Hoe bijzonder is het om het beste van meerdere werelden voorgeschoteld te krijgen? A little night music door de Reisopera gaf het het Nederlandse publiek de afgelopen weken. Met een cast samengesteld uit de werelden van opera, musical en toneel sloten ze gisteren hun tour af in een bijna uitverkochte Utrechtse stadsschouwburg. Inclusief het Gelders Orkest.
En wat een betoverende avond. Afgezien van het feit dat Sondheim’s lyrics en muziek, samen met het verhaal van Hugh Wheeler voor zich spreken, de enscenering van Zack Winokur klopt in alles. Decor (Charlap Hyman & Herrero) en prachtige kostuums (Cynthia Talmadge) vullen aan om het tot één geheel te maken. Artistiek leider Nicolas Mansfield schrijft in het programmaboekje, dat hij bewust heeft gekozen voor “een artistiek team dat afkomstig is uit de Verenigde Staten”. En dat werpt absoluut zijn vruchten af. De scherpe woordspelingen worden meer dan prima door de cast geïnterpreteerd en neergezet, al wil de Nederlandse vertaling nog wel eens de plank misslaan. Toch een typisch gevalletje van taalidioom. Aan de andere kant heeft Mansfield volledig gelijk, dat de overwegend jonge castleden Sondheimkenners zijn, iets wat mijn Sondheimhart sneller doet kloppen!
De cast is energiek, enthousiast en van ongekend hoog niveau. Niemand die er echt bovenuit steekt, daarvoor zijn de achtergronden te verschillend en vind ik het moeilijk vergelijken. En zonder andere castleden tekort te doen, omdat iedereen het simpelweg fantastisch doet, toch een paar bijzondere vermeldingen: Susan Rigvava-Dumas als Desirée voor haar uitvoering van het alom bekende ‘Send in the clowns’ (een muisstille zaal tot tranen geroerd) en haar fantastische acteerwerk; Job Greuter, de benjamin van de cast, als zoon Henrik Egerman die zichzelf begeleidt op cello in ‘Later’, en overtuigt in zijn twijfel tussen God en zijn stiefmoeder (en andere vrouwen); Paul Groot, die een prachtige Fredrik Egerman neerzet, waar nodig gelardeerd met de nodige humor, die we zo van hem gewend zijn; Laetitia Gerards als de jonge Anne Egerman, die sprankelt in alles wat ze doet. En dan Inez Timmer als Madame Armfeldt: de wijze waarop zij ‘Liaisons’ vertolkt, wil ik zelfs een minnaar hebben.
Susan Rigvava-Dumas (Desiree Armfeldt) en Paul Groot (Fredrik Armfeldt) in het prachtige ‘Send in the Clowns:
Het Gelders Orkest onder leiding van Ryan Bancroft (die net als Winokur debuteert bij de Reisopera) heeft de partituur in de vingers en laat de zangers zweven op de noten. Hij heeft de touwtjes stevig in handen en verslapt geen moment. En je hoort aan alles, dat iedereen van deze samenwerking geniet. Het pauzefinalenummer ‘A weekend in the country’ is muzikaal gezien één van de hoogtepunten van de avond.
“You don’t have to be English”, maar soms kan het helpen. Zeker als je een stuk zoals de ‘Façade’ van William Walton gaat beluisteren, zonder dat de tekst binnen je handbereik is.
Dame Edith Sitwell (1887 – 1964) was een zeer excentrieke schrijfster en dichteres van aristocratisch komaf. Haar door o.a. Dada geïnspireerde serie gedichten Façade – an entertainment schreef ze tussen 1918 en 1951. William Walton, die haar protégé was, maakte er in 1922 een soort ‘accompagnement’ voor.
Sir William Walton met zijn vrouw Susanna en Dame Edith Sitwell
In 1951 reviseerde Walton het werk. In die versie werd het in 1953 door Decca opgenomen, met als sprekers Sitwell zelf en Sir Peter Pears:
In 1970 maakte Walton er een vervolg op: hij voegde er nog acht gedichten aan toe en noemde het Façade – An further entertainment.
Beide delen werden in het kader van het Grachtenfestival 2015 in het Amsterdamse Compagnietheater uitgevoerd, in een niet-alledaagse bezetting. Naast sopraan Rosemary Joshua stond als haar ‘partner in crime’ Nicolas Mansfield, in het dagelijks leven baas van de Nederlandse Reisopera.
Beide (versterkte) sprekers waren goed te verstaan en articuleerden voortreffelijk. Toch ontbrak er iets. Misschien kwam het doordat het flesje Bombay Sapphire op het tafeltje tussen hen onaangeroerd bleef. In elk geval wilde het nergens knallen en werd het niet meer dan een klein feestje.
Na Façade 1 merkte ik dat er een soort moeheid optrad en voor de zoveelste keer bedacht ik dat een weergave van de teksten, hoe absurd ze ook zijn, zou helpen. Was een projectie op de muur geen optie? Persoonlijk zou ik trouwens terugwillen naar de versie uit 1951, maar dat zal waarschijnlijk niet meer mogen.
Beide sprekers werden meer dan voortreffelijk begeleid door, voor de gelegenheid feestelijk uitgedoste (het oog wilt ook wat) kamermuziek ensemble De Bezetting Speelt. Hun optreden was een puur genot niet alleen voor je oor maar ook voor je gemoedstoestand. Het was nogal wiedes dat ze de jazz en de pasodoble in hun vingers hebben. En Ensemble om in de gaten te houden!
William Walton
Façade
Rosemary Joshua en Nicolas Mansfield (sprekers), Ensemble De Bezetting Speelt
Voor de pauze knalde de Reisopera wél en dan ook met een echte voltreffer. De mini opera van Menotti, een niemendalletje eigenlijk, The Telephone, or L’Amour à trois heb ik niet eerder zo ongelofelijk mooi vormgegeven gezien.
De Zweedse regisseur Mia Ringblom Hjertner, geholpen door decorontwerper Gunnar Ekman en lichtontwerper Joakim Brink, heeft zich precies aan het libretto en de regieaanwijzingen gehouden. De regie bracht ons naar een voor de jaren veertig modern ingericht appartement van een aan de telefoon verslaafde kunstverzamelaarster, waarbij de ‘titelheld’ niet tot smartphone werd gedegradeerd.
Maartje Rammeloo was een Lucy om je vingers bij af te likken. Gestoken in een beige deux pièces met een wit zijden bloesje en gewapend met een sigarettenpijp kon ze zo voor Rita Hayworth in ‘Gilda’ doorgaan.
Ook haar zingen was ouderwets goed. Rammeloo beschikt over een kristalheldere coloratuursopraan die zij zeer gedisciplineerd onder de duim heeft weten te krijgen. Iets, wat haar in staat stelt om hele telefoongesprekken te voeren zonder dat je in de gaten krijgt dat zij ze zingt. Haar manier van prononceren deed mij aan Marilyn Cotlow, de eerste vertolkster van de rol denken. Brava.
Marilyn Cotlow
Bravo ook voor Drew Santini, een Ben van je dromen. Een sukkelig jongetje, tot over zijn oren verliefd op een vrouw die hij niet aan kan. De stem van de Canadese, in Nederland wonende bariton is niet echt groot, maar de lyriek druipt er vanaf. Zo’n stem die als een warm bad aanvoelt. Geen wonder dat zijn liefdesverklaring door de telefoon Lucy’s hart liet smelten.
Grote bravo voor de pianist Evert-Jan de Groot, die de opera niet alleen congeniaal begeleidde maar dankzij zijn acteervermogen ook een onvervangbaar deel van het geheel was.
Het is te hopen, dat iemand de productie heeft opgenomen, want het leven kennende kan ik mijn hoop op meer en vaker Menotti laten varen.
Hieronder een impressie van de opening van het Grachtenfestival met rond minuut vijf een piepklein fragmentje uit The Telephone:
Gian Carlo Menotti
The Telephone
Maartje Rammeloo (sopraan), Drew Santini (bariton), Evert-Jan de groot (piano)
Bezocht op 15 augustus 2015 in Compagnietheater – Amsterdam.