Laura_Polverelli

Over ongelovigen en het bedrog: Meyerbeers Il crociato in Egitto

Tekst: Peter Franken

Set design for act 1, scene 3, La Scala, Milan (1826) by Alessandro Sanquirico

Het label Dynamic scoort al jaren hoge ogen waar het gaat om de uitgave van onbekende opera’s die ooit succesvol zijn geweest. Il crociato in Egitto, een in vergetelheid geraakt werk uit 1823, past prima in die rij die door vele liefhebbers wordt gekoesterd.

Decorat (1824) de Francesco Bagnara pour Il crociato in Egitto (Acte II, escena 4)

Wie zegt Meyerbeer zegt  Grand Opéra, althans zo verging het mij tot ik op dit relatief vroege werk stuitte dat de afsluiting vormt van Meyerbeers Italiaanse periode. Il crociato in Egitto leunt muzikaal op de barok waar het eindeloze aria’s met een overmaat aan volstrekt onnodige coloraturen betreft. De opera verscheen echter in de periode dat Rossini met zijn historische opera’s Maometto Secondo en Semiramide kwam. En in die trend past Meyerbeers creatie perfect waar het gaat om de overige muzikale aspecten en vooral ook de keuze van het onderwerp.

De opera bestaat uit twee aktes en verhaalt over het wel en wee van kruisvaarders en hun eeuwige tegenstrevers de Mohammedanen, twee partijen die elkaar ‘infidels’ plegen te noemen. Uiteraard zit er wel een stukje persoonlijk drama in maar daarmee voldoet het libretto nog lang niet aan het formaat van de grand opéra, het genre waaraan Meyerbeer zijn blijvende roem dankt. Al was het maar omdat het verplichte grote ballet ontbreekt en dat het goed afloopt met het liefdespaar.

Centraal staat het personage Elmireno, een kruisridder waarvan wordt aangenomen dat hij in de strijd tegen sultan Aladino op de kust voor Damietta is gesneuveld. Hij was echter niet dood en heeft zich op wonderbaarlijke wijze weten in te dringen in die vijandelijke omgeving en is als een soort Mozes de favoriet en belangrijkste legeraanvoerder van de sultan geworden. Die ziet hem als zijn zoon en hij is voorbestemd Aladino op te volgen. Uiteraard zal hij dan trouwen met diens dochter Palmide.

Dat huwelijk liet zo lang op zich wachten dat Elmireno en Palmide er alvast een voorschot op hebben genomen. Ze zijn in het geheim getrouwd volgens de christelijke rite en hebben een zoontje van een jaar of drie dat buiten het oog van de wereld in de harem leeft en door alle vrouwen wordt gekoesterd.

Engraved portrait showing the singer Signor Velluti as Armando in Il Crociato in Egitto (The Crusader in Egypt), by Giacomo Meyerbeer (1791– 1864) , with a libretto by Gaetano Rossi (1774 – 1855), ca.1828. Harry Beard Collection.

Elmireno is in werkelijkheid Armando d’Orville, de favoriete neef van Adriano di Montfort,  het hoofd van de Ridders van Rhodos en voorbestemd hem op te volgen. Hij heeft voor hij uit de Provence vertrok een trouwbelofte gedaan aan zijn geliefde Felicia. Die heeft zich inmiddels bij Adriano in Rhodos gemeld en gaat gekleed als kruisridder.

Als Adriano zich met een gevolg van kruisridders waaronder Felicia meldt in Damietta voor een vredesmissie zijn de rapen gaar voor Elmireno alias Armando. Hij heeft zo ongeveer alles en iedereen bedrogen: de sultan Aladino, diens dochter Palmide, zijn verloofde Felicia en zijn oom Adriano. Verder leeft hij als moslim in het paleis van de sultan en is dus in de ogen van de kruisridders ook nog eens een afvallige.

Dat is geen situatie waaruit iemand zich op eigen kracht kan bevrijden. De enige mogelijkheid is om ’eervol’ zelfmoord te plegen of hopen dat zowel Aladino als Adriano hem opnieuw in genade aannemen, iets dat volledig tegenstrijdig is maar uiteindelijk na veel verwikkelingen en eindeloos durende aria’s toch gebeurt. De opera duurt in totaal ruim 200 minuten en gaat goed beschouwd nauwelijks ergens over. Maar muzikaal zijn er mooie momenten en in twee sessies op achtereenvolgende dagen is het beslist een aardige tijdbesteding de dvd’s eens af te spelen.

De opname komt uit 2007 en is gemaakt in Teatro la Fenice in Venetië. Het is een productie van Pier Luigi Pizzi die behalve voor de regie ook verantwoordelijk was voor de kostuums en de decors. Het ziet er smaakvol uit en Pizzi weet uit de schaarse handelingsmomenten nog wel de nodige actie te destilleren. Het blijft natuurlijk vreemd dat twee groepen elkaar met de dood bedreigen en dan gewoon het toneel aflopen zonder dat er iets gebeurt.

Elmireno wordt gezongen door ‘male soprano’ Michael Maniaci, uitstekend gedaan maar ik hou er niet van, zo’n kerel die een hoge stem opzet. Naar verluidt stond Meyerbeer op deze casting en was hij not pleased toen de rol bij een herneming werd gezongen door een tenor.

Degene die het meeste baat heeft bij de keuze van de componist is Adriano d Montfort. Die rol is nu de belangrijkste tenor partij en Fernando Portari maakt er iets moois van.

De rol van sultan Aladino is natuurlijk een bas. Hij heeft een klein groepje kruisvaarders in zijn macht en kan beschikken over leven en dood. Verder is hij een Mohammedaan en dus van de tegenpartij in de ogen van het 19e eeuwse publiek. Marco Vinco overtuigt door zijn zang en de boze blik die hij alles en iedereen toewerpt. Het libretto geeft hem nauwelijks ruimte om te acteren, daar moeten we het dus maar mee doen.

En dan de vrouwen. Coloratuursopraan Patrizia Ciofi is in haar element in de rol van de bedrogen Palmide maar mijn voorkeur gaat uit naar mezzo Laura Polverelli en niet alleen omdat ze zo’n mooie naam heeft. Ze weet vrij goed raad met de coloraturen waarmee Meyerbeer ook Felicia heeft opgezadeld maar overtuigt vooral in de rest van haar optreden. Ook acterend is haar nog wel het een en ander vergund, haar personage laat zelfs enige ontwikkeling zien.

De overige rollen zijn goed bezet, vooral die van Osmino die ook een oogje heeft op Padina, gezongen door tenor Iorio Zennaro. Koor en orkest van La Fenice staan onder leiding van Emmanuel Villaume.

Drie versies van Il crociato in Egitto

Waarom wordt Maometto secondo niet vaker uitgevoerd? | Basia con fuoco

Rossini’s Semiramide in Antwerpen 2010: waar de opera niet over gaat | Basia con fuoco

Rossini’s Eduardo en Cristina: voer voor Rossiniannen

Eduardo en Cristina

Ooit van Eduardo e Cristina van Rossini gehoord? Nee? Bijna niemand en toch was de opera ooit buitengewoon succesvol. De première vond plaats in Venetië op 24 April 1819 en was een zo groot succes dat er niet minder dan 24 opvoeringen volgden. Edoch: na 1840 verdween de opera van de affiches.

Heel erg wonderlijk is het niet. Succes of geen succes: voor Rossini was het een haastig ‘tussenwerkje’ waarvoor hij het een en ander van zijn andere opera’s heeft hergebruikt. Zijn partituur is voornamelijk opgebouwd uit delen uit Adelaide di Borgogna, Ricciaro e Zoraide en, voornamelijk Ermione. Daarbij schroomde hij niet om ook bij collega’s leentjebuur te spelen: niet echt ongebruikelijk in de tijd. Het resultaat is een alleraardigst pastiche waar je veel plezier aan kunt beleven om het daarna gewoon weer te gaan vergeten.

De opera werd in 2017 in Bad Wildbad live opgenomen en ik denk, nee ik weet zeker dat de Rossiniannen onder ons daar buitengewoon blij mee zullen zijn. Zeker ook omdat de uitvoering zonder meer goed is.

De Amerikaanse tenor Kenneth Tarver (Carlo) steelt de show als de Zweedse koning Carlo, zijn hoge noten zijn loepzuiver en zijn coloraturen onberispelijk. Een beetje moeite had ik met Silvia Dalla Benetta (Cristina), maar Laura Polverelli zingt een onberispelijke Eduardo en de bas Baurzhan Anderzhanov imponeert als Giacomo. Gianluigi Gelmetti dirigeert alsof zijn leven er van afhangt.


GIOACHINO ROSSINI
Eduardo e Cristina
Kenneth Tarver, Silvia Dalla Benetta, Laura Polverelli, Baurzhan Anderzhanov, Xiang Xu
Camerata Bach Choir Poznan, Virtuosi Brunensis olv Gianluigi Gelmetti
Naxos 8660466-67