Tekst: Sander Boonstra

Eerlijk is eerlijk: ik had gemengde gevoelens, toen ik afgelopen zaterdag in de auto zat richting het operahuis in Luik. Ik merkte aan mezelf, dat ik toch onbewust wat beïnvloed werd door alle berichten op de sociale media en websites als het ging over de recentste prestaties van míjn operaheld Plácido Domingo op het toneel van de Opera van Luik Een orkest dat weigerde op te staan, optredens waar het nodige op aan te merken viel, terwijl in 2019 een uiterst kwieke bijna 80-jarige tijdens zijn Veronese galaconcert de sterren naar de hemel zong.

Allerlei gedachtes die door mijn hoofd schieten zelfs als de ouverture tot I vespri Siciliani al door het auditorium van de Luikse opera klinkt. Een wat trage start: tempo-keuzes van Giampaolo Bisanti, de kersverse muzikaal directeur van het huis, die ik niet begrijp en ook niet gewend ben. Het huisorkest speelt overigens de hele avond op hoog niveau, waarschijnlijk ook aangemoedigd door het feit, dat ze een ware operalegende mogen begeleiden.

Want daar kan toch niemand onder uit: los van smaak of nieuwsberichten is Plácido Domingo (voor mij) nog steeds de king of opera. De zaal is na de ouverture wat zenuwachtig zwijgzaam, maar barst in een ovatie los als de man of the evening met een brede glimlach en een map teksten ten tonele verschijnt.

Het ziet er vervolgens wat ongemakkelijk uit: je ziet dat Domingo wil zingen, maar Bisanti toogt pas naar de bok als het applaus al wegsterft. Domingo’s aandeel van de avond wordt aangevangen met (inmiddels) zijn paradepaardje ‘Nemico della patria’ uit Giordano’s Andrea Chénier, waar ik toch een bepaalde frisheid hoor in zijn stem die ik in 2019 ook hoorde. Misschien dat Operalia hieraan ten grondslag ligt: hij heeft meer dan een week niet gezongen, heeft zich op talentbegeleiding gericht, waardoor de stem toch heeft kunnen rusten.

Ook Macbeth’s aria ‘Perfidi! …” uit de vierde akte staat als een huis, al is de frisheid er al wel wat af. Niet zo gek: ook Domingo’s stem is al 81 jaar oud en presteert al meer dan 60 jaar op ongekend hoog niveau, dan is het logisch dat het hier en daar wat kraakt, dat van een natuurlijk vibrato niet echt sprake meer is en sneller vermoeid raakt. Maar de man doet het nog steeds en hij doet het ongekend goed!

Voor het concert in Luik is de Amerikaanse sopraan Jennifer Rowley ingevlogen als side-kick. Een stem waar ik niet echt warm van word, maar in duet met Domingo tot leven komt, dynamisch is en zijn tenorale bariton mooi aanvult. En waar ze in haar aria’s wat verloren op het toneel staat, weet ze zich prima te bewegen met de Spaanse maestro naast haar.
