen ontsnappen mogelijk was. Tegen zijn eigen wil in, of nog beter: willoos belandde hij in een boze droom die hij met de intensiteit van de realiteit beleefde. Het was net een film die in zijn hoofd voorbijraasde, hem totaal radeloos maakte en dood achterliet.

In zijn hoofd waren er geen stranden, geen lagunes en geen zee. Aschenbach’s Venetië werd gereduceerd tot een hotellobby en zijn eigen werkkamer met zijn eigen fauteuil waar hij bescherming zocht als het allemaal hem te veel werd. En het werd gauw te veel, want wat als een verwarrende en onrustwekkende reis naar het onbekende begon eindigde in een regelrechte nachtmerrie, waarin alles en iedereen aan een verval leek te bezwijken en alle mensen in duivels en monsters veranderden.

death-in-venice-dusseldorf-hans-jorg-michel-1

Raymond Very als Aschenbach. Foto: Hans Jörg Michel

De voorstelling werd gedragen door de Amerikaanse tenor Raymond Very. De rol van Aschenbach is een echte ‘tour de force’, maar Very had er totaal geen moeite mee. Ogenschijnlijk onvermoeibaar domineerde hij de bühne van begin tot eind en zijn stem klonk puur en nergens geforceerd. Dat hij affiniteit heeft met de muziek van Britten is evident. Zo schitterde hij al eerder in Düsseldorf als Captain Vere in Billy Budd.

death_in_venice4_c_hans_jeorg_michel_620x310

Peter Savidge en Raymond Very. Foto: Hans Jörg Michel

Peter Savidge, die de zeven baritonrollen op zijn rekening nam, imponeerde voornamelijk als acteur. Op zijn stem viel absoluut niets aan te merken, zeer soepel wisselde hij van register en dapper worstelde hij zich door zijn ettelijke “falsetto’s”, maar voor mij ontbrak er iets, voor mij klonk hij niet gevaarlijk genoeg.

De countertenor Yosemeh Adjei zette een bewonderenswaardige Apollo neer en Torben Jürgens imponeerde in zijn kleine rol van de Engelse klerk. Alma Sadé was een heerlijke aardbeienverkoopster en een speelse straatzangeres.

Persoonlijk vond ik de twee jongens, Denys Popovich (Tadzio) en Talib Jordan (Jaschiu), niet echt bij elkaar passen. Met zijn lange lichaam leek Tadzio veel ouder dan zijn vriend, wat de verhoudingen, zeker in de ‘vechtscène’, wat scheef zette. Beiden dansten wel fantastisch.

Lukas Beikircher, in Nederland bekend van de Stichting Internationale Opera Producties, had het voortreffelijk spelende orkest aanvankelijk niet goed in de hand. Het klonk een beetje afgemat en weinig genuanceerd. Na de pauze werd het echter echt spannend in de orkestbak en werden zelfs de hitte en de klamheid voelbaar.

Hieronder de trailer van de productie:

Benjamin Britten
Death in Venice
Raymond Very, Peter Savidge, Yosemeh Adjei, Torben Jürgens, Florian Simson, Attila Fodre, Alma Sadè e.a.
Chor der Deutschen Oper am Rhein (instudering Christoph Kurig) en Düsseldorfer Symphoniker onder leiding van Lukas Beikircher, piano solo: Mary Satterthwaite

Bezocht op 14 juni 2014

Zie ook:

IMMO KARAMAN regisseert BRITTEN in Düsseldorf. Deel 1: PETER GRIMES

en
IMMO KARAMAN regisseert BRITTEN in Düsseldorf. Deel 2: BILLY BUDD

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s