Bieito’s Carmen wordt 25 jaar

Tekst: Peter Franken

In de zomer van 1999 ging tijdens het Peralada Festival nabij Girona de inmiddels befaamde Carmen van Calixto Bieito in première. Het was een coproductie met Opera Zuid, iets dat in latere aankondigingen is weggemoffeld ten gunste van internationaal meer aansprekende operagezelschappen.

De première voor Opera Zuid vond plaats op 6 mei 2000 in Maastricht en zelf zag ik deze Carmen van die volstrekt onbekende regisseur in Rotterdam. Als jong beginnend talent had men hem uitgenodigd om Haydns Il mondo della luna te regisseren, een productie die op 27 februari 1999 première had, eveneens in Maastricht. Het is dus niet overdreven te stellen dat Opera Zuid aan de wieg heeft gestaan van Bieito’s internationale carrière.

Meer info over de Carmen voorstellingen van Opera Zuid

https://operazuid.nl/voorstelling/carmen-2000/

Als we uitgaan van de jaartallen viert Bieito’s Carmen dit jaar zijn zilveren jubileum en in die 25 jaar is de productie in minstens evenzovele landen te zien geweest en in meer dan 70 theaters.

 

Kort geleden was er nog een herneming in het Liceu en van een eerdere reeks in dat theater werd in 2011 een opname op dvd uitgebracht. Dat biedt de gelegenheid dit cultproduct, want dat is het inmiddels wel, nog eens te bekijken. De titelrol werd indertijd vertolkt door Béatrice Uria-Monzon en Roberto Alagna was de man wiens burgerlijk bestaan ze in korte tijd wist te verwoesten. In een toelichting schreef Bieito daarover:

‘Carmen is a personality who loves life and lives it without constraints. She finds joy in discovering her own limits and those of the people around her. All of this comes from within; she has no need to construct a separate personality for it. She cannot even see herself from outside. She is an instinctive human being with her own simplicity and her own complexity. She is simultaneously intuitive, coarse, passionate, melancholy and sensitive.’

Bieito situeert de handeling in de nadagen van het Franco regime, begin jaren ’70. Macho gedrag gevoed door testosteron neemt het op tegen een overvloed aan vrouwelijke feromonen en manipulatie, kortom een cocktail die garant staat voor een tamelijk rauw spektakel waarin geen plaats is voor versluierende teksten. Bieito heeft de dialogen dan ook vrijwel allemaal gecoupeerd. Er wordt slechts gesproken als de voortgang van de handeling dat absoluut noodzakelijk maakt en dat is verrassend genoeg bijna nergens het geval. De wijze waarop Carmen de ongeïnteresseerde Don José benadert is puur lichamelijk, er komen geen woorden aan te pas.

Het toneelbeeld is zeer sober maar dat zal zeker niet alleen een regiekeuze zijn geweest. Een productie voor een kortdurend festival en een klein operagezelschap is gebaat bij eenvoud om de kosten te drukken. Het werkt echter wonderwel en nu ik het na zoveel tijd weer eens heb teruggezien moet ik vaststellen dat we hier Bieito op zijn best zien. Geen toiletpotten op het toneel, geen overmaat aan naakte mannen of halfnaakte vrouwen, een minimum aan toneelgeweld. De enige die het echt voor zijn kiezen krijgt is Zuniga die in elkaar wordt getremd achter de Mercedes die de plaats inneemt van Lillas Pastia’s taveerne. Ach, hij vroeg er ook om, die onwelkome late gast. En het gebeurt uit het zicht van de toeschouwers.

Bij aanvang staat Carmen in een telefooncel te oreren. Met het nodige misbaar gooit ze de haak erop, haar minnaar heeft zijn congé gekregen, tijd voor een nieuwe. Behalve die cel is er slechts een vlaggenmast op het toneel, met een Spaanse vlag die bij aanvang van de laatste akte nog even gebruikt zal worden als badlaken door een zonnebadende figurante in bikini. Tja, Bieito is een Catalaan en zo’n plaagstootje is nooit weg, leuk voor later.

Een Mercedes is natuurlijk de ultieme zigeunerbak en als zodanig goed gekozen. Je kan er van alles mee, in zitten, op zitten, overheen klimmen, wie heeft dan nog een kroegdecor nodig?

Opvallend is de grove wijze waarop de smokkelaars Carmen proberen te dwingen met hen mee te gaan op hun komende missie. Maar ze geeft geen krimp, is net zo gehard in het leven als die mannen. Dat ze daarnaast ook het ultieme vrouwelijke rolmodel kan vertolken maakt haar tot een ‘compleet pakket’, een vrouw met onbegrensde mogelijkheden.

Uiteindelijk is het haar bijgelovigheid die haar de das omdoet, tegen het lot kan en wil ze nu eenmaal niet vechten. Dat bepaalt ook de afloop: Don José smeekt haar om hem niet te verlaten zodat hij haar niet hoeft te doden. Maar zij heeft allang geaccepteerd dat deze man haar dood zal worden, de kaarten liegen niet. Dus volhardt ze in haar besluit.

In de slotakte laat Bieito een andere Carmen zien, niet langer gepantserd en manipulatief maar eerder begrijpend en ook een beetje bezorgd. Ze draagt een jurk waarin je naar de kerk zou kunnen, de zigeunerin als burgervrouw. Ze houdt vast aan haar besluit: haar liefde voor Don José is voorbij, definitief, valt niets meer aan te veranderen. Maar ze wijst hem niet hard en snerend af zoals je wel vaker ziet maar bijna troostend. Opmerkelijk dat je zonder de gezongen tekst te veranderen een geheel ander beeld van de situatie kunt geven. We kunnen het zien als ‘the first touch of the master’.

Carsens Carmen in Amsterdam, de koorscène

Sommige regisseurs leggen ten onrechte de nadruk op de aanwezigheid van omstanders. Dat leidt tot wangedrochten met figuranten en koorleden op tribunes. De productie van Robert Carsen voor DNO is het ultieme voorbeeld.

Koorscène in Barcelona:

In werkelijkheid is de handeling op de bepalende moment zeer intiem. Bijvoorbeeld als Don José zijn opwachting maakt in akte 2. Carmen stuurt iedereen weg en gaat dan voor hem dansen en zingen. Als hij wil vertrekken vanwege het réveil manipuleert ze hem net zo lang tot hij toch blijft. En om te zorgen dat hij zich niet alsnog kan bedenken kleedt ze hem uit, trekt een rood slipje van onder haar rok vandaan en bestijgt hem. Uiteindelijk gaat alles om ‘faire l’amour’ en in deze houding kan hij niet meer vluchten. En dan komt Zuniga roet in het eten gooien .

Marina Poplavskaya laat een verliefde Michaëla zien die haar gevoelens voor Don José niet onder stoelen of banken steekt. De kus van zijn moeder wordt gewoon haar eigen kus, vol op zijn mond. Met kennis van het verdere verloop van Poplavskaya’s carrière valt niet te ontkennen dat de sleet er toen al een beetje inzat. Haar vertolking is redelijk maar niet meer dan dat, de bijna obligate open doekjes waar Michaëla patent op lijkt te hebben ten spijt.

Ook Erwin Schrott als Escamillo brengt niet wat ik van hem verwacht had. Zijn zang is vlak en hij weet er geen moment het macho karakter van zijn personage mee op te roepen. Misschien een slechte avond? Acterend blijft hij steken in de rol van een toevallige passant al komt dat mede door het couperen van zijn gesproken tekst.

De twee hoofdrollen daarentegen zijn ideaal bezet. Roberto Alagna is een perfecte Don José, geweldig goed bij stem en overtuigend acterend. Het viel me op hoe lenig hij is, Schrott ook overigens. Beide heren spelen hun gevechtsscène terwijl ze zich over de daken en motorkappen van een stel auto’s bewegen.

Béatrice Uria-Monzon is een prachtige Carmen, een rol die ze over de gehele wereld heeft gezongen. Voor Bieito’s versie van het personage is ze de perfecte bezetting. Ze is mooi en oogt jong genoeg om voor een wilde zigeunermeid door te gaan en acterend brengt ze alles dat Bieito heeft beoogd, afgaande op het citaat hierboven. Zingen kan ze ook, als de beste, maar het is vooral het complete Carmen pakket dat haar optreden tot zo’n groot succes maakt.

Behalve die telefooncel en de Mercedes kon ik me niets meer van deze productie herinneren. Nu ik hem terugzie moet ik vaststellen dat het een van de allerbeste Carmens is uit de recente geschiedenis. Aanbevolen om eens terug te kijken, vooral voor ‘Bieito haters’.

Trailer van de productie:

Plaats een reactie