Bob_Zimmerman

Thomas Hampson: always a hiker of the lesser-known paths,

TIDES OF LIFE: exciting arrangements of songs by Wolf, Schubert, Brahms
and Barber



In the winter of 2014, Amsterdam Sinfonietta and American baritone Thomas Hampson toured Europe. In a fortnight, they gave 12 concerts in six different European countries.

Especially for this tour and commissioned by Amsterdam Sinfonietta, British composer David Matthews arranged songs by Wolf, Schubert and Brahms. Schubert’s ‘Ständchen’ was given a new arrangement by Bob Zimmerman. Only Samuel Barber’s “Dover Beach” was not given a real ‘make over’ and remained close to the original composition.



The songs are sometimes barely recognisable, but I don’t mind. It’s quite exciting to hear what an arrangement can do with familiar melodies.

The text remains the same, of course, but the melody line – and ertainly the tone – does change. In the new arrangements, Brahms’ “Vier ernste Gesänge” sound a little less sombreand Wolf’s songs (“Der Rattenfänger”!) actually become much more serious in tone and less ironic.

In Bob Zimmerman’s setting, the lovely “Ständchen” sounds a little unheimlich. A feeling reinforced by the reversal of the ‘roles’: it is now not a girl assisted by a male choir, it is now the women who accompany the man. It takes some getting used to, but beautiful it most certainly is. In any case, the National Women’s Youth Choir knows it well.

Hampson’s voice is not as beautiful and cultured as it used to be, which is only a plus here.Thus, the songs sound sort of spicy, with plenty of punch. Nice!

Amsterdam Sinfonietta proves yet again that they are one of the best chamber music ensembles in the world.


TO THE SOUL: AMERICAN SONGBOOK



For decades, Thomas Hampson has been a tireless ambassador for art songs by American
composers, as well as American poetry. In 1991, he recorded a CD for Teldec with “German” songs by Charles Ives, Charles Tomlinson Griffes and Edward MacDowell

Griffes’ “Mein Herz ist wie die dunkle Nacht”:



To the Soul was released by EMI in 1997, featuring songs on texts by Walt Whitman.



Those names were therefore not missing from the recitals he gave in Salzburg in 2001, part of what was called a “Hampson Project”.

The theme of this mini-festival (there was also a symposium) was American poetry, set to music by various, not only American, composers. Hampson did more than just sing. He introduced the songs, commented on them and talked
about the composers, poets, writers and traditions.

Thomas Hampson on “American Songbook” :



To the delight of anyone who cares about American music and poetry, three of those recitals, from 12 (and not 15), 17 and 22 August 2001 respectively, were released on two CDs a few years ago. Hampson sings as we have come to expect: cultured and beautiful, and his diction
and text handling are exemplary.

This clip is not from the CDs (neither found on You Tube nor Spotify), but it illustrates Hampson’s commitment to the music and poetry of his homeland:



As a bonus, we get three songs by Korngold, taken from the project Forbidden and Exiled, from Salzburg 2005.



WERTHER : Can a baritone be a convincing Werther?



In 1902, ten years after the premiere, Massenet made a new version of his Werther, this at the request of Italian baritone Mattia Battistini, who was eager to sing the lead role. Massenet did not change the key, but rewrote the vocal lines of Werther’s music, making the arias, “Pourquoi me réveiller” included, barely recognisable.



The “baritone version” of the opera was and remains an oddity; no original manuscript of the score even exists. In recent times, with its penchant for ever new challenges, there was also an increased interest in the alternative versions of well-known operas.

Thomas Hampson has always walked the lesser-known paths, and he first performed the role of Werther back in 1989. In 2004, he sang a concert performance of it at the Paris Chatelet, and that performance has been released by Virgin on two DVDs. He does an excellent job, but
the manic-depressive is a bit off.

His Charlotte is sublimely sung by Susan Graham, who also performed the role in Amsterdam some years ago, where she had moved the audience and press to tears. Michel Plasson has drama in his fingertips and you can hear it.

Symphonova: Forbidden Music elektronisch Regained

Tekst: Neil van der Linden

Ik kan mij voor mijn hoofd slaan omdat ik door een vergissing zeven van mijn acht eigen iPad-opnamen van dit concert heb gewist. Eén heb ik nog, en die heb ik op Youtube gezet: Jiskor (In Memoriam) van Hans Krieg (1899 – 1961; in Duitsland geboren, ondergedoken in Nederland en later in Nederland gebleven), door Symphonova onder directie van Shelley Katz met als soliste Channa Malkin.

(NB Er werd aangekondigd dat Channa Malkin een verkoudheid had opgelopen en dus niet helemaal bij stem was. Dat is misschien alleen een beetje in de hoogte te horen.)

Ik was afgekomen op het idee een symfonisch concert mee te maken en het was ook een symfonisch concert. Maar op het podium van de Theaterzaal van het Amsterdams Conservatorium, waar de 2024 editie van Forbidden Music Regained plaats vond, stond geen orkest opgesteld. Afgezien van Channa Malkin in twee stukken voor sopraan en orkest was er verder maar één persoon te zien, dirigent Shelley Katz.

Symphonova is namelijk een computer met software die op geleide van de gebaren van een dirigent symfonieorkestklanken genereert. De instrumenten zijn ‘gesampled’, ‘live’ per noot en intonatie opgenomen, en opgeslagen in een computer. De dirigent heeft een elektronische armband rond zijn rechterpols en een elektronisch element in zijn dirigeerstok. Daarmee stuurt Katz met dirigeerbewegingen de computer aan zoals je een orkest aanstuurt.

Een kruising tussen de Theremin, het nu bijna een eeuw oude elektronische instrument dat met handbewegingen in de lucht wordt bediend, “De Handen”, het principe dat Michel Waisvisz in 1984 ter wereld bracht en een mellotron (het met analoge bandjes werkende strijkorkest dat beroemd werd door King Crimson, Genesis, Yes en de Moody Blues), maar dan allemaal digitaal.

Het geluid wordt weergegeven door speakers, in dit geval vier wonderschoon vormgegeven elektrostatische luidsprekers en een stuk of wat andere speakers. Zoals Katz vertelde kan naar wens voor verschillende klankspectra worden gekozen, in dit geval de akoestiek van de Weense Konzertverein.

Dat was heel toepasselijk, want bijna alle muziek van het programma hoorde thuis bij het idioom van de Oostenrijks-Duitse muziektraditie. Zij het dat het in alle gevallen ging om componisten die door de Nazi’s verboden werden. Leo Smit en Robert Hanf zijn door de Nazi’s in Sobibor en Auschwitz vermoord, de anderen zijn direct of indirect als gevolg van de Nazipolitiek in de vergetelheid geraakt.

Nee, de Symphonova klinkt vooralsnog niet volmaakt als orkest. Dat merk je met name bij de inzetten van de strijkers en het uitsterven van noten. Dan klinken ze nog steeds een beetje als synthesizer-strings. Bij het weergeven van houtblazers en koper heeft het geluid de neiging dicht te slibben. Verder spelen de verschillende groepen ‘te’ gelijk. Ik sprak met Shelley Katz na afloop over het idee om instrumentengroepen op natuurlijke manier niet spat-synchroon te laten lopen, zoals bij een orkestuitvoering altijd wel gebeurt, ervan afgezien dat je daar te maken hebt met verschillende afstanden tussen instrumentgroepen en publiek in verschillende delen van de zaal.

Wat nu het belangrijkst is dat dankzij Symphonova werken ten gehore kunnen worden gebracht die anders niet of nauwelijks te horen zijn. Dat geldt voor elk van de werken die op het programma stonden. En wel op een manier die toch het door de componist beoogde klankbeeld benadert.

Neem het eerste stuk van het concert, de Epiloog voor Orkest van Johanna Bordewijk-Roepman, 1892-1971, die – niet Joods – weigerde lid te worden van de Kultuurkamer. Er is een Youtube opname van met Symphonova. Ik kan de lezer verzekeren dat de klank bij de uitvoering in Amsterdam en zelfs die van mijn eigen registratie daarvan nog veel mooier was dan op deze YouTube link. Het werk is in elk geval in recente jaren niet uitgevoerd.

Na de oorlog nam Bordewijk-Roepman zitting in de Ereraad voor de Muziek, waar ze de werken van ‘foute’ collega’s beoordeelde. Velen hebben haar dat kwalijk genomen en zijzelf denkt dat dat de uitvoering van haar werk na de oorlog sterk heeft beïnvloed. Hopelijk kan de aandacht van Symphonova ertoe bijdragen dat haar werk weer vaker wordt uitgevoerd. Als het al epigonistisch zou zijn luisterde Bordewijk-Roepman goed naar het geluid van haar tijd, niet ultra-modernistisch, maar zeker niet reactionair; mooi zwaar gedragen laatromantisch, toch wel eigen.

Dat eigene geldt ook voor de Suite voor Orkest van Leo Smit. Een beetje impressionistisch en post-impressionistisch Frans, maar toch eigen speels.

De klaterende passages met fluiten, piccolo’s en hoog slagwerk slibben ook hier akoestisch dicht, maar laten wel het weidse klankspectrum van Smit horen.

Prelude from Suite for Orchestra by Leo Smit
Arranged by Bob Zimmerman:

Forlane from Suite for Orchestra by Leo Smit arrangement Godefroy Devreese:

Rondeau from Suite for Orchestra by Leo Smit arrangement Godefroy Devreese:

Er was ook een deel uit de muziek van Rosy Wertheim (1888 – 1949) voor het toneelstuk Lanceloet.

Op deze opname klinkt de muziek echt tamelijk mechanisch, dat was tijdens het concert anders. Dat geldt ook voor het Andante uit de Serenade voor Orkest van Robert Hanf (Amsterdam 1894 – Auschwitz 1944), een werk ergens tussen Frans en Duits in, in de somberte ervan toch heel eigen:

Jammer dat ik ook hiervan mijn iPad-opnamen niet meer kan delen.  En dat geldt ook voor Preludium van Robert Kahn (1865 –1951), een componist die op tijd naar Engeland wist te ontkomen. Net zo mooi als Strauss’ Vier Letzte Lieder, zoals Symphonova samen met Chana Malkin liet horen. Terwijl Kahn na zijn vlucht naar Engeland een vrijwel anoniem bestaan leefde en de wrange ironie wil dat de Vier Letzte Lieder uitgerekend in 1950 in Londen in première ging, nadat het Strauss gelukt was gerehabiliteerd te worden.

Gelukkig is er een opname van:

Maar Channa Malkin deed het echt nog veel mooier, verkouden of niet.

Hier is de eerdere ‘officiële’ opname van Hans Kriegs In Memoriam

Website met meer informatie over Symphonova en een vergelijkbaar concert in Londen:

© P. Menco

Buiten stond een bewaker. Want er was hoog bezoek, de burgemeester. Tijdens het festival kreeg Eleonore Pameijer, één van de oprichters van de Leo Smit Stichting en het Forbidden Music Regained festival, van Femke Halsema de Frans Banninck Cocqpenning van de stad Amsterdam uitgereikt, “voor haar grote inzet voor muziek van Joodse componisten die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vervolgd en vermoord.”

https://www.npoklassiek.nl/klassiek/podium/08471eda-0c74-4745-b723-dc3580dd3722/frans-banninck-cocqpenning-voor-eleonore-pameijer

Gezien: 30 november, Forbidden Music Regained Festival in het Conservatorium van Amsterdam

De honderdste uitgave van de Leo Smit stichting

Vervolgde Nederlandse componisten in de Tweede Wereldoorlog

Verboden componisten komen weer uit de vergetelheid tijdens een prachtige tentoonstelling in het Stadsarchief van Amsterdam

De Leo Smit Stichting eert vier componisten.

From the bottom of my heart

Songs of Love & Exile – A Sephardic Journey

KROSSOVER, OPERA REVISITED

krossover

Klassieke muziek was vroeger van iedereen en dat zou mezzosopraan Tania Kross graag terug willen hebben. Voor haar cd Krossover, opera revisited hebben diverse hedendaagse musici daarom ‘nieuwe oude opera-aria’s’ geschreven.

Het is een verzameling van sentimentele tot zeer sentimentele luisterliedjes (“onbekende/nog niet als zodanig erkende opera aria’s” volgens Kross), die je sterk aan de oude, mistige zwart/wit filmbeelden van een aanhoudende regen, het afscheid nemen van je geliefde, van verlaten stranden en eenzame zonsondergangen doen denken en die je een beetje desolaat achterlaten.

Het gevoel van eenzaamheid en verlatenheid is sterk en de melancholie (en nostalgie) is allesoverheersend. Domenico Modugno is met zijn ‘Piove’ nergens ver weg en ook de fado komt om de hoek kijken. Maar als je goed luistert, herken je ook iets van ‘Puccini-akkoorden’.

Ik mag het wel, al realiseer ik mij dat de cd niet voor iedereen bestemd is. Menig ‘opera-diehard’ zal hier zijn neus voor ophalen en (zo stel ik mij voor) veel jonge rapliefhebbers zullen er ook geen boodschap aan hebben. Hun gemis, denk ik dan, en zet de cd opnieuw op…Hun gemis, denk ik dan en zet de cd opnieuw op.

De liedjes bieden, hoe gek dat misschien klinkt, een soort troost. Het gevoel dat je hebt nadat Mimi is gestorven; je laat je tranen rijkelijk vloeien, maar daarna kan het alleen maar beter worden.

Kross: “In de hedendaagse klassieke muziek zijn we alle verbanden met de menselijke psyche, met een hart en ziel zo’n beetje kwijtgeraakt. Mensen zijn gaan experimenteren en hebben de melodie en de herkenbaarheid overboord gegooid. Maar niemand kan ontroerd worden door dissonanten en met het intellect alleen raak je van steeds meer mensen vervreemd.”

“De klassieke muziek van vroeger was van iedereen”, vervolgt ze. “Iedereen floot de Mozart-deuntjes en zong mee met de liedjes van Schubert. Dat is waar ik weer naar verlang. Ik wil dat de mensen, zeker jonge mensen, terugkeren naar de concertzalen en operahuizen en dat ze ontroerd raken.”

Kross besloot om door te gaan waar het volgens haar allemaal is gebleven: de romantiek, de herkenbaarheid en – voornamelijk – het gevoel. Haar uitgangspunt was om een soort ‘nieuwe oude opera-aria’s’ te creëren, opera-aria’s die iedereen moesten kunnen aanspreken.

Vooraanstaande Nederlandse en buitenlandse musici en tekstdichters (denk aan namen als Spinvis, Huub van der Lubbe of Lucky Fonz III) zetten zich aan het componeren, geholpen door de deskundige arrangeur en alleskunner, Bob Zimmerman, die de boel naar de klassieke wetten plooide (petje af!).

Begeleid door het zeer betrokken en zeer gevoelig spelende Netherlands Symphony Orchestra onder leiding van Jurjen Hempel dook Kross de studio in. Het resultaat kreeg de zeer toepasselijke titel Krossover – opera revisited

 

The making of:

 

De toon wordt gezet met ‘Mea Culpa’ van Reyn Ouwehand en Marinus de Goederen. De muziek zet zachtjes in en de stem van Tania fluistert mee, onschuldig schuldig, met de hoop op vergeving die er misschien niet komt.

Vanwaar zo veel sentimentaliteit en zo veel droefenis? De meeste opera’s gaan zelden over schuld of verlatenheid. Er wordt in gemoord, gestorven, er wordt zelfmoord gepleegd, maar de heldinnen worden zelden verlaten en/of verscheurd door een schuldbesef.

Kross (lachend): “Blijkbaar is dat een idee dat mannen van vrouwen hebben! Ik heb ze een opdracht gegeven en dat is het resultaat, blijkbaar zien mannen ons zo!
Ik wilde teruggaan naar de oorsprong en naar de primaire menselijke emoties, ik wilde nieuwe muziek maken voor het nieuwe, jonge publiek.”

Op mij maakt ‘Nichts macht mehr Sinn’ van Martijn Konijnburg en Henri Meijer zeer veel indruk. Het voelt ook echt opera-achtig aan. Door het ritme, het tempo, maar ook door de wisselende stemmingen. Kross: “Klopt. Een paar jaar geleden hadden de makers een echte hit gemaakt, met – inderdaad – veel opera-achtige uithalen en een beetje bombarie. Dat wilde ik er ook bij hebben.

Maar ook ‘Voor geen goud’ van Huub van der Lubbe zou niet in een opera, of minstens een moderne muziekproductie misstaan. Het is, wat mij betreft, het allerbeste nummer op de toch al zo fraaie cd. Het geeft Tania ook de meeste mogelijkheden om al haar kunnen te laten horen.

 


Krossover, opera revisited
Tania Kross (mezzosopraan).
Netherlands Symphony Orchestra onder leiding van Jurjen Hempel.
Challenge Records (CC72628)

 

Tides of life: spannende arrangementen van liederen van Wolf, Schubert, Brahms en Barber

hampson


In de winter van 2014 maakten Amsterdam Sinfonietta en de Amerikaanse bariton Thomas Hampson een tournee door Europa. In twee weken gaven ze twaalf concerten in zes verschillende Europese landen.

Speciaal voor dit tournee en in opdracht van Amsterdam Sinfonietta bewerkte de Britse componist David Matthews liederen van Wolf, Schubert en Brahms en Schuberts ‘Ständchen’ werd van een nieuw arrangement voorzien door Bob Zimmerman. Alleen ‘Dover Beach’ van Samuel Barber kreeg niet een echte ‘make over’ en bleef dicht bij de oorspronkelijke compositie.

De liederen zijn nu soms amper herkenbaar, maar ik vind het niet erg. Het is best spannend om te horen wat een arrangement met bekende melodieën kan doen.

De tekst blijft natuurlijk hetzelfde, maar de melodielijn – en zeker de toon – verandert wel. In de nieuwe arrangementen klinken de ‘Vier ernste Gesänge’ van Brahms iets minder somber en de liederen van Wolf (‘Der Rattenfänger’!) worden juist veel serieuzer van toon en minder ironisch.

In de zetting van Bob Zimmerman klinkt het lieftallige ‘Ständchen’ een beetje unheimlich. Een gevoel, dat versterkt wordt door de omdraaiing van de “rollen”: het is nu geen meisje dat bijgestaan wordt door een mannenkoor, het zijn nu de vrouwen die de man begeleiden. Het is wel even wennen, maar mooi is het zeer zeker. Het Nationaal Vrouwen Jeugdkoor weet er in ieder geval goed raad mee.

Hampsons stem is niet meer zo mooi en gecultiveerd zoals vroeger, wat hier alleen maar een pré is. Zo klinken de liederen lekker kruidig, met veel pit.

Amsterdam Sinfonietta bewijst alweer dat ze tot een van de beste kamermuziekensembles in de wereld behoren.

Tides of Life
Hugo Wolf, Franz Schubert, Johannes Brahms, Samuel Barber
Thomas Hampson (baritone), Candida Thompso (viool), Netherlands Female Youth Choir; Amsterdam Sinfonietta

Channel Classics CCS 38917 • 55’

THOMAS HAMPSON & MACIEJ PIKULSKI: Serenade

NOTTURNO: Thomas Hampson zingt liederen van Richard STRAUSS

SOL GABETTA PRAYER