William_Christie

Een paar woorden over Castor et Pollux van Rameau

In tegenstelling tot bij voorbeeld Händel heeft Jean-Philippe Rameau niet een echte renaissance gekend. En al bereiken zijn werken meestal niet het niveau van de Duits-Engelse grootmeester, toch zijn zij zeker meer dan de moeite waard. Al was het alleen vanwege de belangrijke plaats die zij nemen in de ontwikkeling van de muziekgeschiedenis. En persoonlijk (niet slaan! Het is maar mijn mening!) vind ik zijn muziek mooier, evenwichtiger en prettiger om naar te luisteren dan naar de meeste van zijn meer gewaardeerde tijdgenoten.

Castor et Pollux was Rameau’s tweede ‘tragedie en musique’. Het werd in 1737 voor het eerst uitgevoerd en in 1754 totaal gereviseerd, waarbij o.a. de proloog eruit werd geknipt. In 1992, één jaar na de live opvoeringen in Aix-en-Provence, nam William Christie voor Harmonia Mundi (HM 901435.37) de eerste versie op.

Het klinkt allemaal zeer bevlogen en er wordt voortreffelijk in gezongen, voornamelijk door Agnès Mellon (Télaire), Véronique Gens (Phébé) en Jérôme Corréas (Pollux). Persoonlijk had ik iets meer vibrato willen horen, maar vooralsnog heeft deze opname geen concurrentie. Althans voor mij.


Joyce DiDonato schrijft geschiedenis met Dejanira

hercules DiDonato

Hercules van Händel was in 2004 één van de grote producties van de Opéra National de Paris, met Les Arts Florissants onder leiding van William Christie. Bel Air Classiques bracht het in 2006 uit op dvd en het resultaat is nog steeds niet na geëvenaard. Ik betwijfel dan ook of het nog ooit beter kan.

William Shimell herinner ik me nog heel erg goed als een zeer spectaculaire Don Giovanni bij de Nationale Opera in 1988. Met zijn warme, verleidelijke stem en zijn buitengewoon aantrekkelijke uiterlijk was hij gewoonweg onweerstaanbaar.

Zijn uiterlijk heeft hij in Hercules nog steeds mee, maar zijn stem is toch een beetje minder geworden. Het kan ook aan de rol liggen, want volgens mij heeft hij niet het juiste stemtype en de vereiste souplesse om Händel te kunnen zingen.

Toch stap ik daar gauw overheen, want hij zet me daar een macho Hercules neer, om werkelijk van te watertanden. Een ware held en heerser, ongenaakbaar, dominant en autoritair, en toch zeer kwetsbaar. In zijn hartstocht voor de mooie Iole (een beetje iel, maar verder prima zingende en acterende Ingela Bohlin) houdt hij geen rekening met zijn jaloerse (paranoïde, volgens de regisseur) echtgenote, wat hem fataal gaat worden.

Hieronder zingt Ingela Bohlin ‘Banish love from thy breast’:

Joyce DiDonato schrijft geschiedenis met haar rol van Dejanira, die door de grootste emoties verscheurd werd. Haar wanhoop is voelbaar, haar jaloezie begrijpelijk en haar leed onmeetbaar. De waanzinaria ‘Where shall I fly’ zingt ze zo huiveringwekkend dat het werkelijk door merg en been gaat en toch mist ze geen enkele noot in al haar ronduit perfecte coloraturen.

Terecht ook wordt zij als de hoofdrol beschouwd, en mag na afloop als laatste het toneel opkomen om een meer dan verdiende applaus in ontvangst te nemen.

De enscenering en de (moderne) kostuums zijn simpel en doeltreffend, waardoor alle aandacht besteed kan worden aan de actie en muziek zelf, en de personenregie en mise-en-scène van Luc Bondy is werkelijk fenomenaal.

Trailer van de productie:

William Shimell (Hercules), Joyce DiDonato (Dejanira), Toby Spence (Hyllus), Ingela Bohlin (Iole), Malena Ernman (Lichas), Simon Kikrbridge (Priest of Jupiter),
Orchestre et Choeur des Arts Florissants olv William Christie.
Regie: Luc Bondy.
Bel Air Classiques BAC013

STELLA DI NAPOLI

CENDRILLON met Joyce DiDonato

JOYCE & TONY