
Riccardo Zandonai werd ooit beschouwd als de opvolger van Puccini. Hij schreef een kleine dertiental opera’s, waarvan eigenlijk alleen Conchita (1911), Francesca da Rimini (1914) en Giulietta e Romeo (1921) ooit zeer succesvol waren. Heden worden ze nog maar zelden opgevoerd en de doorsnee operaliefhebber komt niet verder dan Francesca da Rimini. Jammer, want de werken van de leerling van Mascagni en wellicht de laatste der veristen zijn een puur genot om naar te luisteren.

Giulietta e Romeo (GOP 66352) werd in 1955 in Milaan opgenomen. De hoofdrollen worden gezongen door Annamaria Rovere, een prima sopraan met een voor die tijd typisch stemgeluid, en de mij lichtelijk irriterende Angelo Lo Forese. Fantastisch daarentegen is Renato Capecchi als Tebaldo.

Il Bacio (GOP 66351) beleefde in 1954 in Milaan zijn allereerste opvoering (Il Bacio (GOP 66351) beleefde in 1954 in Milaan zijn allereerste opvoering (toen Zandonai in 1944 stierf, liet hij de opera onafgemaakt achter). Gelukkig voor ons werd de voorstelling door RAI opgenomen en op cd gezet. De uitgever verontschuldigt zich voor het ontbreken van het libretto maar er is ook geen synopsis, dus naar de inhoud van de opera kan men alleen maar gissen. Niet erg, de muziek is boeiend genoeg, en er wordt prachtig in gezongen door onder andere Lina Pagliughi in de rol van Mirta.
![]()
Ildebrando Pizzetti behoorde – samen met onder andere Respighi, Zandonai, Alfano en Malipiero – tot de zogenoemde ‘Generazione dell’80’, een groep Italiaanse componisten geboren rond 1880. Ooit leerling van Puccini, keerde hij zich op zijn dertigste tegen zijn leraar en ontwikkelde een ‘neoklassieke’ stijl van componeren, Zijn voornaamste inspiratiebronnen waren gregoriaanse melodieën en de Italiaanse polyfonie uit de Renaissance.
Debora e Jaele (o.a. GOP 66354), gecomponeerd in 1921 is losjes gebaseerd op het Bijbelse verhaal over de profetes Debora en de strijd van de Israëlieten tegen de Kanaänieten en hun legeraanvoerder, Sisera. Anders dan in de Bijbel wordt Jael verliefd op haar vijand, en vermoordt ze hem om hem voor het lynchen door de woedende menigte te redden. Onder leiding van Gianandrea Gavazzeni werd in 1952 in Milaan een pracht van een uitvoering van dit bijzondere werk gegeven, met Clara Petrella als Jaele, Gino Penno als Sisera en Cloe Elmo als Debora.





