Tekst: Peter Franken
Een volledig uitverkochte reeks voorstellingen, en dat al maanden tevoren. Vervlogen tijden lijken te herleven met de nieuwe productie van Porgy and Bess. Voor een bomvolle zaal beleefde Gershwins succesnummer zijn première afgelopen woensdag. De voorstelling kon op veel bijval rekenen van het enthousiaste publiek.

Foto: BAUS Copyright (c) DNO 2019
Porgy and Bess is een buitenbeentje in het operarepertoire, teveel een musical volgens velen. Het heeft mede daarom lang geduurd voordat het werk een geaccepteerde waarde werd in de grotere operahuizen. De productie van regisseur James Robinson en decorbouwer Michael Yeargan laat dit aspect duidelijk zien, het geheel oogt als een Broadway productie voor een extra groot toneel. De zwarte vissersgemeenschap van Catfish Row nabij Charleston South Carolina wordt getoond in opengewerkte huizen rondom een binnenplaats. Het geheel staat op een draaitoneel waardoor snelle scènewisseling mogelijk zijn. De meer ingrijpende wisselingen vinden plaats achter gesloten doek. De kostuums van Catherine Zuber zijn prachtig om te zien en suggereren dat ook armoedzaaiers trots genoeg kunnen zijn om er goed uit te zien. Er is alles aan gedaan om het werk goed over het voetlicht te krijgen.

Foto: Mathias BAUS Copyright (c) DNO 2019
Het probleem zit hem in de opera zelf en dan met name in het libretto. Feitelijk is het een reeks succesnummers – het metier van de gebroeders Ira en George Gershwin – ingebed in een zedenschets. De plot is betrekkelijk eenvoudig en iemand als Mascagni zou er niet veel meer tijd voor nodig hebben gehad dan voor zijn Cavalleria. Maar de Gerswins hebben veel tijd uitgetrokken voor de context waarbinnen de primaire handeling zich voltrekt. Het lijkt erop alsof ze alles dat hun studie op locatie van de zeden en gewoonten van een vergelijkbare vissersgemeenschap in hun opera hebben willen betrekken. Er zijn gewoon te weinig keuzes gemaakt en dat leidt tot een trage voortgang.

Foto: MATTHIAS BAUS Copyright (c) DNO 2019
Dat wordt direct duidelijk tijdens de eerste scène waarin wordt gedobbeld. Muzikaal begint het met een klapper: ‘Summertime’ fraai gezongen door Janai Brugger als Clara, maar daarna zakt het in. Even is er een opleving als Porgy binnenkomt na een dag hard bedelen en aankondigt zijn ‘witmannengeld’ te willen vergokken. Menens wordt het pas als het nogal proleterig aangezette personage Crown met vriendin Bess ten tonele verschijnt. Maar dan duurt het weer betrekkelijk lang voordat de scène eindigt met de moord op Robbins.

Foto: MATTHIAS BAUS Copyright (c) DNO 2019
De eigenaardigheden van de zwarte gemeenschap worden breed uitgemeten. Happy Dust oftewel cocaïne en whisky moeten helpen het bestaan te verlichten. En als alternatief is er de vlucht in het geloof, een karikatuur van het christendom culminerend in de genezing van de zieke Bess door het aanroepen van ‘Doctor Jesus’. Zuur verdiend geld is er om te vergokken en vrouwen mogen de problemen oplossen die hun mannen veroorzaken. Hoezeer die twee joodse immigrantenjongen uit New York zich bewust geweest moeten zijn van hun eigen problematische jeugd waarin ze er zelfs in hun eigen buurt maar nauwelijks bij mochten horen, toch bespeur ik hier een wat meewarige kijk van mannen die het gemaakt hebben in de muziekwereld van New York en hun publiek een inkijkje willen geven in het leven ‘at the bottom part of the food chain’. Wie zal het zeggen. Laten we het erop houden dat ze integer te werk zijn gegaan en de beste bedoelingen hadden.

Foto: Copyright (c) DNO 2019
Een speciaal voor de productie, eerder te zien bij ENO Londen, samengesteld koor speelde de sterren van de hemel. De choreografie van Dianne McIntyre staat volledig in de Broadway traditie en doet wonderen. Hulde ook aan Aldert Vermeulen voor de koorinstudering. Het Nederlands Philharmonische Orkest onder leiding van James Gaffigan zorgde voor excellente ondersteuning en mocht bij tijd en wijle ook even de boventoon voeren. Wat moet het heerlijk zijn voor de klarinettisten in het orkest om dit werk te mogen spelen, bedacht ik mij. Dat krijg je als je zelf in een grijs verleden dat instrument zelf hebt bespeeld.

Foto: MATTHIAS BAUS Copyright (c) DNO 2019
Dat de focus van de godsbeleving binnen de gemeenschap vooral op Jezus ligt, de redder, Doctor en beschermer van allen die het op aarde niet zo goed hebben, komt aardig naar voren in het topnummer ‘It ain’t necessarily so’ gezongen door cocaïne dealer Sportin’Life (Frederick Ballentine). Daarin neemt hij een paar weinig gellofwaardige passages uit het Oude Testament op de hak, tot groot vermaak van alle Jezusaanhangers. Het is een fantastisch nummer maar tevens een goed voorbeeld van een totaal overbodige toevoeging die de toch al trage handeling weer eens onderbreekt. Natuurlijk geldt dat ook voor ‘Vissi d’arte’ maar die aria staat op zichzelf. In Porgy and Bess gebeurt dit echter bij herhaling.
De problematische relatie van Crown met Bess, type heerser-slavin, zorgde voor wat ongemakkelijke momenten en dat kan worden opgevat als een compliment voor invaller Nmon Ford die de zieke Mark S. Doss verving. Ford was overigens volledig voor die taak berekend omdat hij de rol al eerder in Londen had vertolkt. Een dagje repeteren zal vooral besteed zijn geweest aan de interactie met zijn nieuwe tegenspelers, niet in de laatste plaats de gecompliceerde vechtpartij met Porgy. Net als bij Iago kreeg ik direct een hekel aan de man, en dan zit je goed.

Foto: MATTHIAS BAUS Copyright (c) DNO 2019
Adina Aaron zette een heel mooie Bess neer met een uitgebreid palet aan emoties: uitdagend zolang ze Crowns woman was, onzeker, kwetsbaar in de scènes erna, ten prooi aan hormonale opwinding als ze tegen haar wil met Crown achterblijft na de groepspicknick. Ze wil wel een nette vrouw zijn te midden van de anderen en huisje spelen met de kreupele Porgy maar na vijf jaar met de flashy Crown, als parttime hoer en aan de drugs, kan ze de verleiding van Sportin’ Life en zijn cocaïne niet weerstaan en gaat met hem mee naar New York.

Foto: MATTHIAS BAUS Copyright (c) DNO 2019
Porgy legt zich er niet bij neer en gaat op pad naar New York, per boot merkwaardig genoeg. Is dat de manier waarop joden nu eenmaal naar New York komen, las ik ergens. Eric Owens was een krachtige maar ook ontroerende Porgy. Zijn spel was voorbeeldig (voorwenden dat je kreupel bent, lijkt me niet eenvoudig, en dan ook nog een gevecht winnen) en zijn hitsongs kwamen er geweldig uit: ‘Oh, I got plenty o’nuttin’ en ‘Bess, you is my woman now’.

Copyright (c) DNO 2019
De cast kent veel kleinere rollen en in deze perfect geoliede machine rolden hun vocale bijdragen en er met bijna achteloze soepelheid uit. Het tekent het totaalbeeld van deze Porgy and Bess: een authentieke complete voorstelling op topniveau van een toch wel enigszins problematisch werk. Mooi dat het eindelijk eens bij DNO te zien is.

Foto: MATTHIAS BAUS Copyright (c) DNO 2019