De wegen naar de roem zijn ondoorgrondelijk. Hoe komt het dat de naam van Nikolai Tcherepnin ons helemaal niets zegt en die van zijn leraar Rimski-Korsakov onmiddellijk aan de sprookjeswereld doet denken? Waarom bezitten wij ettelijke opnamen van Ravels Daphnis et Chloé maar van Narcisse et Echo hebben wij nog nooit gehoord?
Nikolai Tcherepnin was de zoon van de persoonlijke arts van Dostojevski. In zijn tijd was hij een zeer gewaardeerde en geliefde componist, dirigent en muziekleraar: tot zijn leerlingen behoorde onder anderen ook Sergey Prokofjeff. In 1909 trad Tcherepnin toe tot de staf van Ballets Russes van Sergey Dyagilev. In 1911 is zijn ballet Narcisse en Echo met de sterbezetting in première gegaan: de hoofdrollen werden gedanst door Vaslav Nizhinsky en Tamara Karsavina.
Het sprookje over de mooie jongeling die op zijn eigen spiegelbeeld verliefd is geworden en voor de straf in een bloem werd veranderd, werd door de componist van een werkelijk goddelijk mooie muziek voorzien. En toch…. Ondanks het succes van de opvoeringen en ondanks de prachtige noten is het ballet (en de schepper ervan) in de vergetelheid geraakt. Triest.
Twintig jaar geleden (twintig en nog steeds onbekend!) verscheen op Chandos de allereerste opname van Tcherepnins ballet. En: mensen, wat is het mooi! Af en toe flitsen bekende deuntjes voorbij. De tovenaarsleerling (track 2), flarden Rimski-Korsakov, een minuscuul fragmentje Mozart, een beetje Janacek en zelfs… ja hoor, het zit er echt in: ‘It’s a wonderful world’ (track 6, na ± 6’50). Het is allemaal zeer beeldend en klinkt alsof het Tcherepnin was die de het impressionisme had uitgevonden. Ach, hij werd niet voor niets “Debussy- Ravelovich” genoemd.
De uitvoering van het Residentie Orkest en het koor uit Den Haag onder leiding van Gennadi. Rozhdestvensky is gewoonweg geweldig. Wat een ontdekking!
Nikolai Tcherepnin
Narcisse et Echo
The Hague Chamber Choir, Residentie Orchestra The Hague olv Gennady Rozhdestvensky
CHAN 9670
De Speler van Sergej Prokofjeff (libretto van de componist naar de novelle van Fjodor Dostojevski) is een Freudiaanse ontleding van obsessies en verslavingen. Aan het gokken, aan liefde, aan geld, aan macht, aan alles eigenlijk.
Het tot het absurde doorgevoerde verhaal laat je moedeloos achter, want je kan je met geen enkel personage vereenzelvigen. Allemaal zijn ze even onsympathiek, al voel je soms een soort medelijden met ze en wil je ze af en toe iets van empathie meegeven.
Het geldt net zo goed de gekke Aleksej, die denkt met het “alles of niets spel” de liefde van zijn aanbeden Polina te winnen, als Polina zelf, de generaal, en al zeker de Baboelenka die haar hele vermogen aan de roulette tafel verspeelt. Een zwaarmoedig verhaal verpakt in groteske muziek.
DVD’S
FILM
In 1966 werd de opera in de toenmalige USSR verfilmd in de “goede oude” Sovjet stijl (Capriccio 93510). De film is zeer realistisch in zwart/wit opgenomen en de sfeertekening is adembenemend. Op de een of andere manier deed het mij aan The Gaslight denken.
Zoals het toen gebruikelijk was werden de rollen door echte acteurs gespeeld die aan het playbacken waren. De zangers zijn mij onbekend, maar het is niemand minder dan Gennady Rozhdestvensky die het orkest van de USSR National Radio and Television dirigeert.
TCHERNIAKOV
Acht jaar geleden is De Speler live opgenomen in de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn. Het was een coproductie met de Milanese Scala en de regie was in handen van Dmitri Tcherniakov. Ik moet u eerlijk zegen – vanaf het begin tot het eind zat ik er meer dan geboeid naar te kijken en toen het afgelopen was heb ik de BD (C-Major 701 804) opnieuw gedraaid.
Hier speelt het verhaal zich in een chique hotel af, waar allemaal deftige mensen logeren en waar Aleksej (onvoorstelbaar goede Misha Didyk) een buitenbeentje is. Zijn rol is een echte tour de force en hij haalt de eindstreep zonder problemen. Chapeau!
Vladimir Ognovenko is ook zo’n held. Ademloos keek en luisterde ik naar wat hij met de rol van de generaal deed. En dan Stefania Toczyska als Baboelenka! Zij beheerst de bühne vanaf het moment dat zij, gekleed in haar bontjas onverwachts arriveert totdat zij, totaal blut gespeeld maar weer eens ophoepelt.
De toen nog zeer jonge Kristine Opolais is een fantastische Polina en Stephan Rügamer een gedroomde Markies. Maar de erepalm gaat nu, voor de verandering, naar de regisseur. Hij weet alle personages in al hun gekte tot op het bot te analyseren en zijn personenregie kan als voorbeeld dienen voor hoe het moet. Wat mij betreft – een absolute MUST!
Hieronder een fragment:
CD
GERGIEV
Het valt niet altijd mee om naar de muziek sec te luisteren, zeker niet als je het libretto niet goed kent en de taal niet machtig bent. Maar met een beetje voorkennis en de tekst in je hand is het alleen maar een belevenis om de opera in de uitvoering van de Mariinski ensemble onder Valery Gergiev te kunnen beluisteren. Het orkest speelt zeer ritmisch en volgt niet alleen de muziek, maar ook de taal, wat niet meer dan logisch is.
Sergei Aleksashkin is een fantastische generaal, met zijn stem alleen weet hij alle emoties over te brengen en Vladimir Galuzin zingt een prima Aleksej, al haalt hij het niveau van Didyk niet.
De opname uit 1996 is, samen met zes andere opera’s van Prokofjev, waaronder de zelden gespeelde Betrothal in a Monastery en een echte rariteit, de totaal vergeten ‘Sovjet-opera’ Semjon Kotko, in een box met veertien cd’s op de markt uitgebracht. Er zitten geen libretto’s bij, maar het kost ook bijna niets (Decca 4782315).
Prokofjeff speelt en praat over zijn muziek (in het Russisch, helaas geen ondertitels):