Das Liebesverbot van Opera Zuid tot nader order uitgesteld
Tekst: Peter Franken
Dit seizoen stond Wagners tweede opera Das Liebesverbot op het programma van Opera Zuid. Zoals zoveel producties moest ook deze worden geschrapt. Wout Koeken vond het niet verantwoord aan de voorbereidingen te beginnen zolang de theaterdirecteuren nog geen voorstellingen konden boeken. Gelukkig hebben Wagnerliefhebbers en zij die domweg nieuwsgierig zijn naar dit jeugdwerk van Der Meister een alternatief. Kasper Holten regisseerde de opera namelijk voor Teatro Real.
Van de voorstelling in Madrid is een opname op BluRay uitgebracht en die geeft een uitstekende indruk van deze minst Wagneriaanse van alle Wagners. Aanleiding voor de coproductie met de Royal Opera en het Teatro Colon was het 400e sterfjaar van Shakespeare. Het accent ligt zodoende op diens Measure for measure en minder op een streven om Wagners tweede opera wat meer bekendheid te geven. Een echt serieuze poging in die richting is het dan ook niet geworden.
Wagner componeerde Das Liebesverbot toen hij begin 20 was. Het werk ging in 1836 in première in Maagdenburg onder leiding van de jonge componist zelf. Het werd een compleet fiasco en een tweede voorstelling is er tijdens Wagners leven nooit meer van gekomen. De complete titel van dit jeugdwerk luidt: Das Liebesverbot oder die Novize von Palermo. Het libretto is een bewerking door de componist van Leer om leer.
Das Liebesverbot doet denken aan het werk van Lortzing en von Flotow, maar dan met uitgesproken belcanto invloeden. Net als Martha is het een Spieloper zonder gesproken teksten. In zijn productie voor Teatro Real heeft regisseur Kasper Holten echter gekozen voor een andere insteek. Hij brengt het werk als een Gilbert and Sullivan operetta, met veel zwaar aangezette ‘humor’ en overdreven maniertjes.
Wagner verplaatste de handeling van Wenen naar Palermo maar volgt verder de grote lijn van Shakespeare’s stuk vrij getrouw. De Duitse stadhouder Friedrich, die bij afwezigheid van de Siciliaanse vorst tijdelijk het gezag uitoefent, wil de losbandigheid van zijn onderdanen aan banden leggen. Daarbij concentreert hij zich op seksuele ‘onregelmatigheden’ al dan niet het gevolg van alcoholgebruik. Door het aanstaande carnaval te verbieden hoopt hij aldus twee vliegen in één klap te slaan. In zijn ijver om het burgerlijk fatsoen in ere te herstellen gaat hij echter zo ver dat alle seksuele contacten buiten het huwelijk worden verboden met de ultieme sanctie: de doodstraf. De politie krijgt opdracht om maar direct de gehele rosse buurt van Palermo te ontruimen. Deze inbreuk op het vrije handelsverkeer valt niet in goede aarde en de bevolking protesteert dan ook luid.
Luzio ziet zijn vriend Claudio weggevoerd worden door de politie. Die gaat naar het gevang omdat hij een kind heeft verwekt bij een vrouw met wie hij niet is getrouwd. Overigens niet geheel zijn schuld aangezien haar ouders hebben geweigerd in te stemmen met een huwelijk. Hij vraagt Luzio om zijn zuster Isabella, als novice tot een klooster toegetreden, op de hoogte te brengen en te vragen of deze voor hem wil pleiten bij Friedrich. In het klooster praat Isabella met een andere novice, Mariana. Deze vertrouwt haar toe dat ze daar terecht is gekomen nadat haar minnaar en aanstaand echtgenoot, een hooggeplaatste figuur, haar heeft laten zitten. Uiteraard is dat niemand minder dan Friedrich zelf. Isabella is diep verontwaardigd, zowel over het gedrag van Friedrich als over het lot van haar broer, en onderneemt een reddingspoging. Daarbij maakt ze zoveel indruk op Friedrich dat deze voor haar charmes bezwijkt en belooft Claudio van de galg te redden. Ten prooi aan hormonale opwinding eist hij echter als tegenprestatie dat Isabella zich aan hem geeft, al is het maar voor een uurtje.
Wat volgt is een serie klassieke verwikkelingen met geheime rendez vous’, gemaskerde personen, verwisselingen en uiteindelijk een apotheose in de vorm van de terugkeer van de heersende vorst. En dat alles op muziek die hoegenaamd niet aan de latere Wagner doet denken. Luisterend krijg je bepaald niet het gevoel dat hier de toekomstige smid van de Ring aan het werk is.
Het decor van Steffen Aarfing is inventief en maakt snelle wisselingen mogelijk waarbij een rosse buurt in een oogwenk verandert in een klooster, rechtszaal of gevangenis. Hij was ook verantwoordelijk voor de kostumering en daar gaat het een beetje mis: carnaval speelt weliswaar een grote rol in het verhaal maar dat zou geen reden moeten zijn bijna de gehele cast er voortdurend bij te laten lopen alsof men naar een gekostumeerd bal gaat. Het acteren is al steeds ‘over the top’ en de kostumering versterkt die indruk waardoor het geheel dreigt af te glijden naar ‘leuk doen’.
De Duitse Wagnersopraan Manuela Uhl neemt de titelrol (Isabella, die Novize) voor haar rekening. Wat Holten haar aan gebaren heeft meegegeven is een tikje kinderachtig maar gelukkig weet ze de partij uitstekend te zingen.
Ook de twee overige vrouwenrollen zijn met María Miró (Mariana) en María Hinojosa (Dorella) goed bezet. Hinojosa excelleert in de scène waarin ze als animeermeisje Dorella de politiechef Brighella om haar vinger weet te winden. Een opmaat voor Isabella die dit vervolgens nog eens dunnetjes overdoet met Friedrich.
Cristopher Maltman speelt een aardige Friedrich maar zijn zang valt wat tegen. Alle mannen hebben overigens meer dan verwacht moeite met hun partij. Geforceerde uithalen zijn niet van de lucht, zowel bij Maltman als bij Ilker Argayürek (Claudio) en Peter Lodahl (Luzio). Een uitzondering is Ante Jerkunica die zonder hoorbare moeite gestalte geeft aan zijn bufforol van Brighella.
Koor en orkest van Teatro Real staan onder leiding van Ivor Bolton. Het orkest klink redelijk, het koor is goed. Al met al een aardig curiosum deze opname, maar nu vooral aanbevolen als pleister op de wonde van diegenen die hebben uitgekeken naar een nieuwe productie van Opera Zuid.